stad Terug naar de natuur aan de rand van de Robert Mensch laat zijn gitaar zingen Theo Bakker TRANQUILLIZER De strijd tegen de melkdieven Op Roland Garos huilt Andre Agassi showbinktranen, ter wijl in Leiden Joop Walen kamp optimistisch blijft over de aantrekkelijkheid van de Lakenfeesten. De vuilophalers in Alkemade zijn in paniek, en in Den Haag vullen Van Mierlo, Kok en Bolkestein de dagen met een spelletje kaart om niet al te snel na de ver kiezingen hun beloftes in te hoeven leveren. Bestaat er nog samenhang in de dingen, in de gebeurtenissen. Ik zie geen lijn meer. Het hoofd is vol, teveel van teveel. De krant, een bericht: er ko men nieuwe boeken over op voeding in de bibliotheken. Weten ze dan niet, dat nog nooit één vogel gefrustreerd, verminkt, uit zijn opvoeding is gekomen. Zien we ooit jon ge merels tot apathie verval len om 'vroeger'. Zou de vo- gelbieb tot in de perfectie ge vuld zijn met didactische meesterwerken? We vertrou wen tegenwoordig de eerste de beste goochem die uit weer andere boeken het een en ander bij elkaar heeft gejat meer dan onze eigen intuïtie. Ik kan de krant niet uitlezen. Romario wil bij het raam zit ten, h^t staat er echt, abso luut, er is een bericht van ge- maakten het is geen 1 april. Romario wil bij het raam zit ten. Dat-ie eruit flikkere, met al die verslaggevers erbij die erover geschreven hebben. Krant weg, radio aan. In het kader van, met terugwerken de kracht, in dat perspectief bezien, terugkoppelen, met vereende krachten, een breed actiefront, draagvlak, tot op zekere hoogte, objectieve maatstaven, met een toene mende frequentie, in de kern, een louterende werking, de elektronische kerk, follow-up. Hele zinnen willen niet meer doordringen, ik hoor enkel nog woorden, flarden van zinnen, die ik allemaal al dui zend keren in een andere sa menstelling met betrekking tot een ander onderwerp heb gehoord. Dat praat maar, dat ratelt maar verbaal hoogbe gaafd verder. Zalig zij, die slecht uit hun woorden ko men en niet anders kunnen dan zeggen wat ze denken. Er schuilt woede in me. Alle moois legt het vanavond af tegen de waanzin van alledag. Ik zet de tv aan, over sex in Nederland gaat het. De beel den benemen de lucht. Niet om het bloot of om de sex, maar om de verwarring, om het de weg zo kwijt zijn. Een man en een vrouw gaan voor de camera's een wip maken. Een soort reclamefilmpje moet het worden, dat een an der stelletje aanzet tot partnerruil. Zij zegt dat ze graag shockeert. Doet ze, door haar domheid. Dan maar als laatste redmid del muziek opzetten. Ik pak Graceland van Paul Simon en denk aan mijn vriend Henk. 'Ronde muziek', Paul Simon, houdt-ie van. Bij mij roept de CD altijd dezelfde nooit aan kracht inboetende herinne ring op. Aan Tokio, aan de natte straten rond mijn hotel letje in een achterafstraat van Ginza. Walkman op, avond, donker, warm, druk, veel neonreclames, een zachte zoete regen, alleen, vergeten, opgegaan in het massale niets, en met weemoedige lichtheid van gemoed luiste ren naar 'She looked me over, and I'guess she thought I was all right, all right in a sort of a limited way for an off-night'. Graceland en de vergetelheid van dat glimmende asfalt in Ginza, 'Darkness on the edge of town' van Sprinsteen en die hotelkamer van het Friendship Hotel in Peking, Prince' Sign 0' Times en de trein naar Miskolc. Muziek als tranquillizer. Altijd lukt het weer om de woede van de dag te laten smelten door te zitten en te luisteren. En altijd komt dan het terugverlangen en het opnieuw verlangen naar de lonkende vrije gebor genheid van 'nowhere'. ATERDAG 28 ME11994 ,,Ik word er gewoon heen ge trokken. Ik weet niet waarom, maar ik weet wel dat het heel belangrijk voor me is dat ik daar heenga." „Maar dan wel via Kreta", zegt de beeldhouwster die ooit een beeld van een vrou wenhoofd maakte. „Want ik heb maar het gevoel dat dat hoofd van iemand is die op Kre ta heeft geleefd." Tipi Hoe dan ook, de Vlietweg is niet het eindstation in haar leven. In de toekomst wil ze dieper 'de natuur' in, nu al bereidt ze zich er op voor. Achter haar huis heeft ze al een vuurplaats van klei'. „En als het mag wil ik hier bij