1 Mei is 1 mei niet meer (,3 Beetje pen Ruim een eeuw evoi ch| geschiedenis heeft het ssiv karakter van de 1 socialistische 1 mei viering volledig i. veranderd. Van een felle demonstratie voor betere arbeidsomstan digheden werd de Dag van de Arbeid een uitbundigfamiliefeest. dam, Rotterdam en Den Haag, kwam het ook in Leiden tot bijeenkomsten. De eerste werd belegd in 1893, door Dirk van Eek. Een man die later voorzitter werd van de Leidse afdeling van de SDAP en nog een belangrijke rol zou spelen in de Leidse optochten. Siem Serdijn (77) herinnert zich nog goed hoe hem jaarlijks een aubade werd gebracht in zijn villa aan de Rijnsburgerweg. Als lid van de Arbeiders Jeugd Centrale liep Serdijn in de jaren dertig mee in de AJC-stoet die naar de Leidse Hout ging. „Om daar te gaan volksdansen. Maar eerst ging het altijd langs het huis van Van Eek. Een man die de verpersoonlijking was van de arbeidersbewe ging. Een vermogend man, want hij had er voor gezorgd dat het Volksgebouw aan de Herengracht er kwam. En een heel integer man. Klein van stuk, maar we hadden groot respectvoor hem." De eerste optochten in Leiden werden na de eeuwwisseling gehouden, te beginnen in 1908. Het waren gebeurtenissen waarbij meer mensen langs de weg stonden dan er meeliepen. Maar dat was logisch, volgens Henriëtte Roland Holst, dichteres en later op richtster van de CPN, die de uitgejouwde en bespuwde arbeiders in de Leidse Stadszaal moed insprak. „Twintig jaar geleden werden de socialisten nog gestenigd." In 1909 moesten de deelnemers aan de 1 mei-rondgang door de stad helemaal spits roeden lopen, omdat een dag tevoren prinses Juliana was geboren. Het was aanleiding voor een grote Oranje tegendemonstratie, waarbij meelopende vrouwen werden mishandeld. In 1916 werd de optocht verboden, maar de so cialisten lieten zich door dit alles niet afstop pen en in de jaren twintig en dertig bereikten de 1 mei-vieringen hun hoogtepunt. Familiefeestje De Dag van de Arbeid kreeg meer en meer het karakter van een familiefeestje. Kinderen werden van school gehouden, vader nam een vrije dag en liep mee in de fakkeloptocht of torste vlaggen en banieren en er waren geza- melijke broodmaaltijden. Georganiseerd -door de AJC (1920*1958). Siem Serdijn van de Oranjegracht was de eerste 'uit de hele buurt' die lid werd van die beweging. Op 13-jarige leeftijd. „Die jonge ren liepen destijds in een blauwe kiel en een manchesterbroek, maar die kon ik niet ko pen. Mijn moeder maakte ze zelf en in die kleren ging je op zondag met de AJC wande len naar Katwijk. En op 1 mei was het, na de aubade bij Van Eek, volksdansen in de Leidse Hout. Om de meiboom, die versierd was met gekleurde linten. Dat was een geweldig ge zicht", weet Serdijn („zeg maar Siem") nog. „Ook na de Tweede Wereldoorlog ging het nog lange tijd goed met die 1 mei-vieringen. De mensen trokken in optocht de stad door, met vaandels en banieren. Heel indrukwek kend allemaal." Het zou nu niet meer kunnen, beseft hij. „Je zou uitgelachen worden. Maar toen streefde je naar een ideaal. Een betere maat schappij. Daar stond je voor en dat was nodig ook. Zelfs in de arbeiderswijken werd je er op aangekeken dat je lid was van de AJC. Vroe Optocht op 1 mei 1951 op de Hooigracht, ter hoogte van het voormalige Sint Elisabeth Zieken huis. Een pure PvdA-aangelegen- heid, omdat van samenwerking met andere linkse partijen in die jaren geen sprake was. FOTO JUBILEUMBOEK DIRK VAN ECKSTICHT ger was je immers allemaal christelijk. Je ging naar de kinderkerk en naar zondagschool, maar zeker niet naar de AJC. Dat was tegen de draad. Maar die jongeren gingen wel kam peren in de duinen." Voor hem gaf dat in die tijd de doorslag „en in die AJC-jaren was de 1 mei-viering ook het leukst", aldus Serdijn. „Later werd dat ei genlijk alleen maar minder. In de jaren vijftig ging het nog. Drees liep in die tijd nog wel eens mee in de optocht in Leiden, als minis ter-president nog. Prachtige