Parlement moet FIOD beter controleren Verliezen is het risico van dit vak' Binnenland AG Man zonder dubbele bodem -ÜDAG 22 APRIL 1994 ze nu Van der Valk heten of ene )A 4o B. in de familie hebben, wie de (ruk wekt dat hij de belasting angotje ncht kan rekenen op FIOD- poek. Steeds vaker komt die Iinst in beeld. Maar wat is dat nu, FIOD? Een soort Excalibur, :htvaardig zwaard van de nderrthische koning Arthur? Of een ikeleld ra, negenkoppig monster dat ING pen door de halfgod Heracles kon irden verslagen? Tijd om de LEEI\lans op te maken. zaak loler en miljard achtergehouden gul- dens wist de FIOD vorig jaar als- f nog boven water te halen. Met )0 fraudezaken ging de dienst aan de slag. leidde slechts tot 258 strafprocessen met veroordelingen en 34 vrijspraken. Want ste zaken werden uiteindelijk door de e' belastingdienst afgedaan: door het ran belastingschuld en het opleggen boetes. e 1 miljard is pover in het licht van het rte circuit in Nederland: schattingen lo- uiteen van 12 tot 100 miljard gulden per En 224 veroordeelde fraudeurs is ook zo veel voor wie weet dat de belastifi- ftnheden vorig jaar 1.700 fraudezaken aan- f ldden. Dit jaar moeten meer zaken voor de rechter worden gebracht: 452. Officieel is dat het minimum. Maar in feite meteen het maximum. Rechters en openbare aanklagers kunnen meer zaken niet aan. Nog steeds geldt dus wat de Algemene Re kenkamer in 1992 constateerde: de minister van justitie doet te weinig aan uitbreiding van rechtelijke macht en openbaar ministe rie. Verder achtte de Rekenkamer ook de FIOD-capaciteit om zaken aan te brengen te beperkt. Kan de dienst inmiddels meer aan? „Ik denk het niet", aldus FIOD-hoofd mr.drs. JAM van Blijswijk. Toch is vorig jaar op landelijk niveau be sloten dat fraudezaken eerder dan in het ver leden voor strafvervolging in aanmerking ko men. Voor bedrijven is de grens verlaagd naar 25.000 gulden nadeel voor de fiscus, voor particulieren naar 12.000 gulden. Dat le vert extra veel zaken op die zich lenen voor een proces voor de strafrechter. De Amsterdamse fraude-officier van justi tie mr. J. Wortel constateert fijntjes dat de richtlijn is aangescherpt, maar dat het open baar ministerie geen gereedschap heeft ge kregen om de doelstelling te verwezenlijken. „Wil men dat we die toch halen, dan zullen degenen die over het geld gaan ons de mid delen moeten geven", zegt hij met het oog gericht op Den Haag. Wintersport Kritiek op de FIOD komt veelal van gespecia liseerde advocaten. Ze noemen voorbeelden van mensen die ten onrechte of te lang ach ter de tralies hebben gezeten. Mr. S.V. Lange- veld ergert zich met name aan de verhoren. „De FIOD-mensen vertellen keurig: u hoeft niets te zeggen. Maar ze laten iemand bij voorbeeld eerst ruim twee uur in een cel zit ten. Al die tijd gebeurt er niks. Dan komt in eens een vriendelijke FIOD-beambte. In zo'n situatie gaat iedereen, behalve geharde cri minelen, praten". „Of ze zeggen: u wil volgende week op wintersport? Tja, dat wordt moeilijk. Het kan wel, maar dan willen we eerst een paar din gen weten". Dat is druk die volgens de wet niet op een verdachte mag worden uitgeoe fend. Volgens prof.mr. M. Wladimiroff komt het ook voor dat de FIOD een verdachte voor spiegelt dat hem een proces kan worden be spaard als hij maar informatie levert na men van andere fraudeurs bijvoorbeeld. FIOD-hoofd Van Blijswijk reageert op der gelijke aantijgingen