'Onze boeken moetje uitstallen' Pampers krijgt pak voor de broek Het Gesprek van de Dag GESPREK i WEEK Theo Bakker Zachte zoete zomerzon 'Toen ze Dirk oppakten, lachte hij' 16 ZATERDAG 14 ME11994 CHEF GERT VISSER. 071-356439.PLV -CHEF PAUL VAN DER KOOIJ, 071-356441 Uitgeverij E.J. Brill en de Export Award' Het Hebreeuws-Aramese woor denboek vindt gretig aftrek: van het kloeke naslagwerk van 750 gulden per stuk zijn inmiddels over de hele wereld zo'n 20.000 exemplaren verkocht. „Ze gaan tot mijn verbazing nog steeds als warme broodjes over de toonbank", zegt Pieter Gispen van de Leidse uitgeverij E.J. Brill. „En de Japanners zijn tuk op het Nederlands Etymolo gisch Woordenboek. Daarvan zijn er nota bene in Japan méér verkocht dan in Nederland. Ik snap ook niet wat Japanners met een Nederlands boek moe ten. Maar ja, het verkoopt. Dat is het enige wat telt." Pieter Gispen is marketing manager bij de Leidse uitgeverij die beroemd is om zijn weten schappelijke naslagwerken: boeken voor hooggeleerde mensen die in geen enkele zich zelf respecterende universiteits bibliotheek mogen ontbreken. E.J. Brill bestaat sinds 1683 en mag zich de oudste nog zelf standige uitgeverij in Nederland noemen. Het kleine Leidse be drijf met 60 werknemers heeft moeilijke tijden gekend maar heeft anno 1994 een internatio nale reputatie die tot diep in de binnenlanden van Afrika reikt. De Leidse uitgeverij exporteert haar boeken en tijdschriften naar 120 landen: 95 procent van haar afzet bestaat uit export. Op 18 mei ontvangt Brill de in het bedrijfsleven felbegeerde en prestigieuze 'Export Award 1993' uit handen van staatsse cretaris Van Rooy. De uitgeverij is bekend om zijn specialisti sche boeken, naslagwerken en tijdschriften op het gebied van de islam, bijbelstudies, klassieke talen, geschiedenis, oosterse wetenschappen en westerse hu- manoria. De boeken en ge schriften zijn niet direct be stemd voor de huiskamer van een doorsnee gezin: ze worden vooral verkocht aan geleerden, universiteiten en bibliotheken. Paradepaardjes Het bedrijf aan de Plantijnstraat heeft niets meer van de oude glorie van vroeger: inmiddels zijn de meeste kamers voorzien van computers en modem kan toormeubilair. Alleen de direc tiekamer ademt nog een andere sfeer: hier geen lichtblauwe draaistoelen maar donkerbrui ne leren clubs, een antieke boe kenkast en dito tafel. In de afge sloten boekenkast staan kostba re en eeuwenoude boeken uit gestald: de paradepaardjes van Brill. Het oudste exemplaar da teert van 1684. Pieter Gispen laat de oeroude Brill-uitgaven in de vitrinekas ten zien en wijst naar het curi euze Rottineesch Hollandsch Woordenboek. Wat moet een mens daarmee? Hij weet het ook niet. „We zeggen wel eens gekscherend: onze boeken moeten niet worden gelezen, maar worden gekocht. En ver volgens moeten ze netjes op de boekenplank worden uitge stald." Gispen houdt niet van de kamer met het oud-bruine interieur. „Het stoffige imago van Brill is een beetje verdwenen: we zijn nu vooral een commercieel be drijf dat niet alleen mooie boe ken maakt maar ze ook wil ver kópen. We richten ons nog steeds voornamelijk op de gees teswetenschappen - godsdienst en literatuur - en kiezen voor de top. Mensen denken vaak aan verstrooide geleerden die boven onze boeken zitten te turen. En dat beeld klopt ook wel: een beetje stoffig zullen we altijd blijven. Maar temidden van die stoffigheid is het boekenvak een hele spannende, internationaal concurrerende handel. met zijn lijvige 14-delige ency clopedie over de islam die pas in de vol gende eeuw wordt voltooid. Om de twee jaar verschijnt een gebonden deel, inmiddels zijn er acht ver krijgbaar. Gispen: „Een aanne mer in Dubai was zó enthou siast over onze