Twee provinciale landen ergeren zich aan elkaar Gymnasium als hel volgens Boudewijn Büch Boeken Moravio s Engelen van de Nacht een onappetijtelijke ratjetoe DONDERDAG 5 MEI 1994 23 Boudewijn Büch: literatuur voor alle leeftijden. archieffoto BOEKEN RECENSIE SOPHIE VERBURGH Alberto Moravio, e.a. Engelen van de Nacht, verhalen. Uitg. Anthos, 14,90. Wat bezielt mensen toch om verhalen van zomaar een ver zameling schrijvers bij elkaar te harken en er de Hollandse boekenmarkt mee te bevuilen? Neem nu ene Ed Schilders, die met de hulp van een schutte rig vertalende Anita C. van de Ven, een verhalenbundel fa briceerde met als rode draad het thema hoererij. In het voorwoord schrijft de samensteller ons dat alles al lijkt gezegd en geschreven over dat 'fenomeen van alle tijden en windstreken', maar dat veel daarvan de moeite van een reprise waard is. Waarom hij dat denkt wordt echter niet duidelijk. Hij meldt dat zijn keuze is bepaald door i het informatieve gehalte van de teksten, en dat fictie en feit hier worden verenigd. Maar in plaats van een leerzame of mooie bloemlezing over de betaalde liefde is zijn bundel Engelen van de Nacht een on appetijtelijk ratjetoe van onge lijkwaardige teksten gewor den. Behalve Schilders' grote interesse in de thematiek blijkt er niets bijzonders uit. Ed lijkt deze inspanning toch niet alleen geleverd te hebben om de wereld te ver wennen met kennis over het wel en wee van de dames - en een enkele heer - van plezier. De geleverde inzichten zijn niet schokkend of nieuw en het meest opwindende aan een enkel verhaal was nog dat het tegenwoordig politiek in correct zou heten, omdat het wel erg op de zaadlozing van de man gericht is. Verder zijn het informatief bedoelde, maar vooral oersaaie verhan- delingetjes, bijv. over alle soor ten tele(foon)-sex die er zijn. Hier en daar vinden we een mooi verhaal, zoals het klas siek tragische Haven van Guy de Maupassant. Maar meer dan de helft van de stukken is alleen levendig vanwege het zweem van 'stout' en 'vies' dat altijd om het oudste beroep hangt. Nee, het lijkt de heer Schil ders om de sociale weten schap noch om de schone kunsten te doen te zijn, want wat vinden we daar midden in de bundel? Een verhaal van de man zelfl Het is geen literatuur en geen wetenschap, maar een soort bewerkte antropolo- gisch-historische scriptie en, zoals we achterin het boek vermeld zien, bovendien al eerder gepubliceerd. En uitge verij Anthos geeft deze dikver- pakte hobbyisterij uit in z'n reeks goedkope pockets! Wat zonde toch van al dat papier en de drukinkt, de kosten van vervoer en distributie en de uitstalruimte in boekhandels. LITERATUUR RECENSIE BOUDEWUN BÜCH Boudewijp Büch. De hel. Roman, 124 pag. 29,90 Uitgeverij Atlas, Amsterdam. 'De hel', een kleine roman van Boudewijn Büch, handelt over de middelbare schooljaren van Winkler Brockhaus. Voor de le zers van Büchs werk een ver trouwd personage, zoals er veel vertrouwd is in dit nieuwe boek. Zijn proza is altijd vol verdriet, maar heeft ook steeds een op gewekte toon. Het lijkt steevast om dezelfde dingen te draaien, toch maken zijn verhalen iedere keer weer een frisse indruk. Büch schrijft ongecompli ceerd zonder vrijblijvend te worden, toegankelijk maar niet helemaal zonder weerhaken. Prijzen zal hij ook met 'De hel' wel niet weten te verwerven, maar zijn publiek bezorgt hij ongetwijfeld een paar prettige uren met deze roman over Winkler Brockhaus, in wie we vanzelfsprekend heel wat trek ken van de schrijver zelf terug vinden. De hel, dat is voor de hoofd persoon van dit boek het gym nasium. Zijn oudere broer be reidt hem al voor op de naken de verschrikkingen, en het valt niet