volgens een vast patroon. Hij zegt dat hij dit of dat concrete voorbeeld niet kent. Verldaart dat de geschilderde gang van zaken hem onwaarschijnlijk voorkomt. Zegt dat hij natuurlijk niet zeker weet of het nooit gebeurt. Stelt dat het niet mag gebeu ren. En besluit: „Als een advocaat vindt dat de FIOD onjuist handelt, moet die advocaat dat uitspelen in een rechtzaak. Maar kenne lijk is er niet zo vreselijk veel dat uitgespeeld kan worden". Toch wel. Mr. Langeveld: „Als vrij duidelijk onfatsoenlijk is gehandeld, wijd ik daar wel eens een deel van mijn pleidooi aan. Soms helpt dat. Soms kun je het aan de strafmaat merken en in een heel duidelijk geval is wel eens vrij spraak gevolgd Bang Het onderzoek van deze krant heeft tal van voorbeelden opgeleverd die aangeven waar om zo weinig wordt geklaagd: mensen zijn bang dat een klacht als een boemerang werkt. Van Blijswijk kan zich dat vanachter zijn bureau niet voorstellen, maar wie het land intrekt ontdekt de realiteit. Er heerst angst, weet ook WD-kamerlid Van Rey. Vanuit zijn Limburgse achterban krijgt hij drie tot vier klachten per jaar over de FIOD. Om later van de klagers vaak te horen: stop maar, ik wil niet nog meer gedonder. Bij zijn opsporingsactiviteiten telt de op brengst in guldens voor de FIOD zwaar. Mr. S.C. de Lange, advocaat in Amsterdam: „Het gaat de FIOD niet alleen om de strafzaak zelf. Het gaat ook om de kwartjes. Daar heeft de overheid direct belang bij". Ter vergelijking wijst hij erop wat er ge beurt als iemand van verkrachting wordt ver dacht. De overheid heeft er belang bij dat die verdachte voor de rechter komt. De wet moet immers worden gehandhaafd. Maar bij ver oordeling of vrijspraak voor die verdachte heeft de overheid geen direct belang. Bij FIOD-zaken ligt dat anders. Als de FIOD ie mand aan de paal kan nagelen, is het kassa voor de overheid. Dat is een factor die de FIOD aanzet tot grote felheid, wat kan leiden tot doordraven. Daarbij komt, zegt mr. Wladimiroff, dat het hogere kader van de FIOD bestaat uit belas tingspecialisten. Die zijn in het strafrecht minder sterk. Er zijn „nog geen idiote dingen gebeurd", maar Wladimiroff vindt het toch vreemd dat de opsporingspoten van de FIOD voor het bewaken van de normen drijven op de teamleiders. Die zijn zo verbonden met de zaken waaraan hun teams werken dat ze niet meer koel kunnen bekijken of alles wel vol gens de regels verloopt. Macht „Geen enkele organisatie kan vrij zijn van misbruik van de eigen macht" zegt mr. Lan- OPBRENGST VAN DE FIOD VOOR DE SCHATKIST Opbrengsten via de douane recherche x 1 miljoen gulden l1 opbrengst aan belastinggelden I I opbrengst via strafrechter (boetes) 89 86 1989 1990 1991 1992 1993 Opbrengsten via de fiscale recherche x 1 miljoen gulden geveld. Zijn Utrechtse collega mr. Verbunt: „Dat de FIOD grote bevoegdheden heeft, hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. De controle daarop is het echte probleem. En je ziet dat die de neiging heeft minder te wor den". Ziedaar inderdaad het cruciale probleem. Van Blij$wijk vindt dat zijn FIOD zichzelf in het rechte spoor moet houden. Maar dat is wat veel gevraagd. De FIOD-beambten jagen enthousiast op fraudeurs en in de hitte van de strijd gaan ze dan wel eens te ver. Er moet dus buiten de FIOD een instantie zijn die in de gaten houdt of deze overheidsdienst zich netjes gedraagt. Dat roept de vraag op: hoe zit het met de controle