encyclopedie dat hij meteen maar acht exempla ren bestelde: vier voor zijn kin deren en vier voor de aange trouwde kinderen. En dat voor een bedrag van 4000 gulden per stuk. En hij kwam terug om nog 13 exemplaren te kopen. Die man wil heel Dubai ermee vol plempen: dat is natuurlijk prachtig." West-Europa, Japan en de Vere nigde Staten zijn de belangrijk ste afzetmarkten voor Brill. „Ja pan is heel interessant voor ons: die Japanners kopen alles.' Je kunt het zo gek niet be denken of ze willen het hebben. En geld hebben ze genoeg. Maar ook landen als Korea en China worden steeds interes santer voor ons. En het Midden- Oosten wordt ook steeds toe gankelijker. Vooraanstaande politici koketteren graag met li teratuur en wetenschap. We hebben de Sultan van Oman op bezoek gehad en mevrouw Ghandi heeft ook wel eens tus sen onze boeken gesnuffeld." In de Verenigde Staten vinden vooral de theologische boek werken van Brill gretig aftrek. „Dat land is als het ware één groot Staphorst: kijk maar eens naar het succes van de tv-domi- nee Billy Graham. De religieuze uitgeefwereld daar is een gigan tische handel waar heel veel geld in omgaat. Die markt is on uitputtelijk." Wereldfaam Brill kreeg twee jaar geleden wereldfaam door de uitgave van de beroemde Dode Zeerollen op microfilm. De versnipperde en gescheurde rollen uit Israël zijn meer dan 2000 jaar oud en bevatten (bijbel)teksten over het ontstaan van het christen en jodendom. „Van de Engelse vertaling die in augustus uit komt, verwachten we weer grif enkele duizenden exemplaren te verkopen. Voor een klein be drijf als het onze is dat veel." Gispen heeft thuis ook naslag werken met het logo 'Brill' in de boekenkast staan. Maar of hij de kloeke kilo's wetenschap ook echt leest, is weer een ander verhaal. „Er zijn mensen die bo ven onze boeken gaan kwijlen. Voor hen worden onze boeken gemaakt, daar doen we het CAROLINE VAN OVERBEEKE Afgelopen donderdag is voor mij de winter ten hemel geva ren. Een heerlijke zachte zoete zomerzon omarmde zomaar Leiden en joeg de kilte uit alle hoeken en gaten en stegen en hondedrollendwarsstraten. Elk jaar is er zo'n dag, dat de haast en de herrie en de kouwe drukte en vlijt waaraan we ten onder gaan ons door een koesterende zon in hun ware lachwekkende gedaante wor den getoond. Ik fiets, wat zeg ik, ik val net niet om, door de Leidse Hout richting stad. Die geuren, die bloesems en natuurlijk een jong paartje, dat tegen de schemering het bos maar vooral elkaar gaat verkennnen. Goed, allemaal prima. Ik fiets langs mijn oude school, het Bona, en zowaar het gebouw roept geen gevoel van beklem ming op. Het leven lacht. En alle vrouwen die ik tegenkom, zijn mooi. In de stad zijn de terrasjes vol, hé, hé, eindelijk. Vrouwen dra gen rokjes waaronder mooie bruine benen. Mannen heb ben het hemd een knoopje ex tra open. Blikken die worden uitgewisseld beloven veel. Langs de kant van het water lossen er twee de beloftes al in. Bladen met bier en wijn en sterke dampende koffie ko men voorbij. Er wordt veel ge lachen. En niemand maakt aanstalten om maar weer eens op te stappen omwille van de dag van morgen. Op horloges wordt niet gekeken. Ik kijk uit op een oude stads poort, die het terras een be schut. vertrouwd karakter geeft. Niets hoeft, wat ik ook doe, het is goed. De zonnedag heeft de drift om te doen, om almaar meer te doen, uit de botten gejaagd. Het fluitje Brand is koud genoeg en lang zaam maar zeker heb ik het gevoel steeds meer te zien. Alsof een film die zich veel te snel aan mijn oog voorbijtrok, teruggaat naar normaal. Alsof ik weer neerdaal op aarde, wat op Hemelvaart heel raar is na tuurlijk. Gewoon zitten, zon der die onrust dat er nog wat moet gebeuren. Leiden is o.k., hier hoor ik. 