'Wij tillen zwaarder aan het leven' Hans van Mierlo Wie drinkt die deugt Feiten &Meningen CNV laat ware gezicht zien 'Brinkman moet mogelijk Lubbers terughalen' ZATERDAG 30 APRIL 1994 Stuurs en met de hakken diep in het zand stonden Heineken-directie en Industrie bond FNV de afgelopen week tegenover el kaar. Dat is voor de verhoudingen binnen het bedrijf weliswaar vervelend, maar het hoeft op zichzelf niet rampzalig te zijn. Veel verpestender voor de sfeer en de onderlinge verhoudingen was de opstelling van de In dustrie- en Voedingsbond CNV. Die bond was het met de directie eens over een nieu we CAO. En dus was die bond het met de FNV-collega's oneens over het gebruik van het stakingswapen. Tot zover niets aan de hand. De CNV-bond had zich simpelweg afzijdig kunnen houden. Maar de christelijke vakbeweging meende kennelijk dat een missie moest worden vol bracht. Met behulp van faciliteiten van de baas stuurde de CNV-bond een al veel be sproken brief naar alle Heineken-werkne mers. Daarin werd het tussen Unie BLHP, CNV en Heineken gesloten akkoord niet al leen aangeprezen, maar werden mensen ook opgewekt zich als CNV-lid te melden. Dat dat voor de FNV'ers de deur dicht deed, ligt voor de hand. Van CNV-zijde is opge merkt dat van bedrijfsfaciliteiten (zoals het adressenbestand) gebruik is gemaakt, om dat die brief aan alle Heineken-werknemers moest worden gestuurd. Maar waarom moest dat zo nodig? Alles afwegend kan daarvoor maar één reden zijn: de FNV- bond de voet dwars zetten. Voorzitter Van der Weg van de Industrie bond FNV was woedend. En terecht. „Ik vraag me af of zo'n club zich wel een vak bond mag blijven noemen", zei hij. En te recht. Maar Van der Weg maakte nog een tweede opmerking: „Ik heb nog nooit een bond gezien die zo met de werkgever heult als de Industrie- en Voedingsbond CNV nu bij Heineken". Daarin had hij ongelijk. In feite past het jongste optreden van die CNV-bond in een lange traditie. Een traditie die teruggaat tot 1908, het jaar waarin de christelijke vakbeweging werd gegrondvest. Zowel katholieken als protestanten zetten in die tijd vakorganisaties op poten. Vanaf het allereerste begin was volstrekt duidelijk dat die organisaties waren bedoeld als te genwicht tegen het in 1906 opgerichte NW. De sociaaldemocratische vakbeweging werd in protestantse en katholieke kring veel te radicaal gevonden. De 'rooie bond' moest worden afgeremd. Het NW en het katholieke NKV hebben el kaar later alsnog gevonden. Samen gingen ze verder als FNV. Maar het CNV bleef bui ten die samenwerking. En het CNV stelt er getuige het optreden bij Heineken kennelijk nog steeds prijs op een heel eigen weg te gaan: liever bij de werkgever op schoot dan neutraal of aan de zijde van de FNV-collega's. Voor zo'n houding hebben dienstplichtige militairen en voetballers een grof, maar volstrekt duidelijk woord: ma- tennaaierij. haarlem ronald frisart Het koffiezetapparaat heeft kuren. Veertien dagen lang is de D66-leider alleen thuis geweest om te slapen. De stoom komt er aan alle kanten uit. Ook de kater komt aandacht tekort. Van Mierlo krabt hem over z'n kop. Hij vult de kattebak met brokjes, graait naar een halfverrotte appel uit de fruitschaal, ontdekt de bruine weekheid onder de schil en legt hem terug. De campagne sloopt de politici. Ze komen nauwelijks aan zichzelf toe. Tot 3 mei wordt iedere minuut gebruikt. Van Mierlo geeft in zijn auto interviews. Op weg naar Den Haag erkent hij dat de dis cussie over waarden en normen zeldzaam fel verloopt. De antithese tussen confessio nelen en niet-confessionelen herleeft. Toch verbaast hem de discussie niet: „Nee, eerlijk gezegd niet. Men is bang voor het onzekere beeld van de maatschappij die voor ons ligt. Ik vind het goed dat normen en waarden een rol spelen. Dat het zich toespitst op eu thanasie is puur kunstmatig en komt door dat het CDA in een onvoorstelbare identi- teitsnood zit. Het denkt dat het op het punt van de euthanasie de lekken naar alle kan ten kan dichten, in dit geval het