'Jan Tijtgat. Geeft hem 't grootste lot of kust zijn gat' kt I Leiden Regio UTERDAG 23 APRIL 1994 Jan Tijtgat. Geeft hem't grootste lot, of kust zijn gat. Het is een van de (gekuiste) op merkingen die in de Middel eeuwen werden geslaakt bij het kopen van een lot. Zulke pro- sen, zoals ze werden genoemd, werden opgeschreven, ingele verd en voorgelezen bij de openbare trekking van een lote rij, in die tijd een heel spekta kel. Tien tegen een dat meer be zoekers na een gratis rondje Kansspelmuseum tot de con clusie komen dat er in bijna vijf eeuwen niet alleen in de men taliteit van de deelnemers maar weinig veranderd is in de lote rij. „Op onderdelen is veel ge wijzigd, het principe is altijd hetzelfde gebleven", zegt rond leider Wim van Es. Het geldt ook voor de presen tatie. De trekking is nog steeds den show, al duurt die anno 1994 wel wat korter dan bij voorbeeld in 1596. Liefst 52 da gen en nachten was het perso- heel destijds bezig om alle prij zen en nieten te trekken in de loterij van Leiden. Daarmee is meteen de stad genoemd die centraal staat in het museum dat volgende week dinsdag officieel de deuren opent. Door middel van een maquette en een diaklankbeeld wordt de trekking van bovenge noemde loterij uitgebeeld in de oude binnenstad van Leiden. Op een openlucht-podium in de Breestraat, vlakbij het stad huis. „Een pronkstuk. Je kunt er naar blijven kijken, omdat je steeds iets anders ziet", fluistert Karei Bostoen bewonderend. „Kijk, daar is de kroeg op de Breestraat waar loten werden verkocht. En daar komt Jan van Hout, stadssecretaris en organi sator van de loterij, uit zijn huis. En daar..." De universitair docent van de vakgroep Nederlands van de Leidse universiteit raakt er niet over uitgepraat. Hij was een van degenen die het duwtje gaf dat leidde tot de oprichting van het museum. Een eerste aanzet nog slechts, beseft de weten schapper. „Het is mooi dat het er is, omdat het veel materiaal behoedt voor vernietiging, maar het is nog lang niet com pleet. Er moet nog veel onder zoek gedaan worden. Naar de loterijgeschiedenis zelf, maar ook naar de psychologie van het kansspel. En een internatio naal vergelijkend onderzoek is ook nog niet uitgevoerd." Mischien komt het ervan na het 'open' congres over het kansspel dat Bostoen met an deren volgend jaar wil organi seren voor Europese loterijdi recteuren. „Die zullen we hier in het museum rondleiden en misschien komt daar wat uit op het gebied van uitwisseling, of misschien krijgen ze het idee voor een eigen museum. De vroegere directeur van de Ne derlandse staatsloterij Van Es sen had tenslotte ook 25 jaar geleden al vitrines laten maken om spullen in te bewaren." Volkscultuur Het kwam goed uit bij de sa menstelling van de collectie, die vooralsnog bewust werd be perkt tot de loterijgeschiedenis, omdat daar onderzoek naar is gedaan. Dat gaf meteen een aardig beeld van de volkscul tuur, aldüs Bostoen die samen met zijn collega De Boer, tegen woordig professor middeleeuw se geschiedenis in'Groningen, het balletje aan het rollen bracht. „De Boer had in het gemeen te-archief van Leiden een boek gevonden met 13.000 rijmpjes daterend uit het eind van de 16e eeuw. Dat waren de prosen (deviezen of motto's) die wer den geschreven door mensen die een lot kochten in de stads- loterij en die werden voorgele zen tijdens de trekking. Omdat ik me met die tijd bezighield, heeft hij mij erbij gehaald en samen zijn we aan de slag ge gaan om al die prosen over te schrijven in modern schrift en in te voeren in de computer. Een