Het komt nooit meer
goed in Chiapas
Lubbers zet de aanval ook in op D66
Feiten &Meningen
Braks kan beter
opstappen als
voorzitter KRO
'De ABOP heeft
een hoop voor
elkaar gekregen'
DONDERDAG 14 APRIL 1994
DONDE
Het zit Gerrit Braks niet mee. De voorzitter
van de KRO, tevens Eerste Kamerlid voor
het CDA en voorzitter van de commissie die
het bekritiseerde CDA-verkiezingsprogram-
ma opstelde, ligt opnieuw onder vuur. Als
minister van landbouw en visserij moest hij
onvrijwillig het veld ruimen, en ook nu
wordt er aan de poten van zijn stoel ge
zaagd.
De uitzending van het KRO-programma
Reporter over de ongelukkige bindingen
van CDA-lijsttrekker Brinkman met een van
belastingfraude verdacht bedrijf werd door
de CDA-achterban als een godsgeschenk
ontvangen. Eindelijk konden de tegenval
lende opiniepeilingen van eep duidelijke
verklaring worden voorzien: hier was sprake
van een geregisseerde Actie Beschadiging
Lijsttrekker.
En indachtig het electorale succes dat
Dries van Agt ooit behaalde door zich als
boksbal van de PvdA te laten gebruiken,
wijzen CDA-kiezers met graagte op het zo
jammerlijk bezoedelde blanke blazoen van
de beoogd premier. Vergeten zijn de aller
vriendelijkste vraaggesprekjes die KRO's Jan
Driessen met Brinkman maakte in diens
achtertuin. Reporter bedreef een schande
lijke vorm van riooljournalistiek, en dat kan
niet zonder gevolgen blijven, zo meldden
honderden KRO-leden telefonisch bij hun
omroep.
Gerrit Braks.
FOTO ARCHIEF
Gerrit Braks wordt daarmee voor een di
lemma geplaatst. Hij moet zich zowel loyaal
opstellen naar de partij die hij vertegen
woordigt als naar de werknemers van de
vereniging waarvan hij voorzitter is. Pro
bleem daarbij is dat veel van die boze KRO-
leden ook weer lid zijn van het CDA. Jour
nalistieke onafhankelijkheid is een begrip
dat niet in de vocabulaire van deze leden
voorkomt. Journalisten in dienst van de
KRO moeten aanvaarden dat deze omroep
nauw gelieerd is aan het CDA en dat ook
uitdragen, en wie dat niet aanvaardt kan
beter wegwezen, zo liet een KRO-afdelings-
voorzitter onverbloemd wetqn.
Braks heeft de gemoederen voorlopig ge
sust door een evaluatie te beloven, waaruit
mogelijk consequenties worden getrokken.
1 Joe voorzichtig geformuleerd ook, voor de
KRO-medewerkers klinkt dat als een onder
zoek gevolgd door maatregelen, en zij ver
wijten Braks hen onvoldoende te steunen.
Voor veel KRO-leden gaat Braks echter nog
lang niet ver genoeg. Zij willen dat sowieso
maatregelen worden genomen en dreigen
zonodig het gehele KRO-bestuur naar huis
te sturen als maatregelen uitblijven.
De betrokkenheid van de leden bij hun
omroepvereniging is bij vrijwel geen om
roep zo groot als bij de KRO. In 1990 brach
ten 125.000 leden hun stem uit bij de ver
kiezing van de ledenraad, een machtig or
gaan, waaruit of door wie maar liefst zes
van de in totaal negen bestuursleden van de
KRO worden benoemd, onder wie de vere
nigingsvoorzitter. De andere drie bestuurs
leden zijn werknemers van de KRO.
Met die duidelijke meerderheid in het be
stuur heeft de achterban uitstekende moge
lijkheden maatregelen tegen journalistieke
medewerkers af te dwingen. Want hoewel
formeel alleen de directie tot ontslag is be
voegd, bij conflicten tussen bestuur en di
rectie heeft het bestuur de zwaarste stem.
