'Piet
heeft
een
prettig
karakter'
"71
i
T7
Omstreden gebedszondag voor homo's
Hef varken als huisdier
Het is het kunstje van de middag. Uitgevoerd door een reusach tig varken
van 250 kilo. „Ga'szitten Pippa", zegt eigenaresse Violette Sanders tegen
het dier, terwijl ze een sti ikje brood omhoog houdt. En dan in het eigen
taaltje van de dierenliefhebber: „Mooi zit.Pippa knort, kijkt haar bazin
hoopvol aan en vlijt haar imposante achterwerk in het stro. Het handjevol
aanwezigen in het schuurtje is zichtbaar geroerd, maar klapt niet. Een
varken dat op commando gaat zitten is toch heel gewoon?
Verslag van een opmerkelijke dag in het Groningse Blijham.
HERMAN JO'USTRA»
en varken tussen de bijzettafeltjes
I m en begonia's. Op de bank, of knor-
ffii dr rend voor een kacheltje. In Ameri
ka kijkt niemand er meer van op, maar in
Nederlaind is het nog zeker geen alledaags
verschijnsel. Toch houden steeds meer men
sen een varken als huisdier.
Violette Sanders heeft rond haar villa in
Blijham vier varkens lopen, in drie soorten en
maten. Parelen Emma, twee Göttingermini
atuurzwijntjes, Wamba (een kruising van
zo'n miiniatuurzwijn, een hangbuikzwijntje
en een Franse varkenssoort) en Pippa, een
kolosscde Hampshire. „Varkens zijn slim,
trouw en leuk eigenwijs", zegt Sanders. Parel
onderstreept dat vervolgens door geruisloos
en snel een oliebol uit het schaaltje te grissen
dat in de huiskamer op de salontafel staat.
Bedoeld voor de gasten die die dag naar het
Groniitgse dorp zijn gekomen. Maar die heb
ben meer oog voor eikaars plakboeken dan
voor de schaal. Ze knorren bijna van tevre
denheid, want zo veel mooie foto's van var
kens lh ebben ze nog nooit bij elkaar gezien.
De bez oekers gaan compleet op in al die ver
halen. die er worden verteld over de borstelri
ge huisvrienden. En ze luisteren aandachtig
naar het betoog van Sanders.
De Groningse heeft al die liefhebbers voor
al uitgenodigd om haar plannen uit de doe
ken te doen. Ideeën over een heus informa
tiecentrum waar iedereen terecht kan met
vragen over varkens. Ze heeft een naam op
gebouwd als varkensdeskundige, maar haar
hobby is haar boven het hoofd gegroeid,
klaagt ze. „Ik word nu werkelijk overstelpt
met vragen. Ik kan het echt niet meer alleen
af."
Informatiecentrum
Sanders sloot een paar maanden geleden
zelfs 't Swieneparredies, haar eigen kleine
huiskamermuseum over varkens. „Dat mu
seum was bedoeld als aardigheidje, maar ik
werd er op het laatst echt gek van. Hele fami
lies kwamen opdraven om een kijkje te ne
men. Er stonden zelfs mensen op de stoep
uit Berlijn en München. En 's ochtends aan
het ontbijt kreeg ik al telefoontjes uit Zwitser
land."
Ze wil nu een informatiecentrum op poten
zetten waar iedereen met vragen over var
kens terecht kan. „Veel uitgebreider dan mijn
museumpje. Het moet een plaats worden
waar mensen alles kunnen zien, horen, lezen,
bestellen en kopen wat met varkens heeft te
maken. Er moet een museum komen, maar
ook een expositieruimte voor kunstenaars
die iets met varkens doen. En een biblio
theek."
Dat alles mogelijk gegoten in stichtings
vorm, oppert Sanders. Daarom zoekt ze var
kensliefhebbers die geïnteresseerd zijn in een
bestuursfunctie, of die op een andere manier
hun medewerking willen verlenen. En mis
schien komt er wel een blad voor varkenslief
hebbers, vertelt ze enthousiast. „Die mensen
willen elkaar natuurlijk ook leren kennen. En
ervaringen uitwisselen." Ach, Sanders weet
nog niet precies wat ze wil. „Maar ik weet wel
dat alle activiteiten zakelijk goed geregeld
moeten worden. Ik was eerst nog niet toe aan
business, maar het is nu nodig. Ik word be
laagd door mensen die van alles van me wil
len. Anderen gebruiken mijn naam zonder
mijn medeweten. Ze roepen dat ze mij ken
nen als ze varkentjes verkopen. In Duitsland
wordt varkensbier verkocht, met een etiket
waarop mijn naam staat. Er zijn varkenska
lenders op de markt waarop ik zonder mijn
medeweten word genoemd. Dat is helemaal
niet mijn bedoeling. Het enige wat flc wil is
een positiever imago voor het varken. En ik
wil goede voorlichting geven aan mensen die
een varken willen kopen om als huisdier te
houden."
