Politie bindt strijd aan met bagagedieven op Schiphol 'In Leidse ambiance smijt men de deur niet dicht' Schiphol zet werklozen in Regio ZATERDAG 28 ME11994 974 De NV Luchthaven Schiphol gaat werklozen inzetten om reizigers te waarschuwen te gen bagagedieven. Voor de zomer moeten acht werklo zen zijn opgeleid tot zoge noemde pickpocket- watchers. Het project wordt uitgevoerd met subsidie van de Bond van Verzekeraars. De in opvallende kledij ge stoken pickpocket-watchers gaan folders uitdelen, non chalante passagiers aanspre ken op hun gedrag en waar schuwingsstickers plakken op onbeheerde koffers. Een kleine proef met deze vorm van preventie is volgens een woordvoerder van Schiphol zo goed bevallen, dat is be sloten werklozen voor deze functie te gaan opleiden. Vorig jaar deden 1600 rei zigers aangifte van bagage diefstal op Schiphol. Een deel van de diefstallen wordt ge pleegd door goed georgani seerde bendes, die interna tionaal opereren. De Konink lijke Marechaussee, de Spoorwegpolitie en de bevei ligingsdienst van Schiphol boeken successen bij een ge zamenlijke aanpak van de bagagediefstal. In een jaar tijd werden 140 bagagedie ven, tasjesrovers en zakken rollers aangehouden. 'Hetpubliek is dankbaar en dat geeft een enorme voldoening' SCHIPHOL RICHARD MOOYMAN De klassieke trucs worden volop gebruikt. In de vertrekhal van Schiphol wijst een heer een ar geloze reiziger op een vlek op zijn jas. Terwijl de vriendelijke man de even daarvoor aange brachte klodder begint weg te poetsen, gaat een maat er met een tas of koffer vandoor. Met als het even meezit geld, che ques, creditcards en andere waardevolle zaken. Het slacht offer merkt de diefstal pas op als zowel de vlek als de heren ver dwenen zijn. Andere truc. Onhandige man laat een berg muntgeld op de vloer vallen. Behulpzame Ja panse zakenman gaat onmid dellijk door de knieën om te helpen. Als alle kwartjes en dubbeltjes zijn opgeraapt, is zijn handbagage weg. En die is dus niet door een aardige Ne derlander alvast naar de taxi ge bracht, zoals naïeve Japanners in eerste instantie schijnen te denken. Of deze: Iemand staat met de aktentas tussen zijn voeten bij een balie in te checken. Als de formaliteiten zijn vervuld, blijkt de tas spoorloos. Ongemerkt weggehaald door professionele bagagedieven, die geruisloos op Schiphol opereren. Ad Verkerk wil het eerst alle maal even in perspectief zetten. Het hoofd politiedienst van de Koninklijke Marechaussee op Schiphol toont de statistieken. In 1993 deden 1600 reizigers aangifte van diefstal op Schip hol en het NS-station van de luchthaven. Dat is meer dan de circa duizend aangiften per jaar in de drie voorafgaande jaren, maar op ruim 21 miljoen passa giers valt het allemaal nog wel mee, vindt Verkerk. „Maar het moet natuurlijk minder. De'dieven hebben het vooral gemunt op zakenreizigers, want bij hen valt het meeste te halen. Maar ook met geld, cheques en dure camera's beladen toeristen zijn gewilde slachtoffers. De cri minelen slaan hun slag graag in de drukte van de aankomst- en vertrekhal. Terwijl familieleden en vrienden de reizigers om de hals vliegen, maken de heren op de achtergrond zich meester van de bagage. Reizigers van intercontinen tale 'vluchten worden vaak slachtoffer van het dievengilde. Ze vormen een makkelijke prooi, vooral tijdens de aan- komstpiek tussen zes en acht uur 's ochtends. „Het zijn men sen die moe zijn, want ze heb ben heel lang in die kist gehan gen", zegt Verkerk. „Ze lopen wat verdwaasd rond over de luchthaven, op zoek naar een taxi bij voorbeeld." Verkerk somt schrijnende ge vallen op. De zeeman die met een half jaarsalaris in zijn kof fertje op weg ging naar huis. En op Schiphol was ineens het kof fertje weg. „Hij kwam hier hui dat het werk snel hen'at zou worden. Toen we andere signa len kregen, zoals de berichten in het Leidsch Dagblad in februari 1993, hebben wij direct ingegre pen. Toen is de directeur van de zaak afgehaald en is de toenma lige secretaris er mee belast. We