De affaire rond Reporter doet enigszins
denken aan de rel in 1968, toen de latere
minister van CRM en toenmalige KRO-
voorzitter Van Doorn Brandpunt-medewer
ker Frits van der Poel op staande voet ont
sloeg. Van der Poel bracht een bezoek van
de gynaecoloog professor Plate aan Canada
op ongepaste wijze in verband met een ver
blijf van een lid van de koninklijke familie
aldaar. Hoewel ook toen de bevoegdheid tot
ontslag feitelijk bij de directie lag, kostte het
Van Doorn weinig moeite zijn zin door te
drijven. Wel liepen intern de discussies over
de rol van de KRO en de binding met toen
nog de KVP hoog op.
Ook nu laait die discussie weer op. Ton
Verlind, hoofd informatieve programma's
van de KRO, wierp deze week de vraag op
in hoeverre het KRO-voorzitterschap nog
langer valt te rijmen met de CDA-functies
die Braks vervult. Volgens Verlind is niet
meer duidelijk met welke mond Braks
spreekt: met die van de KRO-voorzitter, of
van de CDA-politicus. Maar ook de traditio
nele verbondenheid tussen omroep en par
tij staat weer intern ter discussie. Veel KRO-
redacteuren vinden het een gruwel zozeer
te worden geassocieerd met het CDA.
De positie van Braks is daarmee uiterma
te moeilijk geworden. Zelfs als hij zijn me
dewerkers te vuur en te zwaard verdedigt,
dan nog kunnen de andere bestuursleden,
van wie er zes uit de Ledenraad komen,
hem dwingen tot maatregelen. Zijn positie
is dan onhoudbaar. Neemt hij na onder
zoek zelf maatregelen, dan zullen de KRO-
medewerkers aandringen op zijn aftreden.
Hij geeft dan in hun ogen prioriteit aan het
CDA.
Het beste dat Braks kan overkomen, is
dat de gemoederen luwen en de storm
overwaait. Maai zelfs in dat geval doet hij er
verstandig aan op termijn op tc stappen.
Want deze affaire heeft onomstotelijk be
wezen dat het als omroepvoorzitter onmo
gelijk is twee heren te dienen. En Braks ken
nende ligt zijn hart inderdaad daar waar
Verlind veronderstelt: bij het CDA.
koos van wees
Gelaten kijken de
vrouwen uit over het
plein van San Christo-
bal de las Casas in het
Mexicaanse stadje
Chiapas. Diepe groe
ven in hun bruinver
brand gezicht door de
altijd aanwezige zon.
„Kijk, mooie pon
cho's", proberen ze
hun waren aan te prij
zen tegen iedere voor
bijganger. En uiteraard
tegen zeer lage prij
zen. Maar het wil niet
meer lukken met de
handel. Al vanaf 1 ja
nuari van dit jaar.
kunnen het zich nog goed herinneren,
het begin van de indianenopstand in de Mexicaan
se deelstaat Chiapas voor een verbetering van hun
levenssituatie. Duizenden soldaten hadden onmid
dellijk bezit genomen van 'hun' plqin tegenover de
witte kathedraal, tot dat moment een populaire
trekpleister bij met name Westerse toeristen. Daar
na verplaatste de strijd zich meer naar het gebergte.
Naar schatting 500 opstandelingen verloren het le-
Sinds die beruchte dag is het nooit n
men in de zuidelijkste deelstaat van Mexico, i
danks het nu geldende bestand tussen de Zapatis
ta's en de Mexicaanse regering. „Ik heb vandaag
nog niets verkocht", vertelt een marktvrouw zacht
jes bij het trapportaal. „Maar ja, geen toeristen, hè",
wijst ze naar de gekleurde lint van gebreide truitjes
achter haar. „Terwijl ik ook kinderen heb die naar
school gaan. Hoe ik het kan bolwerken? Geen idee.
We wachten op een wonder. Hopelijk komen de
toeristen weer terug."