heidens karwei, maar het monikkenwerk loonde. Bos toen: „Het bezorgde ons een soort telefoonboek van Leiden uit 1596. Want als mensen een lot kochten moesten ze alles opgeven. Namen, adressen, be roepen. Gewoonte was dat dan ook prosen werden ingeleverd ledrijf n dus Wel r met s verg niet uitzon :rwach sken 1 Levensgrote trekkingsscène van omstreeks 1900 in het Kansspelmuseum. Met houten trekkingstrommels die tot 1964 in gebruik v hoge poppen, vervaardigd door Lida Gravemeijer uit Leiden. Tien tegen een dat de collectie van het nieuwe Ne derlandse Kansspelmuseum in Den Haag nooit vol ledig wordt. Zelfs over de geschiedenis van de Staatsloterij is lang niet alles terug te vinden in het onderkomen in de Paleisstraat. Voorwerpen van an dere legale gokspelen ontbreken nog geheel. Die zullen te zijner tijd wel tentoongesteld worden, maar voornamelijk in wisselexposities. Permanent is alleen de aandacht voor de loterij-historie, op de begane grond van het gebouw waar de Stichting Ex ploitatie Nederlandse Staatsloterij (SENS) sinds kort is gehuisvest. „Het is mooi dat het museum er is, omdat daarmee veel materiaal voor vernietiging is behoed, maar het is nog lang niet compleet." VATL Loterijtrekking aan de voet van de Leidse Burcht, rond 1705. Ook in die tijd waren de trekkingen een luid ruchtig hoogtepunt. Muziek, het optreden van een nar en het voordragen van de prosen, zorgde voor de no dige afwisseling. Kansspelmuseum in Dep Haag geeft beeld van vijf eeuwen loterijen Genua, werd het onder hande laren een geliefd tijdverdrijf om koopwaren te verloten en na dien ontstond ook de lotto di Genua, een getallenloterij die Europa veroverde. Italië wordt dan ook vaak genoemd als ba kermat van de kansspelcultuur. „En daar was men aantoonbaar eerder, maar ook in de Neder landen was men er snel bij", al dus Bostoen. „Misschien onder invloed van Venitianen, Floren- tijnen en Genuezen, die Brugge (destijds het handelscentrum van Europa) in de dertiende eeuw aandeden, kwam het daar al in die tijd tot verlotingen." Eerst ging het daarbij om aantrekkelijke verkooppunten voor handelaren, later om ba nen, vervolgens om prijzen en natuurlijk vooral om de op brengsten. Geen wonder dat de loterijen zich in snel tempo over de Nederlanden versprei den via Sluis, Oudenaarde, Leu ven en Utrecht. In Holland or ganiseerden Haarlem (1502 en 1503) en Leiden in 1504 de eer ste stadsloterijen, maar de Leidse loterij van 1596 maakte echt indruk. Van Hout Om twee redenen werd het evenement in de Sleutelstad de directe aanleiding tot de* op richting van het Kansspelmuse um. „Wij werden gegrepen door de prosen, het aspect van de volkscultuur en door de be langrijke figuur die in die loterij een rol speelde", verklaart Bos toen. Hij doelt daarmee op Jan van Hout, de stadssecretaris. Een voor die tijd eigenzinnig persoon. Door Willem van Oranje persoonlijk beloond voor zijn rol in het verzet tegen het Spaanse geweld tijdens net beleg van Leiden, maar ook een rebel in de ogen van kerkelijke leiders. „Hij was bijvoorbeeld uitgesloten van de viering van het avondmaal, en dat wilde toch wel wat zeggen in zijn functie", merkt Bostoen op. „Van Hout was een interessant figuur die zijn eigen weg ging en allerlei zaken op gang wilde brengen." Van Hout was de initiatiefne mer van de loterij en wilde met de opbrengst daarvan de ar menzorg verbeteren. Hij wilde onder meer een pest- en dol huis inrichten in het Caecilia Gasthuis en hem was er veel aan gelegen dat te bereiken. Om de concurrentie van Mid