's Middags Hugo tegengeko men. Suksesvol winkelier was- -ie, tot-ie besloot het niet te laten bij dromen over de boel de boel laten en kalmpjes low budget in Portugal is gaan le ven. Het bestaat dus nog, er zijn nog mannen en vrouwen van in de veertig, behorend tot die generatie die het woot;d 'carrière' niet uit de strot kon krijgen en die zich nu tegen beter weten in een slag in de rondte werkt, die de kracht hebben om uit de malle molen te stappen. Laat ik daar nog een biertje op nemen. In de krant vallen me twee be richten op. Er komt een water bus in Leiden. Er is een vrouw die denkt dat ze alle Leide- naars in haar rondvaartboot krijgt en dat er genoeg mensen zullen zijn om haar waterbus rendabel te maken. Maar na tuurlijk. Hier bij Huis de Bijlen opstappen en dan bij Annie's er weer uit, wie wil dat niet. Glaasje op, laat je varen. 'Lei den is een stad van verborgen schoonheden' zegt E. Dijks hoorn. Vast en zeker, maar vanavond niet. Nu zitten ze hier gewoon aan de tafeltjes. Zaterdag, op de dag dat dit stukje verschijnt, is er in Zoe- terwoude een Nepal-dag lees ik. Alles valt samen. Een stille hint is dit bericht voor mij. Precies nu, in deze stemming, word ik herinnerd aan die heerlijke dagen, die ik doelloos over de uitlopers van de Hi malaya scharrelde. De bevrij ding van al dat Westerse, calvi nistische 'moeten' ken ik al. Voor eventjes maar heb ik mij nu door allerlei verplichtingen in de boeien laten slaan. Nee, dat komt wel goed. Vanavond komt alles goed. Vervolg van voorpagina Henk Pemfors ziet de gebeurte nissen van die meidag nog zo voor zich. Tot in detail. „Die tanks waren bedoeld om gevuld te worden met water voor de Duitse soldaten. Op het mo ment dat dit gebeurde waren ze leeg, hartstikke leeg." „Nou ja, er wordt verder niet over gepraat en we gaan naar huis. Maar de volgende morgen al komt agent Kruyswijk naar mij toe. Kruyswijk was een goeie, die heel veel heeft gedaan voor onderduikers. Hij zegt te gen me: „Henk, moet je eens luisteren, ze hebben Dirk Plag- meijer opgepakt omdat op het gemeentehuis een anonieme brief was binnengekomen waar in iemand het voorval heeft ver raden. Jij moet zorgen dat die boel wordt schoongemaakt voordat die brief in handen van de Duitsers komt. Ik geef het helemaal aan jou over wat er met die jongen gebeurt". Ik zeg: „Dat wil ik wel doen, maar dan wil ik zelf twee kornuiten uit zoeken die me daarbij helpen. Dat heb ik gedaan. We zijn met zijn drieën naar die bunker te ruggegaan. Omdat ik de kleinste was, ben ik in dat mangat ge kropen en heb ik met een schepje de rommel eruit ge haald. Dus dat was klaar. Opge lost. Dachten we." „Door die brief is Dirk Plagmeij- er opgepakt. Er moet door een van ons zessen zijn gepraat. Dat kan niet anders. „Kijk, de zaak had best binnen de gemeente kunnen blijven. Maar dat is niet gebeurd. Iemand heeft Dirk on danks het schoonmaken van de tank toch aan de Duitsers over geleverd. Toen Dirk werd opge pakt, heeft hij meteen bekend. Hij lachte. Hij nam het allemaal niet zo serieus. Maar de Duit sers wel, zo bleek later." Dirk is op 22 maart 1944 door een rechtbank in Utrecht ver oordeeld tot de dood. Om 4 april, 's morgens om 7 uur, is het vonnis voltrokken. Met de kogel. Een dag of wat later kreeg zijn moeder het bericht dat haar zoon was gefusilleerd. Voor een kwajongensstreek, voor niets. „In het uur voor zijn dood is er nog een dominee bij hem ge weest", zo vertelt zijn broer Martinus. „En hij heeft nog een laatste brief geschreven. Een brief vol zelfverwijt. Omdat hij zijn moeder hiermee zo'n pijn had gedaan. Omdat hij zoveel kwajongensstreken had uitge haald." „Ik kan mijn broer niet als een held naar voren schuiven. Nee, dat kan ik niet. Wij