Overheid draagt voor miljoenen bij aan onderzoek naar agrificatie De lange speurtocht naar dieetolie uit vlaszaad Landbouw P n -4 ONDERDAG 14 APRIL 1994 1-35642* Landbouwgewassen als chemische fabriekjes DILLE Een eenjarige plant met sterk geurende blaadjes. Bekend als keukenkruid. De gele bloemetjes bevat ten olie met kiemremmen- de stoffen. Door de Inca's al gebruikt bij de opslag van aardappels. KAR WIJ Een tweejarige plant, broertje van het keuken kruid kummel. Net als bij dille leveren de kleine, wit te bloemetjes carvon. Die stof zit in de kleine vrucht jes die overblijven als de bloem is uitgebloeid. Per hectare levert het gewas maximaal 2.000 kilo zaad op. Toepassingsmogelijk heden als bij dille. KOOLZAAD Bestaat uit de zomer- en de wintervariant. De wint- ervariant wordt geteeld om het zaad, dat dertig tot veertig procent olie bevat. Per hectare is de opbrengst 1.500 tot 3.000 kilo. Be faamd om zijn gele bloe men en zeer geliefd bij bij- VLAS Groeit in vele lijnzaad is een eenjarige plant, dat al 3.000 jaar voor Christus werd verbouwd in Egypte en Mesopothamië. Het is een eenjarige plant met een witte of blauwe bloem. Bij vezelvlas worden de houtachtige bestanddelen van de bast gescheiden van de lintbestanddelen. Het lint is van oudsher be stemd voor linnen, maar kan tegenwoordig ook ge bruikt worden als PVC-ver- vanger in bij voorbeeld vuilniszakken. De hout achtige bestanddelen kun nen tot platen worden ge perst; een goed alternatief voor het schadelijke as best. De teelt van vezelvlas is in de jaren zestig sterk ge krompen. In 1981 werd er nog maar 4100 hectare van verbouwd. Vezelvlas heeft een broer tje, olievlas, dat sinds de Tweede Wereldoorlog nau welijks meer geteeld werd. Uit het olievlas wordt, hoe kan het anders, olie ge haald. Cebeco Handels- raad is bezig toepassingen te ontwikkelen voor de olie als grondstof voor linole- C1CHOREI De wortels van deze plant werden in de oorlog ge bruikt als surrogaat voor koffie vandaar de bij naam: wortelkoffie. Onder de acht soorten cichorei vallen ook witlof en andij vie. Het is een plant met blauwe lintbloemen. In een fabriek van de Suiker Unie Coöperatie wordt uit cichorei inuline gehaald, een stof die onder andere gebruikt wordt als vetver- vanger in voedingsmidde len. CRAMBE Een gewas dat nieuw ont wikkeld is. Er wordt olie uitgehaald. De olie is van nut bij de fabricage van anti-statisch middel in plastic folie. Zonder dat middel plakken bij voor beeld de vuilniszakken aan elkaar. OLIFANTSGRAS Een hoog gewas met in bloeitijd pluimvormige aren. Olifantsgras wordt in Afrika gebruikt als voeder gras. In Nederland heeft het toekomst als stookma- teriaal voor kracht- en warmte-installaties en milieuvriendelijke matten in weg- en waterbouw (waarvoor nu vaak hard hout of kunststof wordt ge bruikt). Vlas groeit in vele soorten. De teelt van vezelvlas is in de ja ren zestig sterk ge krompen. Op deze plaat, gemaakt in de buurt van Nieuw Vennep, zien we nog vlastrekkers aan het werk. foto archief Natuurlijke gewassen heroveren plaats die ze toekomt De Inca's dekten hun begraven aardappelen af met dille- of kar- wijbladeren. Zo was er van uitschieters minder gauw sprake. Wonderdokters uit vroeger tijden schreven bij hoofdpijn een drankje met chrysantenbladeren voor. De hoofdpijn verdween. En oerwoudtovenaars gebruikten bij pijntjes de bol van dé herfsttijloos. Naar nu blijkt een remmend