Van EPO
ga je niet
harder
fietsen
C
192
ZATERDAG 30 APRIL 1994
Wat aanvankelijk alleen werd gedacht, wordt de
laatste weken hardop geroepen: de schier
eindeloze rij successen van de Italiaanse
wielrenners moet het gevolg zijn van een
wondermiddel. Doping dus. De erecode van de
wielersport is verbroken, vooral door de
Nederlanders en Belgen, die telkens weer
'zoekgereden' worden door hun Italiaanse
collega's. De azzurri wonnen dit seizoen meer
dan de helft van alle wedstrijden. In de Waalse
Pijl klasseerden zich zelfs acht Italianen bij de
eerste tien. „'Om gek van te worden", luidde
betekenisvol het commentaar in het
Nederlands/Belgische kamp. EPO is het woord
dat op ieders lippen brandt, als wordt gezocht
naar een verklaring voor het Italiaanse succes.
Het Noordeuropese vingertje wijst naar de
professoren Michele Ferrari en Francesco
Conconi.
Italiaanse wielerprofessor Conconi: 'De deur staat hier open voor iedereen'
Prof Conconi: „Het is een beetje symptomatisch voor de wielersport c
len te spreken als tegenstanders successen aaneenrijgen."
l indeloos laagland. Over de Po-
I i vlakte hangt een lichte nevel, die
langzaam wordt weggebrand door
de nog timide voorjaarszon. Ferrara, een Re-
naissance-juweeltje gelegen tussen Bologna
en Venetië, ontwaakt langzaam. Het autover
keer is voor Italiaanse begrippen beperkt. Er
wordt gefietst in Ferrara. Voor het statige
universiteitsgebouw staat een Hollands aan
doende rij tweewielers opgesteld. Binnen
heerst een serene rust. Boven de marmeren
trap, die leidt naar de kamer van 'professore'
Conconi, hangt een gedenkplaat voor Nicho
las Copernicus, de wiskundige en astronoom
van Pools-Duitse afkomst, die hier aan het
begin van de zestiende eeuw zijn revolutio
naire theorie ontwikkelde dat de aarde om de
zon draait en niet andersom.
Francesco Conconi is in een uiterst goed
humeur. Klein van stuk, superslank, een grij
ze baard en pretogen, die vanachter ronde
brilleglazen optimistisch de wereld in blik
ken. Het 59-jarige hoofd van het 'Centrum
Wat is EPO? De afkorting staat voor erythropotine, een op
kunstmatige wijze, uit urine vervaardigd menselijk ei
withormoon, dat de aanmaak van rode bloedlichaampjes via
het beenmerg stimuleert. EPO is aantrekkelijk voor duurspor-
ters: het vergroot de opnamecapaciteit door het bloed van
zuurstof en dus het uithoudingsvermogen en kan, om
dat het om een lichaamseigen stof gaat, niet worden aange
toond bij dopingcontroles. EPO is echter ook gevaarlijk, want
het kan het bloed 'stroperig' maken en leiden tot hart- en her
seninfarcten. De plotselinge sterfgevallen onder enkele Neder
landse en Belgische renners, aan het begin van de jaren ne
gentig, zouden een gevolg zijn geweest van EPO-gebruik.
Noord-Europa beschuldigt Italië en heeft daarbij twee namen
in gedachten: professor Michele Ferrari, begeleider van onder
andere de Italianen Furlan en Argentin, de Zwitser Rominger
en de Rus Berzin, en professor Francesco Conconi, de bio
chemicus uit het Noorditaliaanse Ferrara, de man achter het
werelduurrecord van Francesco Moser.
In wielerkringen is de 'methode-Conconi' de laatste tijd syno
niem geworden voor obscuur gemanipuleer met verboden
stoffen. Het is bekend dat op de Universiteit van Ferrara,
waarvan Conconi vice-rector is, wordt geëxperimenteerd met
EPO. Wat is er dus logischer dan te veronderstellen dat deze
moderne versie van 'dokter Faust' zijn renners volspuit met
het zaligmakende eiwithormoon?
De Italiaanse 'wonderdokter' reageert laconiek op alle ver
dachtmakingen en nodigt de Nederlanders en Belgen uit om
zelf eens poolshoogte te komen nemen in Ferrara.
voor Bio-medisch Onderzoek voor de Sport'
gaal in elk geval niet gebukt onder de ver
dachtmakingen die hem vanuit het hoge
noorden worden toegezonden. „Het is een
beetje symptomatisch voor de wielersport
om van wondermiddelen te spreken als te
genstanders successen aaneenrijgen. Bij ons
gebeurde hetzelfde toen Merckx en later jul
lie Raleigh-ploeg superieur waren", relati
veert hij gemoedelijk.
