Het Turkse sneeuwklokje moet gered]
De bollen komen terug in hun vaderland Turkije
Terwijl het bloemencorso van
de Bollenstreek van Haarlem
naar Leiden rijdt en de
toeristen zich verdringen op de
Keukenhof, bereiden duizenden
Turkse boeren zich voor op de
komende bollenoogst. De
meesten verlaten daartoe
dagenlang huis en haard om in
de bergen wilde bollen te
verzamelen. Sommigen oogsten
in hun voormalige graan-en
uienvelden. Bollen worden in
Turkije geteeld 'zonder
verstand'.
In het Turkse Taun
gebergte werden t< Nien
voor kort op grote aan
schaal bollen in he dela,
wild verzameld. Gf een
wapend met een h strak
haalden de boeren te pr
zoveel bollen uit d< Afrik
bergen, dat het
sneeuwklokje met
uitsterven werd be
dreigd.
FOTO
ROZA VAt\
eerste in het voorheen uitsluitend op bos
bouw aangewezen dorp begon hij in decem
ber 1992 met de teelt van keizerskroon, in
Nederland ook wel bekend als stinklelie. Vo
rig jaar haalde hij zijn eerste oogst binnen.
Onder het oog van de in groten getale uitge
lopen dorpsbewoners laat de in zijn beste
pak gestoken Nuri zijn velden zien. Hij is te
vreden. „Elke bol leverde duizend Turkse lira
op. Daarmee heb ik twee huizen gekocht",
vertelt hij.
De bollenteelt is een compleet nieuw ver
schijnsel in Turkije. Het land van waaruit
meer dan vierhonderd jaar geleden de eerste
tulpebollen zich over Europa verspreidden,
heeft nooit bollen geproduceerd. In de
Taurusbergen waren tot voor kort grote hoe
veelheden bollen in het wild te vinden, een
rijke bron van inkomsten waarvan volop ge
bruik werd gemaakt. Een kleine hoeveelheid
tulpen, die praktisch geheel is 'weggeconcur
reerd' door het Nederlandse geteelde exem
plaar, maar vooral sneeuwklokjes, winteraco-
nieten, cyclamenknollen, keizerskroon en de
anemoonsoort blanda vonden de laatste
honderd jaar in grote hoeveelheden hun weg
naar de westerse tuinen. In 1984 voerde Tur
kije tachtig miljoen bollen uit, waarvan de
helft sneeuwklokjes. Daarna liep het weer te
rug tot 34 miljoen vorig jaar, als gevolg van
door de Turkse overheid ingestelde quota.
Brochure
De jacht op de wilde bollen leidde bijna tot
het verdwijnen van het sneeuwklokje uit de
Turkse bergen. De machtige Engelse Organi
satie voor behoud van Flora en Fauna (FFPS)
stelde in 1989 het 'leegroven' van de Turkse
natuur aan de kaak in de brochure Grown
from Holland. De beschuldigende vinger
priemde in de richting van Nederland, im
porteur van 90 procent van de Turkse bollen.
Het zwartboek van de FFPS schokte de Ne
derlandse bollenhandelaren, tot dan toe on
wetend van de schade die aan de Turkse na
tuur werd toegebracht. Hoewel de Turkse
bollen maar één promille van de Nederland
se bollenexport uitmaakten, dreigde de hele
Nederlandse bollenhandel door de protestac
tie te worden geschaad. In de VS (160 miljoen
gulden omzet) en Groot-Brittannië (90 mil
joen gulden omzet) dreigde een handelsboy-
„Het sneeuwklokje kwam eigenlijk alleen
nog voor op de toppen van de'bergen. De
sinds de jaren '70 geregeld geuite waarschu
wingen van Turkse botanisten hadden alle
maal niets geholpen. En toen de alarmerende
situatie begon door te dringen, was het nog
moeilijk om iets te doen", vertelt de vooraan
staande botanist professor Tuna Ekim van de
Gazi-universiteit van Ankara. „Zo hebben we
in 1985 geprobeerd het uitgraven van wilde
bollen te verbieden, maar kijk naar de cijfers.
Er werden meer bollen dan ooit uitgegraven.
Als je in Turkije naar een boer stapt en om
sneeuwklokjes vraagt, brengt hij je naar een
veld vol. Regels zijn hier echt alleen van pa
pier."
Doorbraak
De brochure zorgde voor een doorbraak.
Turkse en Nederlandse handelaren, weten
schappers, overheden en afgevaardigden van
natuurorganisaties spraken af voortaan de
herkomst van de bollen aan te geven. Daar
naast werd besloten gezamenlijk de teelt van
de omstreden bollensoorten ter hand te ne
men. Het Laboratorium voor Bloembollen-
onderzoek (LBO) uit Lisse waagde zich in
Turkije aan een overigens deels mislukt
experiment, met de bedoeling de beste teelt
methode van sneeuwklokjes uit te vinden.