Het toerisme was naast het houtkappen en land
bouw altijd een belangrijke bron van inkomsten
voor de bevolking van Chiapas, ooit een provincie
van Guatemala. Met busladingen tegelijk bezoch
ten Westerse toeristen overblijfselen van de Maya
cultuur, zoals de imponerende ruïnes bij het stadje
Palengue. Of zochten de zonnige stranden op bij
plaatsjes als Acapetagua. Sinds het begin van de
opstand mijden de toeristen massaal Chiapas.
Mensen verklaren me dan ook voor gek als ik vertel
van de Guatemalteekse grens door te willen reizen
naar San Christobal. En daarna via Palenque verder
naar de noordelijker gelegen regio Yucatan, de Cöte
d' Azur van Mexico. Maar ik moet wel, het is de eni
ge manier om per bus de afstand van 1500 kilome
ter te overbruggen.
Langzaam kronkelt de bus het hooggebergte in van
Chiapas, af en toe laverend om levensgrote gaten in
het wegdek. De infrastructuur is altijd al een onder-
schoven kindje in deze deelstaat geweest. Bouwval
lige lemen hutjes links en rechts van de weg. Een
enkele broodmagere koe graast rustig in de scha
duw. Vrouwen staan in beekjes de was te schrob
ben, vaak met kind in een doek achterop hun rug.
Kinderen spelen met lege blikjes. Zo af en toe stopt
de bus voor passagiers. Schitterende vergezichten
onderweg.
Een controlepost. Rollen prikkeldraad over de weg.
De bus wordt naar de kant geleid. Tientallen solda
ten, met mitrailleur in de hand, houden de inzitten-
Drie kinderen uit de straatarme deelstaat Chiapas slepen elkaar en zichzelf de dagen door.
den angstvallig in de gaten. Alle mannelijke passa
giers moeten naar buiten en een voor een wordt
men gefouilleerd. „Paspoort", bromt een van de
militairen tegen mij. Ik schat hem op niet ouder
dan achttien.Aha, Europa, mooi land."Ik kan weer
naar binnen. Tijdens het ritje van de Guatamalteek-
se grens naar San Christobal de las Casas worden
we maar liefst acht keer gecontroleerd door militai
re patrouilles. Tanks op de achtergrond voor 'het
geval-dat'. Alle koffers open.
De mede-reizigers ondergaan tandenknarsend het
speurwerk. „Zo gaat het al drie maanden", vertelt
een man naast mij. „Het leger wil laten zien dat het
de situatie onder controle heeft. Maar wat hier is
gebeurd, valt niet meer terug te draaien. De men
sen blijven bij hun eisen voor betere levensomstan
digheden. Meer scholen voor kinderen bij voor
beeld. Of betere wegen. Altijd was Chiapas het kind
van de rekening. Alsof wij een derderangs burgers
waren, een achterlijk indianenvolk." Het is een ver
haal dat ik de komende dagen nog vaak moet ho
ren. Achterdocht over het afgesloten akkoord met
de regering, scepsis over de toekomst. En natuurlijk
de angst dat de toeristen voorgóed wegblijven.
Carlos heeft een kiosk langs de weg naar het ruïne
complex in Palengue. Vroeger werkte hij in het oer
woud. Was hij de hele dag bezig met houthakken.
Die baan heeft hij ingewisseld. „Slavenwerk", vindt
hij. 's Nachts overnachtten hij en zijn collega's in
het oerwoud. Sliepen ze op de grond bij afwezig
heid van een onderkomen. Dat werd hem te gek.
Vooral toen zijn vrouw kinderen kreeg. Daarna de
kiosk. Hard werk, met man en macht. Maar hand
ophouden, dat nooit. „Yo no quiero perder mi
dignidad', vindt Carlos. „Ik wil mijn waardigheid
niet verliezen." „Dat is mijn trots als oorspronkelij
ke indio. Dit is ons gebied. Niemand krijgt ons hier
weg."