hebben de bank gewaarschuwd en een externe adviseur inge schakeld." „Dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat we aangifte hebben gedaan bij Justitie. Na 8 april 1993 is er geen geld meer aan de projectontwikkelaar uitbe taald. De universiteit heeft zelf geen geld gestoken in het pro ject en lijdt, tot op heden, ook geen financiële schade. Het is de bank die geld verliest." Claim Volgens Oomen koos de univer siteit bij de uitbreiding van het Sylvius-lab om praktische rede nen voor een 'turn-key' opzet. „In zo'n opzet bouwt een pro jectontwikkelaar voor eigen re kening en risico. Pas als het ge bouw klaar is komt de universi teit in beeld als huurder. De hy potheek is dan ook aan de pro jectontwikkelaar verleend." Een claim van de ING-bank - die zegt zeven miljoen aan verstrek te kredieten te willen vorderen - wijst Oomen dan ook af. Wel erkent de collegevoorzit ter dat de universiteit grote im materiële schade lijdt door de zaak en dat die schade groter wordt naarmate het conflict langer sleept. „Dit werpt een smet op de universiteit." Maar ook dat is volgens hem geen re den om op te stappen. „Bij sommige mensen leeft het idee van: 'er is een conflict en als er nu maar even iemand ver dwijnt, dan zijn we klaar'. Maar zo gaat dat niet. Nee, we moe ten de schade beperken door het conflict op te lossen en met elkaar het gesprek aan te gaan." Dat het college zo lang niks in de gaten had, wijt Oomen aan de organisatiestructuur van het Bureau van de Universiteit. Daardoor kon de directeur be drijfsvoering het college van be stuur veel te lang eenzijdig in formeren, zonder dat informa tie van anderen hem konden passeren. „Maar", voegt Oomen daar aan toe, „dat heeft te ma ken met de manier waarop de organisatie in 1986 - dus vóór mijn komst - was opgezet. Vol gens het principe van 'besturen op afstand' is er een klein, drie leden tellend college dat zich al leen met de hoofdlijnen bezig houdt. De uitvoering van het beleid ligt volledig bij het amb telijk apparaat. Door die hiërar chische werkwijze heeft bepaal de informatie ons niet bereikt. Dat moet anders en daar wer ken we aan. Achteraf zeggen we: hadden we dat in Gods naam "maar veel eerder ge daan." „Maar ook nu willen we niet besturen op basis van wantrou wen. Wij gaan er vanuit dat we op onze ambtenaren kunnen vertrouwen, ook nu dat een keer is misgegaan. Als men kwaad zou willen, zouden wij als college iedere dag wel tien keer op ons gezicht kunnen gaan. Malafiditeit in een bedrijf is nooit te voorkomen. Het college wordt verweten in een 'ivoren toren' te vertoeven. Daarom zouden ambtenaren de leden niet hebben durven bena deren met informatie over het schandaal. Oomen kan het zich niet voorstellen. „Daarvan ben ik mij niet bewust. Iedereen is hier welkom. Maar het is waar, de mensen zijn niet gekomen. Dat betreur ik." De suggestie van de universi teitsraad dat alleen Oomen als portefeuillehouder in deze kwestie consequenties moet trekken, blijft hij afwijzen. Hij houdt vast aan de opvatting dat het college van bestuur 'één en ondeelbaar' is. „Collegiaal be stuur houdt in dat je weliswaar onder elkaar taken verdeelt, maar alle belangrijke kwesties worden gezamenlijk besproken. Dat is ook in dit geval gebeurd." Hoe de zaak bestuurlijk ook zal aflopen, als het aan Oomen ligt wordt de Annex alsnog afge bouwd. Daarover onderhandelt de universiteit met de aanne mer, die er beslag op heeft ge- i de fail liete projectontwikkelaar en met de hypotheekverlener, de ING-Bank. „In principe willen wij het gebouw overnemen. De onderhandelingen lopen inder daad al geruime tijd, maar ze zijn ook niet eenvoudig omdat er meer partijen bij betrokken zijn." Oomen vindt dat de universi teit zich niet moet laten af schrikken door deze maar gewoon verder moet gaa met bouwprojecten. „Bouwe is altijd al een moeilijke kwest geweest. Je kunt winst op gebouw maken maar je ku ook geld verliezen. We moeti problemen niet uit de weg g maar tegen elkaar zeggen: dit een