Moeder
van het
volk
De wedstrijd
Vandaag viert prinses Juliana
haar 85ste verjaardag. Hoewel
ze het de laatste tijd rustig aan
doet, is ze in de periode na haar
troonsafstand, zeer actief
geweest in het maatschappelijk
leven. Bijna dagelijks
functioneerde de prinses als
hulp-koningin van haar
dochter Beatrix. Daarmee sloeg
Juliana een totaal andere weg
in dan haar moeder
Wilhelmina. Die was
teleurgesteld in het
koningschap en trok zich na de
abdicatie volledig terug. Voor
Juliana, die aanvankelijk grote
twijfels had over haar taak,
werd het koningschap een
roeping, waarvan ze moeilijk
afscheid kon nemen.
Tweemaal 'Leve de
koningin'. Boven de
troonsafstand van
Wilhelmina in 1948,
ten gunste van haar
dochter Juliana, on
der de feestelijke
'machtsoverdracht' in
1980 tussen Juliana
en koningin Beatrix.
FOTO'S ANP
Koningschap stelde Wilhelmina teleur, Juliana ontdekte haar roeping
CARINE NEEFJES»
Iuliana wilde na haar troonsafstand
niet ais een oude dame thuis op de
bank zitten. Dat had ze haar opvolg-
eatrix al ruim van te voren in vertrou
wen laten weten. Op de dag dat ze aftrad, 30
april 1980, maakte Juliana haar wens ook aan
het Nederlandse volk kenbaar. „Ik hoop
voortaan nog ergens zinvol mee bezig te kun
nen zijn, ergens te mogen helpen op gebie
den die me bijzonder interesseren, ook al
ben ik op geen enkel terrein een deskundi
ge", zo sprak ze in haar afscheidsrede.
Juliana is dan ook nooit helemaal van het
toneel verdwenen. Drie dagen na haar abdi
catie onthulde zij samen met prins Bernhard
een monument in de Scheveningse bosjes,
de dag erop legden zij traditiegetrouw een
krans bij het Nationale Monument op de
Dam.
Als prinses nam zij nog maar liefst 48 be
schermvrouwschappen en erefuncties op
zich. En dit waren geen bezigheden op pa
pier. Nog steeds geeft zij acte de presence bij
diverse instellingen waarmee zij een band
heeft. Zo was zij aanwezig bij het 100-jarig
bestaan van de Koninklijke Nederlandse Ver
eniging voor EHBO en bezocht de bejaarde
prinses het 75-jarig jubileumfeest van de
Stichting Marine Sanatorium Fonds. Ook
voor een organisatie als de Stichting Neder
landse Slachtoffers Japanse Vrouwenkampen
verlaat zij haar paleis te Soestdijk.
Achterdeur
De troonsafstand van haar moeder Wilhelmi
na verliep in september 1948 totaal anders.
In haar afscheidstoespiaak legde de toenma
lige koningin omstandig uit hoe overver
moeid ze was. Na de plechtigheid glipte Wil-,
helmina onopvallend de achterdeur van het
Paleis op de Dam uit. Onderweg naar huis
zette ze de haar begeleidende rechercheur uit
de auto, omdat zij niet langer staatshoofd
was en dus geen recht had op bescherming,
zo vond ze zelf.
Wilhelmina had eigenlijk al een jaar eerder
willen aftreden. Maar minister-president Beel
en toenmalig minister van sociale zaken
Drees hielden haar tegen. Ze moest op z'n
minst blijven tot en met 31 augustus 1948,
want dan was ze 50 jaar koningin. De voor
bereidingen voor dit jubileumfeest waren im
mers al in volle gang.
Wilhelmina nam het beide heren zeer kwa
lijk dat ze geen rekening hielden met haar
oververmoeidheid. De koningin voelde zich
in de steek gelaten. Om Wilhelmina te ont
lasten is Juliana in dat laatste jaar twee keer
voor enkele maanden regentesse geweest.
Precies op 30 augustus 1948 eindigde het re
gentschap van Juliana, zodat Wilhemina als
regerend vorstin de volgende dag haar 50-ja-
rig jubileum kon vieren. Drie dagen later
deed ze afstand van de troon.
Vanaf dat moment verdween Wilhelmina
bijna voorgoed uit het openbare leven. Ze
Een kiekje van zestig jaar geleden. Prinses Juliana op 25-jarige leeftijd
en koningin Wilhelmina (dan 54) na het overlijden van prins Hendrik in
1934.
hield slechts twee functies aan: bescherm
vrouwe van het Voorzieningsfonds voor Kun
stenaars en erevoorzitster van de Stichting
1940-1945.
Teleurgesteld
Juliana en Wilhelmina vulden de jaren na
hun abdicatie op een totaal andere manier
in, omdat ze het koningschap verschillend
hebben ervaren. Wilhelmina raakte vooral na
de Tweede Wereldoorlog hevig teleurgesteld
in haar rol als monarch.