middel bij kankerthe rapieën. De natuur is zo gek nog niet. Overheid en industrie in vesteren miljoenen guldens om de plant als chemische fabriek te herontdekken. DEN HAAG SASKIA VAN WESTRHEENEN De Nederlandse akkers worden lang zaamaan (weer) beplant met kool zaad, vingerhoedskruid, crambe, oli fantsgras, cichorei en vlas. Natuurlij ke gewassen die prima vervangers le veren voor chemisch ontwikkelde stofjes. Duwde de chemische indu strie tientallen jaren geleden talloze agrarische produkten van de akkers, nu lijkt het tegenovergestelde het ge- sen va'- jen Voor het gebruik van produkten r1 er uit de natuur voor niet-voedseldoel- ie^: einden is tegenwoordig een deftig, in j)e de Dikke van Dale nog onbekend, ujt woord bedacht: agrificatie. Het mi- na nisterie van landbouw draagt samen ;ter met het ministerie van economische gm zaken van 1990 tot 1995 zo'n tachtig zeis is beter dan het omkappen ver miljoen gulden bij aan onderzoek /an naar agrificatie. iacj Het Landbouw Economisch Insti- jen tuut (LEI) gebruikte een deel van het aj_ geld om te onderzoeken of er (weer) er_ een markt voor vlasteelt aanwezig is. jer Een proef om vlas weer massaal te verbouwen als grondstof voor de kle dingindustrie (linnen) mislukte. „We 30t dachten dat het kon. Plotseling stort te de markt in elkaar," aldus René Koster van het LEL De oorzaak? Mode-opvattingen van de moderne Nederlander. Kos ter: „Linnen is 'uit'. Bovendien: lin nen kreukt. In Italië mag dat, daar wordt vlas ook op grote schaal ver bouwd. Hier mag je niet met een ge kreukt overhemd de straat op."*On- gebleekt linnen wordt alleen gebruikt in het interieur als gordijnstof of grand foulard. Het streven om 5.000 ton vlas te verbouwen op de Neder landse akkers is snel geschrapt. Moeizaam Een ander voorbeeld van agrificatie is de verbouw van hennep (canna- bis-vrij) en stro voor verpakkingspro- dukten. Immers: het gebruik bossen. Vier jaar lang wordt tien mil joen gulden uitgegeven aan onder zoek naar de hennepplant. Hennep en vlasvezels blijken even sterk te zijn als glasvezel. Ze kunnen onder andere worden gebruikt in deurpla ten. Na een forse verbouwing in het huis kan de oude deur zo de 'com- posthoop op. Toch komt de omwen teling voor natuurvriendelijke ver- pakkingsprodukten stand. Koster: „Voor de consument komen deze produkten niet herken baar terug. Probeer hem dan maar te overtuigen een paar kwartjes meer te betalen." Een typerend voorbeeld: de luier van chloorvrij papier. Per pak kosten de luiers vijf gulden meer. Ze worden door het winkelend publiek massaal genegeerd. Koster: „De consument moet bewuster worden gemaakt van het feit dat hij wel degelijk kan kie zen uit produkten die meer of min der schadelijk zijn voor het milieu. Dan dwing je fabrieken tegelijkertijd te luisteren naar de markt." Terughoudend De Nederlandse overheid is wat te rughoudend in het stimuleren van nieuwe produktiewijzen. G. Doorn bos, voorzitter van de Christelijke Boeren en Tuindersbond en voorzit- de Nederlandse taakgroep 2mt het voorbeeld van de afbreekbare plastics. Het plastic wordt gemaakt van aardappelzet meel en straks kan zonder schroom een plastic bekertje met een ferme zwaai in het bos worden gegooid, zij het dat u dat natuurlijk niet letterlijk moet nemen. Avebe zou de produk- tie dezer dagen kunnen starten. De plastics zijn nog nergens te krijgen. „Het ministerie zit op de recycling- toer," vertelt