Even, heel even, bekent Carlos, heeft hij erover na
gedacht: zich aan te sluiten bij de Zapatista's, ,,'t Is
dat ik vrouw en kinderen heb", zegt hij veelbeteke
nend, maar met een gloed in zijn ogen die niets te
raden overlaat.
san christobal de las casas
Dit is het eerste deel uit een mini-serie van tivee
verhalen over de artnoede in Mexico. Het tweede
deel volgt morgen.
'Nie
den haa
onder j
een grc
Jacques Tichelaar, de
voorzitter van de onderwijsvak-
bond ABOP, zegt het met ge
paste trots: „In een tijd dat de
marktsector er slecht voorstaat,
hebben we in het onderwijs de
afgelopen jaren toch een hoop
voor elkaar gekregen. Zeven
honderd miljoen erbij voor on
derwijs is toch niet niks."
Maar voor zelfgenoegzaamheid
is geen plaats, zo waarschuwt
hij. „Het onderwijs kan zich niet
onttrekken aan de gevolgen van
de economische recessie. Dat
geldt ook voor de ABOP. Als
mensen minder te besteden
hebben schrappen ze eerst de
omroepgids en het lidmaat
schap van de vakbond."
Vandaag neemt Tichelaar (41)
officieel de voorzittershamer
over van Ella Vogelaar, die Karin
Adelmund opvolgt als vice-
voorzitter van de vakcentrale
FNV. De afgelopen vijf jaar was
de inwoner van Leeuwarden se
cretaris van de grootste onder-
wijsvakbond. Daarvoor was hij
kaderlid en algemeen bestuur
der van de ABOP.
Samen met Vogelaar gaf hij de
Algemene Bond voor Onder
wijspersoneel een nieuw ge
zicht. Van een bond die door
gaans meteen afwijzend rea
geerde op wat de politiek te ber
de bracht, veranderde de ABOP
onder leiding van een nieuw be
stuur in een organisatie die
meedenkt, compromissen sluit
en ook resultaten boekt. „We
vervullen daarmee, denk ik, een
voortrekkersrol binnen de vak
beweging."
De ABOP, en ook de andere on
derwijsbonden, werden voor
een deel in die rol gedwongen.
De bewindslieden Ritzen en
Wallage maakten bij hun aan
treden in november 1989 dui
delijk dat ze het onderwijs uit
de malaisesfeer wilden halen.
Ze waren bereid er geld in te
steken, maar verlangden tegen
prestaties. Scholen kregen bij
voorbeeld meer verantwoorde
lijkheden, loon naar werken zou
niet langer taboe zijn in het on
derwijs.
Tichelaar merkt dat een belang
rijk deel van de ruim 48.000 le
den van de ABOP nog altij'd
moet wennen aan die nieuwe
rol van de bond. Heult de bond
niet te veel met de vijand? Maar
de resultaten spreken volgens
hem voor zich. Zo zijn de aan
vangssalarissen van leraren ver
hoogd, en hebben de scholen
extra geld gekregen voor hun
personeelsbeleid. Als concessie
is onder meer de vrij riante
wachtgeldregeling voor werklo
ze leraren aangepast.
Tichelaar: „We zijn zelf met ini
tiatieven gekomen, we hebben
een eigen beleid uitgestippeld.
Je kunt beter zeggen: we zijn
het er mee eens, maar alleen
onder bepaalde voorwaarden,
dan botweg 'nee'. Als je ook
kijkt wat de ABOP in de jaren
tachtig heeft bereikt, dan is dat
weinig. We zijn ons nooit erg
Doi
i de
bewust geweest van de resulta-,
ten die we kunnen boeken, dod Raa
druk op de ketel te houden, dii
gen onder de aandacht van po den ha.
litici te brengen, acties te voe- aan te
ren". hetlaa
Zonder nu meteen uitbundig ei denen
loftrompet te steken over Walk deze v
ge en Ritzen, maakt Tichelaar nister
duidelijk dat hij de afgelopen van dc
kabinetsperiode als een verade voorst
ming heeft ervaren, na de jarei
van 'kaalslag' onder Deetman.
