De leugendetector liegt te vaak 'We leven nog volgens de arbeidsmoraal' Wetenschap Binnen uur kind aan borst Test voor onverklaarbare onvruchtbaarheid mannen I AMC gebruikt met succes 5 kunstbloed bij operaties 1 2( ZATERDAG 14 MEI 1994 REDACTIE SASKIASTOEUNGA Borstvoeding is voor zuigelin gen het beste en ziekenhuizen moeten stoppen jonge moeders gratis babyvoeding te geven. Dat heeft de Wereld Gezond heidsorganisatie (WHO) begin deze week besloten. De VN-organisatie heeft geen macht om een verbod uit te vaardigen op de vrije verstrek king van babyvoeding, maar zal alle 187 aangesloten landen vra gen te bevorderen dat moeders hun kinderen de borst geven, liefst binnen een uur na de ge boorte. Borstvoeding bevordert de gezondheid en het welzijn van zowel het kind als de moe der, aldus de WHO. Flesvoeding moet alleen worden gegeven als borstvoeding niet mogelijk is. Volgens directeur-generaal Hi- roshi Nakajima van de WHO heeft recent onderzoek uitge wezen dat baby's niet alleen tij dens de zwangerschap en be valling door de moeder kunnen worden besmet, maar ook via de borstvoeding. Ongeveer een derde van de baby's van moe ders met AIDS worden via haar geinfecteerd. De WHO kwam echter tot de conclusie dat het AIDS-risico moet worden afge wogen tegen de vele risico's die kinderen lopen als zij flesvoe ding krijgen. Zelfs in gebieden waar schoon water voorhanden is zijn baby's die met flesvoeding worden grootgebracht veel vatbaarder dan borstkinderen. En in gebie den waar veel kinderen sterven tengevolge van infectieziekten en ondervoeding krijgen zelfs moeders die met het AIDS-virus zijn besmet de raad hun kinde ren de borst te geven, omdat hun gezondheid op die manier, ondanks het AIDS-risico, beter beschermd is. Ziekten waartegen borstvoeding een kind in de eerste jaren van zijn leven weerstand kan geven zijn mazelen, longontsteking, oorontsteking, meningitis, diarree en wiegedood, aldus de WHO. Bovendien steekt moe dermelk door zijn ideale sa menstelling boven alle andere voedingen uit en is verantwoor de voeding juist in de eerste le vensjaren van cruciaal belang. A/a GRONINGEN ANP Ir. E. Arts heeft een test ontwik keld waarmee bij mannen die onverklaarbaaronvruchtbaar zijn toch een mogelijke oorzaak kan worden vastgesteld. Hij promoveerde afgelopen woens dag in Groningen op een onder zoek naar de zaadcellen van mannen die geen kinderen krij gen hoewel hun sperma er nor maal en gezond uitziet. Volgens Arts kan de test on vruchtbare paren onnodige be handelingen en extra teleurstel lingen besparen. De afwijkingen die erbij aan het licht komen, maken pogingen tot reageer buisbevruchting namelijk zin loos. Bij een normaal bevrtichtings- proces bindt de zaadcel zich eerst aan een eiwitachtig om hulsel van de eicel. Deze eischil stimuleert de zaadcel vervol gens tot een reactie waardoor hij de eicel kan binnendringen en er mee kan versmelten. Met de door hem ontwikkelde technieken heeft Arts voor het eerst aangetoond dat sommige onvruchtbare mannen zaadcel len produceren die niet tot deze reactie in staat zijn of waarbij de reactie niet het gewenste versmeltingsvermogen oplevert. In het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst wordt druk geëxperimenteerd met het nieuw ontwikkelde kunstbloed. foto anp AMSTERDAM GPD Het Academisch Medisch Cen trum (AMC) in Amsterdam heeft voor het eerst in Neder land kunstbloed gebruikt bij operaties. Als de resultaten zo goed blijven, kan dit bloed in de toekomst het donorbloed ge