lek naar rechts. Het is een kramp". Maar het betoog over waarden en normen is volgens de D66-voorman niet het lijf-ei gendom van de christen-democraten: „De normen en waarden van politieke partijen zijn op een uitzondering na allemaal dezelf de. We komen allemaal voort uit de joods- christelijk-humanistische traditie. De nor men en waarden van CDA en D66 zijn in wezen dezelfde." Toch houdt het CDA hoog dat de bescher ming van het leven bij die partij in goede handen is. Het hekelt de poging van D66 euthanasie verder te liberaliseren. Van Mierlo beweert het tegendeel: „Het is een zedelijke opdracht heldere wetgeving te maken. We hebben met het CDA verschil van mening over het vervolgingsbeleid. Wij willen een waterscheiding aanbrengen tus sen vrijwillige en onvrijwillige euthanasie. Als je dan eerlijk bent, kun je zeggen dat bij ons aan de waarde van het leven zwaarder wordt getild. Het klinkt wat pretentieus en dan doe ik hetzelfde als het CDA doet en dat wil ik niet. Maar op dit punt biedt D66 samen met de protestants-christelijke par tijen meer bescherming en hechten we aan een grotere beveiliging van het leven dan nu in de wet tot uitdrukking komt. Deze co alitie heeft voor die wetgeving gekozen." beschaving In de discussie met CDA-minister Hirsch Ballin richtte de woede van Van Mierlo zich vooral op de suggestie als zou zijn partij bij dragen aan een maatschappij waarin ou ders zich moeten verontschuldigen als zij een mongooltje geboren hebben laten wor den. Over de inhoud van de problematiek is nauwelijks gediscussieerd. Vier dagen voor de verkiezingen waagt Van Mierlo zich als nog aan het debat. D66 is niet tegen prenataal (voor de ge boorte) onderzoek, waarbij wordt gezocht naar de handicaps van een kind. Van Mierlo wil ook geen veto over strak gereglemen teerde experimenten met embryo's uitspre ken. „Onderzoek zal er altijd zijn. De mens wordt niet nobeler door dingen niet te we ten. De graad van beschaving wordt be paald door de manier waarop je met die kennis omspringt." Dai\komt het gevaar waar Hirsch Ballin op wijst aan de orde. In het boek Kind, ziekte en ethiek, acht de Rotterdamse ethicus M.T. Hilhorst ouders verantwoordelijk voor het ter wereld laten komen van een gehandi capt kind. Hilhorst stelt: „Zij hebben de kin deren de handicap 'aangedaan' door van handelen af te zien Moreel gezien kan dus rekenschap van hun keuze worden ge vraagd." (Citaat uit NRC Handelsblad van 16 april). Van Mierlo aarzelt. Hij ziet bezwaren, maar na enig nadenken: „Kijk, ik deel dat oordeel van Hilhorst voorzover het in algemene zin geldt. Aan het 'weten' of 'kunnen weten' van de aanwezigheid van een handicap vloeien morele verplichtingen voort. Het is een oud punt. Als ouders besluiten hun kind niet tegen kinderverlamming in te en ten en hun kind krijgt daardoor kinderver lamming, dan zijn de ouders dat kun je rustig stellenverantwoordelijk. leidraad Concreet: ouders laten in een bepaalde week van de zwangerschap een onderzoek doen en ontdekken dat hun kind een ernstige af wijking heeft. Beschouwt u ouders dan ver antwoordelijk dat zij het kind geboren laten worden? „Ja, maar wat zou ik zelf doen? Ik zou dat laten afhangen van de ernst van de afwij king. Ik ben daar zeer gereserveerd over. Ik denk dat ik alleen nooit iemand zou verwij ten een kindje geboren te laten worden dat ongelukkig is. Als we het niet hebben over mongooltjes, maar diep-zwakzinnigen? Ik kan me heel goed voorstellen datje het kind toch geboren laat worden. Als maat schappij mag je nooit in die beslissing tre den. Ik denk dat ik zelf in die afweging het kind niet geboren zou laten worden. Ik zou hem dat niet willen aandoen. Dat zou mijn leidraad zijn. Maar ik zou ook nooit iemand die het dat kind wél aandoet, daardoor het recht op bepaalde medische voorzieningen onthouden." Vindt u niet dat D66 daar expliciet in moet zijn? De Nijmeegse hoogleraar Ten Have zegt: „Door beschikbaarheid van prenatale en pre-implantatie-technieken kan binnen een bevolking de