„Het was prettig om v
over de inhoud te kunnen pra-
ten. Vooral aan Wallage merkte j
je dat hij hart heeft voor het on
derwijs. Voorheen golden langi
tijd alleen de financiële kaders,
argumenten telden niet. Ik zou j
het een verarming vinden als
we weer van dergelijke bestuui
ders op Onderwijs krijgen."
Maar of Ritzen nu blijft of niet,
hoge verwachtingen moet het
onderwijs de komende jaren
niet koesteren, meent Tichelaa
„Er zijn veel problemen, zoals
de hoge lastendruk in de eollee
tieve sector, hoge werkloosheid
de vormgeving van een multi
culturele samenleving. Die spe
len ook in het onderwijs. Ook d
verkiezingsprogramma's belo
ven voor onderwijs weinig
goeds. Maar ik weiger om te
zeggen: dan zal het wel niks
worden. Daarvoor heb ik te veö
respect voor de mensen voor dt
klas. Juist dan moet je een eigei
lijn trekken. Bereid zijn offers t(
brengen als je daarmee de
werkgelegenheid kunt bevordej
In de docentenkamers klinkt dï
laatste tijd nog al eens de roep
om rust, na alle fusies, de invoe
ring van de basisvorming, de
toekenning van grotere finan- 1
ciële verantwoordelijkheden
aan scholen. Tichelaar: „Ik ben '(jC
allergisch voor het woord rust.
Ook in het onderwijs moeten T)
mensen actief met hun beroep
bezig zijn. Het is wel tijd voor
evenwicht. En het moet duide- TE
lijk zijn waar de horizon ligt. Er
is de afgelopen jaren veel in hel
onderwijs in gang gezet. We
moeten nu aandacht besteden haarl
aan de uitvoering. Basisscholen
zijn soms als een dolle aan het j Nede
fuseren. Het wordt tijd om meei leidir
te kijken naar zaken als penso-r Qver
neelsbeleid en medezeggen- zegt i
schap op scholen." mini;
Tichelaar wil hooguit twee per ken r
rioden van drie jaar voorzitter kend
zijn. „Als ik mezelf betrap op de sche
gedachte 'heb ik dit een paar Com
jaar geleden niet al eens ge- de M
hoord?', dan stap ik op. Een te- Zo
rugkeer naar de klas zit er niet Euro
in. Ik heb veertien jaar voor de j Rech
klas gestaan. Dat is mooi ge- 1 het s
weest. Als ik terugga naar een burg
school, dan wil ik mijn ervaring gelijl
gebruiken in een directie. Maar Ned(
misschien wordt het nog wel pees
eens iets heel anders. Een res- van
taurant beginnen in het buiten- tele1
land. Waarom niet?" Dt
amsterdam. paul van der bultijd
ondt
Premier Lubbers heeft in elk geval bereikt
dat de verkiezingsstrijd nu echt is ont
brand. Hij gaat even onverwacht als origi
neel te werk: hij omhelst D66 en duwt de
PvdA ferm van zich af.
De strateeg uit het Torentje had de verkie
zingsprogramma's nog eens goed gelezen.
Dat blijft bij hem nooit zonder resultaat.
Sterker nog: bij de start van de CDA-ver-
kiezingscampagne in Kerkrade kwam hij
tot de opzienbarende conclusie dat D66
veel dichter bij het CDA staat dan de PvdA.
De premier hield het niet bij een vriende
lijke knik richting Van Mierlo, het werd een
omhelzing. Lubbers stond er zelf van te kij
ken: D66 staat programmatisch zo dicht bij
het CDA, dat het tijd wordt de 'krachten te
bundelen'.
Zo'n politieke liefdesverklaring vraagt uit
leg. Want was het Lubbers niet, die D66
buiten de coalitie met de PvdA hield?