door het parlement? Van de ondervraagde Tweede-Kamerleden gelooft Vreugdenhil (CDA) nog het heiligst in het onbezoedelde FIOD-blazoen. Vermeend (PvdA) zegt dat de FIOD nooit lichtvaardig te werk gaat althans: „wij horen geen klach ten". Maar kennelijk voelt hij toch wat nattig heid. Daarom oppert hij de benoeming van een speciale procureur-generaal (openbare aanklager) die zou moeten worden belast met fraudebestrijding. Zo'n super-expert kan een dienst als de FIOD veel beter tegenspel bieden dan de meeste fraude officieren van justitie nu kunnen. Vermeend wil zo'n functionaris laten wer ken onder directe verantwoordelijkheid van de ministers die het meest met fraudebestrij ding van doen hebben: die van Financiën, van Justitie en van Algemene Zaken (de pre mier). Doordat een fraude-procureur direct onder het kabinet opereert, heeft het parle ment ook greep op zijn handel en wandel. D66-kamerlid Ybema voelt daar wel voor. Bovendien zegt hij ronduit dat de kamer commissie die zich ISMO noemt (M staat voor misbruik, O voor oneigenlijk gebruik fraude dus), zeer slecht draait. Er is een nieu we start nodig, aldus Ybema. Na de verkie zingen zou de ISMO-commissie kunnen wor den ondergebracht bij de kamercommissie voor financiën. „Dan kan de controle op het fraudebeleid een zwaarder accent krijgen. In het verlengde daarvan moet ook de FIOD worden gecontroleerd", aldus Ybema. WD'er Van Rey meent dat de onderste re gionen van de FIOD te weinig rekening hou den met de schade die ze mensen kunnen toebrengen. En dat ze daartoe de kans krij gen omdat ze onvoldoende worden gecon troleerd. Ook de politiek, aldus de WD'er, is tot nu toe niet in staat gebleken een goede controle uit te oefenen. Liggen er op dit punt meer controle op fraudebestrijding in het algemeen en op de FIOD in het bijzonder kiemen voor een gelegenheidscoalitie van PvdA, D66 en WD? Dat zou mooi zijn. Want ook bij doortasten de fraudebestrijding behoren, anders dan nu nogal eens het geval is, in een rechtsstaat de rechten van verdachten ten volle te worden gewaarborgd. Niet alleen in de wetgeving. Ook in de alledaagse praktijk. Dit is de laatste aflevering van een zesdelige serie over de FIOD. Eerdere afleveringen verschenen op 16, 18, 19, 20 en 21 april. De artikelen werden geschreven door Louis Burgers, Henk van Ess, Ronald Frisart en Raymond Peil. onkere wolken boven EIco Brinkmans hoofd: .SM/V 'g- Ldin^s ërin •RSWOLDE WILFRED SCHOLTEN ben alleen maar zenuwach- over het eindexamen n twee kinderen". Elco nkman laat niets merken van anning over de verkiezin guitslag. Terwijl zijn partij af te stevenen op een ne- rlaag zonder weerga roert de )laagde lijsttrekker rustig in thee. Ook de kritiek op zijn loon lijkt hem nauwelijks te roeren. „Ik heb al zo vaak op vrij, )69. In 't Familiehotel in het Gro- ïgse Paterswolde schuift het )A-campagneteam aan het tbijt. Ondanks het overvolle )gramma oogt Brinkman nog De helft van de Brinkman nee, de bustocht kriskras Nederland, zit erop. En de )A-lijsttrekker geniet ervan. ,Ik heb het altijd al heerlijk randen om door het land te Als minister deed'ik dat k al. Mensen ontmoeten, eren wat er leeft. Boven- i, al dat papier in Den Haag teert me vaak. Daar ben ik even van af." Maar hoe moet het dan straks premier met al die dikke (ssiers in het Torentje? Brink- laar daar heb ik erva- ig genoeg in. Als medewerker toentertijd De Gaay Fort- (minister van binnenland zaken van 1977 tot 1981, heb ik handigheid gekre- i het snel doornemen van stukken." 