'Deadline legt misdaad en ander onrecht bloot' 'Ik ben echt niet dol op gevaar' Rtv show 'Aan hen die vielen' WOENSDAG 4 MEI 1994 De audiovisuele kruistocht van Jaap Jongbloed HILVERSUM TON DE JONG Jaap Jongbloed heeft een hekel aan onrecht. On recht is de brandstof voor zijn programma Deadline, dat misdaad en misstand in kaart brengt. Vaste uitsmijter: „Pas goed op uzelf!" Overhemd keurig gestreken, boordje open. Af en toe, wan neer hij niet in beeld is, model leert hij zijn kuif even. Verder geen poespas. Vrijdagavond laat, studio 3: geroutineerd en losjes surft Jaap Jongbloed weer door een aflevering van Dead line. Oftewel, zoals hij het pro gramma steevast introduceert: ,,De daad bij het woord." Deadline - voorheen Crime Time - is niet zo maar een tele visieprogramma. Het gaat over recht en - vooral - onrecht, maar soms heeft het ook iets van een audiovisuele kruistocht. Als Japanse toeristen geregeld opgelicht worden in het hartje van Amsterdam, zet Deadline een gezonnebrilde Japanner ('Joe Kimoto') een honkbalpetje op, hangt hem een klikklak voor de buik en gordt een enorme rugzak om zijn schouders. Dat prototype van oriëntaalse on schuld zet je (uiteraard met een verborgen camera) af bij het Centraal Station, en dan maar zien wat er gebeurt. Dan kost een patatje dus plot seling tien gulden, klampen de wildste figuren 'onze lok-Japan ner' aan en maak je als televi siekijker rechtstreeks mee hoe duistere lieden in donkere ste gen letterlijk het geld uit je zak ken kloppen. Benieuwd De redactie van Deadline had de beelden aan de Amsterdam se VW laten zien. Die schrok ervan, maar beloofde binnen kort met een plan te komen om de veiligheid van de toerist in de hoofdstad te vergroten. Jongbloed had vervolgens recht in de camera geblikt en licht smalend gezegd: ,,Ik ben benieuwd." ,,Ik probeer de mensen geen waarden bij te bren gen", relativeert hij, „maar ik vind het wèl waardevol om te kijken of je iets kunt doen met wat je in handen hebt. Zoals die actie tegen die moord op de zeehondjes (aangezwengeld door Deadline, oogst: 50.000 re acties, red.). Gewoon: in het klein, mensen iets meer betrok kenheid geven bij wat er om hen heen gebeurt. Al is het maar om ze alert te laten zijn op zo'n klusjesman die de kluit be lazert." De eerste drie seizoenen, toen het programma dus nog Crime Time heette, ging het vooral over allerlei vormen van mis daad. Maar Crime Time wilde maar niet het misdaadprogram ma worden dat Jongbloed voor ogen had gestaan. Justitie wei gerde aanvankelijk alle mede werking en ook de grote ont dekkingen op het gebied van de misdaad, de echte scoops, ble ven uit. In plaats daarvan waren er scoops op een ander, niet di rect crimineel gebied: beelden van ministeriële dienstauto's die veel te hard reden en de onthulling van de vernieler van Wolkers'Auschwitz-monument, de glazenier Ruud Smit, die zich eigener beweging bij de redactie meldde. Daarom werd besloten een andere naam te geven aan het programma en een draai aan de opzet te geven. Officieel wordt Deadline nu gepresenteerd als 'het journalistieke programma dat misdaad en ander onrecht blootlegt en bestrijdt door mid del van reportages', interviews en de verborgen camera'. Te sensationeel „Mensen vonden het een te sensationeel programma, Crime Time, het had een te showy uit straling voor een programma over misdaad. Dat belemmerde Daarnaast is én blijft het moeilijk om criminele- of lou che zaken voor een nietsverhul- lend medium als televisie be vestigd te krijgen. Een program ma als Deadline kun je niet al leen vanachter een bureautje presenteren, weet Jongbloed: „Je moet het ook kunnen ver beelden, inderdaad. Gelukkig zijn we daar al heel inventief in geworden, om