moeilijke klus, me gaan ermee door." lend als een klein kind binnen", zegt Verkerk. Of het bejaarde echtpaar dat eindelijk de geëmi greerde kinderen in Canada ging bezoeken. Paspoorten, tic kets, geld, alles weg. Ook een drama natuurlijk. Zakenmensen blijven volgens Verkerk doorgaans tamelijk nuchter onder een diefstal. De verzekering dekt het verlies op een of andere manier meestal wel. Maar vervelend is het uiter aard, zeker als in het verdwenen koffertje net ondertekende con tracten zitten. Veel bagagedieven komen uit Zuid-Amerika, aldus Verkerk. Het gaat daarbij om uiterst pro fessioneel werkende bendes. „Het zijn altijd groepjes van drie, vier of vijf man. De rollen zijn duidelijk verdeeld. Eén is de dief, de tweede neemt de buit over en brengt die in veiligheid, de rest staat op de uitkijk en waarschuwt als er politie aan komt." De buit wordt volgens de po litiechef direct omgezet in Ame rikaanse dollars en doorgesluisd naar het land van herkomst. De activiteiten kunnen aardig lu cratief zijn. Een 'dagomzet' van enkele tienduizenden dollars is geen uitzondering. Na een dag of vijf zijn de geraffineerde cri minelen volgens Verkerk meestal weer verdwenen. Naar het vliegveld van Frankfurt, Ro me, Brussel of waar dan ook. Uit vrees voor herkenning wer ken ze verschillende Europese luchthavens in hoog tempo af. De marechaussee signaleert daarnaast een toenemend aan tal Noordafrikanen en ex-Joego- slaven die zich bezighouden met bagagediefstal. De daders wonen volgens Verkerk over het algemeen - legaal of illegaal - in Nederland. Vooral een deel van de Noordafrikanen opereert 'hondsbrutaal', aldus Verkerk. „We hebben de indruk dat een gedeelte drugverslaafd is. Ze gaan agressiever te werk dan de Zuidamerikanen, van wie je niets merkt." Sinds een jaar is op de lucht haven en in het NS-station het team Veel Voorkomende Crimi naliteit (WC) actief, dat bestaat uit mensen van de marechaus see, de spoorwegpolitie en de beveiligingsdienst van Schiphol. Met succes, aldus Verkerk. Vorig jaar konden er 81 bagagedieven en zakkenrollers op heterdaad worden betrapt en gearresteerd, tegen gemiddeld 30 in de jaren daarvoor. Alleen al vorige maand konden 15 dieven wor den aangehouden. De teamleden werken in bur ger en beschikken over in de kleding verborgen verbindings- apparatuur. Vermommen is niet nodig, vindt Verkerk. Om herkenning te voorkomen blij ven de rechercheurs maximaal een half jaar in het team. Daar na nemen anderen, hun plaats Het WC-team observeert ver dachte figuren en grijpt in als een dief toeslaat. Als het kan, wachten de teamleden nog even totdat de buit is overgege ven, zodat er zoveel mogelijk bewijs is tegen de handlanger Vaak kunnen er zo twee of dri mensen tegelijk worden ovei rompeld, die volgens Verkei wegens diefstal in verenigiri doorgaans zes maanden achtc slot en grendel verdwijnen. D professionele dieven reagere gelaten op hun aanhoudinj vertelt Verkerk. „Arrestatie be schouwen ze als een ingecalci leerd bedrijfsrisico. Het is voor marechaussei spoorwegpolitie en beveil gjngsdienst dankbaar weri „Passagiers vliegen de jonger wel eens om de nek als ze hu bagage terugkrijgen. Soms hel ben ze niet eens gemerkt dat iets gestolen is." Meedoen i het team is binnen zijn koq zeer gewild. „Je betrapt de d; ders op heterdaad. Het publit is dankbaar en dat geeft ee enorme voldoening." WC-teamleider Ted Mer blijft zich verbazen over de noi chalante manier waarop reiz gers met hun bagage omsprii gen. Tijdens een rondgang c Schiphol wijst hij op onbehee de koffers en hele karren vol bi gage, waarvan de eigenaar ve derop op zijn gemak staat in checken. „Als tasjesrover hoef hier weinig moeite voor doen." Veel mensen lijken zich ni te realiseren dat ook op et schone, goed georganiseert luchthaven diefstal voorkon Een zakenman reageert wat ve ongelijkt als Mens hem aai spreekt op zijn zorgeloze g drag. Dat is toch zijn bagag Maar al gauw toont hij zit dankbaar en trekt hij zijn w gentje naar zich toe. Een