mee. Al de eerste dag fietst Winkler in strijd met alle regels op het schoolplein, praat tijdens de openingsplechtigheid en krijgt problemen met de rector. Want Büch houdt van overdrij ven. Van Winkler heeft hij dan ook een extra kinderlijk ventje gemaakt, dat een onwaarschijn- lijk spoor van verwoesting trekt. Al is in het verhaal de oorlog pas een jaar of vijftien voorbij, toch maken twee leraren anti semitische opmerkingen tegen de jongen die van joodse af komst is. Winkler waarschuwt zijn vader, en die doet zijn be klag bij de schoolleiding. De be trokken leraren verliezen hun baan, Winkler geniet voortaan een beschermde positie'. Alleen de gymnastiekleraar is niet on der de indruk, de man heeft zoals hij het noemt in een 'Jap- hielco kuipers penkamp' gezeten en leeft zijn frustraties op de scholieren uit. De leraren op Winklers school zijn trouwens allemaal nogal zonderlinge mensentypen, ze worden door Büch met duide lijk plezier geportretteerd. Tenslotte gaat Winkler toch een stap te ver, in de Latijnse les laat hij een traangasbommetje afgaan. De rector stuurt hem van school. ..Jullie ras verloo chent zich nooit", laat hij we ten. Tóch weet Winkler het te redden in het leven, hij wordt vooral beroemd 'omdat hij nogal vaak op de televisie ver scheen'. Wie herkennen we daar? Onder meer tijdens een reü nie krijgt hij na jaren zijn lera ren weer te zien. De werkelijk heid van de oorlog blijkt dan heel wat minder helder te zijn dan vroeger scheen. Goed en fout lopen hopeloos door elkaar heen. In de kwaadaardige gym nastiekleraar schuilt een fidele vent. De zogenaamde anti-se mieten blijken op medelijden aanspraak te kunnen maken. Maar uitgerekend de leraar ge schiedenis is toegetreden tot een rechts-nationalistische par tij. ,,We zijn een westers, chris telijk land, laat die muzelman nen bij hun schapen en geiten blijven", bralt hij. Kortom, de Tweede Wereld oorlog is nog niet voorbij, nog altijd zijn er mensen die er geen lering uit hebben getrokken. Büch laat dat zien en zorgt dat ieder zijn boodschap kan ver staan. De hel mag geen presti gieus kunstwerk wezen, maar we mogen ons gelukkig prijzen dat er ook literatuur voor alle leeftijden bestaat. Lees elke dag een 'Stip' BOEKEN RECENSIE JAN PIETERSE Lachen in een leeuw. Verzamelde ge dichten van Kees Stip. Uitgeven) Bert Bakker Prijs: 45.00 Een rupsenzamelende spreeuw vloog door het keelgat van een leeuw. 'Ik hoop', zo sprak het beest benauwd, 'dat deze leeuw van rupsen houdt.' Leert, kinders, dit van deze spreeuw: Humor is lachen in een leeuw. Dertig jaar lang schreef Kees Stip dit soort dierenversjes van Trijntje Fop voor De Volkskrant. Door deze 'Fop pen' is Stip het meest bekend geworden. Maar in zijn verzamelde gedichten is ook ander werk van hem te lezen. Zoals zijn parodieën op andere Neder landse dichters en ironische sonnetten van bedreigd ge luk. Ook zijn in deze bundel Lubbers en Kok terug te vin den in versvorm. Niet zo gek als je weet dat Stip destijds Wim Kan voorzag van actue le grappen. Het is een keurig overzich telijk geordende bundel met achterin de aantekeningen waarin diverse weetjes als toevoeging op de inhoud van verschillende verzen. Wat mij betreft een tip: lees elke dag een 'Stip'. Escalatie klein menselijk leed Thomas H. Cook voert in deze psychologisch thriller de veerti ger Steve Farris ten tonele, die - toen hij 9 jaar oud was - maar net aan de dood is ontkomen. Dat gebeurde op de dag dat zijn moeder, broer en zusje werden vermoord. Van zijn verdachte vader werd sindsdien nooit meer iets vernomen. Steve heeft die gruwelijke gebeurtenissen uit zijn geheugen gebannen. Maar de herinneringen komen weer