'oevallig is deze oud-be- dsman degene die onlangs 'se kritiek uitte op het sociale zicht van het CDA. Wat vindt ïrling Brinkman daarvan? aar zoals over veel zaken deze htend zal Brinkman ook hier- inhoudelijk ingaan. „Ie- reen heeft recht op zijn eigen ■ning", klinkt het minzaam, heb altijd heel goed geluis- d naar mijn oude bazen, tar als je zelf 46 jaar gewor- in bent, heb je een eigen me ng gevormd." Over kritiek van 'oude bazen' sproken: ook premier Lub- irs moest hem vorige week :bben. Voor de televisie liet hij ten zijn opvolger nooit als ndidaat-premier te hebben ngewezen. En PvdA-leider geen slechtere minis- -president zijn dan Brink- an. Brinkman reageerde krib- g dat Lubbers blijkbaar moei- had met afscheid nemen. Het laatste woord hierover is zegd", aldus Brinkman, „Er is n verschil van mening tus- i de heer Lubbers en mij. Het i toch wel heel raar zijn als ibbers en Brinkman denken et een onderlinge ruzie de irtij een goede dienst te bewij- Dan moet je wel een gaatje Lijsttrekker Brinkman stuit in Assen op actievoerders in je hoofd hebben. Bij mijn we ten is dat laatste niet het geval." De onthechting van het Haagse die zich bij Brinkman lijkt te voltrekken, blijkt ook uit zijn blijvend optimisme over een goede verkiezingsuitslag voor het CDA. Amper anderhal ve week voor de fatale 3 mei doet Brinkman alsof er geen opiniepeilingen zijn. Op welk wonder hoopt hij, zodat de uit slag nog enigzins zal meevallen? „Verliezen is het risico van het vak", antwoordt Brinkman luchtigjes. „Net als bij een debat in de Tweede Kamer kun je niet voorspellen wat de uitkomst zal zijn. Goed, ik geef toe: het debat kun je nog regisseren. De ver kiezingen hebben iets onbe heersbaars, zeker omdat er 40 procent zwevende kiezers zijn." Dat Brinkman ondanks zijn onverstoorbaarheid toch wel wat nerveus wordt over de ver kiezingsuitslag, bleek op een bijeenkomst in Assen. Daar waarschuwde hij voor instabili teit als een verzwakt CDA bui ten het kabinet zou vallen. Is dat de voornaamste bijdrage van 70 jaar christendemocrati sche macht geweest: stabiliteit in het bestuur? Brinkman: „De verschillen tussen PvdA, VVD en D66 zijn fors. Dat geeft per definitie een spanning rond de bestuurstafel. Daarnaast zorgt het CDA voor een redelijk evenwicht tussen de verschillende belangen. Als partij kiezen we niet voor de ene of de andere kant. Het CDA is een christendemocratische partij die in het beleid probeert het midden te houden. Behalve bij zaken waar we zeer aan hechten. Zoals kwesties die te maken hebben met de bescher ming van het begin en het einde van het leven. En als het gaat om de opvoeding van kinderen naar eigen snit." - Veel CDA'ers missen de invul ling van de C in de dagelijkse politiek. „Dat verwijt doet me echt pijn, omdat geen van de andere par tijen, behalve de drie protes tants-christelijke, een spatje christelijke overtuiging laat ho ren of zien. We willen echter niet alleen op het getuigen- bankje blijven zitten, maar ook veran t wo o rd el i jkh e i d d ragen Terwijl zijn collega-lijsttrek kers al voorzichtig coalities aan het smeden zijn, houdt Brink man zich op de vlakte. Behalve de waarschuwing tegen een paarse coalitie zonder CDA, wil hij niets kwijt over voor- en af keuren. „Eerst moet er gestemd worden. Wij zijn de afgelopen vier jaar aan het