het huis een tipi en een zweethut bouwen. Een zweet hut om de afvalstoffen uit het li chaam kwijt te raken, een tipi om mijn verbondenheid met de indianen te tonen. Die hebben nog eerbied voor de natuur, voor de aarde. Dat heb ik ook. Daarom zou ik wel mee willen doen aan een leefexperiment in een bos. Zelf je hut bouwen, zelf je eten zoeken. Verbonden zijn met de aarde. Er ondergeschikt aan zijn, de aarde eer bewijzen. Ik weet dat je hier dan meteen als heiden wordt versleten, maar daar gaat het voor mij om." De stilte valt, de scherpe lucht van smeulende houtblokken achter het huis vult de lucht. Ze wijst op de boom. „Eigenlijk zou die de kans moeten krijgen door te groeien", zegt ze. „Zoals vorig jaar, toen de takken een natuurlijke poort over de weg vormden. Maar dat leverde toch problemen op. Het verkeer kon er wel gewoon onderdoor, maar als het regende en waaide gin gen die takken zwiepen. Van daar dat de gemeente mensen stuurde om te snoeien. Zonde natuurlijk. Als er iemand is die weet hoe je die groei gewoon door kunt laten gaan, zonder dat er problemen van komen, houd ik me aanbevolen. Het is toch prachtig zo'n boom. Als je daarin zit, verdwijnt alle besef van tijd. Ik wil nooit meer terug naar de stad." PAUL DE TOMBE» |Ve kennen allemaal het trieste rerhaal van Willeke Alberti en liet Songfestival. Een dijk van fen stem, maar een draak van een lied. Resultaat: een trooste loze plek in de achterhoede. Maar gelukkig is er nogTioop. Robert Mensch, een 15-jarige longen uit Alphen aan den Rijn, doet in oktober van dit jaar een gooi naar de eerste plek bij het Europees Songfestival. Robert Mensch? Het Songfesti val alweer in oktober? Jazeker, illeen betreft het hier het Euro pees Songfestival voor mensen met een verstandelijke handi cap. Robert heeft in korte het provinciale festival van Zuid- Holland én het nationale festi val als winnaar afgesloten. Dat geeft hem het recht ons land te Vertegenwoordigen. Dan moet je toch wat kunnen. En dat kan Robert. Op gitaar, want de regels voor deze wed strijden zijn een tikkeltje an ders. Niet alleen zangers en zangeressen mogen meedoen, Dok instrumentalisten zijn wel kom. „Conny Vink was een van de mensen in de jury", zegt de moeder van Robert. „Die zei: jij laat je gitaar voor je zingen, Ro bert!" Klassiek Dat doet hij dan ook geregeld. /Ms hij uit school komt, de Prak tijkschool aan de Lammen- schansweg in Leiden, grijpt hij vaak naar zijn gitaar. Geert elek trische maar een akoestische. Robert speelt klassieke num mers, geen popmuziek. „Ja, hij speelt klassiek", zegt Ma. „Maar van moderne muziek houdt hij ook hoor. Je moet hier de mu ren eens horen dreunen als hij naar house luistert." „Maar klassiek is het mooiste", zegt zoonlief. „Dat is lekker makke lijk." Zijn favoriete componist? „Dat moet je aan haar vragen", zegt Robert en wijst naar zijn moe der. Die knikt. „Componisten interesseren hem niet. De laatste keer speelde hij twee nummers van Corulli. Omdat hij die toevallig mooi vond." ..Nee, jij vond ze mooi", kraait Robert. Ma: „Nou ja, laat me neer maar eens wat horen." Is Robert het niet mee eens. Er zijn belangrijker dingen in het leven. „Zal ik mijn beker eens halen?" Korte tijd later zit hij toch te spelen, met een joekel van een beker als inspiratiebron voor zich. Soepeitjes glijden zijn vin gers over de snaren. „Ik speel een half uurtje per dag", zegt hoeft bepaald niet iedereen de boom in.'Integendeel, ze zou graag nog enige personen leren kennen. De schilderes Gerti Bie- renbroodspot bijvoorbeeld en 'een kruidenvrouwtje'. „Iemand die me kan vertellen wat je alle maal met die kruiden kan doen, iemand die het leven met krui den als normaal ervaart. Het lijkt speciaal, maar dat is het natuurlijk niet. Hier in het wes ten is die manier van leven ver dwenen, maar in het noorden en oosten komt het nog vaak voor. Daar wordt het misschien nog overgedragen, hier moet ik zelf alles uitproberen." Gerti Bierenbroodspot zou ze graag persoonlijk willen spreken om haar te vragen naar haar er varingen in de stad Petra in Jor danië. Ooit woonden de Naba- teeërs daar in rotsen en dat in trigeert Petra van Strien