de dingen op band of beeld te krijgen, zonder direct in juridische problemen te raken." En zo trok veel leed en on recht voorbij. Van modellenbu reaus die hoopvolle aspirant- modellen oplichtten en bankdi recteuren die zich inlieten met goudsmokkel tot dodelijke ver keersongevallen zonder getui gen. De Amsterdamse politie woordvoerder Klaas Wilting ver trouwde Jongbloed ooit toe dat iedere minuut die op televisie aan misdaad en criminaliteit wordt besteed, er één te veel is, maar daar is de programmama ker het niet mee eens. Vreest hij inderdaad niet dat Deadline (v/h Crime Time) de angsten van de samenleving bevestigt? „Je onthoudt mensen ook niet dat de beelden van gevech ten in Joegoslavië. Ik vind dat dus onzin, wat Wilting zegt. Het gaat er niet om óf je aandacht besteedt aan misdaad, maar over de vórm kun je discussië ren. En daar discussiëren we ui teraard -ever. We proberen het programma zo integer mogelijk te maken, maar wel op een ma nier die veel mensen aan spreekt. Zeer waarheidsge trouw, maar nooit vies en bloe derig. Als je af en toe ziet wat voor beelden er uit voormalig Joegoslavië in het Journaal en in. NOVA worden vertoond... Zo ver gaan wij nooit, hoor. Nooit." Uitlaatklep Tevreden is hij persoonlijk niet gauw, zegt hij, maar hij is dank baar voor de inbreng van vak broeder Peter R. de Vries, voor heen misdaadjournalist bij De Telegraaf, later hoofdredacteur van AktueeU die vier jaar gele den ook aan de wieg van het programma stond en nu als ad viseur zijn kennis van- en con tacten in 'het milieu' inbrengt. Daardoor komt veel/meer los, heeft Jongbloed gemerkt. Zelfs zware jongens zien televisie als een mooie uitlaatklep, al was het maar om wraak te nemen. Zoals de crimineel die voor het Jaap Jongbloed: „We proberen 'Deadline' zo integer mogelijk te maken.' oog van de verborgen Crime Ti me-camera een gevangenbe waarder in de val liet lopen: de bewaarder handelde onder meer in wapens, en de crimi neel vond dat dat niet deugde. Jongbloed: „Een wonderlijke karaktertrek. Zo'n crimineel die dan zegt: kijk, ik ben fout, maar zij zijn óók fout. Dat zo'n be waarder fout zit, pikt-ie niet. Een krom soort rechtvaardig heidsgevoel is dat." En zo scheert Deadline twee wekelijks langs de grenzen van de moraal. In toenemende mate met eigen onderwerpen, tot te vredenheid van Jongbloed: „Daar ben ik trots op. Andere programma's lopen vaak de kranten na en brengen in beeld wat er in de krant staat." CNN-oorlogsverslaggever Peter Arhett: Documentaire over oorlogsmonumenten HILVERSUM GPD AMSTERDAM MONIQUE BRANDT Amerikaanse journalisten rie pen hem ooit uit tot De Ultieme Oorlogscorrespondent. Een Amerikaans congreslid noemde hem The Joseph Goebbels of Saddam. De Spaanse journalist Alfonso Rojo, die hem tijdens de Golfoorlog van nabij meemaak te, omschreef hem grimmig als Een dwerg mei een kop die eruit ziet of hij na de geboorte knel is komen te zitten in de sluitklep van de couveuse. Het moge dui delijk zijn dat CNN-reporter Pe ter Arnett gemengde gevoelens oproept. De inmiddels 60-jarige jour nalist, die zichzelf en Ted Tur ners TV-station CNN wereldbe roemd maakte door als enige Westerse verslaggever de Golf oorlog vanuit Bagdad te ver slaan, is er inmiddels aan ge wend aan kritiek bloot te staan. Aan het begin van zijn carrière werd hij Indonesië uitgesmeten omdat de regering niet erg inge nomen was met de berichtge ving van de toenmalige AP-cor- respondent. Tijdens de Viet- nam-oorlog werd hem verweten dat hij het Amerikaanse rege ringsbeleid teveel bekritiseerde. Na de Golfoorlog in Bagdad werd hij aangevallen, omdat hij aan de leiband van de Iraakse officials zou hebben gelopen. Zelf ging hij altijd van het standpunt uil