naar boven als Rebecca Soltero hem aanklampt. Zij wil een boek schrijven over man nen die hun familie uitmoord den. Voor Steve een aanleiding om in het vreselijke verleden te duiken en zich te dwingen weg- gemoffelde feiten naar boven te halen. Het tragische verleden krijgt voor hem en zijn familie al even tragische consequenties. Een drama, dat door Thomas H. Cook traag, maar met gevoel voor detail en nuance wordt verteld. Hij geeft indringend aan hoe ogenschijnlijk klein menselijk leed in een afschuwe lijke ontlading kan escaleren. Pinkpop dankzij zieke Melanie „Hotpants en een paars pakje met gele vlindertjes". Mariska Veres weet nog precies wat ze droeg tijdens haar Pinkpop-op treden met Shocking Blue in 1971. Zanger Kaz Lux Brain- box) stond er ook dat jaar. „Ik geloof dat ik zelf een soort gor dijn droeg." Zijn latere com- paan Jan Akkerman was met Focus twee keer op Pinkpop. „Ik kan me er niks meer van herinneren. Van beide keren niet. Maar de tweede keer was ik vast een beetje verdwaald ge raakt in de desoriënterende middelen, en het publiek ook denk ik". De herinneringen van deze 'toppers van toen' staan in het boek dat is verschenen ter ere van de 25ste editie van Pinkpop. Oor maakte het en dat is af te zien aan de vormgeving. Het begon allemaal met Jan Smeets, een jeugdwerker in Limburg. Hij had het voor elkaar gekre gen dat 'Beautiful People'-zan- geres Melanie naar Nederland zou komen. Helaas, het bloe menkind werd ziek. Na koorts achtig ritselen, regelen en doen werd een popfestival uit de grond gestampt en Pinkpop was geboren. In het begin stonden er voor namelijk Nederlandse bands. Langzamerhand werd Pinkpop groot, internationaal. Wie er op traden, hoeveel bezoekers, wat een kaartje kostte, de plensbui en, de hitte, Elvis Costello die in zijn roze colbertje solidair met het publiek bleef doorspelen in een hagelbui: dat sqort gege vens zijn allemaal terug te vin den. Plus een lijst van de pop critici, de beste acts, een be schrijving van het fenomeen popfestival en uiteraard kijkt Smeets, Mr. Pinkpop himself, de lezer indringend aan. Citaten uit kranten, herinne ringen van de bands en presen tatoren als John Peel, Jan Dou- we Kroeske en Humo-hootdre- dacteur Guy Mortier wisselen de stortvloed aan foto's af. In nog geen 100 pagina's biedt het jubileumboek een aantrekkelij ke zij het vluchtige schets van 25 jaar popcultuur waarvan sommige uitingen weer spring levend zijn. Want de plaatselijke politieman die zich op de eerste Pinkpop kostelijk amuseerde met 'het kijken naar al die hip pies', waant zich op tweede Pinksterdag ongetwijfeld terug in de tijd als hij ziet wat de be zoekers aanhebben. Raymond Carver, Short cuts. Met een genadeloos inzicht in menselijke tekortkomingen be schrijft Carver in negen verha len en een gedicht lioe kleine voorvallen het dagelijks leven in de war sturen. Robert Altman verfilmde het. Uitg. Prome theus, 24,90. Arno Adelaars, Ecstacy, de opkomst van een bewustzijns veranderend middel. Aange paste versie van de uit 1991 stammende 'handleiding' van de drug van de jaren negentig. Uitg. In de Knipscheer, 29,50. Florike Egmond, Op het ver keerde pad. Dissertatie van his torica Egmond, verbonden aan de universiteit van I,ciden. ver diepte zich in de wereld van de georganiseerde misdaad in in noordelijk Nederland tussen 1650 en 1800. Uitg. prome- theus, 45,=. Exis, Het nieuwe handboek au pair. Antwoorden op de meest gestelde vragen, tips en verhalen van ex-au pairs over werken in het buitenland. Uitg. A.W. Bruna, 22,50. Loeki Abram, Een ingebouw de sjofar. Gesprekken met 16 bekende en onbekende Neder landse joden over leven, werk en ideeën. De interviews