deeltelijk vervangen Het AMC test het kunstbloed met de naam 'Oxygent' bij ope raties waarbij veel bloedverlies optreedt. Drie mannen in de leeftijd tussen de 50 en 72 jaar kregen het kunstbloed de afge lopen maanden toegediend bij hun prostaat- en alvleesklier1 operaties. Gebleken is dat het kunstbloed enkele uren veilig kan worden toegepast als ver- vanger van het eigen bloed of donorbloed. Oxygent werkt als zuurstofdrager, het neemt zuur stof op in de longen, transpor teert het door het lichaam en geeft het weer af aan de li chaamsweefsels. De voordelen van kunstbloed zijn legio. Bij donorbloed bij voorbeeld is de kans op besmet ting nooit helemaal uit te slui ten. Bovendien kan met kunst bloed het probleem van de moeilijk verkrijgbare bloedgroe pen omzeild worden. Professor A. Trouwborst, onderzoeker en hoofd van het operatiecentrum van het AMC, benadrukt echter dat de behoefte aan donorbloed de eerste jaren nog niet af zal nemen. Bovendien blijft donor bloed nodig voor het maken van bloed- en plasmaproduk- ten. Dr. C. Th. Smit Sibinga, direc teur van de Bloedbank Gronin gen-Drenthe, meent dat kunst bloed eigenlijk een foute term is. „Bloed heeft zo veel verschil lende functies en het gaat hier om het overnemen - altijd maar een heel tijdelijk effect,- van slechts één daarvan: het zuur stoftransport. Ik denk ook niet dat we ooit zover komen dat we Onze-Lieve-Heer in het maken van bloed zullen evenaren." „Kunstbloed wordt elke keer weer met veel tamtam aange kondigd. En dan verdwijnt het weer voor maanden en jaren uit het nieuws. Het is er echt nog lang niet," is de ervaring van dr. Smit Sibinga. „Er wordt al heel lang en overal ter wereld ge zocht naar een stof, die bloed geheel kan vervangen en waar mee gewonden op het slagveld en in het verkeer gebaat zouden zijn." Waardering bestaat er voor mensen die zich nooit vervelen Het is een knagend gevoel, dat iedereen kent. Het maakt on rustig, je weet niet wanneer het de kop opsteekt en wanneer het weer verdwijnt. Dus ontkennen we het en doen er alles aan het te verdrijven. Verveling noemen we het en het is de kwelling van deze tijd, maar niet alleen van deze. In de literatuur zijn talloze voorbeelden bekend van zich vervelende lieden. De weten schap heeft het probleem gro tendeels links laten liggen. De wijsbegeerte richtte zich liever op 'hogere' zaken. Maar nu is dan de geschiedenis van de ver veling in de maak. De Rotter damse filosoof A. W. Prins - dat is mijn voornaam -, volgens ei gen zeggen een 'verveeld mens', wijdt er zijn proefschrift aan. NICO HYLKEMA GPD De filosoof Prins achteroverleunend in zijn bureaustoel: „Ik heb een heel gelukkige jeugd gehad. Daarom ver bijstert het mij in het bijzonder, dat ik tot de conclusie moet komen, dat ik een verveeld mens ben. Misschien is het wel daarom dat ik de geschiedenis van de verveling schrijf. In die verveling staat hij niet alleen. Verveling is niet slechts een verschijn sel van deze tijd. Al is het nu wel een heel manifest probleem. Ook de Grie ken kenden de verveling al, als iets wat het leven bepaald onaangenaam maakte. De Romeinen hadden het er uitgesproken moeilijk mee. Horatius gaf er uitdrukking aan in de regels: „Als ik in Rome ben wil ik naar Tibur, als ik in Tibur ben wil ik naar Rome." Prins omschrijft de verveling als de onmacht zich in te zetten in het prak tische leven. En dat wekt al naar ge lang de aard van een maatschappij weerzin, of een romantische verheer lijking op. Het christendom is nog het felst in de bestrijding van de verveling. Prins: „Voor christenen was het een van de hoofdzonden. 