kleine, zwarte koffer t een bruine tas staan er wel he erg onbeheerd bij. Bij een lej balie bovendien. Nee, de bag ge is niet van het oudere ecï paar dat een paar meter verde op staat. En andere mensen 1 pen er straal voorbij. Als Me: wat ongeduldig om zich het begint te kijken, doet een ong schoren man met glimmem oorringetjes discreet een st< naar voren. „Die bagage wor goed in de gaten gehouden mompelt hij en hij doet metei weer een pas achteruit. Me: weet genoeg. Zijn team is a; het werk. Collegevoorzitter Oomen piekert niet over vertrek „Er zijn fouten gemaakt." Collegevoorzitter mr. C. Oomen van de Leidse universi teit piekert er niet over om af te treden. Hij wil zelfs niet nadenken over zijn positie als de universiteitsraad maan dag besluit hem voor ontslag voor te dragen. 'Hogelijk verbaasd en diep geschokt' is Oomen over het hoogopge- lopen conflict over de Annex-bouwaffaire. Maar hij wei gert zijn biezen te pakken, geen haar op zijn hoofd die daarover denkt. Voor hem bestaat er slechts één oplos sing: ,,Een gesprek met de raad in een sfeer van redelijk heid, zoals wij dat hier in Leiden gewend zijn." siteitsraad wil hij vooral nog eens benadrukken dat het colle ge er „alles aan heeft gedaan om snel uit deze ellendige affai re te raken. Op het moment dat het ons duidelijk was dat we werden misleid, hebben we maatregelen genomen/' Toch erkent het college wel degelijk bestuurlijk verantwoor delijk te zijn voor de Annex-af- faire. „Er zijn fouten gemaakt. Wij hebben uitgezocht hoe dat kon gebeuren en willen leren van de zaken die zijn misge gaan. We zoeken uit hoe het be ter kan." De bouw van de Annex werd ruim een jaar geleden stilgelegd door de aannemer. Er was toen al sprake van een betalingsach terstand van 1,5 miljoen gulden. Later bleek dat er ongeveer vijf miljoen gulden van de bouw som was verdwenen. Dat leidde tot de arrestatie van de project ontwikkelaar, diens compagnon en de voormalige directeur be drijfsvoering van de universiteit. De laatste, die de projectont wikkelaar ook had binnenge loodst, wordt onder meer ver dacht van het aannemen van steekpenningen. De directeur bedrijfsvoering heeft volgens Oomen het colle ge zodanig zand in de ogen ge strooid dat „zaken niet anders konden gaan dan is gebeurd." „Hij rapporteerde aan ons en stopte informatie van anderen af. Bijvoorbeeld toen de bouw in het najaar van 1992 stillag. Toen deed hij dat af met de me dedeling dat er een probleem was met een onderaannemer en Mr. C. Oomen heeft het moeilijk deze dagen. „Ik ben nu zo'n dertig jaar aan het werk en dit is de moeilijkste kwestie die ik ooit heb meegemaakt." Maar de kluts kwijt is hij allerminst en van opgeven wil hij niet weten. De collegevoorzitter wil de lieve vrede snel weer herstellen want „de bestuurlijke gelederen moe ten gesloten blijven om deze magere Leidse juffer door de moeilijke tijden heen te lood- In een machtsconflict met de raad wenst Oomen niet verzeild te raken. „Als er over en weer ir ritaties zijn, is het niet de ma nier om die in een motie van wantrouwen te leggen. Als we de schade van deze affaire voor de universiteit willen beperken, zullen we dat moeten doen wat ons te doen staat: met elkaar praten." De voorzitter van het college betitelt het conflict met de uni versiteitsraad, die hem eerder verzocht zijn consequenties te trekken, als 'on-Leids'. „Tot nu toe was de opstelling van de Leidse universiteitsraad vooral redelijk en gematigd. Een aan varing of botsing is op zich niet erg. Maar de Leidse ambiance brengt met zich mee dat de deur dan niet wordt dichtge smeten." Een jaar nadat de affaire in de publiciteit kwam, praat Oomen openhartig over de gang van za ken rond de bouwfraude bij de uitbreiding van het Sylvius-la- boratorium. Kort voor de cru ciale vergadering van de univer „Het conflict werpt een smet op de universiteit." „We zullen met elkaar moeten praten, een motie van wantrouwen is niet dè manier."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 14