ver schenen eerder in het Nieuw Is- raelietische Weekblad. Uitg. Van Gennep, 29,50. Over veteranen, weigeraars, het oude en nieuwe Indonesië BOEKEN RECENSIE RONALD FRISART Prof.dr P Klein e.a. Weerzien met Indië Waanders Uitgevers. Zwolle 1994, 7,95 per deel (bij abonnement ƒ7,25) Dirk Vlasblom. Jakarta, Jakarta, Reportages uit Indonesië. Uitg Jan Mets. Prijs: 39,90 C. Fasseur De Indologen, Ambtenaren voor de Oost 1825-1950 Uitg Bert Bak ker Prijs 49,90 Cer Vaders: De Verlie zers, Indonesië op het tweede gezicht. Uitg. Jan Mets. Prijs 24,50 Kees Bals, Martin Gerritsen De Indonesië-weige- raars. Antimilitanstische Uitgeverij. Prijs. 19,95 Nederland en Indonesië, het blijft een moeizame relatie. Of het nu gaat om schendingen van mensenrechten, om een vi sum voor Poncke Princen of om een mogelijk koninklijk bezoek aan Jakarta op 17 augustus 1995, de 50ste verjaardag van de Republik Indonesia. Vooral aan de Noordzee ligt het oude zeer nog hoog opgetast. Dat is jam mer, want het vertroebelt de blik op het hedendaagse Indo- Toen recent in Medan de vlam in de pan sloeg, werd de Nederlandse krantelezer over' die stakingen en rellen geïnfor meerd aan de' hand van Ameri kaanse en Britse persbureaus. Dat is vreemd. Als in India iets aan de hand is-, maakt het Britse persbureau Reuter's daarvan in de regel als eerste melding. Als er in West-Afrika iets gebeurt, meldt het Franse AFP dat als eerste. Maar als er in Indonesië iets voorvalt, drijven de Neder landse media op waarnemingen van buitenlandse collega's. Slechts één Nederlandse corres pondent werkt ter plekke: Dirk Vlasblom (NRC Handelsblad). Onlangs verschenen reportages van zijn hand in boekvorm. „Een Indische achtergrond heb ik niet," meldt Vlasblom in zijn eerste zin. Tempo doeloe kleeft hem dus niet aan.'Hij wil 'alleen maar' beschrijven wat hij in het moderne Indonesië waarneemt. Hij rept over 'adembenemende verandering' en noemt het land 'een ontwa kende tijger'. Vlasblom schetst de belangrijkste spelers op het Indonesische toneel: de presi dent, het leger, de politieke par tijen, de islam, de Chinezen. Daarnaast gunt hij de lezer een blik op het hedendaagse leven in de archipel. Verknochtheid In het laatste hoofdstuk van zijn lezenswaardige bundel gaat Vlasblom te rade bij professor Onghokham van de Universitas Indonesia. Ong geeft trefzeker aan waarom Nederland en Indonesië zo'n merkwaardige haat-liefde-verhouding hebben: „Nederland had alleen Indone sië en Indonesië had alleen Ne derland. Twee prQvinciale lan den, die eeuwen op elkaar wa ren aangewezen. Daardoor is een enigszins exclusieve, we derzijdse verknochtheid ont staan en tegelijk een flinke dosis wederzijdse ergernis. Op die verknochtheid speelt uitgever Waanders in met het verzamelwerk Weerzien met In dië. Blijkens de eerste afleverin gen (de laatste verschijnt over twee jaar) wil de redactie min of meer neutraal een beeld schet sen van Indonesië in heden en verleden. Wie diep wil door dringen in het onderwerp heeft aan Weerzien met Indië niet ge noeg. Maar het is wel een ge slaagde poging heden en verle den van de Oost voor een groot publiek toegankelijk te maken. Jammer is wel, dat de redactie blijkbaar afziet van een register met namen van personen en zaken. Hopelijk wordt daartoe alsnog besloten, want zonder register is het werk niet echt toegankelijk voor wie het straks compleet heeft. Dat Waanders heeft besloten tot deze uitgave duidt erop dat in Nederland nog altijd veel be langstelling bestaat voor de streken tussen Sabang en Merauke. Die richt zich echter vooral op het verleden en de meeste recente publikaties gaan daar ook over. De Indologen bij voorbeeld, waarin