'Acedia' was in hun ogen de verzaking van de liefde voor God en de schepping." Dat wil niet zeggen, dat de gelovigen er geen last van hadden. Bekend is de verveling waaraan monniken ten slachtoffer vielen. De onthouding van wereldse geneugten, de ascese, was niet echt een probaat middel om de verveling buiten de deur te houden. Vandaar ook het motto 'Ora et labora', bid en werk. Dat wil zeggen, bidden alleen leidt niet tot een zinvol leven. Daar voor moet gewerkt worden. Nu we in de westerse samenleving al lemaal beschikken over een flinke do sis vrije tijd, blijkt verveling een over heersende kwaal van alle klassen te zijn. „Het typische van onze cultuur is nu juist dat we ernaar streven zo wei nig mogelijk te werken en veel vrije tijd te verwerven." Daaruit leidt Prins een onlosmake lijke samenhang tussen welvaart en verveling af. Hoe rijker de samenle ving, hoe meer de verveling aanwezig is. „Het heeft er alles van weg, dat we een enkele reis verveling hebben ge nomen. We kunnen kiezen uit dertig soorten brood, honderd televisiezen ders en ontelbare vrijetijdsbestedin gen. Vrolijker worden we er evenwel niet op. We zitten in een samenleving waar alles kan, maar niets gebeurt. De Nederlandse jeugd heeft geen enkele reden in vandalisme of drugsgebruik te vervallen, en toch doet ze het." Er rust evenwel een taboe op verve ling. Een volwassene die zegt zich te vervelen, roept slechts afkeer op. Waardering bestaat er voor de men sen, die niet nalaten kond te doen van het feit, dat ze zich nóóit vervelen. „Die mensen weten alleen maar de verveling op effectieve wijze te ver dringen. Je moet actief zijn, dat is een deugd. Maar wat heeft het voor zin, als dat alleen maar leidt tot zinloze verstrooiing." „Verveling is de ontkenning van de zin van het bestaan. Het zou een uit daging moeten zijn om die zin te vin den. Wie zich nooit verveelt, komt ook nooit aan die vraag toe. Natuur lijk is verveling niet leuk, de tijd staat stil, het maakt je onrustig. Dus gaan we op zoek naar een tijdverdrijf. Dat zouden we nu juist niet moeten doen. Je lost het probleem van de stilstaan de tijd niet op met een druk bestaan." „Er is een hele bedrijfstak opgéricht, die zich uitsluitend richt op het do den van de tijd. Dat is geen oplossing. Dat is alleen maar verschuiving van de arbeidsethos naar het domein van de vrije tijd. Dezelfde normen en waarden van het arbeidzame leven worden opgelegd aan de vrije tijd. Wij lachen om de vroege christenen, die een kuil vulden met palmbladeren, deze verbrandden en de volgende dag opnieuw de kuil vulden. Zo van: liever zinloos bezig, dan zinvol rust zoe ken." Vakantie Maar, zo vraagt Prins zich af, in hoe verre wijken wij van dat patroon af? Met de mededeling dat je tijdens je vakantie drie weken op het strand hebt gelegen dwing je geen bewonde ring af. Je moet toch op zijn minst een survivaltocht in de Ardennen hebben gemaakt. Wij leven nog helemaal vol gens de arbeidsmoraal. En daarin past geen verveling, of het zoeken van rust, wel een kampioenschap achter uitrijden. Toch is verveling veel belangrijker dan wij toe willen geven. De kern er van is onthechting, stelt Prins. Juist die onthechting herken je in veel he dendaagse verschijnselen. „De mens is uit het zicht verdwenen. Dit heet het tijdperk van de individualisering te zijn, maar je ziet juist dat voor indi vidualiteit geen plaats meer is. De mens is grondstof