Verklaringen voor het Italiaanse succes
kunnen volgens Conconi velerlei zijn. „De
Italianen winnen veel, omdat er eenvoudig
weg veel Italianen koersen. Een tweede factor
is dat in Italië een goed selectiesysteem bij de
jeugd bestaat. We hebben veel goede jonge
renners, terwijl er in jullie ploegen nogal wat
oudgedienden zitten. Verder wordt er in Ita
lië veel en gericht getraind: er zijn renners die
er op dit moment al 20.000 kilometer op heb
ben zitten. Hun lijven zijn mager en afge
traind." Conconi voegt er aan toe dat niet al
le Italianen succesvol zijn. „De renners die ik
begeleid 29 stuks hebben dit seizoen
nog maar weinig laten zien", zegt hij met een
zure lach. „Ik volg de Italianen uit de GB MG-
ploeg en, sedert vele jaren, de Carrera-ploeg.
Cippolini heeft inmiddels enkele overwii
gen geboekt, maar Chiappucci en Bugno be
ginnen nu pas een beetje op toeren tc
men. Dit vormt op zichzelf al een bewijs
het feit dat we hier niet over wondermidde
len beschikken."
Doping
De verdenking dat doping niettemin een fac
tor is die het Italiaanse succes bepaalt, be
handelt Conconi omzichtig. Hij wil niet zo
ver gaan als Michele Ferrari, de arts die de
meeste Italiaanse winnaars van dit moment
begeleidt en doping vorige week omschreef
als 'alles wat met de huidige controles kan
worden aangetoond' en waarmee EPO dus
buiten schot blijft. „Ik ben voorzitter van de
medische commissie van de Internationale
Wieier Unie en houd mij aan de officiële defi
nitie van doping: elke substantie of methode
die wordt gebruikt om bewust de sportieve
prestaties op kunstmatige wijze te verbete-
Ferrari is overigens al lang geen assistent
meer van Conconi. „We hebben lange tijd sa
mengewerkt en hier op de universiteit trai
ningsmethodes ontwikkeld, maar acht jaar
geleden is hij voor zichzelf begonnen. Ferrari
heeft een eigen, particulier instituut, dat zich
uitsluitend bezighoudt met de medische be
geleidingvan wielrenners."
Conconi is een gerenommeerd EPO-des-
kundige. maar om een andere reden dan in
Nederland en België wordt gesuggereerd. „Ik
ben vier jaar geleden begonnen met de be
studering van EPO op verzoek van het Inter
nationaal Olympisch Comité, dat een metho
de wilde waarmee het hormoon kan worden
geïdentificeerd. Het onderzoek is in een ver
gevorderd stadium. Ik denk dat we op korte
termijn een controle-methode zullen heb
ben. Alleen in de beginperiode is er op
zeer beperkte schaal en open en bloot ge
ëxperimenteerd op personen. Nu onderzoe
ken we alleen nog de verschillen tussen de
natuurlijke en de kunstmatig vervaardigde
EPO en proberen we vast te stellen wat de
natuurlijke hoeveelheid EPO van een mens
is. Als kunstmatige EPO is gebruikt, dan zijn
de rode bloedlichaampjes groter en 'leger'.
Ze bevatten dan minder hemoglobine. We
zijn nu in staat met het gebruik van elektri
sche velden van 30.000 volt de moleculen van
elkaar te onderscheiden. Het 'merken' van
commerciële EPO, zoals sommigen suggeren
als oplossing, is onmogelijk. De farmaceuti
sche industrie zou opnieuw alle licenties
moeten aanvragen, wat een berg geld kost."
Menseigen
Op de vraag of EPO doping is, antwoordt
Conconi zeer diplomatiek: „Als de doping-
commissie zegt dat het doping is, is het do
ping." Hij brengt echter een aantal nuances
aan. „EPO is een menseigen product. Ook op
dit moment produceren u en ik EPO. Het ge
bruik van EPO is alleen gevaarlijk wanneer
het in te grote mate net als bijvoorbeeld
vitamine A wordt toegediend.
Maar mag een atleet Epo gebruiken? Na
enig nadenken: „Nee. Hij mag wel in om
standigheden worden gebracht die een ver
hogend effect hebben op zijn natuurlijke
EPO-productie. Bijvoorbeeld door te trainen
op grote hoogte, iets wat wij ook met onze
sporters doen. Ik heb nog nooit kunstma
tig vervaardigde EPO voorgeschreven.
Maar ik moet concluderen dat het in de sport
waarschijnlijk wel gebeurd. Uit de cijfers van
de farmaceutische industrie blijkt dat er
meer van het produkt wordt verkocht dan
voor de behandeling van bepaalde (nier)ziek-
ten nodig zou zijn. In Italië is EPO overigens
alleen op recept en met een precieze medi
sche indicatie te verkrijgen."