man, niks geen kouwe kak. Maar in de jaren zestig werd het eigenlijk al minder. En in zeventig was het wel afgelopen met de optochten. Die zouden ook niet meer mogelijk zijn. De mentaliteit is zo anders tegenwoordig. Het valt me nog mee dat zo veel studerende jongeren zich bij ons aansluiten." Industriestad Volgens Bart Werk en Elly Kerckhoffs bepaalt dat precies het verschil. „Vroeger was Leiden een industriestad. Er heerste armoe, dus werd het een bolwerk van socialisme, met mensen als Marinus van der Lubbe, die op de Middelstegracht in een lantaarnpaal klom om de arbeiders van Tieleman en Dros toe te spreken. Bij de wolfabriek van Zaalberg en de conservenfabriek Sleutels werden mensen ontslagen omdat ze lid waren van de SDAP en meeliepen op 1 mei. Nu is Leiden een universiteitsstad." Het weerspiegelt zich ook in de politiek, waarin de arbeidersbeweging meer en meer geïntegreerd raakte naarmate de proletari sche levensomstandigheden verbeterden. Yvonne Jansen, 20 jaar en studente politico logie, is voorzitter van de Jonge Socialisten. Haar zegt de 1 mei-viering niet zoveel („maar ik kom niet uit een rode familie") en ook an dere jongeren spreekt het niet aan, merkt ze om zich heen. „Al blijft 1 mei wel een ge schikte dag om een of andere activiteit te or ganiseren. Met een aspectje van arbeid." Jansen kent, 'op de eerste regels na', de tekst van de Internationale niet. „Maar dat is niet maatgevend, want andere jongeren kun nen alle coupletten zingen." Bart Werk en El ly Kerckhoffs produceren de woorden van het lied nog geregeld. Zij werden, vanuit een christelijke achtergrond, uit pure overtuiging lid van de PvdA. „Omdat er zoveel misstan den waren", aldus Elly Kerckhoffs, die na haar opleiding aan de RK HBS in Maastricht als maatschappelijk werkster zo veel onrecht vaardigheid zag dat ze 'vanzelf partijgenote werd. „Die misstanden heb je nu trouwens weer, want de rijken worden weer rijker en de armen worden armer. Daar heeft onze partij weieens iets aan gedaan, maar dat lukt tegenwoordig niet zo best meer." Daarom slaat de twijfel tegenwoordig wel eens toe bij beiden. Ze overwinnen 'm nog steeds. „Maar het is weieens moeilijk", moe ten ze bekennen „We hebben de afgelopen periode te veel water bij de wijn moeten doen." Vroeger gingen ze ook daarvoor de straat op. Bart Werk, die al vanaf '55 bezig is met demonstreren, zoals hij zelf zegt, weet nog precies hoe het programma van een 1 mei viering er in die tijd uitzag. „Het begon 's morgens voor de jeugd op de Kaasmarkt bij Nieuw Le ven met een kinderochtend. Tussen de middag was er een broodmaaltijd in het Centrum op de Hooigracht en 's avonds verzamelden de groten zich op de Kaasmarkt. Met de bestuur ders voorop liepen ze dan naar de Stadsgehoorzaal, waar een spreker kwam, Nieuw Leven speelde en de Stem des Volks optrad. Dat was een hele stoet." Werk betreurt vooral dat het avondfeest er niet meer is. „Maar het kan ook niet meer. Er is geen belangstelling en geen geld voor. Hou me ten goede, ik hoop dat het tot een wederop standing komt van de 1 mei-vie ring, maar ik geloof het niet. Er zijn te veel verschillen tussen de socialisten onderling en de jon geren willen alleen maar praten. Die hebben totaal andere idee- Tegenwoordig is het een 'zinvolle' bijeenkomst, vooral voor ouderen die nog dl weten waar het op 1 °gd mei om ging. Nu de ;en strijd gestreden is, [clf spreekt het niet meer "ejK aan.Jongeren zegt het allemaal niet zo veel. Elly Kerckhoffs en Bart Werk met een oude PvdA-vlag. „Als we niet uitkijken komt de sfeer van de jaren dertig weer terug." foto hielco kuipers 'Een echt feest komt niet meer terug' PAUL DE TOMBE Vroeger komt nooit meer terug. „Met optochten en feesten hoef je niet bij de jeugd aan te komen", weten de oudere partijgenoten zeker. „Ze willen er wel wat aan doen, maar alleen in praatgroêpjes." De 1 mei-viering bestaat nog wel, maar is vooral de laatste tijd wezenlijk veranderd. In