gedachte postvatten dat je Van Mierlo: „Ik denk dat Ik nooit iemand zou verwijten een kindje geboren te laten worden dat ongelukkig is. Ik kan me heel goed voorstellen dat je het kind toch geboren laat worden." FOTO CPD ROLAND DE BRUIN zo'n kind kan voorkomen en dus zelf schuld I Van Mierlo: „Er zijn klinieken in Amster- hebt als je toch een invalide kind ter wereld dam geweest waar prenataal onderzoek brengt.werd verricht. Bij het constateren van een afwijking werd men ook tot abortus ge-J dwongen. Dat mag niet. Maar op het r ment dat de kennis van die ernstige a king bij het kind er is, begint de afvveginl het wel of niet geboren moet worden. Have stelt: geef ze niet de kennis, v zou wel eens een verkeerd sfeertje kunnj ontstaan. Wat weet een hoogleraar e hoe een maatschappij straks techniekedj vaart die we dan voluit hanteren? Dat ki| niet beoordelen. Ik weet zeker dat het x andert. Het is tegen de culturele geschil nis van de mens in mensen kennis v ken te onthouden om daarmee een I de opvatting over leven en dood te v Ukunt de antwoordelijkheid opzadelen die ze niet] aankunnen? ijSt d „Ja, alles kan. Geboren worden is al opgl i deld worden met een verantwoordelijklyUu die blijkens iedere dag de mensheid nie MECB aankan. Er ligt een tafelmes naast je boi En nu zegt u: haal het mes van tafel, wai iemand kan er zijn buurman zijn keel it afsnijden. Terug naar het kind. De kenn van de handicap moet ook tot een keuz i„ mogelijkheid leiden. Ik denk niet aa ruiming van de abortuspraktijk. Ik z niet via de wet willen verruimen, alleen de medische ethiek van de artsen. Wat denkt u van de ontwikkeling die u zchtb al signaleert ten aanzien van ouders die ëist. kinderen niet tegen polio hebben ingeënt iend Moeten ouders zich straks in uw opvattii aats verontschuldigen voor hetgeen ze hun ki :eld ïei deren r, handicap aandoen „Ik persoonlijk vind dat je kinderen ee: groot risico op kinderverlamming niet aandoen. De vergelijking met het gebora laten worden van diep-zwakzinnigen lig Pj wat de morele verantwoordelijkheid bet j| veel gecompliceerder. Dat is de keuze tl sen niet-leven of bijkans op een vreselijl ven. Ik heb het hier dus niet over mongc tjes, want die hebben niet per se een vre lijk leven, maar over diep-zwakzinnigen nauwelijks meer kunnen communicerei Welke beslissing de ouders ook n is een loodzware, ook binnen de van onze abortuswet. NeeT ouders hpev zich nooit te verontschuldigen voor ae slissing het kind toch te laten komen. E' min hoeven ze zich te verontschuldigd ze anders beslissen." chtii ier amsterdam hildebrand buleveld Vice-premier Kok wil geen zout in open wonden strooien. De ontreddering die zich van een partij meester kan maken, kent hij te goed uit eigen ervaring. „In 1991 lag in verband met de WAO-ingrepen bijna mijn kop eraf. Ik heb het gewaardeerd dat het CDA zich toen terughou-- dend heeft opgesteld." Maar tegelijkertijd wil hij de si tuatie waarin coalitiepartner CDA verkeert niet geheel onbe sproken laten. „Ik zie verwar ring, ook intern. Ik zie onzeker heid en tegenstrijdigheid in uit spraken en ontwikkelingen. Het is toch pikant als Lubbers Brinkman kritiseert en de laatste vervolgens zegt dat we hier te maken hebben met een premier die moeilijk afscheid kan nemen. Het is toch pikant als iemand anders, Deetman, zich voorzichtig aandient als kandidaat-premier en dat ver volgens weer ontkent? Het ge tuigt niet van een goede afstem ming." In dergelijke omstandigheden groeit in menig CDA-hart on vermijdelijk de weemoed naar de stabiele decade-Lubbers. Gretig wordt gespeculeerd over de vraag of de premier wellicht bereid is voor nog een periode bij te tekenen. De premier zelf ontkent zulks stellig. Maar is hij voor honderd procent op zijn bruine ogen te vertrouwen? Kok houdt een slag om de arm. „Niemand anders dan Lubbers zelfweet met zekerheid of hij het inderdaad in Den Haag voor gezien houdt. Dus ik ook niet." De PvdA-lijsttrekker stelt vast dat Lubbers wel degelijk in de race is voor het voorzitterschap