geworden, onder werp van 'human resource manage ment' en 'job-rotation', een kijkcijfer. Dat is een teken aan de wand van de verveling." Een oplossing voor verveling is er niet, meent de wijsgeer. „Als verveling je bevangt, moet je dat op de een of andere manier uitzitten om de zin loosheid te doorstaan. Ik weet niet of een leven zonder verveling mogelijk is, misschien dat kunst een uitweg is. De kunst van het alledaagse. Juist dat is zp moeilijk. Het alledaagse is altijd mis. Wat is er met ons aan de hand, dat we het alledaagse niet meer kun nen zien als waardevol?" DEN HAAG KAREL VAN DEN BERG Je weet nooit of een leugendetector de waarheid spreekt. Dat.blijft het bezwaar tegen de 'polygraaf zoals het apparaat officieel heet. Een zweetdruppel, een extra hartslag, hogere bloeddruk of snellere ademhaling kunnen net zo goed een andere oor zaak hebben dan een leugen. Bovendien, hoe testje zo'n apparaat? De 'serieuze wetenschap' houdt zijn bedenkin gen, zegt één geleerde. Een ander: „In de polygrafie lopen rare snuiters rond." Toch adviseerde de Re- chesehe Advies Commissie vorige week, zij het met slagen om de arm, het nut van de leugendetector bij opsporingsonderzoek verder te onderzoeken. De Nederlandse Orde van Advocaten is daar fel tegen: zij vreest veroordeling van onschuldigen. In de Verenigde Staten js de leugendetector in tussen al jaren gemeengoed. Daar zijn voor 3500 tot 5000 dollar polygrafen te koop als de 'Ultra scribe II' en de 'Lafayette Model 76195' - ook in handzaam koffermodel. Ze worden gebruikt om werknemers van bedrijven op betrouwbaarheid te testen, of om de (on)schuld van misdadigers te bewijzen. De 'slachtoffers' krijgen electroden opgeplakt en een manchet om de arm voor de bloeddrulaneting. De electroden geven signalen door aan pennen, die op een rol papier de reacties registreren. Simpel ge zegd: een piek in de grafiek markeert een leugen. De polygraaf meet drie of vier lichamelijke reac ties tegelijk. Die reacties horen niet bij liegen op zich, maar bij de angst om als leugenaar te worden ontmaskerd. Wie relevante informatie achterhoudt gaat zweten, krijgt een hogere hartslag, bloeddruk en ademt sneller, zo is de redenering. Verminderde elektrische huidweerstand is een indicatie van ver hoogde transpiratie: vocht geleidt immers beter. De tijd staat echter niet stil en deskundigen sluiten niet uit dat in de nabije toekomst twintig grafiekjes (lees: symptomen van liegen) op één papierrol te zien zullen zijn. Zeker zo belangrijk als de apparatuur zijn de vraagstelling en de omstandigheden waaronder het onderzoek met de detector plaatsheeft. Meestal wisselt de onderzoeker relevante vragen en contro- levragen af: 'Bent u 32 jaar? Hebt u zaterdag geld uit de kas gepikt?' Het is de kunst om tijdens de onder vraging optimale voorwaarden te scheppen, zodat de polygraaf niet uitslaat doordat de ondervraagde bijvoorbeeld schrikt van een geluid in de kamer. Verwarrend Hoe gunstig de omstandigheden ook zijn, professor dr. J. Passchier, hoogleraar medische psychologie» aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, blijft twij felen aan de betrouwbaarheid van de leugendetec tor. De psychische oorzaak van lichamelijke ver schijnselen is moeilijk te achterhalen. Verschillende emoties kunnen dezelfde reactie teweeg brengen. „Dat is altijd het verwarrende bij fysiologische reao- ties," verzucht Passchier. Zo kan een snellere hartslag net zo goed het ge volg zijn van kwaadheid. Bijvoorbeeld omdat de vraag verraadt dat