woord geweest. Nu is de kiezer aan de beurt." Toch wil Brinkman wel wat kwijt over de veranderende rol van zijn partij in het kabinets formatie-spel. PvdA-leider Kok heeft al aangekondigd met D66 een progressieve meerderheid te willen vormen. WD of CDA mogen dan aanschuiven. Ook WD-lijsttrekker Bolkestein heeft D66 omarmd als coalitie partner. Als het aan hem ligt, mogen PvdA of CDA erbij ko men. Gemeenschappelijk in de ze visie is de bijrol van de chris ten-democraten. Een kribbige Brinkman: „Een vreemd gevoel maakt zich van mij meester als ik dit allemaal hoor. Dat spreken over aan schuiven, vind ik verkeerd. Het is niet de manier waarop je el kaar vertrouwen geeft. Bij een kabinetsformatie gaat het im mers om een programvergelij king van partijen. En uiteinde lijk gaat het om de vraag of par tijen elkaar vertrouwen. Het woord aanschuiven heeft iets van onderdanigheid. En dat be valt me niet in deze discussies." - Die verontwaardiging doet wat hypocriet aan. Heeft het CDA niet altijd de rol gespeeld die D66 nu lijkt te gaan spelen. De Democraten lijken zeker te zijn van hun plaats in het kabinet, de rest mag bijschuiven. „Ik weet niet hoe die andere partijen zich altijd hebben ge voeld. De keren dat ik in een ka binet zat, heb ik nooit het ge voel gehad dat anderen door ons onder de duim werden ge houden." Meer wil Brinkman niet kwijt over de komende kabinetsfor matie. Op vragen wat hij gaat doen als Kok premier wordt en of partijgenoot Deetman even tueel premier zou kunnen wor den (wat Deetman zelf niet uit sluit), geeft de CDA-lijsttrekker geen krimp. „Ik ben bezig aan het campagne voeren. Dat moet over de inhoud van het beleid gaan. Al dat gepraat over de poppetjes en de perikelen is zo Haags. Al dat gedoe in de marge leidt zo af. Daar heb ik echt geen zin in." M HAAC, CEES VAN HOORE Alleen zijn mond beweegt. De wangen doen niet mee. De ogen ook niet. Een buiksprekerspop die 's nachts stiekem uit de koffer van zijn baas is gekropen en de wijde wereld in is getrokken. Als hij een moeilijke vraag krijgt, knippert hij een paar keer snel met zijn ogen. Zo geeft hij de magazijnbediende in zijn hoofd even de tijd om het passende antwoord op te zoe ken in het magazijn van zijn geheugen. 'Vlug, vlug, kijk eens in het laatje 'Volksverlakkerij Nee, nou niet meteen weer in de aanval. Elco Brinkman wordt toch al zoveel ge plaagd de laatste tijd. En het nare is dat hij daar zo onbewogen onder lijkt te blijven, in de bibliotheek van de christelijke scho lengemeenschap De Heemgaard in Apel doorn is er in elk geval geen spoor van zorg of frustratie te zien op zijn gezicht. Hij is goed geschoren. Wel even wat anders dan Lubbers, op wiens kaken altijd dat ar moedige ijzervijlsel waarneembaar is. Elco is gestoken in een grijs maatpak. Het overslag-colbert geeft hem een waardig heid die hij niet van nature bezit. Als hij het colbert openknoopt, valt op dat hij geen broeksriem draagt. Heeft iets onafs, want die lusjes zitten er toch niet voor niks. Ja, ja. De kiezers vertellen dat ze de buikriem moeten aanhalen maar zelf lie ver geen buikriem dragen. Elco's zwarte gaatjesschoenen zijn een beetje gebarsten op de neuzen. Staat sjiek. Degelijk. Maar waarom toch altijd van die gaatjesschoenen? Waarom toch altijd dat braille van de poeha? Goed gepoetst zijn die zwarte schoenen. De glans ervan doet denken aan het gladde verendek van een kraai. Ja, Elco is vroeger