hebben de gebeurtenis daarom in onze fa milie altijd verdrongen. Een an dere broer van mij is in Indone sië gestorven. Zijn naam is in het monument hier gebeiteld. Maar Dirks naam staat ner gens." Behoedzaam haalt Martinus de laatste brief van zijn broer uit een leren étuitje. Een brief die op de vouwen bijna is door gesleten. In een van de eerste alinea's staat: 'Ik word over een uur doodgeschoten maar ik ben niet zenuwachtig. Hoe dat komt, weet ik niet.' CEES VAN HOORE Of u dat nu prettig vindt of niet, de kleur oranje is weer terug van wegge weest. Oranje is de mo dekleur van deze zomer. Er zijn T-shirts, buttons, shawls, antenneballetjes, vlaggen, broeken, prui ken, speldjes en stickers in die kleur. En nog veel meer snuisterijen. De markt wordt thans wer kelijk overstroomd met allerhande attributen. Het WK-voetbal staat im mers voor de deur en daar ziet de commercie wel brood in, vooral als Nederland van de partij is. Kortom, er spoelt een oranje golf over Neder land. De gekte is weer losgebroken. De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond verdient in de aanloop naar het WK-voetbal een aardig centje aan Dutchy. Dat is de naam voor het spe ciaal ontworpen en gepaten teerde leeuwtje, dat als mas cotte van het Nederlands Elftal geldt. Naar verluidt hebben ongeveer tachtig bedrijven zich op het hoofdkantoor van de KNVB in Zeist gemeld om Dutchy te mogen gebruiken. Van stropdassen, kinderbad- jassen, dekbedovertrekken, af- valbepakking, horloges, klok ken, drinkbekers, vlaggetjes tot WK-dubbelvla en de 'hele-em- mel-lemia', overal siert het veel op Loeki van de sterrecla me lijkende leeuwtje de pro ducten. En het bedrijfslevèn draagt gretig een percentage af aan de voetbalbond. Het liefst zou de KNVB een oc trooi op'de kleur oranje aan vragen. Maar dat heeft een an- (5) dere koninklijke instelling al gedaan en die vragen geen percenten voor het oranje gips, oranje aspirientjes, oran je klompen of oranje gehakt- kruiden die leeuwloos op de markt worden gebracht. Maar met Dutchy valt op een haast Amerikaanse merchan dise-manier toch heel wat te verdienen. Firma's hebben toestemming van Zeist nodig om de mascotte te gebruiken, maar op het gebruik van een leeuw, de koning der dieren, kan net zo min als op de kleur oranje alleenrecht gelden. Dat is ook de reden dat het Maast richtse ontwerpbureau Visions op bescheiden schaal een al ternatieve voetballeeuw op de markt heeft gebracht. „Dutchy is veel te lief. Met na me jongeren gaan echt niet lo pen met een T-shirt met dat vriendelijk leeuwtje erop. Daarom hebben wij een ab stracter, meer agressief logo ontworpen en daar T-shirts van laten maken", aldus Eric Eykhout, een van de drie stu dent-directeuren van Visions. Het trio hield bij het ontwerp twee zaken goed voor ogen. Het moest een katoentje zijn dat ook na het WK nog 'met goed fatsoen' te dragen is en vooral bij jongeren in de smaak valt. Het resultaat was een grommende, zwarte leeu- webek op een ronde oranje achtergrond. Hierdoor lijkt het katoentje meer op dat van een heaiy-metal-groep zoals Iron Maiden dan op een suppor tersshirt. „Mensen die naar een wed strijd van-het Nederlands Elftal gaan, willen iets oranjes aan, met tekst en zo, vaak voor wei nig geld en uit de losse pols gemaakt. Het heeft ons ook niet verbaasd dat we bij een popconcert in Eindhoven, waar uiteraard veel jongeren komen, meer van onze shirts verkochten dan onlangs in Til burg bij Nederland - Ierland", aldus Eykhout. Daarom richt Visions zich in de komende weken ook meer op de verkoop in cafés, pop concerten en andere plaatsen waar veel jongeren zich op houden. Voetbalwedstrijden en braderieën worden slechts af en toe bezocht. In de Leidse en Haarlemse regio