de ondervraagde wordt verdacht van moord, terwijl hij onschuldig is. Kortom, „als je serieus onderzoek naar polygrafie doet, blijft er niks van over," bevestigt psycholoog dr. F. Zijlstra van de Katholieke Universiteit Brabant. „Bovendien, als een leugendetector om wat voor reden dan ook zin vol zou zijn, waarom wordt polygrafie dan niet al - f 1 1 f Hoe zit het nu met de waarheid? lang gebruikt?" Adviseur Heijboer van de Recher che Advies Commissie woonde enkele van de zeld zame onderzoeken met het apparaat bij. In één zaak vroeg een advocaat erom. Diens cliënt werd ervan verdacht een poging tot moord op zijn vrouw te hebben uitgelokt. Als test vooraf moest de ver hoorde een getal tussen twee en zeven kiezen, waarna de ondervrager hem cijfer voor cijfer vroeg of de verdachte het had opgeschreven. De onder vraagde moest telkens 'nee' antwoorden en dus één keer liegen. De polygraaf zou de leugen duidelijk hebben ge registreerd. Zijlstra: „Ja, maar de context van zo'n onderzoek is zó belangrijk. De man was zich ervan bewust dat het om een test ging. Het was dus geen leugen, maar een instructie." De Recherche Advies Commissie, heeft verschil lende onderzoeken naar de betrouwbaarheid van het apparaat gevonden. De betrouwbaarheidscijfers variëren van 70 tot 98 procent. Maar volgens des kundigen is met dezelfde moeite onderzoek te vin den dat de polygraaf voor nog geen dertig procent vertrouwt. En al liegt de detector maar één keer, dan kan dat fatale gevolgen hebben. De Amerikaan Roger Cole man, veroordeeld wegens verkrachting en moord, belandde op een avond in mei 1992 op de elektri sche stoel. Coleman ontkende tot het laatst schuld en er bestond gerede twijfel over het bewijs. Maar onderzoek aan de leugendetector, uitgevoerd ter wijl hem diezelfde avond executie boven het hoofd hing, pakte verkeerd uit en het Hooggerechtshof wees gratie af. Aan de andere kant kunnen ervaren criminelen 'immuun' worden voor de polygraaf. Een liegende leugendetector kan dan juist tot vrijspraak van schuldigen leiden. Zijlstra kent uit andersoortig on derzoek voorbeelden van mensen die hun hartslag kunnen beïnvloeden. „Het vergt enige oefening, maar waarom zou dat voor andere reacties niet kunnen?" Geen record robotduikboot KEES WIESE GPD 'Kaiko' is er net niet in geslaagd het diepte record van 10.912 meter te breken. Dat re cord is al in 1960 gevestigd met de Ameri kaanse bathyscaaf'Trieste'. De 'Kaiko' kwam met een proefduik in de Mariana Trog bij Guam net één meter minder diep, toen de duik moest worden afgebroken we gens een storing in de kabels naar het moe derschip. De robot zelf kwam onbeschadigd boven water. De 'Kaiko' is de enige robotduikboot die op grotere diepte dan 6500 meter kan werken. Hij is uitgerust met vijf televisiecamera's, een zijwaartsgerichte sonarscanner, een fo tocamera, een instrument om het profiel van de oceaanbodem vast te leggen, een paar grijpers om monsters te nemen en een batterij aan sensoren. Japan hoopt door on derzoek van de diepe oceaanbodem beter in staat te zullen zijn aardbevingen te voor spellen. Mariene biologen verwachten met de 'Kai ko' ook aan te tonen dat er leven op deze extreme diepten voorkomt en in welke vorm. Met dreg en trawl is indirect bewijs geleverd dat er zelfs in de diepste troggen zeeanemomen en schelpdieren (mosselachtigen) voorkomen. Maar het is niet helemaal zeker of het opgeviste materi aal wel van die diepten komt: 'Kaiko' zou daarvan videobeelden en foto's kunnen le veren. Difterie