De premier heeft waarschijnlijk lang ge
broed op een mogelijkheid de aandacht
van de interne CDA-perikelen rond Brink
man af te leiden. Die heeft hij gevonden,
effectief en berekenend. Het betoog van
Lubbers komt op het volgende neer. De
strijd voor meer werkgelegenheid slaagt al
leen als de arbeidskosten naar beneden
gaan. Dat zal moeten door de lastendruk
(sociale premies en belastingen) te verla
gen. Om dat mogelijk te maken, zal moe
ten worden bezuinigd. Volgens de premier
wil de PvdA echter veel minder bezuinigen
dan D66.
De premier noemde geen bedragen. En dat
was al verdacht. Als het verschil tussen D66
en de PvdA erg groot is, mag de strateeg
zich best een paar miljard rijk rekenen met
D66 om de nieuwe relatie voeten in aarde
te geven. Liefde maakt tenslotte blind.
Maar wie net als Lubbers de programma's
van D66 en PvdA naast elkaar legt, komt
ook bij herlezing tot de conclusie dat beide
partijen precies evenveel aan lastenverlich
ting doen, namelijk tussen de vier en vijf
miljard gulden. De PvdA bezuinigt daar
naast acht miljard en D66 tien miljard.
Maar vervolgens geeft D66 weer 3,1 miljard
extra uit aan mooie idealen en de PvdA in
vesteert op de kop af twee miljard in leuke
dingen voor de mensen. Verschil: één mil
jard. Zo'n bedrag kan toch geen reden zijn
voor een partnerruil?
Lubbers is niet klaar. Hij wijst op een an
der onderwerp: de WAO. De PvdA heeft ge
noeg van die discussie en wil geen veran
deringen meer. Maar Lubbers had zondag,
voorafgaand aan het hockey, kennelijk
even de radio aanstaan waardoor hij hoor
de dat Van Mierlo bereid is de WAO (op
nieuw) te herzien. Omdat het CDA daar
ook voor kiest, leek Lubbers inderdaad re
den te hebben de Democraten van Hans
van Mierlo aan te prijzen.
De handkus van Lubbers moet dus mis
schien heel anders worden uitgelegd. Hij
heeft er lang over kunnen nadenken, want
het was in Kerkrade zijn eerste optreden.
Dat maakt een diepere bedoeling achter
het noemen van de WAO aannemelijk. De
reden dat de PvdA veel stemmen heeft ver
loren aan D66 ligt in de herziening van de
WAO. Veel PvdA-kiezers zijn gaan zweven
na de ingrepen in de WAO. Met het accent
dat Lubbers op het D66-standpunt legt,
zouden die 'bedrogen PvdA-stemmers'
gaan beseffen dat de PvdA hen weliswaar
deze kabinetsperiode heeft laten zitten,
maar in elk geval niet alvast een tweede
onaangename bijstelling in het vooruit
zicht stelt, zoals D66 doet. In dit opzicht
kan de PvdA zich met recht en reden op
werpen als dé partij die arbeidsongeschik
ten rust aan het front belooft.
Wat zou Lubbers bewegen D66-stemmers
in de armen van de PvdA te drijven? Mis
schien is het de angst de sleutelpositie in
het centrum van de politiek te verliezen.
Lubbers kon het wel eens te druk vinden in
het midden. De positie van de WD is hel
der. Die partij wil rigoureus bezuinigen op
de sociale zekerheid en de individuele
huursubsidies. En afgezien van een mooi
nummer voor de AOW'ers, staat de WD
toch een verlaging van de uitkeringen met
tien procent voor.
Maar D66 is ver naar het midden opge
schoven. Lubbers lijkt dat ook te zeggen:
wie D66 stemt, stemt bijna CDA. Politiek is
optiek. Lubbers maakt van die theorie ge
bruik door een nieuw beeld te schetsen.
Wie progressief is, stemt PvdA. Wie de so
ciale zekerheid ouderwets wil saneren, kan
bij de WD terecht. En wie het veilige mid
den begeert, nestelt zich in het CDA. En
D66? Dat is slechts een vage middenpartij
je alle kanten op kunt.
den haag hildebrand buleveld