is het shirt vooralsnog alleen per post te bestellen. „Het leukste zou zijn als we ze massaal op ge wone markten konden slijten. Maar daar worden tegenwoor dig overal van die oude, oranje legershirts verkocht voor een paar gulden. Daar kan nie mand tegenop. We zijn ge noodzaakt ze bewust exclusief te houden", aldus Eykhout. Dutchy heeft er derhalve een veel kleiner maar agressiever broertje bij. De jonge directeur van Visions denkt niet dat de KNVB zijn Maastrichtse bu reau een strobreed in de weg zal leggen: „We zijn véél be scheidener in omvang en heb ben een éigen ontwerp ge maakt. Daarbij wordt toch al om gerespecteerd dat iedereen een slaatje uit de WK mag pro beren te slaan." LOMAN LEEFMANS Luierreclame met deskundige verboden U kent 'm vast wel. Die reclame waarin een moeder vertelt hoe de billetjes van haar baby zo droog blijven. Door Pampers Baby Dry. „En daarom adviseer ik het ook op mijn werk", voegt ze er met een blij gezicht aan toe. De dame in kwestie werkt bij een consultatiebureau. Een vrouw uit Gouda kwam in protest. Iemand van een con sultatiebureau, of het nu fictie is of echt, mag niet zo maar een bepaald luiermerk aanprijzen, vond zij. Van de Reclame Code Commissie kreeg ze gelijk. En zo werd de consultatiebureau dame het zwijgen opgelegd. Procter Gamble, fabrikant van Pampers, ging nog in hoger be roep, maar het mocht niet ba ten. De conclusie bleef hetzelf de. „Bij de kijker wordt de in druk gewekt dat consultatiebu reaus in het algemeen, het ge bruik van Pampers Baby Dry- luiers aanbevelen", aldus de Re clame Code Commissie. Maar de 'echte' consultatiebu reaus, wat vinden die eigenlijk van de reclame? De wijkver pleegkundige van het Leidse consultatiebureau aan de Ro bijnstraat reageert fel. „Da's mooi dat-ie verdwijnt. Het is een irritante reclame, 't Is vrese lijk dat dat zo kan. Mensen zijn toch te beïnvloeden. Straks den ken ze nog dat consultatiebu reaus dat zo mogen adviseren. Pampers of geen Pampers, dat is de vraag. FOTO HENK BOUWMAN En dat is niet waar." Bij een 'echt' consultatiebureau wordt over het algemeen nau welijks advies gegeven op het gebied van luiers. Bij het eerste bezoèk hebben de ouders al lang hun keus gemaakt uit het grote aanbod van luiermerken. Of dat nu Libero, Pampers of de katoenen luier is, daar komt het consultatiebureau niet meer aan te pas. „Mochten ze toch nog twijfelen dan adviseren we de ouders om gewoon verschillende merken te proberen. Wij adviseren nooit één specifiek merk." Ook de Katwijkers komen er zelf wel uit. Bij het Kruiswerk Rijn en Duin krijgen ze nooit wan hopige ouders binnen die het écht niet meer weten. Dus de reclame slaat uiteindelijk hele maal nergens op?! Zover wil de wijkverpleegkundi ge niet gaan. „De reclame is ge woon niet correct. Het is sto rend dat het consultatiebureau zo wordt neergezet. Maar ja, het gebeurt zo vaak. Dat zogenaam de deskundigen aan het woord komen. Het kan er bij mij niet in dat mensen hiervoor vatbaar zijn." Toevallig blijkt de vrouw, die in de bewuste Pampers-reclame speelt, tijdelijk bij het Katwijkse consultatiebureau te hebben gewerkt. Wel degelijk een des kundige dus. De Marie-Louise in de reclame, is ook Marie- Louise in het echt. „Zij heeft in haar privé-tijd deze reclame opgenomen. Zonder toestemming en dat kan na tuurlijk niet. Maar het is een beetje flauw om het op haar af te schuiven." En misschien net zo flauw is de overpeinzing die nu waarschijn lijk bij velen door het hoofd speelt. Zou Marie-Louise in het echt ook Pampers gebruiken? DAPHNE LAMMERS Pieter Gispen van uitgeverij E J. Brill. 'Ook mevrouw Ghandi heeft wel eens tussen onze boeken gesnuffeld. FOTO HENK BOUWMAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 17