de Leidse hoogleraar C. Fasseur beschrijft hoe bestuursambtenaren voor de Oost werden opgeleid. Het is een dik, en wel erg gedetailleerd boek. Het beperkt zich boven dien tot de opleiding van indo logen en laat jammer genoeg niet zien wat ze daarmee in de praktijk deden. Wel laat Fasseur zien hoe de opleiding meebe woog met de opvattingen over hoe Nederland Indië moest be handelen: soms als puur winge west, in een andere periode als een gebied dat moest worden ontwikkeld. Het boek onderstreept nog eens dat de Oost lange tijd uit sluitend een zaak was van han delaren in koloniale waar. De rest van Nederland stelde er geen belang in en wist er ook bijna niets van. In 1596 landden de Hollanders op Java. Maar toen 218 jaar later bij de Haar lemse firma Enschedé de eerste Indische bankbiljetten moesten worden gemaakt met Maleis opschrift, Icon niemand voor een goede vertaling zorgen. De dienstplichtigen die na de Tweede Wereldoorlog naar Indonesië werden gestuurd, wisten trouwens ook van niets. Op school hadden ze een rijtje eilanden uit hun hoofd geleerd: Java, Bali, Lombok, Sumbawa, Sumba, Flores, Timor. Maar verder? Verliezers Een van die dienstplichtigen was Ger Vaders. Veel later, hij was toen hoofdredacteur van het Nieuwsblad van het Noor den, werd hij nogmaals met de koloniale erfenis geconfron teerd: in 1975, in de trein die Molukse jongeren kaapten bij Wijster. Als ex-dienstplichtige en als ex-gijzelaar reisde Vaders naar Java en Ambon. In De Ver liezers doet hij er soms ont roerend verslag van. Tevens maakt hij duidelijk waar hij staat in het debat over van de twee 'politionele' acties. Hij rept over de duizenden dienstplich tigen die 'haarfijn aanvoelden dat zij belazerd en bedrogen Verwijzend naar de felheid waarmee sommigen blijven vol houden dat ze daarginds een rechtvaardige strijd streden, schrijft Vaders: „Sindsdien heeft de sublimatie van het trauma haar dienst gedaan en is men gezagsgetrouwer geworden dan ooit tevoren. De regenten heb ben zoals altijd gewonnen". El ders constateert hij: „De dienst plichtige soldaten waren de schlemielen die de kastanjes uit het vuur mochten halen". Mede daarom beschouwt hij hen dus ook zichzelf als de verlie zers. Een van zijn eerdere penne- vruchten wordt geciteerd in een boekje dat, blijkens het voor woord van Poncke Princen, 'gaat over de waarden die waard zijn verdedigd te wor den'. De opgefriste derde druk beschrijft de lotgevallen van van de Nederlanders die weigerden te vechten tegen de Republik Indonesia: 4.025 die deserteer den, 25 (onder wie Princen) die overliepen en 1.998 die zich be riepen op de Dienstweigerings- De Staat pakte hen hard aan. Ze kregen forse celstraffen, ver dwenen samen met nota bene ex-NSB'ers en oud-SS'ers in werkkampen. Tal van anderen probeerden door onderduik, soms jarenlang, uit de greep van de overheid te blijven maar werden toch gepakt. Werk vin den is tal van weigeraars zeer moeilijk gemaakt; in een enkel geval werd zelfs de volgende ge neratie dwars gezeten. Zo ver telt een voormalige weigeraar dat zijn zoon rond 1970 naar de politieschool wilde, maar dat de deuren daar voor hem gesloten bleven toen bleek 'wat zijn va der had uitgevreten." De Indo- nesië-weigeraars is een dun boekje. Maar het is wel een boeiend monumentje voor hen die destijds de stem van hun ge weten volgden. Het moderne Indonesië is een economisch snel expanderend land. In Jakarta schieten prestigieuze kantoorko lossen uit de grond. Dat klatergoud wordt echter begeleid door schrijnende armoede. foto bert verhoeff Pinkpop: hoe heet het internationaal het werd. archieffoto

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 23