Opvoeding
Selma Linschooten wil best haar medewer
king verlenen, in welke vorm dan ook. Daar
om is ze in Blijham. Tevens om antwoord te
krijgen op haar vragen. De Leidse heeft sinds
kort een hangbuikzwijntje: Piet. Een diertje
met 'een prettig, opgeruimd karakter', zoals
ze zelf zegt. Maar hoe ze Piet precies dient op
te voeden weet ze niet. „Een varken is na
tuurlijk wat anders dan een hond of een kat.
Ik heb alle boekhandels afgelopen en ver
schillende instanties gebeld. Maar er was
nergens een boek over varkens te vinden. En
niemand wist goed hoe je ze moet opvoeden.
In detail dan, want ik heb hem natuurlijk niet
zomaar in huis gehaald. Voor ik dat deed,
wilde ik antwoord op een paar vragen: mag
het, en doe ik het beestje er een plezier mee?
Het mocht, al moest het dier wel bij de re
gionale Gezondheidsdienst voor Dieren wor
den geregistreerd. En ze deed het varkentje
er ook een plezier mee, zo lieten de mensen
van verschillende kinderboerderijen weten.
Want een varken is een sociaal dier dat erg is
gesteld op gezelschap. „Dat klopt ook wel,
want Piet klimt graag op schoot", zegt Selma.
„De vraag is alleen: hoe krijg ik hem zinde
lijk? Want een varken heet van nature dan
wel heel zindelijk en schoon te zijn, maar in
de tuin pist en poept hij overal; behalve in de
buurt van zijn hokken. In huis gaat het wèl
goed. Daar doet-ie z'n behoefte niet meer.
Hij loopt naar de keukendeur als hij nodig
moet."
Niemand die haar precies kan vertellen
hoe te handelen. Want elk varken is weer ver
schillend. Een bijkomend probleem is dat
straffen averechts werkt bij een varken, zo
hoort ze. Normaal gesproken zoekt elk var
ken uiteindelijk zijn eigen 'poephoek'. Lin
schooten moet dus haar geduld bewaren bij
de opvoeding.
„Je hebt heel brutale varkens, zogeheten
alfa-varkens, die kun je wat pittiger aanpak
ken", orakelt Sanders. „Maar normaal ge
sproken is goed gedrag belonen en verkeerd
gedrag negeren dé manier. Als het dier stil en
rustig is, geef dan wat lekkers. En: vies naar
ze kijken als ze ongehoorzaam zijn. Dan rea
geren ze, want varkens willen het gezellig
hebben. En als je toch straft, moet het hard
handig. Met een tik op de zijkant van de
neus. Zo werkt dat ook in de natuur."
En zo zijn er meer wetenswaardigheden.
Til een varken nooit op, is bijvoorbeeld een
ongeschreven wet die elke varkensliefhebber
zou moeten kennen. „Optillen is het meest
onnatuurlijke wat je kunt doen", verklaart
Sanders. „Zo beroof je het varken van zijn
pootjes. Die zijn van levensbelang. In de vrije
natuur moet hij zijn leven kunnen redden op
vier pootjes." Het gezicht van Selma Lin
schooten klaart op. Vandaar dus dat het klei
ne hangbuikzwijntje het uitschreeuwde, op
die kinderboerderij in Warmond, toen ze
hem optilde om te knuffelen. „Echt oorver
dovend."
De familie Frenkcen uit Leidschendam kan
daarover meepraten. Hun hangbuikzwijntje
schreeuwde aanvankelijk dat het een aard
had. „Maar inmiddels niet meer, hoor. Ze
weet nu wat ze wel en niet mag. Ze is veel ge-
zeglijker." Net als haar broertje Karbo, van de
familie Van Roon uit Tweede Exloërmond in
Drenthe, dat zich inmiddels ook een aange
naam huisgenoot toont. Alleen de honden
Bassets) moeten uit de buurt worden gehou
den. Niet omdat het varken zo agressief is,
maar omdat hun honden graag in varkens
oren happen.
De familie Schurink uit Winterswijk ver
haalt enthousiast over hun ervaringen met
zeven Göttinger miniatuurzwijntjes. Zo heeft
elke bezoekers wel een ervaring. En Sanders,
dankbaar voor alle aangeboden hulp, strooit
kwistig met nuttige tips: „Hangbuiken zijn
van nature nogal lui. Je moet ze heel weinig
voer geven en goed in beweging houden. Dat
is goed voor de beenstand. Ik heb wel eens
mensen aan de telefoon die klagen over een
kreupel varken. Te veel gevoerd en te weinig
beweging gegeven. Vooral de achterpootjes
gaan dan vreemd staan."
