Het vuur in Mark Fleischeuer brandt nog Quoted Trainer bezwijkt voor 'roep van de zee' i Op Zuid-West voelt niemand zich te Tennis ZATERDAG 16 APRIL 1994 Gertjan Minnee is terug in Katwijk De t Y .fNNÏs evgeny Kafelnikov:Hanc „Ik moet nog betemet l leren spelen. Ik je pi raak nog heel veel ballen mettelijk mijn frame.'jen Magnus Gustafsson over Leids Kafelnikov: Jag 1 „Hij is de beste tegen wie ik ji at ooit heb gespeeld en daar z/TJan z ten ook Edberg en Sampras 1 Jeko: tussen. Als er een veelbelovenüng, de speler is die het moet gaan Ie L< maken, is hij het.waar Andre Agassi na zijn eerste (unn wedstrijd sinds maanden: „Ik kon niet ophouden met Ur lachen vanavond.ten Boris Becker over het 'baby-je k sitten': irooi „Meestal doet Barbara het. iorig Gelukkig is Noah Gabriel erg e rustig. Ik neem het over als ik 11 een weekje vrij ben. Becker op de vraag of Noah Gabriel te maken heeft met i Yannick Noah en de engel Gabriel: „Misschien moet dat maar gewoon tussen Barbara en mij blijven:' Stefan Edberg over het va derschap: „Je bent niet meer de num mer een binnen de familie. Goran Ivanisevic in Stuttg art op de vraag wie hij in de halve finale het liefst tegen komt, Stich of Becker: „Geen van beiden. Becker over het dubbelen met zijn landgenoot Mi chael Stich: „De komende maanden zul- j len we wel weer samen spe- j len. We moeten toch trainen i voor de Spelen van '96. Jessica Stich, de vrouw van Michael, als Becker en Stich het centre-court betreden in Stuttgart: „Luister eens, de mensen win-, den zich op. Het is alsof twee gladiatoren de arena betre- i den. Henri Leconte over zijn zoon Maxime, die meegaat op toernee: „Ik vertel hem mijn speel- I schema. Als ik zeg dat ik 's avonds moet spelen, neemt j hij 's middags even een dutje." nog steeds zweert bij Minnee. Vorig jaar werd hij weer ge vraagd door Zee en Duin. De Franse trainer Laurent aardde niet in Katwijk en vertrok hal verwege het seizoen. Weer zei Minnee nee, omdat er nog wat afgemaakt moest worden bij De Boekhorst. Toen dat eenmaal gelukt was kon hij niet meer weigeren. „Ze hadden me nu al drie keer gevraagd en ik dacht dat dit wel eens de laatste keer kon zijn. Dus in september kwamen we rond. Het tennis in Katwijk blijft een beetje achter bij het voetbal, het basketbal en het ta feltennis. In die sporten spelen de clubs in de hoogste klasse. Katwijk is een sportdorp en daar hoort tennis ook bij. Als ik mijn ideeën over de tennisserij kan overbrengen dan doe ik dat graag." „Het Katwijkse tennis moet in elk geval in de breedte sterker gemaakt worden. Zee en Duin speelt nu in de tweede klasse - drie niveaus onder de eredivisie - en als je reëel bent weet je dat je met eigen spelers niet hoger komt. Dan zou je spelers van buiten moeten halen. Het geld is er wel voor hoor, maar dat wordt besteed aan de Katwij- kers. Als de mensen komen kij ken, willen ze wel spelers uit hun eigen dorp zien." Het tennis moet dus in de breedte sterker worden, zodat het totale niveau van de club opgetrokken wordt. Minnee stelde al een jeugdselectieplan op. Bepaalde 'talentjes' krijgen wat meer aandacht dan de rest qua speeluren. Want wat trai ningsintensiteit betreft, zijn de Katwijks tennissers niet veel ge wend. Minnee: „De meesten trainen maar één keer in de week. Dat moet veel meer wor den. Ik ben wat aan het opzet ten hier en wil dat ook goed doen. Daarom ben ik ook van plan hier lang te blijven. Net zoals ik acht jaar op De Boek horst werkzaam ben geweest. Maar dat zijn ze niet gewend. De club heeft een historie van trainerswisselingen. Dochters Continuïteit is