'Tijd voor rouw was er niet. Het leven ging te snel' WOENSDAG 1 JUN11994 De Nederlandse bijdrage aan D-Day bestond op zee onder meer uit vuursteun van de ka nonneerboten Flores en Soemba, in 1925 ge bouwde zusterschepen. Ze hadden door ac ties bij Italië de bijnaam Terrible Twins ('ver schrikkelijke tweelingen') verworven en wor den tot op heden alom gewaardeerd. Dr. Ph. Bosscher schrijft in zijn standaard werk De Koninklijke Marine in de Tweede We reldoorlog: „Van de Flores en de Soemba kan worden gezegd dat zij. ondanks hun ouder dom en relatieve kwetsbaarheid, uitnemend partij hebben gegeven. Wal-bombardemen- ten waaraan vaak grote risico's voor schip en bemanning waren verbonden, werden even bekwaam ais effectief uitgevoerd." Gerard Platerink (83) was ten tijde van de invasie eerste officier en waarnemend com mandant op de Flores. „De 15-centimeter-ka- nons van de Flores en de Soemba waren bij Italië helemaal versleten. De kruiser Sumatra die op 9 juni bij Normandië tot zinken zou worden gebracht om als kunstmatige haven te dienen, had tien van zulke kanons. Die zijn in het voorjaar van 1944 door de Dock Yard in Portsmouth op de Flores en de Soemba ge monteerd. Ze hadden er allebei drie nodig, maar de overige vier zijn ook gereedgemaakt omdat ze nog weieens van pas konden ko men. Dat klopte ook. De Flores zou kort na D- Day alweer nieuwe nodig hebben. Het is daar mee het enige schip uit de Nederlandse mari negeschiedenis dat drie keer nieuwe kanon nen heeft gekregen." Platerink herinnert zich hoe de orders voor de invasie aan boord van de Flores kwamen. „Het was drie weken van tevoren. Een stapel van 35 centimeter papier werd aan boord ge bracht door bewapende mariniers. De Flores moest drie Duitse kanonnen van 8,8 millime ter bij Arromanches, de beste Duitse snel- vuurkanons die twaalf schoten per minuut haalden, neutraliseren... Ik heb me pas later gerealiseerd hoe verschrikkelijk aardig het ei genlijk was ons die opdracht toe te vertrou wen. De Duitse kanonnen waren heel gevaar lijk opgesteld voor de Britse landingstroepen. Het was voor hun van levensbelang om ze uit te schakelen." De Flores moest met vijftig andere schepen op 6 juni om 4.12 uur precies beginnen. „Het moest tegelijk gaan, maar de Belfast smokkel de en schoot drie seconden eerder. Die wilde de eerste zijn natuurlijk. Om 08.00 uur moes ten we klaar zijn. Dat is ook gelukt, maar we hadden toen bijna al onze minutie verscho ten." In de lucht was het Nederlandse 320 squa dron van de Marineluchtvaartdienst, dat Mit chell-bommenwerpers vloog, onder de eer sten die aan D-Day deelnamen. Vlieger Hans van der Kop was nog maar twintig jaar toen hij het allemaal meemaakte. In totaal maakte hij zeventien vluchten tijdens de invasie. Hij had het ook niet graag willen missen, zo lijkt het: „Kort voor de invasie maakte ik een fout. Mijn commandant, Burgerhout, dacht dat ik overspannen was, Ik werd naar Londen gestuurd voor vakantie. Ik voelde me een kneus. Toen kwam er een telegram van Bur gerhout: 'Onmiddellijk naar eenheid terugke ren'. Ik nam de eerste trein. Ja, ik dacht wel dat het zover was. maar dat werd zo vaak ge dacht Toen ik arriveerde zei Burgerhout: 'Ik geloof dat het nu echt gaat gebeuren en ik wil het alleen met jou meemaken'. Op 5 juni was er om 22.00 uur een briefing. Er werd alleen maar meegedeeld dat er 'veel activiteiten op zee en in de lucht' zouden zijn. De Mitchells zouden in Normandië een brug bombarderen. Er mocht alleen worden ge gooid als het doel goed te zien was, omdat er zoveel parachutisten actief waren", aldus Van der Kop. „De route ging via Calais en Le Havre, naar later bleek als afleiding voor de Duitsers. Bo ven Normandië was het bewolkt." Volgens Van der Kop was de brug niet te identificeren en werd teleurgesteld teruggevlogen. „Een schaduw flitste