het verleden trokken partijleden in optocht door de stad met banieren en muziek, om de dag van de arbeid op te luisteren. De jeugd had een eigen bijeenkomst, voor ouderen was er 's avonds feest. „Maar dat komt nooit meer terug, het past niet meer in deze tijd", zegt Bart Werk, die op veel fronten actief is in partij en vakbond (FNV). De nog altijd bevlogen socialist vat hon derd jaar verandering rond de 1 mei-viering in twee zinnen samen. „Vroeger ging het om de verbondenheid, om de uitdaging. Nu is het alleen nog maar een gezellig samenzijn voorouderen." Optochten raakten in de jaren zeventig uit de tijd, voor de kinderochtend was op dat moment al lang geen belangstelling meer en het gezamenlijke avondfeest werd na een in cidentele opleving in 1989 definitief afge schaft, omdat de muzikale opvattingen van jong en oud te £terk uiteenliepen. Aan Inter nationale en Morgenrood hadden jongeren geen boodschap en house viel niet best bij de ouderen. Tussen die ouderen bestaat nu trouwens ook al verschil van mening over de wijze waarop de nog overgebleven ochtendbijeen komst moet worden georganiseerd. De een is voor een discussie met de jeugd, de ander wil daar niets van weten. Elly Kerckhoffs is voorstander van het 'sa men praten'. „Zoals vorig jaar, toen jonge so cialisten de dialoog aangingen met oudere partijgenoten. Dat was prachtig", zo smult het oud-raadslid van Leiden nog na. De voor zitter van de seniorenclub van de PvdA in Leiden straalt op 74-jarige leeftijd nog jeug dig enthousiasme uit, maar krijgt op dit ene punt haar bestuur niet mee. „Ik voer elk jaar dezelfde discussie over zo'n gespreksochtend op 1 mei, maar de rest wil het niet." Dus blijft, na die ene onderbreking in het ouderenjaar 1993, ook dit keer alles bij het oude. Met een optreden van het socialisti sche koor de Stem des Volks, een spreker („Tweede Kamerlid Jeltje van Nieuwenhoven komt de commotie rond de AOW toelich ten") en een afsluitende gezamenlijke lunch. Alleen de lokatie is veranderd. Het Antonius Clubhuis heeft afgedaan als traditionele pleisterplaats. „Omdat er geen piano meer is", zoals Elly Kerckhoffs meldt. De bijeen komst is nu in het Vijf Hovenhuis bij de Leid se Hoflaan, dat nog wel in het bezit is van zo'n instrument dat onontbeerlijk is bij het zingen van de strijdliederen en de Internatio nale. Liederen die nog slechts zelden door jon geren wordt gezongen. „Al staan ze wel ach ter de tekst", aldus Bart Werk, een van de be stuursleden van de PvdA-seniorenclub die apert tegen een 1-mei discussie tussen jong en oud is. „Op elk ander moment graag, maar die ochtend is daar niet voor", vindt hij. „Op die ochtend moet je een spreker hebben die praat over actuele thema's." Die zijn er genoeg. WAO, AOW, VUT. „Maar ook reorganisaties en angst voor ont slagen", zegt Werk, eveneens penningmees ter van het bestuur van de afdeling Leiden van Druk en Papier en bestuurslid van de FNV. „Kortom er zijn strijdpunten genoeg. Als we niet uitkijken komt de sfeer van de ja ren dertig weer terug." Volgens Elly Kerck hoffs is dat al het geval. „Er is weer heel veel stille armoe. Ook in Leiden." Aubade Het lijkt de ideale voedingsbodem voor een echte socialistisch partij (Werk: „Maar daar zeg je er wel wat bij: een echte socialistische partij") en de demonstraties zoals die vroeger op 1 mei werden gehouden. Want op de dag van de arbeid werd altijd hard gewerkt. Niet in de fabriek, maar op straat. Nadat de 'Inter nationale' in Parijs, het tweede congres van socialistische en communistische arbeiders verenigingen, 1 mei in 1889 tot internationa le feestdag had uitgeroepen, verspreidde de viering zich gestaag. Na Friesland, Amster ZATERDAG 30 APRIL 1994 Onze Taal Een beetje is een kleine beet. Maar zelfs de beet van een vlo, die toch bepaald geen grote happen neemt, noemen we een vlooiebeet en niet een vlooiebeetje. Dat komt doordat we bij 'een beetje' al lang niet meer denken aan een hapje. Een