„Een proefveld met sneeuwklokjes ging ver
loren, omdat een boer meer ruimte nodig
had voor knoflook, een ander veld liep onder
water", herinnert onderzoeker Paul van
Leeuwen zich.
De gepensioneerde, uit Hillegom afkomsti
ge, bollenexpert Siem Lemmers werd drie
jaar geleden aangetrokken om de Turkse bol
lenteelt te begeleiden. Hij heeft inmiddels het
nog omstreden plan gelanceerd orn eenmalig
zestig ton bollen in de bergen te verzamelen.
Met deze 900.000 bollen wil hij de teelt zo
grootschalig opzetten, dat aan het 'wild'-ver-
zamelen voor eens en voor altijd een einde
komt. Professor Ekim en de Turkse Natuur
Beschermings Organisatie (DHKD) zijn scep
tisch. „Dat staat gelijk aan het leeghalen van
de hele Turkse natuur", meent professor
Ekim.
In Turkije bleef men intussen niet wachten
op Nederlandse initiatieven. De DHKD be
gon onder meer met het geven van broodno
dige voorlichting aan Turkse boeren. „De
boeren haalden de bollen soms uit de grond
terwijl ze nog in bloei stonden. Dan waren ze
makkelijk te vinden. Vervolgens werden de
bollen, soms in plastic zakken, in de felle zon
bewaard. Dat vermoordt ze. Samen met het
onverkoopbare plantgoed, belandden tonnen
bollen op vuilnishopen en in rivieren. We
vertellen de boeren nu dat ze de kleine bolle
tjes onder hun fruitbomen moeten planten",
aldus Sema Atay van de DHKD.
Ook de Turkse handelaren lieten zich niet
onbetuigd. In de wetenschap dat de toe
komst van hun handel op spel stond, sloegen
zij vier jaar geleden de handen in elkaar en
richtten de Turkse Bloembollenteelt Associa
tie op. £imi is een van de dorpen waar de
boeren plantgoed aangeleverd kregen.
Succes
Het schuchtere begin van de Turkse
bollenteelt wordt alom met instemming be
groet. Door de Turkse ministeries van land
bouw en van bosbouw, de natuurorganisatie
DHKD, de promotieorganisatie Igeme en de
Turkse wetenschappers zoals professor Tuna
Ekim. „Met de teelt van de keizerskroon gaat
het goed. Aconieten en cyclamen zijn nog
volop in het wild te vinden. Mits we de export
aan banden blijven leggen, kan daar zonder
problemen nog in het wild worden verza
meld. En het sneeuwklokje zien we in toene
mende mate terugkeren in het wild. Niet al
leen meer bij de bergtoppen maar ook onder
veel lager gelegen veldjes en rotsen", aldus
Ekim.
Er worden ook kritische kanttekeningen bij
de Turkse bollenteelt geplaatst. De teelt zou
vooral 'show' zijn, bedoeld om de exportquo
ta op te peppen. En in het van oudsher van
de bollenhandel levende Akseki heeft de me
ning postgevat dat de boeren te weinig profi
teren van de bollenwinsten. Boeren zouden
ook economisch beter af zijn met het ver
bouwen tarwe, een gewas dat gegarandeerd
elk jaar een oogst oplevert. Dat de tussen
handel door toedoen van Hassan Veliagagil
(eigenaar van het bollenexportbedrijf Maria)
grotendeels is uitgeschakeld, heeft hier even
eens kwaad bloed'gezet. Niet voor niets durft
Veliagagil tegenwoordig alleen in alle vroegte
nog door zijn geboorteplaats te wandelen.
Hoge flat
De 67-jarige Veliagagil wijst de kritiek van de
hand. „Ik investeer veel in de bollenteelt.
Maar op een gegeven moment moet ik, net
als de boeren, wat geld verdienen. Dat kan
alleen door te oogsten. En natuurlijk zijn de
exportquota belangrijk. Maar de autoriteiten
hebben dit jaar een grote fout gemaakt door
mij slechts 55 procent van de quota toe te
wijzen terwijl driekwart van de omzet in de
Turkse bollenhandel voor rekening van mijn
bedrijf komt."
Voor Veliagagil staat vast dat de boeren wel
degelijk baat hebben bij de bollencultuur. Hij
verwijst gemakshalve naar de toestand in El-
maliköy. „Dat dorp loopt leeg, omdat de bos
bouw te weinig oplevert. Door de bollenteelt
genieten de mensen hier extra inkomsten en
kunnen ze in hun dorp blijven. Reken maar
dat ze hier veel gelukkiger zijn dan in een
twintig etages hoge flat in Istanbul"
Veliagagil zegt graag met de Nederlanders
te willen samenwerken. „Zij kunnen bogen
op vierhonderd jaar bollenervaring. Dat ha
len we nooit meer in. Bovendien is de bollen
teelt in Turkije een kleine sector. We kunnen
nooit zoveel geld aan onderzoek besteden en
we hebben er ook de mensen niet voor. Wij
telen hier nu ook bollen, maar dat doen we
ohne Kopf. Het is meer dan nodig dat er goed
Sema Atay van de Turkse Natuurbeschermingsorganisatie DHKD. „We
vertellen de boeren nu de kleine bolletjes onder hun fruitbomen te plan
ten."
onderzoek wordt gedaan. Er zouden ook Ne
derlandse bollentelers over moeten komen.