langs, een vliegtuig, maar een botsing bleef uit." Pas terug op de basis besef te de bemanning van 320 deel uitgemaakt te hebben van één van de belangrijkste momen ten van de oorlog: Het begin van D-Day. „Dan denk je: Wat heb ik meegemaakt. Je voelt je heel klein worden, maar ook trots." Het 320 zou op 6 juni twaalf vluchten maken en in de nacht daarop zeventien. Het 320 leed forse verliezen bij de invasie: Acht Mitchells en 25 man in actie. „Tijd voor rouw was er niet. Het leven ging te snel", zegt Van der Kop. Behalve de Terrible Twins en het 320 waren er op D-Day dertien Nederlandse motortorpe doboten betrokken om landingsschepen te beschermen. Verder nam ook een twintigtal schepen van de Nederlandse koopvaardij deel aan de invasie, waaronder de Schelde. Deze zeesleper moest op 6 juni van de partij zijn voor bergingswerkzaamheden en later helpen bij het leggen van pijpleidingen voor brand stof door het Kanaal, de door Lord Mountbat- ten bedachte operatie Pluto. De Nederlandse deelnemers aan D-Day bleven de verdere invasie actief, terwijl het Nederlandse Spitfire squadron 322 Zuid-En- geland verdedigde. In augustus kreeg de ope ratie de belangrijkste Nederlandse impuls. Op de 28ste bevrijdde de Prinses Irene Brigade Pont Audemer, hetgeen daar op 5 juni wordt herdacht in aanwezigheid van koningin Beatrix. BARENDA GRUTTERINK ANP Na de landingen van D-Day haastte Hitier zijn duchte pantser- en infanteriedivisies van de Waffen-SS naar het nieuwe front. Deze zogeheten 'brandweer- brigade' leverde verbeten weerstand tegen de invasiemacht, waardoor de geallieerden een zware tol moesten betalen voor iedere veroverde meter. Infanterist van de Waffen-SS 1 Helm met afneembare camoutlagehoes Verrekijker 3 Pantservuist Munitietas vo< magazijnen 5 MP40 Schmeisser. 9mm automatisch gewi 500 kogels per minuut kan afvuren, magazijn met 32 patronen, mondingssnelheid 380 meter per seconde 6. standaard gasmasker stalen houder 7 'Erwtenpa- Of Paratroeper van de 82ste V\ luchtmachtdivisie V.S. ^jgjj 1 Stalen helm met eerste hulp-pakket 2 M1 handgranaten 3 Zaklantaarn 4. Reservé*®* parachute 5 Garand M1, 30 kaliber geweer, n gazijn met acht patronen, nauwkeurig tot op 1833 meter, mondingssnelheid 835 m per seconde flgga 6 Polskompas 7 Munitietas 8 Gevechtsmes Een overzicht van Omaha Beach bij laag water, enkele dagen na D-Day. Langzaam worden honderden voertui gen met 'verse' man schappen aan l^nd gebracht. Later instal leerden de geallieer den speciale drijven de havens, foto ar chief sp aarnest ad Loop: 17-pounder Mondingssnelh 900/ 1200 mps|y Munitiegewicht: 7,7 kilo Pantserdikte: 81 mm c°g) 17,7 kg zware, pantserdoorboren- de granaat, gebruikt door de Firefly 7,5cm pantser- doorborende gra naat, gebruikt door de Panther Majoor-generaal Percy Hobart werd van zijn pensioen teruggehaald om een aantal pantservoertuigen en explosieven te ontwikkelen om de obstakels die de troepen na hun landing zouden tegenkomen te overwinnen GRAPHIC NEWS Churchill Crocodile: Vlammenwerper met een bereik van 110 meter, gemonteerd in de romp op de plaats van het machinegeweer. Met behulp Bobbin: Ontworpen om een van samengeperste stikstof werd de brand- drie meter breed canvas 'tapijt' stof vanuit de 180 liter-tank in de aanhanger te leggen om voertuigen over rul zand te helpen naar de vlammenwerper gestuwd De echte problemen rezen na D-Day. Tij dens een van zijn briefingsvoor de geal lieerde commandanten had Montgomery begin juni hoopvol gewaagd van tanks die reeds op D-Day Falaise zouden binnenrol len om daar 'de Duitsers alle hoeken van de kamer te laten zien'. In werkelijkheid zou Falaise pas vallen op 17 augustus, 72 dagen later. Later zou Montgomery zeggen dat het doel van de invasie slechts de vernietiging van het Duitse leger was, niet de snelle verove ring van Caen of Falaise. Maar