belangrijk voor de vader van inmiddels twee dochters. „Als ik iemand van tien zie, die een goede oog- handcoördinatie heeft dan wil ik hem of haar goed maken. Maar als ik maar vier jaar blijf dan heeft dat geen zin. Pas van af hun veertiende wordt het na melijk interessant. Dan gaan ze wat vollererl en zo. Ik vind ook dat je jong moet beginnen. Soms hangt er een sfeer van 'we merken het wel als ze het een beetje kunnen', maar dat is de weg van de minste weerstand." Als je het over Minnee hebt kom je automatisch te spreken over Jolanda Mens en Carlijn Buis, het aanstormende talent uit de regio. Mens en Buis zijn samen met Martin Verkerk het uithangbord van 'Matchpoint', de tennisschool van Minnee. Matchpoint blijft ook bestaan. Van Zee en Duin krijgt hij de ruimte om met hen te trainen op de club. Hij hoopt dat, als de jeugd hen ziet spelen en trai nen, er een vonk overslaat. „Er zit nog zo veel progressie bij de meiden en ze zijn zeer ge dreven. Ze tillen elkaar naar een hoger niveau. Buis weet hoe ze een wedstrijd moet spelen om te winnen. Zij is een ijzervreter. Mens daarentegen is technisch verder, maar schroomt nog te veel om naar het net gegaan. Al hoorde ik van Fred Hemmes, die met haar naar Duitsland is geweest voor een paar toernooi en, dat ze een hoop punten aan het net maakte. Maar die twee verschillende speelstijlen. Om daarmee te trainen, dat is mooi." Met één van de twee als privé-coach op stap ziet hij voorAopig nog niet zitten, „2fcEM ver zi'jn ze nog lang niet. Laat a eerst maar hoog op de nation£ER: le ranglijst komen. Ik ga ecljHiLL niet met de nummer negentPam van Nederland Satellite toeF®^ nooiei spelen. Dan ben je aKieu een Q'on Quichotte bezig. top in Nederland is ouder da! 68 twintigDat is de cultuur hier. Junii moet e'erst je school afmaker^ want anders word je hier vodcoac 'idioot yerklaard. Waarom zoi er zo visel tijd in stoppen, het risido dat het niet lukt?" i(gee Krabbelaars Het wenken met topjeugd heetWE hem er nooit van kunnen weel,^ houden nok met de krabbeladüan bezig te zijn. Niveauverbeteririder< blijft een uitdaging. „Het is mifö vak en ik krijg er nooit genoewiei van. Zeket niet in Katwijk, faciliteiteii zijn hier perfect, oC^ voor de conditietrainingen. 1 loopt het park uit en je bent o£EE het strand'of in de duinen. DfHeri biedt zo veel mogelijkhedepari voor het vé-rbeteren van de cdg°ar ordinatie. ,|Niei |We{ Dat is suiper." Minnee kijlDEf nog eens naar buiten en weé dat hij op do goede plek zit. Öj^i zilte lucht, het strand, de du] sja; t het r i de z In de kleine acht jaar dat tennis vereniging Zuid-West bestaat, groeit de club naar de status van volwaardige vereniging. Waar Zuid-West in het begin puur recreatief bezig was, draait het nu volop mee in de diverse competities en stroomt het jeugdige talent door naar C- of B-lijst. Trudy Kwik en Jasper van Marwijk draaien vanaf de oprichting mee met de club aan de Schubertlaan en bepalen min of meer het gezicht van Zuid-West. Kwik is secretaris, Van Marwijk beheert de porte feuille technische zaken. Initiatiefnemers waren voor malig voorzitter Teun Fielemon, Thea van Kooperen en Henny Kwik. Fielemon en van Koope ren waren lid bij De Merenwijk, maar wilden liever in de buurt tennissen. Al vrij snel ging het drietal naar de gemeente om te praten over een stuk grond, waarop een aardig tenniscom- plex gerealiseerd kon worden. De gemeente verleende alle me dewerking, maar stelde wel als eis dat de op te richten vereni ging alles in eigen beheer zou hebben. Zuid-West kreeg grond toegewezen op voorwaarde dat er aangetoond kon worden