dat hij -hoe dan ook - zoveel mogelijk nieuws moest brengen: „Met verslagge ving verdien ik nu eenmaal mijn brood." Óm voor eens en altijd af te rekenen met het commentaar besloot de van oorsprong uit Nieuw-Zeeland afkomstige Ar nett de belevenissen uit zijn 35- jarige loopbaan als oorlogsver slaggever op papier te zetten. De Nederlandse vertaling van deze spannende autobiografie, getiteld In de frontlinie, oorlogs reporter van Vietnam tot Bag dad, ligt inmiddels in de win kels. Veel kritiek De verslaggever, innig vergezeld door een jonge blonde dame, is voor een paar dagen overgevlo gen vanuit Johannesburg waar hij voor zijn station de verkie zingen verslaat. Arnett: „Na de Golfoorlog wilde ik de wereld duidelijk maken hoe de zaak nu werkelijk zat. F.r was veel kritiek omdat ik in Bagdad achterbleef. Peter Arnett: „Met verslaggeving verdien ik nu eenmaal mijn brood.' Sommigen vroegen zich af of ik dood wilde. Verder waren er mensen die zeiden dat ik niet kon functioneren als journalist, omdat ik werd gemanipuleerd en gecensureerd door de Iraki's. Ook werd mijn vakmanschap ter discussie gesteld omdat ik in 'deze totale oorlog' de vijand aan het woord liet. Dat was vol gens de critici ongepast." Arnett merkte ooit op dat hij iemand die hij graag wil inter viewen desnoods tot in de hel zal volgen. Zover is het nog niet gekomen, maar uit het boek valt op te maken dat hij regelmatig heel dicht in de buurt is ge weest. Arnett is een oorlogsjour nalist in hart en nieren. Toch ontkent hij dat hij aan een 'oor logsverslaving' lijdt. Volgens de reporter is het de zucht naar avontuur en een gedrevenheid om de waarheid boven tafel te halen die hem steeds rond de aarbol doet zwerven. Dat klinkt akelig idealistisch. „Nee, ik ben echt niet dol op gevaarlijke situ aties, maar ik wil mijn werk zo goed mogelijk doen. En voor een goed verhaal wil ik veel ris keren, maar ik ben niet roeke loos. Steeds vraag je jezelf af wat je grenzen zijn, hoe ver wil je gaan? Toen ik een tijdje geleden in Mostar was met de TV-ploeg, was het een chaos, de kogels vlogen in het rond. Maar ik voelde geen angst. Ik wist dat het front goed afgeschermd was. Terwijl ik er vrijwel zeker van ben dat ik was doodgescho ten, als ik de afgelopen week had geprobeerd Gorazde bin nen te komen. Watje kunt doen heeft grenzen. Als je denkt dat je het niet moet doen dat moet je het ook echt niet doen." Doorbraak De Golfoorlog betekende voor CNN een doorbraak op het ge bied van wereldwijde informa tie verstrekken. Oorlogen, con flicten: alle ellende wordt de kij kers nu Ia minute voorgescho teld. Maar met de groeiende in formatiestroom die op ons af komt neemt ook de zorg toe dat televisienieuws steeds meer toegeeft aan de wensen van de kijkers en dus steeds vluchtiger, oppervlakkiger en vooral min der kritisch wordt. Arnett is het met die zienswij ze niet eens. Informatie is infor matie, vindt hij. „Als er een bomaanslag in Johannesburg is gepleegd, is het toch beter dan meteen de beelden te brengen dan te moeten wachten tot de FOTO GPD volgende dag? Ook in mijn tijd in Vietnam probeerde je het nieuws zo snel mogelijk te brengen, dót is journalistiek. Breng eerst de gebeurtenis, daarna is het tijd voor analyses. En die achtergronden zullen we óók altijd blijven brengen. Net als de interviews met de andere partijen in een conflict: de lei ders, de vertegenwoordigers van het volk, de tegenstanders." Vol vuur vertelt hij over de af gelopen weken in Zuid-Affika. Dat doet vermoeden dat hij voorlopig niet van plan is rusti ger te gaan leven. Arnett: „In de Verenigde Sta ten kun je als journalist tot in de eeuwigheid doorgaan. De re porter die ik het meest bewon der. CBS-correspondent Mike