„Tijdens de oorlogsjaren was Wilhelmina
de belichaming van het Nederlandse volk",
legt prof. P.F. Maas, directeur van het cen
trum voor parlementaire geschiedenis in
Nijmegen, uit. „Het parlement was ontbon
den en vanuit Londen bestuurde de koningin
ons land. Ze had toen veel macht en dat pas
te goed bij haar dominante, autoritaire ka
rakter. Na de oorlog wilde zij haar invloedrij
ke rol behouden. Maar de politieke partijen
keerden terug in het parlement en Wilhelmi
na moest haar macht inleveren. Ze was diep
teleurgesteld.
Wilhemina had genoeg van het politieke
gekrakeel. Zij had de crisisjaren meegemaakt,
er was toen veel werkloosheid, maar politici
waren voortdurend bezig met het behartigen
van hun eigen belangen. Tijdens de oorlog
heerstte er een sfeer van eensgezindheid. Al
leen een machtig staatshoofd kon die koers
voortzetten, vond Wilhelmina. Maar door de
bezetting ontstond er in Nederland juist veel
waardering voor het parlementaire stelsel. De
vooroorlogse situatie keerde terug en Wilhel
mina voelde zich kennelijk een beetje mis
kend."
De rigoreuze verdwijning van Wilhemina
werd niet alleen veroorzaakt door haar frus
tratie over het koningschap. Wilhelmina was
een radicale, soms wat rechtlijnige vrouw. Als
ze iets deed, ging ze daar voor 100 procent
achter staan. En dat gold ook voor haar abdi
catie.
Maar Wilhelmina had het moeilijk met
haar eigen radicale keus. Tegen haar particu
liere secretaris Thijs Booy heeft ze herhaalde
lijk gezegd dat „een geabdiceerd vorst dood
is, en helemaal dood". Ze was eenzaam. Met
een smoesje nodigde ze hoffunctionarissen
van paleis Soestdijk uit om bij haar op paleis
Het Loo te komen. „We hadden dan niets za
kelijks te bespreken, maar zo draaide voor
haar de dag een beetje", aldus een ingewijde.
Ontdaan van alle officiële verplichtingen
ze sloeg uitnodigingen resoluut af had
Wilhelmina meer tijd om zich te verdiepen in
het geloof. Ze was zeer religieus, nodigde
jongeren uit op haar paleis en poogde hen te
bekeren. Haar geloof gaf haar de nodige
kracht om deze eenzame periode te overle
ven.
Innerlijke strijd
Voor Juliana is het koningschap meegevallen.
In haar inhuldigingsrede in september 1948
liet ze weten „na veel innerlijke strijd bereid
te zijn haar moeder op te volgen". Intimi wis
ten dat Juliana geen zin had om koningin te
worden. Ze had zo graag een broer willen
hebben, want volgens de toenmalige Grond
wet hadden mannelijke troonopvolgers de
voorkeur boven vrouwelijke.
Door haar aarzelende houding werd de re
geringsperiode van Juliana gekenmerkt door
talloze geruchten dat de koningin zou aftre
den. De eerste abdicatie-roddel deed de ron
de tijdens de Greet Hofmans-affaire; de ge
bedsgenezeres had zo n grote invloed op Juli
ana, dat haar huwelijk met prins Bemhard op
springen kwam te staan. Deze krant onthulde
de ernst van die crisis eind vorig jaar, op ba
sis van nooit eerder gepubliceerde passages
in gesprekken tussen de prins en zijn Ameri
kaanse biograaf Alden Hatch.
Ook tijdens de roerige verkeringstijd van
kroonprinses Beatrix en de Duitse prins
Claus von Amsberg en de Lockheed-affaire in
de jaren zeventig, toen bleek dat prins Bem
hard geld had aangenomen van de Ameri
kaanse vliegtuigfabriek, waren er grote twij
fels of Juliana nog op de troon zou blijven zit
ten.
Maar Juliana was niet langer de schuchte
re, onzekere koningin van 1948. Ze was ge
groeid in haar werk en liet zich niet zomaar
aan de kant zetten. „Op een gegeven mo
ment kreeg ze er plezier in. Soms leek het ko
ningschap een roeping voor haar. Ze is een
zeer sociaal bewogen vrouw, die in haar
functie als koningin betrokken raakte bij alles
wat zich in de maatschappij afspeelde. Dat
beviel haar", aldus een hoffunctionaris, die
jarenlang voor Juliana heeft gewerkt.
In de eerste maanden na haar troonsaf
stand was er nogal wat kritiek op de actieve
prinses Juliana. Ze zou Beatrix voor de voe
ten lopen en haar geen kans geven zich als
koningin te ontplooien. Volgens Maas zat er
een strategie achter de activiteiten van Julia
na. „Toen Beatrix aantrad, was ze absoluut
niet geliefd. De helpende hand van haar po
pulaire moeder was misschien juist wel goed
voor haar reputatie. Bovendien, als Beatrix
jaloers was geweest op de aandacht die haar
moeder kreeg toen ze weer prinses was, dan
had ze Juliana wel uit het koninklijk circuit
geweerd. Daar is zij mondig genoeg voor."