dat er behoefte was aan een tennis vereniging in de wijk. Al vrij snel had het trio de geëiste 150 handtekeningen bij elkaar. Begin 1985 volgde de oprich tingsvergadering. Kwik nam zit ting in het bestuur, Van Marwijk werd de trainer. Op 1 juli 1986 opende Zuid-West de poorten en werden de zes kunstgrasba- nen in gebruik genomen. Een clubgebouw stond er nog niet, die kwam pas in de winter van '87. Gekkenhuis „Veel mensen hadden nog nooit getennist", vertelt Kwik. „Het was dus een gekkenhuis met lesgeven. Iedereen moest het toch leren." Niet alleen het lesgeven was een gekkenhuis, ook bestuurlijk gezien had de jonge vereniging te maken met kinderziektes. Het bestuur had, evenals de leden, weinig tot geen ervaring met tennis. De club draaide puur op recreatie basis. Het maakte de onderlinge band wel hecht, mede door het feit dat de leden op zichzelf aangewezen waren en de zaak draaiende moest houden. De gemeente gaf immers geen sub sidie. Gevolg was wel dat er vaak dingen dubbel gedaan, werden. Na hét overwinnen van de kinderziektes kreeg Zuid-West het volgende probleem. Som mige leden wilden een open toernooi organiseren spelen, iets waar eigenlijk een taboe op rustte. Zuid-West was zelfs geen lid van de KNLTB, om het recre atieve karakter nog maar eens te onderstrepen. „Het bestuur had daar hele maal geen vertrouwen in", her innert Van Marwijk zich. „We speelden niet eens in de com petitie mee en het merendeel was compleet onbekend met het tennis. Maar we kregen wel de vrije hand, als we dan zo no dig wilden. Nou, het was een groot succes en dat is het tot de dag van vandaag." Competitie Na het eerste toernooi waagde Zuid-West ook haar eerste schreden op het competitiepad. De club had al een doorde weekse recreatiecompetitie uit gevonden voor werkende vrou wen. Onderling werd dat gere geld met andere clubs. Nog al tijd spelen er 26 teams op de dinsdag, woensdag en donder dag. Op zondag spelen vier teams, op zaterdag vijf senioren en drie juniorenteams. En zelfs 's winters is het op maandag avond druk met de wintercom petitie. Door weer en wind staan de Zuid-Westers op de baan. Zuid-West is dus langzaam aan volwassen aan het worden. „Zonder overigens het eigen ge zicht te verliezen", meent Kwik. „Het blijft een apart duppie met een eigen cultuur. Waar komt het nou voor dat de com petitiespelers meedoen met het rackettrekken. Nergens toch. En op het openingstoernooi komen 120 man af." Met 600 leden en een wacht lijst met een kleine vijftig na men ziet Zuid-West de toe komst zonnig in. Een toekomst met een nieuwe ondergrond. Vorig jaar werden al drie banen voorzien van nieuw kunstgras. Deze maand moeten de overige drie banen ververst worden. „Buiten de aanleg doen we alles zelf. Op zaterdag staan er dertig man de baan te slopen, dat scheelt weer in het geld", aldus Kwik. „We betalen alles uit ei gen zak, dus dan moet je met z'n allen wel de handen ineen slaan. En alles op vrijwillige ba sis. Dat is ook onze kracht. Ie dereen is gelijk hier, niemand voelt zich te goed voor iets of beter dan de ander." Als Mark Fleischeuer een tennisbaan opstapt, wordt de ruimte gevuld door meer dan alleen maar een speler. De linkshander met de vreselijke pieken en dalen bezit een zekere uitstraling, al klinkt dat misschien een beetje over dreven voor de nummer 239 van Nederland. Maar hij kan een doorsnee tenniswedstrijd wel de lading geven die in zo veel potjes ontbreekt. Door sublieme ballen te slaan of zich, in het slechtere geval, over te geven aan een imitatie van John McEnroe, die andere licht ontvlambare lefty. Misschien