Wallis, heqft net een nieuw con tract getekend. Hij is 75 jaar! Zolang mijn gezondheid het toelaat, ga ik ook gewoon door. De meeste mensen die ik inter view zoals Mandela, de Klerk en Arafat, zijn Goddank nog steeds ouder dan ikzelf ben. Misschien als de mensen die ik moet inter viewen op een gegeven mo ment allemaal jonger zijn, dat ik van gedachten verander." Zulke keurige mensen, weet de vroegere buurman nog. Heel prettig, niets op aan te merken. „En dat ze dan zó weg moes ten", stamelt hij. Nu herinnert nog slechts een gedenksteentje aan hun lot. Een steentje aan een anoniem huis in Bodegra ven, het huis dat ooit van de fa milie Gans was. De familie Gans was joods. In '42 kwamen zeven leden van de familie vader, moeder en vijf kinderen om in Duitse ver nietigingskampen. Nietsver moedend over hun fatale lot waren ze met de Duitse bezetter meegegaan, de kinderen Frou- ke, Mirjam, Levie, Elizabeth en Coenraad. Per bus ging het naar Gouda, daarna met de trein naar Westerbork. Daar wacht ten de treinen naar de kampen in het oosten, een weg die twee maanden later ook hun ouders zouden afleggen. Het trieste verhaal van de fa milie Gans is onderdeel van de documentaire Aan hen die vie len, die vanavond op zowel RTL4 als RTU5 wordt uitgezon den. De vertoning begint om kwart voor acht: na een kwartier worden de beelden twee minu ten onderbroken om mensen de gelegenheid te geven de geval lenen te herdenken. Daarna gaat de uitzending gewoon ver der. Aan hen die vielen vertelt drie verhalen achter verzetsmonu- menten en straatnaamborden. Er zijn in Nederland vele hon derden gedenktekens voor Willy Lindwer, maker van 'Aan hen die vielen': Je kunt niet zeg gen dat de Tweede Wereldoorlog passé is." FOTO GPD slachtoffers uit de Tweede We reldoorlog, maar slechts zelden is het verhaal achter die ge denktekens bij een groter pu bliek bekend. Dat geldt bijvoorbeeld het Amsterdamse straatnaambordje dat de naam van Gerhard Jo seph Bedrian draagt. Bedrian blijkt een Duitse jood te zijn ge weest, die gevlucht na de Kristallnachtnaar Nederland was gekomen en actief werd in het verzet. Hij gaf leiding aan het vervalsen van persoonsbe wijzen en pleegde overvallen in SS-uniform. Naar schatting hebben enige honderden, zo niet duizenden mensen direct of indirect hun leven te danken aan Bedrian, die in juni '44 na een vuurgevecht met de SD om kwam in Amsterdam-Zuid. Het derde verhaal in de docu mentaire gaat over de zigeu nerfamilie Franz, die in mei '44 de woonwagen in Beek (Lim burg) moest verlaten om op transport te worden gesteld naar Westerbork. De burge meester, een gekend NSB'er volgens een nabestaande, con fisqueerde twee violen, twee mandolines en een accordeon. Drie kinderen overleefden de Duitse concentratiekampen, de overige zes familieleden lieten het leven. De tekst op het ge denkteken dat in Beek ter hun ner ere werd opgericht luidt: 'Wij lieten hen gaan'. Producent Willy Lindwer, ge specialiseerd in televisiepro gramma's over de Tweede We reldoorlog, vindt het van het grootste belang dat omroepen veel aandacht blijven schenken aan de verschrikkingen in de ja ren '40-'45. „Zolang eenderde van de Nederlandse bevolking de oorlog nog bewust of bijna- bewust heeft meegemaakt, kun je niet doen of de herinnering aan die tijd intussen zo maar voorbij is. Die oorlog is zó'n in greep in de twintigste eeuw ge weest, dat je niet kunt zeggen: Het is nu passé, het is nu weg". Rik Rensen, hoofd informatie ve programma's bij RTL, onder streept die mening. Met de her denking van vijftig jaar bevrij ding in '95 in aantocht denkt hij dat publiciteit en herdenkingen een heilzame invloed kunnen hebben. „Kinderen op scholen voorlichten over racisme is een belangrijke