In Turkije is ruimte genoeg voor milieuvrien
delijke bollenteelt, omdat hier vruchtwisse
ling op grote schaal mogelijk is. Daarmee kan
het Nederlandse probleem met het gebruik
van bestrijdingsmiddelen worden opgelost.
En de bollen komen terug in hun vaderland
Turkije. Dat is mijn droom."
ZATERDAG 23 APRIL 1
Alleen de toppen van het grillige
Taurusgebergte in zuidelijk Tur
kije zijn nog bedekt met sneeuw.
De zomer heeft dit jaar vroeg z'n intrede ge
daan in Turkije. De lager gelegen gebieden
zijn inmiddels weer in bezit genomen door
langharige geiten, de levende have van boe
ren die in de bergen wonen. In de velden
rond de veelal half ontvolkte dorpen staan
tarwe en uien een paar centimeter boven de
grond. Zo ook in het dorp C^imi. Twee jaar ge
leden hebben 34 boeren hier sneeuwklokjes
geplant in de kleine veldjes naast hun eeu
wenoude huizen. Dit jaar hopen ze de eer
ste bollenoogst binnen te halen. Die bollen
belanden uiteindelijk via Nederlandse ex
porteurs bij tuinbezitters in West-Europa
en Amerika.
De 37-jarige Rafet Arici is sinds kort de
eigenaar van een van die bollenveld-
jes. Niettemin trekt hij, net als veel
dorpsgenoten, nog elk voorjaar de
ruige bergen rond Qimi in, om
met zijn hak bollen uit de grond
te woelen. Een klus waarvoor de
mannen, soms vergezeld van
vrouwen en kinderen, dagen
van huis zijn. Ze slapen in
grotten of in de open lucht,
voedsel wordt van huis
meegenomen. In één dag
verzamelen ze drie tot vijf
kilo bollen, vroeger was dat
zeventig kilo. Bovendien
moeten de gezinnen, die soms 40 procent
van hun jaarinkomen uit de 'bollenjacht'
halen, steeds verder en hoger de bergen in.
Rafet en zijn dorpsbewoners schrikkén
daar echter niet voor terug.
„Het uitgraven van bollen is al honderd
jaar een gewoonte in £imi. Bovendien
kunnen we het beetje extra geld goed ge
bruiken. Ik heb twee kinderen en mijn
vrouw verwacht binnenkort een derde. De
bollen betekenen simpelweg een paar
nieuwe schoenen of extra kleren", vertelt
Rafet. Dergelijke uitgaven zou Arici zich
niet kunnen veroorloven, alsr hij uitslui
tend afhankelijk was van de op
brengst van zijn veestapel, zo'n hon
derd geiten.
Rafet heeft dan ook, net als 33 an
dere inwoners van £imi, bollen
van sneeuwklokjes in een van
zijn velden geplant. Op die ma
nier hoopt hij in de toekomst de
teruglopende inkomsten uit de
jaarlijkse trektochten door het
rotsige landschap te compense
ren. „We ploegen het land en de
vrouwen en kinderen planten de
bollen. Dat is makkelijker dan
verzamelen."
Dat laatste is vooral ook van be
lang voor de wat oudere boeren in
)imi. Het dorp telde een paar jaar
geleden nog zeshonderd inwoners, van
er nu nog tweehonderd over zijn. De jon
geren hebben het ruige berglandschap de rug
toegekeerd. Ze verdienen nu hun brood in
Ankara, Antalya of Istanbul. De ouderen zijn
achtergebleven. Ze hoeden de geiten en koei
en, telen groente voor eigen gebruik en ver
dienen wat geld met de verkoop van tarwe en
gerst. Zij hebben hun hoop gesteld op de ex
tra inkomsten uit de bollenteelt.
Ervaring met de teelt van bollen hebben
Rafet en de andere boeren in Qiriii niet. Ze
plantten de sneeuwklokbolletjes, geleverd
door het grootste Turkse bollenexportbedrijf
Maria. Nu wachten ze het tijdstip af waarop
de grote, verkoopbare bollen kunnen worden
geoogst. Want dan is ook spoedig het mo
ment daar dat Maria op de proppen komt
met geld.
Keizerskroon
Nuri Selik uit het veel lager gelegen dorp El-
maliköy is op eigen houtje aan het experi
menteren geslagen met de bollenteelt. Als
Hassan Vefiagagil inspecteert een van de veldjes met sneeuwklokjes i
<^imi. „Wij telen hier nu ook bollen, maar dat doen we ohne Kopf."
Nuri Selik uit Elmaliköy, samen met zijn dochter, tussen het veld met
keizerskronen, alias stinklelies. De bollenteelt leverde hem twee huize