'Lief en slim'
Selma Linschooten hoort het tevreden aan.
Dat ze Piet af en toe meeneemt voor een
wandeling in het Ankerpark bij de Leidse
meelfabriek is dus helemaal niet zo'n slecht
idee. Zijn beenstand is dan ook dik in orde. al
lachen toevallige voorbijgangers zich een
kriek als ze het diertje voorbij zien schuifelen.
„Ach, vooroordelen", zegt Linschooten. „Een
varken is dom en vies, denkt men. De men
sen weten nog steeds niet hoe lief een varken
kan zijn. En hoe slim. Want met een beetje
geduld kun je het dier echt uitstekend opvoe
den. Je moet alleen weten hoe. Wat dat be
treft ben ik echt een hoop wijzer geworden."
Piet trouwens ook, zo blijkt thuis. Hij kan
inmiddels zelfstandig keukenkastjes openen.
Vooral die waarachter zich etenswaren be
vinden.
BERT POL
Jl ohan van de Sluis bieeft het niet
I over het bekeren van homo's. Hij
f spreekt liever over verandering.
e dan ook, hij krijgt eeni golf aan kri
tiek over zich heen van de kerkelijke en
niet-kerkelijke homobewegingen, nu hij
heeft opgeroepen om op zondag 12 juni,
die voorafgaat aan de Roz:e Week, in de
kerken te bidden voor die homo's. In
Amerika is zo'n gebeds- en vastendag al
jarenlang traditie.
Van de Sluis noemt homoseksualiteit
geen geaardheid, maar eem gerichtheid
waarin men kan veranderen om „bevrijd
celibatair of heteroseksueel te leven." Hij
gaat nog een stap verder. „Voor een aan
tal van hen die die verandering ook wil
len ondergaan is het zelfs mogelijk om te
kunnen trouwen, omdat die homofiele
gevoelens dan verbleekt z.ijn, verdwenen
zijn. Het is natuurlijk nie t zo dat je een
knop omdraait en zegt: nu. ben ik anders.
Nee, dat is een proces." Vun de Sluis zegt
er zelf een voorbeeld van te zijn.
Hij is projectleider van het bureau
Evangelische Hulp aem Homofielen
(EHAH) in Amsterdam, een onderdeel
van de vereniging Tot Heil des Volks, die
met tal van activiteiten op evangelische
basis in de hoofdstad bezig is. Zolang zijn
bureau bestaat, zolang wordt het ook al
in den lande gehekeld. „In al die jaren
dat wij hulp verlenen, bespeur ik zelfs
een grote agressie tegen ons werk. Men
wil namelijk niet horen dat de weg naar
verandering voor sommige mensen mo
gelijk is."
Johan van de Sluis, van christelijk gere
formeerde huize, is homofiel geweest. Nu
is hij al meer dan twintig jaar getrouwd.
Over zijn veranderde leven schreef hij het
boekje Ik ben niet meer zo. „Men zegt
nog steeds van mij: 'Je bent nooit homo
fiel geweest, of je bent het nog', maar er
kennen dat ik heteroseksueel geworden
ben, wil men niet." Dat heeft volgens
Van de Sluis te maken met de homofiele
mens zelf, die gekozen heeft voor die weg
in zijn leven waarop een zeker geluk mo
gelijk is. „Dat bestrijd ik ook niet, maar
het geluk is wel beperkt."
Hoe bedoelt u? „Ik ben nu 56 jaar, van
mijn 15de tot aan mijn 28ste heb ik als
homofiel geleefd. Ik zeg niet dat ik toen
ongelukkig was. Eerst had ik wisselende
contacten, later kreeg ik een vriend. Toen
heb ik zelf ervaren dat een zekere mate
van geluk mogelijk is. Ik ben ook niet ge
stopt omdat ik niet gelukkig was, maar ik
kon die levenswijze niet combineren met
mijn geloof. Maar als ik mijn leven als
hetero nu vergelijk met mijn homo-zijn,
vind ik dat ik nu meer ontplooid leef."
Meer ontplooiing? „Ja, je vult als homo
alleen maar je mannelijkheid aan met
wat je in die ander zoekt. Nu ik heteroge-
voelens heb voel ik werkelijk aan hoe ik
geschapen ben, zoals dat vanuit de
scheppingsorde ook is gebeurd. Ik denk
dat iedere homofiel in principe hetero
seksueel geschapen is." Na zijn 28ste
leefde hij enkele jaren celibatair. „Ik
maakte een veranderingsproces mee.
Heel langzaam ontdekte ik dat ik oog
kreeg voor een vrouw, wat vroeger abso
luut niet was. Ik had er voor gebeden. Ik
wilde ook alleen maar trouwen als ik
werkelijk veranderd was. Vanaf die tijd
ken ik ook heteroseksuele gevoelens. Ik
heb ervaren dat ik tot grotere ontplooiing
ben gekomen. De maatstaf om te stop
pen was voor mij dus niet of ik wel of niet
gelukkig was, de maatstaf voor mij was
dat Gods woord mij die weg niet wees.