van de Europese Commissie. „Die post gun ik hem van harte, omdat ik echt vind dat hij de beste kandidaat is." Maar wat als de Europese lei ders in juni voor een ander kie zen? In dat geval zou niet alleen Lubbers, maar ook Brinkman zich duchtig achter de oren moeten krabben. Kok kiest zijn woorden zorgvuldig: „Gesteld dat Lubbers het in juni niet wordt, dan komen hij en Brink man voor een moeilijke afwe ging te staan. Vraagt Brinkman dan Lubbers terug of niet? Voor het antwoord op die vraag moet je bij Brinkman zijn, niet bij mij." d66 In schril contrast met alle onze kerheid bij het CDA staat de comfortabele positie waarin D66 de voorspelde grote win naar van de verkiezingen verkeert. Kok stelt nuchter vast dat de club van Van Mierlo nu al zeker kan zijn van de regeer macht. „Het enige kabinet zon der D66, een kabinet van CDA, WD en PvdA, zal er niet komen omdat wij daar niet aan mee willen werken", onthult hij. Wat dat betreft weten de PvdA-kie- zers waar ze aan toe zijn: voor een centrum-rechts kabinet zal Kok beleefd bedanken. Geheel anders ligt de situatie bij D66. „D66 is eigenlijk het moderne CDA. Het kan met links regeren en met rechts." Kok werpt het verwijt van Bol- kestein en Van Mierlo dat de PvdA zijn achterban gouden bergen belooft ver van zich. „Ik ben geen mooi-weer-zeiler. Kom zeg! Ik zeg tegen de men sen: dikke kans dat u de komen de vier jaar koopkracht zult moeten inleveren. Hoewel ik de minimumuitkeringen zoveel mogelijk uit de wind wil hou den, geef ik ook aan hen geen goudgerande koopkrachtgaran tie. Dat vind ik een stevige boodschap! Maar daar bovenop nog eens een ingrijpende her vorming van de sociale zeker heid aankondigen gaat me net een brug te ver." Die positiebepaling lijkt als twee druppels water op de houding die de PvdA bij de vorige verkie zingen in 1989 aannam. Niets wees toen op een ingrijpende aantasting van de WAO-uitke- ringen en ontkoppeling van uit keringen en lonen. Kok wil even iets rechtzetten: „In 1989 konden we niet weten dat we in de jaren daarna zo'n spectaculaire groei van het aan tal arbeidsongeschikten zouden meemaken. Als je met zo'n nieuw feit geconfronteerd wordt, móet je wel iets onder nemen, anders ben je geen knip voor je neus waard. Hoe staat het er nu voor? Allereerst moe ten we de nieuwe wetgeving een eerlijke kans geven. En die lijkt nu al zijn vruchten af te werpen. Daarom zie ik op dit moment geen voortekenen voor verdergaande ingrepen in de sociale zekerheid." En als zich bijvoorbeeld een re cessie zou voordoen? „Dat ver wacht ik absoluut niet. Maar als er toch een orkaan opsteekt en dan denk ik echt aan een economische ramp dan ko men we voor nieuwe feiten te staan. Dan zeg ik: dat gaat niet alleen de werkenden, maar on vermijdelijk ook de mensen met een uitkering pijn doen. Alleen, als het aan mij ligt wel op zo'n manier dat de sterkste schou ders de zwaarste lasten moeten dragen." paul koopman en harm harkema almere cees v Hans van Mierlo: Hij fs niet dood, hij lééft. Hans Van Mierlo: de Ramses Shaffy onder de poli tici. Eindelijk, eindelijk, op deze odyssee door politiek Neder land eens een lijsttrekker zon der vooraf ingestudeerde ge baartjes en maniertjes. Een 'Le- bemann', zoals de Duitsers dat noemen. In activiteitencentrum Atlantis in Almere klokt hij voor hij de achterban gaat toespreken nog vlug even een grote bel rode wijn naar binnen. 'Schijt aan de buren, daar gaat-ie nog een keer'. Schijt aan de camera's en journalisten. 'Ik ben zoals ik ben'. Waarmee maar'weer eens wordt bewezen: wie drinkt, deugt. Een man die gulzig leeft. Gretig verorbert hij de garnalencock- tail alsook de hoofdmaaltijd die later komt. Schept regelmatig bij uit het zilveren pannetje met gebakken aardappeltjes en rode kool met appeltjes. Eet voor overgebogen, zijn mond vlak boven het bord. Kiest de kortste weg naar het genot. Regelmatig wordt er doorge spoeld. In drie slokken heeft hij een glas wijn achter de huig. Een jongen die na een snikhete middag in het bos water drinkt bij een pomp. Alleen het verza digde nahijgen ontbreekt. Be paald geen voorzichtige nipper. Laat hem maar klokken, die fles zware Bourgogne! Laat hem maar galopperen als een paard je over een landweg! Met ongeloof in zijn ogen kijkt Van Mierlo naar de bruinverver- brande, kale voorzitter tegen over hem, een man die met de gouden poot van zijn bril zijn betoog wat probeert op te rake len. 