is het toch gewoon waar dat die linkshanders emo tioneel zo anders in elkaar zit ten. Grillig, onvoorspelbaar en ontembaar. Die kwalificaties gelden in elk geval voor Mark Fleischeuer. Maar de 22-jarige Voorschotenaar ziet er ook de nadelen van in. Hij noemt het mentale gedeelte van zijn spel nog steeds de achilleshiel. „Ik heb alle slagen wel zo'n beetje, maar die mentaliteit hè," zegt hij. Hij heeft er de nodige potjes door verloren. Dat hij geestelijk even de weg kwijt was, met rac kets gooide en begon te schel den. De finale van de Masters vorig jaar bij Unicum was ook weer zo'n dag waarop het oor log was tussen de oren. Tegen Jan Willem Lugthart stond hij in de derde set met 5-2 voor. Hij had bij vlagen briljant tennis la ten zien tegen de Katwijker, maar aan het einde ging het als nog mis. „Die wedstrijd zit me nog steeds hoog," zegt Fleischeuer. „Dan gebeuren er wat kleine dingetjes en dan verlies ik mijn concentratie. Uiteindelijk ver loor ik de derde set in de tie break. Ik heb me enorm lopen ergeren aan Lugthart. Op mo menten dat ik wereldballen sloeg begon hij steeds te roepen dat het aan hem lag dat ik de punten maakte. ,Loop nou eens op die bal' zei hij dan tegen zichzelf. Wat had ik die wed strijd graag gewonnen." Fleischeuer weet dat hij het psychologische hoofdstuk van het tennisboek nog lang niet uit heeft. Te veel heeft hij zich op de baan laten gaan waardoor hij geen punten meer maakte. „Van smijten met rackets en schelden is nog nooit iemand beter gaan spelen," zegt hij met veel zelfkennis en zelfkritiek. De Metselaars Toch lijkt er iets te veranderen. Fleischeuer heeft zijn emoties iets beter onder controle de laatste weken. Dat heeft alles te maken met zijn overgang van De Merenwijk naar De Metse laars, de eredivisieclub uit Den Haag. Hij speelt weliswaar in het derde team, maar het is een vereniging waar discipline en prestaties belangrijk zijn. Niets ten nadele van De Me renwijk waar hij vier seizoen lang speelde. „Gewoon een goe de en gezellige vereniging. Maar bij De Metselaars zit ik natuur lijk toch in een echte tenniscul- tuur. Er wordt op me gelet en er wordt wat van me verlangd. Ik loop hier niet te gooien, dat kan ik niet maken." „Ik train met mensen als Huub van Boeckel en Marcella Mesker. Verder is de vriend van Marcella er nog, Martin Böhm. Hij is een Zweedse coach die ook internationaal werkt met een paar talenten uit Zweden. Daar steek ik veel van op. De trainingen zijn ook veel inten siever. Sprintoefeningen, felle trainingspotjes en daarna vaak nog een half uur puur conditio neel. Ook in dat opzicht ga ik nu vooruit. Ik had veel eerder naar De Metselaars moeten gaan." Koemans Jos Koemans, zijn dorpsgenoot die al jaren bij de Haagse club speelt, haalde hem over. Koem ans speelt ook in het derde, waar nog een andere Leidse re- gio-held van weleer optreedt, Kees Jan Schuilenberg. Een aar dig 'Leids' gezelschap dus in Haagse dienst. Schuilenburg is net als Fleischeuer een speler die jaren geleden gold als een belofte, en net als zijn teamge noot in de nationale jeugdselec- ties zat. Fleischeuer heeft te horen ge kregen dat hij op de eerste twee zondagen de single speelt. „Dat is mooi, het is toch een bewijs van het feit dat ze me waarde ren." Na de competitie wil hij met Koemans A-toernooien gaan spelen. Het B-circuit in Leiden laat de hts-student voor goed links liggen. „Het is moeilijk om alleen die A-toernooien door heel Neder land af te reizen. Daarom ben ik blij dat ik het samen met Jos kan doen. Ik wil er nu wat meer werk van maken, want ik denk dat ik nog lang niet