zodanig dat ze het zelf wil aanschouwen. Robert Mensch en zijn gitaar. „Klassiek is het mooiste. Dat is lekker makkelijk." hij. „Nou", zegt Ma. „Wel lan ger hoor. Je slaat wel eens een dag over. Maar vaak is het toch een uur, anderhalf uur, twee uur..." Gave Muziek is hem zeker met de paplepel ingegoten? „Nee", zegt moeder. „Hij is de enige in de familie die supermuzikaal is. Het is gewoon een gave. Wij spelen geen van allen. Ja, ik heb een blauwe maandag gitaar ge speeld. Wat akkoordjes, maar dat stelde niet zo veel voor. Ro bert heeft het zeker niet van mij. Hij speelt nu zes jaar gitaar. De eerste tijd heeft een oom hem les gegeven. Geen prof hoor, een amateurmuzikant. Nu zit Robert op de muziekschool en dat gaat goed." Wat heet goed, Robert is in kor te tijd uitgegroeid tot een be kende Nederlander. Hij ver scheen zelfs al op televisie, in de Vijf Uur Show. bij Viola Holt. „Maar alsVve dat van tevoren hadden geweten", jeremieert Ma. „We moesten er al om half twee zijn. Nou, we moesten toch een paar uur wachten voordat er een lap over zijn ge zicht werd gehaald, voordat hij werd geschminkt. Afijn, wilde hij een nummertje van twee mi nuten spelen, vonden ze dat te lang. Dat mocht niet. Anderhal ve minuut was het maximum. En ja hoor, na anderhalve mi nuut spelen werd hij gewoon het programma uitgeklapt. De volgende keer gaan we eisen stellen. Dat pikken we niet meer." Vindt Robert ook. „Püh...Viola Holt", zegt hij met minachting in zijn stem. Je hebt per slot van rekening echte sterren en je hebt mensen die dénken dat ze een ster zijn. Je ziet bet niet alleen aan de keurig geveegde stoepjes. Het is ook de plastic zak met bood schappen die aan de deurknop hangt. Het kratje met melkfles sen in het portiek. Of de krant die half uit de brievenbus steekt. Dat zijn allemaal ken merken van een rustige buurt. Je hebt ze nog wel, die wijkjes waar je de voordeur op een kier kunt laten staan als je even weg moet. Alleen, die wijkjes wor den steeds schaarser. Het Haagwegkwartier was zo'n buurtje. Was, want kruimeldie ven en broodrovers slaan steeds vaker hun slag. Of liever: melk dieven. Wim Verboon, die sa men met zijn twee broers Dick en Jack een melkwinkel in de Leidse Da Costastraat drijft, is zo langzamerhand ten einde raad. Wim houdt er van service te bieden aan zijn klanten. Om bestellingen rond te brengen en bij de voordeur te zetten. Maar melkdieven maken hem dat steeds moeilijker. „De crimina liteit neemt hand over hand toe. Om de haverklap missen klan ten van mij de bestelde flessen melk. Die zijn dan gewoon ge jat." Helemaal vervelend wordt het als de dieven ook nog eens het huishoudboekje meenemen, dat boekje waarin alle bestellin gen staan vermeld met de prij zen erbij. „Gestolen", klaagt Verboon. „Zo'n boekje heb ik nodig om te zien hoeveel een klant mij nog schuldig is. Maar gelukkig kan ik goed met deze klant opschieten. Ze kijkt nu naar de betalingen van het laatste jaar. Ze neemt dan het gemiddelde en betaalt dat." De diefstallen uit de zuivelwa- gen zijn nog voor een deel te voorkomen. „Ik heb de achter kant van de wagen dichtge maakt. En ik doe vaak de deur op slot als ik even naar een klant loop om af te rekenen. Maar ik kan natuurlijk niet zien wat er met de boodschappen gebeurt die ik buiten heb neer gezet." Er is maar één oplossing vol gens Verboon. Ik heb nu al een bos met twintig, vijfentwintig sleutels bij me. Van klanten. Die hebben gezegd: zet de bood schappen maar bij mij binnen. Dat is nog de enige manier. Het is alleen triest dat dat nodig is." HERMAN JOUSTRA» aak zit ze hoog in de boom. Te lechten, te rijgen, of zomaar !at te mijmeren. „Niemand ziet iu, jij ziet alles. Dan vergeet ik e tijd en als ik warm ben aan- ekleed, kan ik er soms hele achten blijven zitten", betoogt gloedvol. ,(s Avonds neem ik en fakkel mee, overdag kijk ik aar de dieren. Naar de kalfjes het weiland aan de overkant n naar de koeien die er om- een lopen. Je zit tussen de vo- els en je hoort het ruisen van e takken.TEn vanochtend hoor- e ik getik. Zat er een specht op estam." e vertelt het alsof ze een klein /ondertje heeft aanschouwd en 0 ervaart Petra van Strien („Ik eb hier nooit eerder een pecht gezien") het ook. Ze is 01 van de natuur, probeert er oveel mogelijk naar terug te aan. In woord en daad, steeds en beetje meer. Ze voedt zich eregeld met kruiden die ze in e aanpalende weilanden vindt f zelf kweekt en gaat zo min logelijk naar de supermarkt, l'at ze nodig heeft, probeert ze elf te verbouwen in haar moes- n zuivelprodukten 'ver- lient' ze met klussen bij boeren de buurt. 