critici stel den na de oorlog vast dat de langzame op mars van vooral het Britse Tweede Le ger de troepen van Rommel in staat stelden de verdediging beter te organiseren en zo oneindig veel meer slachtoffers te maken onder de geallieerde legers. Een aantal factoren verhinderde een snelle opmars. Het Normandische landschap, de bocage, werkte sterk in het voordeel van verdedigende troepen. De bosschages dié de verzonken, uitgesleten wegen en de vel den omzoomden, waren ondoordringbaar voor de geallieerde tanks, die daardoor ge dwongen waren op te rukken over de weg. Daarmee konden Montgomery's Sherman- tanks van hun sterkste wapen, snelheid, nauwelijks gebruik maken. Bovendien bo den de heggen uitstekende bescherming aan de Duitse militairen. De Duitse tanks, vooral de Tigers, muntten niet uit door snelheid en betrouwbaarheid. Maar qua bepantsering en vuurkracht wa ren de Tigers superieur aan de Shermans en Cromwells. Een Tiger kon een Sherman van een afstand van één kilometer vernietigen, terwijl de standaard-Sherman de 100 mm dikke bepantsering van di e Duitse tank zelfs niet van dichtbij kon pen etreren. De Britten rustten de 'Amerikaanse' Shermans later uit met een kanon dat 17-pondsgranaten kon 1 afvuren, maar ook deze 'vernieuwde' Sher mans moesten gevaarlijk dicht bij een Tiger komen om succes te heb 'ben. De slechte prestaties van met name de Brit se tanks is na de oorlog a Is 'schandalig' be stempeld. De tekortkomi ngen waren tijdens de Afrika-campagne van Montgomery al aan het licht gekomen, n ïaar in de tussen liggende twee jaar werde n de tanks niet we zenlijk verbeterd. In de lucht en op zee hadden de geallieer den ten tijde van 'Normaundië' de overhand gekregen, maar op het slagveld lagen de verhoudingen anders. Het beste geallieerde anti-tankwapen was een Ikanon, maar dit moest door een jeep getrokken worden en was daardoor vrijwel waa rdeloos voor op rukkende troepen. De Duitse infanterie daarentegen beschikte o\ rer de handbedien de Panzerfaust, die niet a Heen lichter was dan de geallieerde bazoo ka, maar ook veel efficiënter. Duitse infanteristen ware n uigerust met MG 34 en MG 42 machinegeweren, die 1200 schoten per minuut konden afvuren, ruim tweemaal zo veel al;;, de geallieerde wapens. En een Duitse ini'fanteriecom- pagnie had bovendien 16 van deze formi dabele machinegeweren, tegen een Britse compagnie slechts negen Om de moraal van hun troepen hoog te houden werden deze feiten destijds door de geallieerde generaals verzwegen, maar de meeste frontsoldaten wisten binnen luttele uren dat ze met inferieur materiaal de oor log waren ingestuurd. „Ieder wapen dat zij hadden, was beter dan het onze", vertelt Normandië-veteraan George Hayden (70). „En vooral hadden we niets om hun tanks tegen te houden." Dat laatste feit werd overvloedig geïllu streerd door de eenmansactie van Tiger- commandant Wittman. In een vlaag van woede dirigeerde de Duitse kapitein zijn Ti ger door de nauwe straatjes van Villers, waar de Britten de 'bevrijding' van het plaatsje aan het vieren waren. Achtereen volgens vernietigde hij vier Cromwell-tanks, een Sherman, een deel van de Rifle Brigade, en nog eens vier Shermans. En terwijl Witt man zich terugtrok, zijn Tiger slechts licht beschadigd, schakelde hij nog een laatste CromweU uit. Op 18 juli, acht dagen na de val van Caen, deden de Britten een verwoede poging om eindelijk door de Duitse linies heen te bre ken. Alle drie de Britse pantserdivisies, 8.000 tanks en pantserwagens, werden oos telijk van Caen bijeengebracht voor de fron tale aanval. Maar reeds twee dagen later moest Operatie Goodwood worden afgebla zen. Het Britse Tweede Leger had 5.537 manschappen verloren (gewond en ge dood) en 36 procent van al zijn tanks. VERVOLG VOLGENDE PAGINA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 14