delburg, dat terzelfder tijd een loterij organiseerde, de kop in te drukken, organiseerde hij re derijkersfeesten in Leiden waarvoor hij zelf een speciaal Loterijspel schreef. De trekking zelf was een 52 dagen en nach ten doorlopend spektakel. Pikant detail was dat de Leid se hoofdprijs van 1140 gulden (zo'n viereneenhalf maal het jaarsalaris van een geschoolde arbeider) werd gewonnen door een Middelburgse koopman, maar Van Hout was de echte winnaar met een netto winst van zo'n 45.500 gulden - omge rekend naar de waarde van nu zo'n zes zeven miljoen. Pikant Pikant in de geschiedenis is trouwens ook dat de weduwe van de beroemde schilder Van Eijck, van het Lam Gods, diens schilderijen verlootte na zijn dood (Bostoen:„Dat hebben we gevonden in een Engelse bron en moeten we nog verder uit zoeken") en pikant was even eens de uitkomst van de loterij die een Limburgse landheer or ganiseerde. Guillaume Claes maakte zijn landgoed inzet van een loterij met duizend loten van duizend gulden. Hij ver kocht er 800 en won zelf de hoofdprijs. Tegenwoordig kan zoiets niet meer, maar de landgoed-anek dote dateert uit 1821, toch al 95 jaar nadat de Staat de stadslo terijen had verboden en de or ganisatie zelf ter hand had ge nomen. Van Generaliteitsloterij en Bataafsche Loterij kwam ten slotte de Staatsloterij. Pas twee jaar geleden werd die over heidsinstelling geprivatiseerd. De taken zijn overgenomen door de stichting (SENS), maar de afdracht aan de Staat is nog hetzelfde. „Twintig procent van omzet die vorig jaar 804 mil joen bedroegaldus voorlicht ster Astrid Hoppenbrouwer. „Zeventig procent keren we uit, tien procent is voor de exploita tie en de kosten". Daarmee is de inrichting gefi nancierd van het museum, waar onder meer een trekkings scène is nagebouwd rond de twee draaibare houten trom mels die daarvoor tot 1964 wer den gebruikt. „Het heeft alle maal aardig wat gekost, maar het is z'n geld waard", slelt "Hoppenbrouwer ter plekke vast. „Het is leuk dat zo'n rijke historie is vastgelegd, al dekt de naam van het museum nog niet geheel de lading. Maar dat wil len we in de toekomst onder vangen met wisselende ten toonstellingen over andere le gale vormen van het kansspel, zoals de Hippo Toto, de lotto en de diverse casino-spelen." Verslaving Daarnaast kan het onderzoek van de werkgroep gewoon doorgaan. „Nationaal, maar ook internationaal", aldus Bos toen. „Er moet een vergelijkend onderzoek in Europa van de grond worden getild en een uit wisseling tot stand worden ge bracht. Dat kan volgend jaar worden aangekaart op het con gres dat we dan organiseren. Daar kan ook de psychologie van het kansspel aan de orde komen. Met de verslaving, de kansberekening en de theorie van de mensen die denken dat ze 't systeem hebben om het kansspel te verslaan." Tien tegen een dat dit maar zelden lukt. Er zijn onverbeter lijke optimisten die altijd blij ven hopen op een beter lot (Alle het gelt ran mijnen spaerpot, avontuer ick om een groot lot), er zijn er ook die een laatste kans wagen. Advies van een Leidenaar in een prose uit 1596: ,,lk heb somwijlen inde lote rij e ingeleyt, en ghij, trecker, hebt voor mijn altijd 'niet'geseyt, wilt ghij nu ditmael mede niet seggen, Soe sal ick niet nxeer inde lo- terije inleggen. Het Nederlands Kansspel- museum is vanaf 26 april ge opend van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 16.00 uur. De toegang is gratis. Het museum is gevestigd aan de Paleisstraat 5 in Den Haag. en die rijmpjes geven een mooi inzicht in de volkscultuur. Ie dereen