uit Rusland: ouderen vaccineren KEES WIESE GPD Wie vóór 1950 geboren is en toch om de een of andere reden de huisarts bezoekt, doet er goed aan zich meteen even tegen difterie te laten inenten. Die vaccinatie dient dan om de tien tot vijftien jaar te wor den herhaald. Reizigers naar de Russische Federatie, Wit-Rusland of Oekraïne wordt in ieder geval aangeraden zich opnieuw te laten inenten als de laatste vaccinatie lan ger dan tien jaar geleden is. Dat advies geven prof. dr. J. Huisman, dr. H.C. Rümke van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM) en de Leidse internist L.G. Visser in het Ne derlands Tijdschrift voor Geneeskunde. In 1992 heeft difterie in de Russische Federatie epidemische vormen aangenomen (zo'n vierduizend zieken, waarvan 125 stierven). De epidemie breidde zich inmiddels uit naar Wit-Rusland en Oekraïne en gevallen van difterie zijn gesignaleerd in Litouwen, Letland, Polen, Finland en Noorwegen. „Er is een reële mogelijkheid dat ook in Neder land difterie wordt geïmporteerd uit Oost- Europa", waarschuwen zij. Difterie is een acute infectieziekte van de slijmvliezen in de luchtwegen, 'die veroor zaakt wordt door de staafvormige bacterie Corynebacterium diphtheriae. De versprei ding vindt alleen onder mensen plaats en vooral via uitgeademde druppeltjes vocht en zoenen. De bacterie scheidt een gif af, waarvoor het hart en het zenuwstelsel het gevoeligst zijn. Onderzoeken die in 1980 en 1985 zijn uitge voerd in huisartsenpeilstations leren dat 80 tot 85 procent van alle na 1965 geborenen daardoor nog voldoende tegen besmetting zijn beschermd. Bij volwassenen, die gebo ren zijn vóór 1950, werd echter bij slechts 30 tot 40 procent voldoende beschermende antistoffen aangetoond. Meer samenwerking arts en psycholoog UTRECHT ANP Psychologie en geneeskunde moeten veel meer samenwerken. Het onderzoek naar het samenspel tussen lichaam en geest loopt sterk achter op het biomedisch on derzoek. Dit zegt prof.dr. J. Bensingdie vol gende week het hoogleraarschap in de psy chologie aanvaardt aan de Universiteit Utrecht. Bensing is ook directeur van het Nivel, het Nederlands instituut voor onder zoek van de eerstelijns gezondheidszorg. Lichamelijke problemen worden in het me disch circuit behandeld en psychische in de geestelijke gezondheidszorg. Daardoor is er te weinig oog voor dat lichaam en geest el kaar voortdurend beïnvloeden, aldus Ben sing. Voor patiënten betekent ziekte vaak ook een enorme verstoring van het leven, met allerlei lichamelijke, emotionele en sociale gevolgen. De mate waarin patiënten er in slagen om al die veranderingen op te van gen, heeft volgens Bensing invloed op het herstel zowel als op de kwaliteit van leven. Ze stelt dan ook dat patiënten baat hebben bij een integrale benadering van hun ge zondheidsproblemen. Daar komt nu door gaans niets van, waardoor veel patiënten zich in de kou voelen staan. Bensing vindt dat artsen de verantwoorde lijkheid voor het niet-medisch deel van de zorg niet zomaar van zich kunnen afschui ven. Vaak gaat het om normale reacties van de patiënt op een ziekte die het normale evenwicht verstoort. „Dat kun je niet als een geïsoleerd probleem door een andere hulpverlener, zoals bij voorbeeld een psy choloog, laten opvangen." Bensing meent dat psychologen juist op het grensvlak tussen psychologie en genees kunde veel kunnen doen aan de verbetering van de volksgezondheid en de kwaliteit van de gezondheidszorg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 27