beetje betekent tegenwoordig alleen nog maar: 'weinig' of 'enigszins'. En als we een hapje bedoelen, zeggen we hapje. Het is goed te begrijpen hoe 'een beetje' aan zijn tegenwoordige betekenis van 'weinig', is gekomen. Het zal wel begonnen zijn met een beetje brood en een beetje vlees: een beetje was oorspronkelijk inder daad een hap of beet ergens van. Niet veel, in ieder geval. De volgende stap was dat men ging spreken van een beetje koffie en een beetje melk. We happen weliswaar niet in koffie en melk, maar happen en drinken liggen dicht bij elkaar en het gaat dan toch om een kleine hoeveelheid. Een hoeveel heid die je in één keer kunt doorslikken. Een grotere stap is het naar een beetje benzine en een beetje zand. Nu is iedere gedachte aan happen, slokken en slikken verdwenen en hebben de woorden 'een beetje' alleen nog maar de betekenis van 'kleine hoeveelheid'. Toen het eenmaal zo ver was, ging het makkelijk verder. Men ging ook spreken van een beetje wijheid, een beetje privacy en een beetje fatsoen. Maar hoe belangrijk wijheid, privacy en fat soen ook zijn voor de mensheid, je kunt er met de beste wil van de wereld geen hapje van nemen. Zodat ook de gedachte aan een kleine, af te zonderen hoeveelheid gaande weg verdween. Toch is dit nog lang niet het einde van het verhaal. Want toen 'een beetje' niet meer op een hoeveelheid sloeg, ging de deur open voor een beetje koud, een beetje grijs en een beetje verliefd. Het is duidelijk dat we daarbij niet aan een hapje moeten den ken, niet aan een slok, niet aan een geringe hoeveelheid, hoe abstract ook, maar alleen nog aan 'enigszins' of 'in zekere mate'. Tot zover de voorgeschiedenis. Nu zijn we aangeland bij onze eigen tijd. Ook nu gaat de ontwikkeling verder. Wij staan er met onze neus bovenop, hoe in onze tijd 'een beetje' weer verder verandert. De ont wikkeling gaat nu in twee richtingen. In de eerste plaats zijn wij getuige van weer een nieuwe toepassing, zoals in: 'een beetje leraar kan dat uitleggen'; 'een beetje kan toor heeft zo'n apparaat'; 'een beetje bank accepteert die cheques wel', Het is dan zo iets als: 'elke zichzelf respecterende De dikke Van Dale signaleerde dit gebruik voor het eerst in 1970 en gaf toen het prachtige voorbeeld: 'Een beetje baars die een spe ciaal voor hem gefabriceerde haak ziet, glimlacht verachtelijk en weet vakkundig de worm tot het hoekpunt je af. Interessant aan dit gebruik is, dat het lid woord 'een', dat oorspronkelijk bij 'beetje' hoorde, in zulke zinnen gemalckelijk wordt opgevat als behorende bij 'leraar', 'kantoor', 'bank' of 'baars'. Een kantoor heeft zo'n ap paraat, althans een beetje kantoor. Het ef fect is, dat 'beetje' wordt ervaren als lid woordloos. Daarmee komen we op de tweede ontwik keling van 'een beetje' in onze tijd. Doordat er geen gedachte meer is aan een hap of een slok, zelfs niet aan een hoeveel heid, maar alleen nog aan 'enigszins', wordt eigenlijk dat lidwoord 'een' overbodig. 'Een' beetje verliefd? Welnee, gewoon: beetje ver liefd. In de spreektaal is dit al heel gewoon. Ik hoor geregeld mensen zeggen: 'Het is hier beetje een rotzooi'. Dus zonder 'een'. Ook: 'Het is er beetje vies'. Ook in kranten kun je zoiets aantreffen. Kort geleden las ik: 'Om 's ochtends iedereen beetje wakker te krijgen...' Hetzelfde zien we trouwens in: 'Tikkeltje minder licht maakt het gezelliger', en: 'Ik denk dat we heleboel criminaliteit kwijtra ken als weOok hier verdwijnt het lid woord 'een'. De twee ontwikkelingen gaan nu elk afzon derlijk hun weg. Enerzijds 'een beetje le raar', waar het lidwoord behouden blijft, maar betrokken wordt op 'leraar' en waar 'een beetje' is gaan betekenen: 'elke zichzelf respecterende...'. Anderzijds 'beetje' in de betekenis van 'enigszins' (beetje verliefd, beetje vies) waar steeds vaker het lidwoord 'een' achterwege blijft. JOOP VAN DER HORST universitair docent Nederlands

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 35