Uit alles bleek dat Beatrix haar moeder
graag als hulp-koningin inschakelde. Een half
jaar nadat Juliana was afgetreden, vroeg
Beatrix of haar moeder erevoorzitter wilde
worden van de Nationale Commissie voor
het Jaar van de Gehandicapten. „Toen gaf ze
me het grootste cadeau van mijn leven" zei
Juliana later in een interview.
De prinses zag haar wens 'om ergens zin
vol mee bezig te zijn' in vervulling gaan. Ze
ging bijna naar alle vergaderingen van de Na
tionale Commissie en nodigde gehandicap
ten met hun verzorgers uit op paleis Soest
dijk.
Iuliana was een koningin die moeilijk af
scheid kon nemen van haar vak. Hoewel ze
haar taak aanvankelijk beschouwde als een
noodlot, bleek het koningschap in de loop
der jaren een roeping voor haar. Ze voelde
zich thuis in haar rol als 'moeder van het
volk'.
ZATERDAG 30 APRIL 1994
Koninginnedag ergens aan
het einde van de jaren zes
tig. Wat een feestdag zou dat
worden.
Want een feest dat is het als je
een jaar of zes bent en je hoeft
alleen maar naar school om je
klassikale snoepzak dat mocht
toen nog op te halen. Als je
met je vriendjes van de padvin
derij en alle sportclubjes in een
lange sliert naar het gemeente
huis mag om naar het Wilhelmus
en de toespraak van de burge
meester te luisteren. Als je in re
actie op zijn 'hiep, hiep' heel erg
hard 'HOERA!!' mag roepen tot je
keel er rasperig van wordt en je
bij de derde hoera een beetje
hees gaat klinken. Als je dan snel
even naar huis rent om met de
hele familie naar het défilé op
Soestdijk te kijken. Met de gor
dijnen half dicht tegen 'het oran
jezonnetje' en prikkend in een
stuk taart.
Maar echt leuk wordt het pas in
de middag. Dan gaan in de
Dorpsstraat de auto's aan de
kant en komen de dranghekken
tevoorschijn. Meneren met map
pen onder hun arm nemen mid
den op straat plaats op een klap
stoeltje achter een klaptafeltje en
de schoolkinderen verdringen
zich in de rij om zich op te geven
voor DE SPELLETJES.
En zo verschijnt op die koningin
nedag mijn naam op de deelne
merslijst van het onderdeel
'Vlaggetje steken'. Ofwel, hoe je
met tien vlaggetjes, twee kleu
ters. twee emmertjes en twee
stoven een wedstrijd maakt. Dat
gaat als volgt. Twee kleuters pos
teren zich in starthouding, elk bij
een van de twee emmertjes met
daarin vijf vlaggetjes. Op het sein
Klaaarrrr....AF! grijpen de kleu
ters een vlaggetje uit hun eigen
emmertje, rennen naar hun stoof
zo'n vijftien meter verderop, ste
ken het vlaggetje in een van de
gaatjes en rennen weer terug om
het volgende vlaggetje te halen.
Wie het eerst vijf vlaggetjes in de
stoof heeft gestoken, heeft ge
wonnen. Dat is leuk.
Met een kronkel in mijn darmen
en de wetenschap van een grote
zus tussen het publiek op de
stoeprand schuifel ik tussen mijn
leeftijdgenootjes langzaam naar
mijn beurt toe.
Al bij het eerste vlaggetje heb ik
een voorsprong. Bij het tweede
vlaggetje zie ik vanuit mijn oog
hoeken de tegenstander al niet
meer en als ik mijn laatste vlag
getje in de sloof steek, zie ik haar
vijftien meter verderop nog in
het emmertje grijpen. Ik heb ge
wonnen. flitst het door me heen.
Ik draai me om en zet hel op een
lopen. Apetrots huppel ik regel
recht naar mijn grote zus toe, die
langs de kant staat te klappen,
een paar meter voor de finish. Ze
duwt me nog van zich af, maar
het is al te laat. Achter me rent
het andere meisje voorbij naar
de nu lege emmertjes en over de
eindstreep. Zij wel, ik niet.
Ik heb verloren en ik heb er bijna
het langst van allemaal over ge
daan. Voor mij geen huldiging op
het pleintje bij de pomp. Voor
mij geen hand van de burge
meester en geen prijsje. Alles is
voor niets geweest.
Die koninginnedag ergens aan
het einde van de jaren zestig.
Wat een feestdag had moeten
worden, liep uit op een bittere
teleurstelling. Ik heb nog steeds
een hekel aan wedstrijdjes.
W1LLEKE HEUKOOP