'latteland let haar zoon woont de 3-jarige beeldend kunstenares, tenminste zo sta ik ingeschre- enin een houten huisje aan e Vlietweg. Naast een joekel an een boom. Aan de ene kant rater. aan de andere kant in de erte de rijksweg A4. Daartus- en: uitgestrekte weilanden te en een langgerekt lint volks- linhuisjes, een stukje platte- ind aan de rand van Leiden, haar eigen eenvoudige on- erkomen heeft ze wel een ka- heltje maar geen verwarming, een krant en geen telefoon, 'ooral het gemis aan dat com municatiemiddel is soms lastig met een opgroeiende jongen in huis, maar het lukt nog steeds om het 'zonder' de uitvinding van Bell te doen. „Al wordt het wel steeds moeilijker", moet Pe tra van Strien onmiddellijk toe geven. „We lopen elkaar nogal eens mis omdat ik laat uit werk kom." Ze vult haar uitkering aan in Ar- cheon, het themapark in Al phen aan den Rijn. Daar leeft ze drie dagen per week 'in stam verband' in de Midden Steentijd en vertelt ze over haar ervarin gen aan bezoekers. Aan de Vlietweg heeft ze iets meer comfort, al is het niet veel. Toch verzucht ze herhaaldelijk: „wat een luxe he, zón hutje als dit." Ze meent het oprecht, vindt zelfs dat ze nog 'te veel' heeft met de wasmachine die ze ooit van haar ouders heeft gekregen en de bakfiets met motor die naast het huis staat. Kapot. „Maar als die bakfiets gemaakt is, breng ik de wasmachine naar het kringloopcentrum en ga ik wassen met zeepkruid. Daarna gaat die bakfiets er ook uit. Die maakt te veel lawaai", beslist ze ter plekke. Het is er stil die middag, daar bij De Sniep zoals het huisje heet. Oase van rust onder rui sende takken, met uitzicht op de contouren van Zoeterwoude en Leiden. Ze heeft er de kans te leven hoe ze wil. Terug naar de natuur, aan de rand van de stad. Ze zou nooit meer anders wil len. „Bij de brug bij Cronestein ligt voor mij de grens", zegt ze. „Als ik daar over heen ben ge weest, naar de stad, kost me dat zoveel energie dat ik thuis een kopje kamillethee moet drinken om tot rust te komen. Overge voelig? Gelukkig wel, want wie dat niet is draait gewoon door op de elektronische snelweg van het leven." Op de Vlietweg is het autover keer steïk verminderd, sinds het recreatiegebied de Vliedanden ook via een route naast de A4 te bereiken is. Gasten die gemoto riseerd komen, vraagt ze te par keren aan het begin van de weg, bij het restaurant. „Zodat ze via een wandeling alvast in de sfeer van het landschap kunnen ko Petra van Strien in haar geliefde boom. „Niemand ziet jou, jij ziet alles". men." Zelfwas ze onmiddellijk weg van de omgeving toen ze er een jaartje geleden ging kijken, op zoek naar huisvesting. Net terug van de Buitenkunst-manifesta tie in Drenthe, na drie weken le ven in een bos, wilde ze voor geen prijs meer terug naar haar woning in Leiden-Noord. De boer bij wie ze aanbelde om te informeren naar het huisje hield zijn belofte dat hij aan haar zou denken als het leeg kwam. Een paar dagen voor haar 33ste verjaardag, stond hij bij haar voor de deur. Nu woont ze er een jaartje. Naast de boom. „Geplant in 1946." Samen met de fotograaf klimt ze er in om zich te laten portretteren. „Je weet toch wat je doet, he", zegt ze tegen hem. „Met elke foto neem je een stukje kracht weg bij degene die je fotografeert." Een mand met spullen trekt ze geroutineerd omhoog. Van de weg af is ze niet meer zichtbaar. „Ik had je eigenlijk willep vragen hier het gesprek tc voeren'', zegt ze. „Hier in de boom, want het is schitterend om er in te zitten." Ze mag er dan een aparte le vensstijl op na houden („Ik ben ook maar kort getrouwd ge weest, want ik ben zo op mezelf dat ik dat een ander niet kan aandoen"), maar voor haar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 17