'Je stoort me. Laat me rustig eten. Het is dat je van dezelfde partij bent, anders zou ik je door de portier laten verwijde ren', zie je Van Mierlo denken. Dat ongeloof af en toe in die ogen. Dat staren, bijna in angst. Alsof'De gedaanteverwisseling' van Kafka voor hem wordt op gevoerd. Alsof hij de mensen onder zijn ogen ziet veranderen in angstaanjagende insekten. Heeft hij ook bij debatten in de Tweede Kamer. Dat staren in afgrijzen. „Hij is ouder en kleiner dan ik dacht", zegt een dame naast me. „Maar hij is wel een mooie man. Hij heeft iets exotisch, iets on-Nederlands. En hij praat goed. Niet van dat politieke jar gon. Origineel is hij ook, humo ristisch. En hij heeft ook een goed voorkomen, hè. Een beetje een zonnekoning in zijn laatste dagen, moe van zijn paladijnen, moe van de wereld, moe van zijn eigen gedachten." Op een paar meter afstand van Van Mierlo's tafeltje beginnen collega Wolffensperger en D66- voorlichter Dietz ongegêneerd ruzie te maken. Wolffensperger: „Ik wist verdomme nog niet eens waar ik naar toe moest. Je had me toch kunnen oppie pen." De voorlichter gaat er hard tegenin. Een driflijder. die Wolffensperger. Beetje nijdig misschien omdat hij tweede man is van D66. Als de ruzie is geluwd, loopt hij naar Van Mierlo. „Zo, leef je nog sinds gisteravond?", attaqueert hij. 'Dat gaat steeds beter', pareert Van Mierlo. Bij het praten met de intervie wer wiebelt de lijsttrekker voort durend heen en weer op zijn stoel. Alsof hij de dingen altijd op het laatste moment zegt, als of hij altijd net op het punt staat weg te gaan. Naar huis, naar zijn eigen kamer, waar hij even kan uitpuffen van de wereld. Af en toe een licht kakkineus ac centje. In het woordje 'hoor' bij voorbeeld. Wordt als 'heur' uit gesproken. Maakt hij mee dui delijk dat hij niet op straat is ge vonden. Dat het ouwe-jongens- krentenbrood is met Gruyters, Hofland, Harry Mulisch en an- u ;a!Kls< llen el dere intellectuelen. Maar vo< 1 de rest geen ernstige afwijkir gen. Vlezige, beweeglijke lippen, is een beetje rek in gekomen door het lachen, het vele la chen. Geen verbeten mond j lukkig. Terwijl hij met een jo nalist zit te praten, houdt hij handen gevouwen. Hoewel, vouwen' is niet het goede woord. Hij doet zijn handen slot. Wil hij daarmee de krac bron van zijn denken geslote houden? Of wil hij met zijn t C. grote handen tegelijk de huie regering de nekslag toebrenj [ha. Zit met zijn schouders beetje naar voren. Heeft iets menzweerderigs. Komt schien omdat hij weinig nek heeft. Gelukkig maar dat de guillotine niet meer bestaat, ders zou die nog flink moete^ssa zoeken. Van Mierlo - die met een rood aanlopend hoofd voor de spiegel worste t met zijn knellende boordje. 'Schat, help me nou toch eei Ik krijg dat ding weer niet di< r) Een man die zomaar in huilf» zou kunnen uitbarsten. Meti de snikken. Zo'n echte man nenhuil. Verdomd, nu zie ik di< Hij lijkt op Michael Gambon 'The Singing Detective'. Zijn hoofd is een beetje verloeder -j maar mooi verloederd. Een- man die je als vrouw veel vei J geeft. Omdat er nog een jon{ in hem huist. Een onbezonn jongen. O, er zit zoveel in dat hoofd vergeten moet worden. Micl Gambon, ja. Straks begint hi CH net als die weergaloze acteur 'Picknicktime for Teddybear zingen. Maakt hij opeens eei iar dansje voor de achterban, he n hij het glas en begint hij mei donkere stem: 'If you go dou in the woods today, you bel! not go alone'. Mooi berenliei 5r( Van Mierlo is zelf een beer. A gr tijd zitten er wespen in zijn It) ning. Kok: „D66 is eigenlijk het moderne CDA. FOTO CPD

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2