De bijbel zegt dat het niet kan en dat het
ook niet mag."
Johan van de Sluis vond in zijn homoja
ren dat hij geen vrede met God had. Ook,
dat de bijbel hem bleef veroordelen on
danks'hulp van psychiaters, seksuologen
en dominees. Die hielden hem voor: 'Het
is toch ook een vorm van liefde'. Maar
Van de Sluis kon zich daarin niet vinden,
omdat hij het niet uit zijn hoofd kon zet
ten „dat in de bijbel homoseksualiteit als
een tegennatuurlijk gedrag wordt ge
zien." In zijn homojaren voelde hij zich
onrustig en had een schuldgevoel. Vooral
dat laatste was van grote invloed op zijn
leven. „Ik kon het niet combineren met
mijn christelijk geloof."
Zijn initiatief om op zondag 12 juni
een gebeds- en vastendag te houden
voor de 'verandering' van homo's mag
dan niet door de grote protestantse ker
ken worden gesteund, de kleinere refor
matorische kerken en evangelische en
pinkstergemeenten staan er wèl achter.
„Wij hebben nu voor de zondag gekozen,
zodat er in de kerken kan worden gebe
den voor homofielen. Het is een bredere
oproep tot gebed. Niet alleen in ons land
maar ook in andere Europese landen,
waar ook hulpverleningsbureaus voor
homo's gevestigd zijn die op' dezelfde
wijze te werk gaan als wij."
Van de Sluis is de 'gangmaker'. Hij be
gon in 1975, toen hij vier jaar getrouwd
was, met dit werk in de binnenstad van
Amsterdam, dat later navolging kreeg in
enkele Europese landen. „Wij willen onze
boodschap luid naar voren brengen, om
dat onze boodschap geen karikatuur is.
Dat heeft het publiek ervan gemaakt. Wij
willen dat onze werkelijke boodschap ge
hoord wordt. Men zegt altijd dat wij
mensen dwingen, dat ze niet vrijwillig
naar ons bureau komen. Dat is niet zo.
We verlenen hulp vanuit de bijbel, wij
hebben een hele counseling opgezet om
goed hulp te kunnen bieden."
Hoe gebeurt dat? „Op ons bureau doen
wij aan individuele en gespreksbegelei-
ding. Eerst is er een oriëntatiegesprek.
Dan stellen wij voor om tien gesprekken
aan te gaan, meestal één keer per twee
weken. Aansluitend vijf maanden lang
een gespreksgroep met vijf mensen,
mannen en vrouwen. Tijdens de eerste
twee gesprekken nemen we de achter
grond door om te zien waar de oorzaak
zou kunnen liggen van homofiele gevoe
lens. Daarna wordt ingegaan op het om
gaan met jezelf, vriendschap, man
vrouw-rolpatroon."
Als u op zoek bent naar de oorzaak, wat
ontdekt u dan? „De oorzaak is tweeledig.
Homofiele gevoelens worden veroorzaakt
door een ontwikkelingsstoornis, een neu
rose, een facet van je minder waard voe
len in je man of je vrouw zijn. Zeg maar
een minderwaardigheidscomplex. De an
dere oorzaak is de macht van de zonde."
Homofielen die het EHAH-bureau bin
nenstappen voor een 'consult' komen uit
het hele land, zijn doorgaans tussen dev
twintig en dertig jaar oud en praktisch al
lemaal van christelijke huize. De meeste
cliënten zijn mannen. „Ze zeggen niet
verder te kunnen leven in hun eigen kerk.
die stelt tolerant te zijn tegenover homo
fielen." Een enkele keer komt er ook een
niet-christen „om te vragen hoe verande
ring mogelijk is. Maar die begeleid ik ei
genlijk niet. want het gaat bij ons uitein
delijk om mensen die dat veranderings
proces in geloof willen ondergaan."
Uit ervaring weet Johan van de Sluis dat
een kwart van zijn cliënten dat proces
ook ondergaat. Van die 'veranderden'
trouwt een kwart 'na een jaar of wat.'
En wat gebeurt er met de rest? „Er zijn
natuurlijk ook mensen die ter oriëntatie
gewoon willen horen wat wij doen, om
daarna toch de keuze maken als homo
verder te willen leven. Maar ook mensen
die ons hele programma afwerken vallen
terug in homoseksuele contacten zonder
dat ze dat willen. Ons bureau is geen suc
cesstory in die zin, dat de mensen die bij
ons komen niet allemèèl veranderd wor
den."
16 APRIL 199
Selma Linschooten en haar huisvriendje Piet.
FOTO LOEK ZUYDERDUIN