alles uit mijn mogelijkheden heb ge haald. Ik zit vol ambities en al ben ik dan al 22, volgens mij heb ik mijn grenzen niet be reikt." Er zijn in Leiden en omgeving niet zo gek veel tennissers die een serieuze gooi doen naar een goede klassering op de A-lijst. Marco van Trigt uit Hillegom - ook al zo'n typische linkshander - en Fleischeuer zijn eigenlijk uitzonderingen. Fleischeuer: „Er zijn veel spelers die best ta lent hebben en ver kunnen ko men op de A-lijst, maar ze blij ven gewoon gezellig hangen bij die B-toernooien en hebben weinig doelen. Zo ben ik niet, ik wil hogerop, al zal dat moeilijk zijn." Frusterend „Ik vind het frustrerend zoals het gaat. Het is in Nederland verdomd moeilijk om zonder coach en zonder geld door te breken. Ik heb het gevoel dat ik kan tennissen, maar door aller lei omstandigheden niet het maximale uit mijn mogelijkhe den haal. Niet dat ik daar elke dag over in zit, maar het is wel iets dat me dwars zit. Toch ben ik niet van plan me er zo maar bij neer te leggen. Begrijp me goed: ik heb mezelf ook het no dige te verwijten. Ik ben al 22 en heb zelf mijn jaren vergooid door niet eerder te kiezen voor een professionelere sfeer." Mark Fleischeuer: „Ik leg me er niet zo maar bij neer." foto henkbouwman Fleischeuer hekelt de tennis- cultuur in Leiden waar de vrij blijvendheid en de 'vriendjespolitiek' het winnen van de ambitie en het resultaat. „Als ik op toernooien kom en de plaatsingslijst zie, weet ik het wel weer. Fleischeuer hoeft niet als eerste geplaatst te zijn, maar wat ik soms voor me zie op die lijst..." „Op het A-toernooi van Uni cum had ik een paar weken ge leden graag willen spelen. Ik hoopte op een wild card, maar die gaan dan naar B-spelers die er niet voor trainen en er niets aan hebben voor de nationale ranking. Terwijl ik hard werk voor mijn puntjes en zo'n hoofdtoernooi heel hard nodig heb. Daar baal ik dan van. Ik ben in die week niet eens meer gaan kijken, zo kwaad ben ik dan." „Ik weet ook wel dat ik een grote bek heb en ik kan me op de baan ronduit irritant gedra gen. Okay, wie is Mark Fleischeuer, maar ik denk dat de toeschouwers toch liever naar mij zitten te kijken dan naar B-spelers die in het A-toer nooi niets te zoeken hebben. Ik kom namelijk niet voor het bar- gebeuren, maar om te winnen." Gertjan Minnee: „Tennis blijft in Katwijk nog achter bij voetbal, basketbal en tafteltennis." foto dick hogewoning Gertjan Minnee kijkt tevreden om zich heen in de kantine van Zee en Duin. De Katwijker is na acht jaar De Boekhorst terug op het oude nest. „Als ik wakker word hoor ik de zee. En ook als ik zo door de duinen naar de tennisclub loop. Dat is super. Gertjan Minnee, geboren uit ochtendgloren en een zucht van de ziedende zee, is weer thuis. Minnee kon acht jaar geleden bij Zee en Duin aan de slag als trainer. In 1984 kwam hij van het CIOS af, moest daarna in militaire dienst en leek de meest logische stap te nemen door in Katwijk te blijven. Hij besliste echter anders en koos voor Noordwijkerhout, waar hij het acht jaar prima naar zijn zin had. „Ik had het gevoel dat ik uit Katwijk weg moest. Het is moei lijk om in je eigen dorp een start te vinden. Ik had een verleden als speler, maar geen trainers verleden. Dus moest ik eerst wat opbouwen." Dat opbouwen lukte wel. Minnee leverde talenten af. Ruby Pennings, Martijn Zand vliet, Torben van der Voorn en natuurlijk Jolanda Mens, die van hem tennissen leerde en Jasper van Marwijk en Trudy Kwik: „In het begin was het een gekkenhuis." foto hielco kuipet J<

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 26