een kraai geweest. Geroutineerd beantwoordt hij de kritische vragen van leerlingen. Bij de meisjes valt hij niet slecht. Ze beginnen hevig te blozen als hij het woord tot hen richt. Ze wenden hun blik af, kijken naar Elco's welverzorg de handen, handen waarmee hij opvallend veel gebaart. Hoekige bewegingen maakt hij ermee. Elk probleem reduceert hij tot een handig blokje dat meteen het haard vuur van de vergetelheid in kan. Af en toe, als om iets van kwetsbaarheid te tonen, wendt hij de handpalmen naar boven. Zoals een priester bij de consecratie. 'O. Heer Lubbers, in Uw handen beveel ik mijn geest.' In de grote aula van de school wil Elco de jongens en meisjes nog wel even toespre ken. „Zoëven vroeg een journalist aan me: TVat moet u nu met die jeugd? Daar heeft u toch niks aan? Die leveren u toch geen op.' Maar de jeugd, jullie dus, zijn de kiezers van morgen.' Morgen wordt uitgesproken als morrregen. Morrregen, zorrregen. Altijd weer die opvallende r's. Ze ratelen door elk betoog heen. Als de scha kels van een ketting waarmee Elco vastzit aan zijn gereformeerde verleden. Als hij klaar is met zijn praatje, zet hij een folder tje van het CDA neer op het katheder. Het valt, het dwarrelt naar beneden. Een foutje in de regie. Omstuwd door voorlichtingsmensen en plaatselijke CDA-bonzen trekt Elco naar het Apeldoornse winkelcentrum De Ege lantier. Er is markt. Elco aait een klein jon getje dat bij zijn moeder voorop de fiets zit over zijn haar, hij legt zijn hand losjes op de arm van een Indische man, hij maakt een praatje met de plaatselijke rijwielhan delaar over winkelsluitingstijden en hij zet een handtekening op een kaartje dat hem door een knap, blond meisje wordt voor gehouden. „Ik vind hem best een lekker stuk", zegt het meisje even later. „Ik zou best een avond met hem uit willen." In de verkiezingstijd is de politicus een al lemansvriend. Zo ook Elco. Voor iedereen een willig oor en een glimlach zo dun als een vloeitje. Ernstige, ernstige Elco. Wan neer komen er eens wat scheurtjes in je buitenkant, wanneer breek je eens uit in een hartelijke lach, wanneer durf je eens tegen Lubbers te zeggen: 'Brutus, ook Gij?' Nooit zal dat gebeuren. Volgens collega en kamerlid Mateman althans. „Elco is niet echt adrem, niet echt humoristisch", zegt hij na enig nadenken. „Laatst, in de fractie, zei ik: 'Hebben we al een ansicht van Elco uit de provincie ontvangen?'. Lachen ge blazen." Elco is niet zo'n lachebek. Hij is uiterst serieus. Maar wel beminnelijk. Geen kapsones, voelt zich een gelijke on der gelijken. Hij doet me denken aan oud minister-president Piet de Jong. Net als bij hem zit er onder Elco's vriendelijkheid iets onwrikbaars. Elco is zoals je hem ziet, zoals hij zich toont. Journalisten denken dat het bij hem meer presentatie is dan boodschap. Maar hij hecht zelf juist erg weinig aan die presentatie. Dat is zijn tra giek. Daarom moeten ze hem de laatste tijd zo hebben. De journalistiek wil een dubbele bodem. Maar die is er niet. Elco is een man van de plicht. Zijn emoties houdt hij voor zichzelf, beschouwt hij als een pri- vé-aangelegenheid. Elco is streng voor zichzelf. Een uiterst sober man. Een man van een broodje kaas, net als Lubbers." Dit is het eerste deel van een serie van vier profielen waarin de lijsttrekkers van CDA, PvdA, WD en D66 op een speelse wijze worden neergezet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 5