Conconi strekt zich uit, blikt even naar de
schilderingen op het plafond, en zucht: „Er
wordt te veel gefantaseerd over de effecten
van het gebruik van stimulerende middelen.
Ik kan nog zoveel EPO eten. maar daar ga ik
nog niet harder van fietsen. De prestaties van
een atleet worden in de eerste plaats bepaald
door hemzelf; hij is sterk van zichzelf of niet."
Conconi zegt dat het wel mogelijk is om
met medisch onderzoek de atleet in staat te
stellen zijn eigen capaciteiten te leren ken
nen en hem met zeer gerichte, individuele
trainingsschema's te helpen bij het vergroten
van zijn krachten. Het instituut van Conconi,
waaraan twintig specialisten verbonden zijn.
heeft op dit gebied een schat aan know how
opgebouwd in de afgelopen twintig jaar. De
methode-Conconi' is zeer waarschijnlijk een
van de belangrijkste verklaringen voor het
succes van het Italiaanse wielrennen.
Omslagpunt
„In ons instituut doen we niets anders dan
testen, op basis waarvan we de capaciteiten
van de atleet meten. We zoeken naar zijn
'functionele waarde'." Conconi tekent een
grafiek met op de X-as de hartslag en op de
Y-as de snelheid van de renner of loper. „De
hartslag neemt evenredig toe met de snel
heid en bereikt op een gegeven moment het
'omslagpunt', het moment waarop het li
chaam optimaal kan functioneren. De vast
stelling van dit punt is van fundamenteel be
lang en de basis van alle trainingsschema's.
Het is mogelijk de snelheid te laten toene
men, zonder de hartslag te verhogen, want je
gebruikt bij het bereiken van dit punt het
'anaërobische effect': een soort hulpmotor,
die geen zuurstof nodig heeft, treedt automa
tisch in werking. Het is belangrijk niet over
het overslagpunt te gaan. omdat zich dan
melkzuur in het bloed vormt."
Voor Conconi is de kem van zijn aanpak
de kennis van de mogelijkheden van elk per
soon. „Iedere coureur heeft zijn eigen func
tionele waarde, zijn eigen omslagpunt. Trai
nen in groepsverband is daarom onlogisch:
we stellen trainingsschema's op voor elke
renner, afgestemd op zijn lichaam. Hetzelfde
geldt overigens voor het je gebruiken materi
aal. De atleten komen hier om te worden 'ge
meten' en krijgen vervolgens huiswerk mee
voor het vergroten van duur en intensiteit.
Bugno en Fondriest trainen uitsluitend in
hun eentje. Fondriest heeft, op zijn eigen ver
zoek, een super gedetailleerd schema en laat
zich zeer geregeld meten.
Er is dus helemaal geen sprake van hocus
pocus. Iedereen is welkom om de methode
uit te proberen. Onze aanpak is zeker niet za
ligmakend, maar na 10.000 tests hebben we
de kennis in huis om de gegevens te interpre
teren. In het buitenland overheerst nog de
scepsis. Vaak wordt daar de methode niet
goed gevolgd. Ik hoop dat binnenkort mijn
vier artikelen door het International Journal
of Sports Medicin worden geaccepteerd, zo
dat iedereen er met eigen ogen kennis van
kan nemen."
In Conconi's instituut worden niet alleen
wielrenners begeleidt. „We krijgen hier ma
rathonlopers, de nationale kano-ploeg, skilo
pers zeer succesvol bij de laatste Winter
spelen en ook volley- en basketballers over
de vloer. De begeleiding van topsporters is
echter maar een klein deel van onze activitei
ten. We zijn voor het overgrote deel bezig
met ouderen, hartpatiënten en anderen die
door sport te bedrijven hun algehele gesteld
heid kunnen verbeteren. De kampioenen
vormen, dat wel, een goede reclame voor het
instituut en dus ook voor het verkrijgen van
fondsen van de overheid."
Heeft Conconi, tot slot. een advies voor de
Belgische en Nederlandse renners? Met een
ontwapende lach: „Mijn deuren staan voor
iedereen open. Tot nu toe zijn hier al Duit
sers, Amerikanen, Fransen en Oostenrijkers
geweest, maar nog geen Belgen of Nederlan
ders. Ik nodig ze bij deze uit. Niet alleen om
te komen kijken, maar ook om zich te laten
onderwerpen aan de tests. Wie weet heeft het
effect. Tenslotte werd ook Copernicus groots
na een bezoek aan onze universiteit"
Giorgio Furlan, de verrassing van het voorseizoen, gaat juichend
openingsklassieker van het wegseizoen, heeft gewonnen.
de streep in San Remo, nadat hij de Prima Vera, de
FOTO REUTER ERIC CAILLARD