zaak. Daar past zo'n documentaire ook in. Je moet het zien als een investering in het dóórherdenken". TV-actie RTL voor kincleifonds Unicef 'Als ouderen er een potje van maken, is het kind de dupe' Bij benadering lijks vijfendertigduizend kin deren aan de gevolgen van honger en oorlogsgeweld. „De TV móet daar iets aan doen", meent RTL-programma-direc- teur Bert van der Veer. Te be ginnen op Bevrijdingsdag („Inderdaad misschien een beetje* navrant") wordt op RTL4 de daad bij het woord gevoegd. Zeven weken lang zijn diverse bekende (RTL 4- gezichten in de weer voor het Kinderfonds van de Verenigde Naties, om donateurs te wer- Eén van de presentatoren is Peter Jan Rens. „Als volwasse nen er een potje van maken, zijn de kinderen daar het slachtoffer van", zegt hij op bezorgde toon. Vandaar dat hij er, samen met zijn uit kinde ren bestaande U-team, weke lijks op uittrekt om in de stu dio's van de grootste TV-pro- ducenten donateurs te werven door schoonmaakklusjes op te knappen. Zo is Rens met een groepje kinderen te zien bij Viola Holt en bij Linda de Mol. Ook be zoekt het U-team Joop van den Ende. De kinderen stellen hem voor om voor een x-be- drag z'n kantoor - overigens al een toonbeeld van netheid - aan kant te maken. „De on derhandelingen gaan soms keihard", meent Rens. Afgezien van Rens' activitei ten met zijn U-team worden tijdens de uitzendingen film pjes getoond waarin artiesten te zien zijn in een (w)arm oord. Rob de Nijs bezocht bij voorbeeld een wezen- en ont heemdenproject van Unicef in Ethiopië, terwijl Sandra Ree- mer afreisde naar Bolivia, waar zij een gebied bezocht waar de leefsituatie van indianen - dankzij Unicef - wordt verbe terd. Sjoukje Smit bezocht in het kader van Kans voor een kind Vietnam. Zij, en ook an dere zangers en zangeressen (Gerard Joling, Ruth Jacott en Simone IGeinsma) die één van de buitenlandse projecten be zochten, zingen in de studio een speciaal voor de actie ge schreven lied. Kans vooreen kind richt zich met name op de (arme) lan den Bolivia, Ethiopië en Viet nam. In de zeven uitzendin gen laten de presentatoren zien dat hulp aan kansarme kinderen wel degelijk zin heeft. Het Unicef-programma, dat wordt geproduceerd door John de Mol Produkties, kent ook min of meer serieuzere onder delen. Onder leiding van Koos Postema (in de laatste twee programma's Loretta Schrij ver) nemen drie zogenaamde captains of industry' zitting in een panel met het oogmerk „hun relaties over de streep te trekken om kinderen in de Derde Wereld te gaan steu- Voorts zullen de thuis en vrijwilligers van Uni cef worden opgeroepen om in hun eigen omgeving ludieke acties te ontketenen. Een ver slag zal wekelijks te zien zijn in het Actiejournaal. Ook RTL 5 doet mee aan de actie. Namens dit station be zocht schrijfster Marion Bloem Bolivia. Haar collega Joke van Leeuwen bezocht Unicef-pro- jecten en Unicef-medewer kers, terwijl Yvonne Kroonen- berg Vietnam aandeed. Hun bijdragen zijn wekelijks vanaf Unicef trekt aan de bel in verband met het grote aantal gebieden waar op dit moment oorlogen woeden. Volgens het kinderfonds van de VN dreigt de aandacht daardoor voor kinderen de verminderen. ,',Door het grote aantal oor logssituaties moeten steeds meer kinderen die door het geweld in acute noodsituaties belanden, worden geholpen", aldus Unicef. Ruim twee jaar geleden werd een soortgelijke actie ge houden voor Unicef. Die actie, eveneens met de titel Kans voor een kind, werd toen door RTL 4 samen met Veronica uitgezonden. Dat leverde, om precies te zijn, 61.749 dona teurs van 25 gulden op. (RTL4; morgenavond om 21.25 uur) Peter Jan Rens zet zich ii r de actie 'Kans v

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 12