maakte ze. Professoren en studenten maar ook de hoe ren van de Groenhazengracht. De prosen zijn dan ook niet al leen literair interessant, maar ook vanwege de strekking. Soms ageerden ze tegen de godsdienst, soms werden er ve tes in uitgevochten en soms waren ze schunnig." Soms ook speelden ze in op de uitroep 'Niet' die veelvuldig te venvachten viel nu er 731 prijzen waren op een totaal van 281.232 loten. Reynier Casen- broot doet vraghen, wat de tree- kers in haer broeck draghen. Werkgroep Hoe dan ook, via die prosen, het onderzoek naar de Leidse loterij en het voorbereiden van een lezing kwam Bostoen met een vraag terecht bij de Staats loterij. Daar kwam het contact uit voort dat leidde tot de werk groep die de oprichting van het Kansspelmuseum voorbereid de. Behalve Bostoen en De Boer voor de wetenschappelijke be geleiding, maken ook vertegen woordigers van de SENS ('voor de financien en de locatie') en het Belastingmuseum ('voor het museumgedeelte') daarvan deel uit. „Omdat wij al een keer een expositie over de Staatsloterij hadden gehad. En omdat we zelf ook al het een en ander in bezit hadden", aldus Loes Peeperkorn. Het hoofd van het Belastingmuseum in Rotterdam is enthousiast over de samen werking in de werkgroep. „Uniek in de wereld, voorzover wij weten." Ze wil er heel wat onder verwedden dat het nieu we museum een trekpleister wordt. „Toeristisch ligt het op een prachtige locatie, en het onderwerp spreekt aan." Bovendien is aardig materiaal bijeengebracht via particulie ren, uit collecties van andere musea en via toeval. Dat was de Staatsloterij gunstig gezind bij het vullen van de zeventiende eeuwse prijzenkast. Voorwer pen van zilver die in die tijd werden verloot, waren uiter aard schaars. „En als we repli ca's wilden laten maken, zou Detailopname van de maquette van de Leidse binnenstad omstreeks 1596. Óp een podium in de Breestraat (tegenover de nu verdwenen Pensmarkt), wordt de trekking verricht van de Leidse loterij. foto pr dat bijna net zo duur geworden zijn", aldus Loes Peeperkorn. „Maar zomaar ineens meldde zich bij ons de zilverhandelaar Aardewerk uit Den Haag, die in zijn particuliere collectie voor werpen had uit die tijd en die ook beschikbaar stelde. Een lot uit de loterij beseffen ze bij de SENS, dat voor het on derzoek naar de historie volle dig kon leunen op de vertegen woordigers van de Leidse uni- versteit. Stagiares van Bostoen en De Boer inventariseerden wat er nog aan 'oude' voorwer pen beschikbaar was in archie ven, musea en veilinghuizen. Ze stelden een boekje samen ('Daar compt de Lotery met trommels en trompetten') over loterijen in de Nederlanden tot 1726, het jaar waarin de staat sloterij als Generaliteitsloterij begon. En ze schreven het sce nario voor de videofilm waar mee de rondleiding begint. „En eigenlijk moet nu ook nog deel twee van het boekje óver de ge schiedenis van 1726 tot nu wor den geschreven", zegt Bostoen. Romeinen Het eerste deel voert terug naar de oorsprong van de loterijen die bij Romeinse keizers begon nen zouden zijn. Op feestdagen strooiden ze lotbriefjes uit over het publiek, dat de daarop ver melde prijs (graan, olie, geld) kon afhalen. Ook hofbezoekers kregen zulke lotbriefjes cadeau tijdens feesten, waarop de kei zer om zichzelf te amuseren een grote variatie aan prijzen liet invullen. De ene gast kon op die manier weggaan met 100 paarden, de ander werd ei genaar van 100 vliegen. Eeuwen later, in de vijftiende eeuwse stadstaten Venetië en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 15