Doornbos. Het Deven- terse bekertjesbedrijf Tedeco ontwik kelde onlangs de recyclebare plastic beker die nu sterk in opmars is. Gro te namen als Douwe Egberts en Van Nelle gebruiken in hun automaten de Tedeco-beker, die na gebruik wordt ingezameld en een tweede le ven tegemoet gaat. „Het ministerie zit daar erg mee in zijn maag. Men is bang voor verwarring bij de consu ment. Wat is nou uiteindelijk beter? Het porseleinen kopje, de recycling- beker of de afbreekbare beker?" De overheid verwacht van de Te deco-beker dat op termijn vijftig pro cent van alle plastic opnieuw wordt gebruikt. Volgens Doornbos bezit ter van een op koolzaadolie lopende auto is de schatting van de indu strie zelf voorzichtiger; die komt uit op twintig procent. Zonder twijfel is, vindt Doornbos, de afbreekbare be ker (hetzelfde verhaal geldt voor het opeetbare patatbakje) het meest milieuvriendelijk. Zonder steun van de overheid zal zijn komst echter nog lang op zich laten wachten. „Het gaat ons er helemaal niet om dat we volledige markten willen overnemen," verweert Doornbos zich. „Om alle gewassen daarvoor te laten groeien is Europa sowieso te klein in oppervlak. We willen agrifi catie doelgericht inzetten daar waar het voordeel heeft. Geen afbreekbare bierkratjes dus, dat zou onzin zijn. Wel de beker en het afbreekbare ver pakkingsmateriaal in de super markt." Ook op het gebied van de afbreek bare smeermiddelen is de Neder landse overheid niet zo milieuvrien delijk bezig als zij soms pretendeert te zijn, vindt Doornbos. In sommige Duitse deelstaten is het gebruik van plantaardige oliën in de watersport verplicht. In Zwitserland is het ge bruik al helemaal doorgevoerd. In ons land gebruikt alleen Staatsbos beheer op eigen initiatief de oliën in haar kettingzagen. De over heid houdt zich stil. Muisstil. Doornbos: „Het is een beetje die Nederlandse mentaliteit: eerst zien, dan geloven. Een superkritische hou ding die het proces ontzettend ver traagt. Daarnaast is er geen enkele coördinatie tussen de diverse depar tementen. Het lijkt erop alsof men elkaar alleen maar de vliegen af wil vangen. Ook wij worden vaak van het kastje naar de muur gestuurd. Men investeert behoorlijk in onderzoek. Daama wordt het aanzienlijk stiller." Schaal Projecten op kleinere schaal worden vaak eerder in produktie genomen. Zoals het Groningse bedrijf dat een anti-malaria middel maakt. De be nodigde grondstof, kinine, wordt te genwoordig gehaald uit een plant in plaats van uit een machine. „Heel aardig," vindt Koster van het LEL „Maar het blijft bij de toepassing van een bedrijf en de verbouw door een paar boeren." Cebeco Handelsraad is, net als het Agro-technologisch onderzoekscen trum in Wageningen, een van de voorlopers van agrificatieprojecten. Zo heeft zij handcrèmes en aftersun- milk ontwikkeld met extracten uit pepermunt, rozemarijn, akkermoe- rasbloem, kamille, goudsbloem en teunisbloem. Ook heeft Cebeco een proefveldje aangelegd met dille en een met karwij. De plantjes produce ren een olie, waarin de stof carvon aanwezig is; een kiemremmend mid del voor bewaring van aardappelen. De Inca's wisten dat duizenden jaren geleden al. „Bij toeval ontdekte men dat de olie uit de zaadjes heel bruikbaar is," vertelt H. Toumois, afdelingshoofd van het Wageningse onderzoekscen trum ATO-DLO. In Wageningen ver wachten de onderzoekers nog veel meer heil van het dille- en karwij - zaad. Tournois: „Het is misschien veel breder inzetbaar, als schimmel- werende stof bij voorbeeld." Ook wolfsmelkachtige plantjes be zitten onvermoede kwaliteiten. De vetzuren uit de bloemetjes zijn be langrijke bouwstenen voor fijnche- micaliën (schoonmaakmiddelen bij voorbeeld) en als bouwstof in bestrij dingsmiddelen. En de oliën uit de bekergoudsbloem en de akkermoe- rasbloem zijn buiten dat ook van nut in de farmaceutica en cosmetica. Erucazuur uit de crambe, een sinds enige jaren 'herontdekt' gewas, wordt door 'Wageningen' gebruikt als anti-statisch middel in plastics. „Ik voorzie echt wel dat al deze bloe men en planten straks op akkers staan, waar nu de tarwe nog welig tiert," verwacht Tournois. Volgens hem is het heel wel mogelijk dat een boer er op den duur zijn boterham mee verdient. Natuurvolkeren Omdat vriend en vijand het erover eens is dat de natuurvolkeren zo gek nog niet zijn, reizen onderzoekers de hele wereld af op zoek naar plant jes die in het Westen onbekend zijn, maar door primitieve volken als me dicijn worden gebruikt. Zo bezoeken onderzoekers Nepal en ook de Medi terrane landen. Vooral gebieden met 'extreme milieus', zoals Toumois het noemt; heel zout, of heel droog. Ook regenwouden en bergachtige gebie den. Het zijn die plaatsen waar een deel van de flora nog onontdekt is. Toumois noemt het geliefde voor beeld van de ontdekking van de aspi rine: eeuwenlang kauwden hoofd pijnpatiënten op een stuk berkens chors. Naar nu blijkt zit daarin een stof die heilzaam werkt tegen hoofd pijn. Het is daarom, naast de petro chemische industrie, vooral de far maceutische industrie die keer op keer voor grote verrassingen komt te Taxustwijgjes als kankermedicijn, pindadoppen blijken tumorrem- mend. De Vereniging Nederlandse Kruidencoöperaties stopt, samen met Cebeco Handelsraad, fors geld in onderzoek naar medicinale plan ten en kruiden. Bestudeerd worden kamille, pepermunt, valeriaan, ange lica, dille en artemisia. Doel is het ontwikkelen van 'strategische allian ties' met de chemische industrie. Inmiddels blijkt nog maar vijf tot tien procent van alle planten op deze wereld onderzocht te zijn op eigen schappen die de mensheid van nut kunnen zijn. En daar hoeven geen ingewikkelde machines voor te wor den gemaakt de plant doet alles uit"eigen beweging. Het vraagt alleen een investering van miljoenen om het wiel opnieuw uit te vinden. ge- egd ek. ;lij- DEN HAAG CPD can Vlas is een van de oudste cul- eer tuingewassen van de wereld. Dat betekent dat er al heel wat ten aan gesleuteld is. Het is nu zo :1e- veredeld dat nieuwe kruisingen ma al snel kunnen leiden tot terug- de val. Vlas is een vezelgewas en jn- het is vooral die kwaliteit, waar- len i van de producenten het meest uis gebruik hebben gemaakt. Ne er- derland is lange tijd de grote :ri- zaadleverancier voor Europa ina geweest. Toen Frankrijk tien ter jaar geleden zelf begon met ers zaadteelt, moest Nederland op re- zoek naar een alternatief om de IA- vlasteelt overeind te houden. RZ :d- Research in Metslawier lijkt dat alternatief te hebben gevonden, sld Vlaszaad is de grondstof voor iat een aantal oliën, dat gebruikt oe wordt in de verf- en de voe- de dingsindustrie. Het bekendst is gd I de lijnolie, een belangrijke ies grondstof voor buitenverven. In ui- de hobbysfeer is de lijnolie te evenwel verdrongen door iet vluchtiger grondstoffen. Wie op zijn trap in de lak zet, wil niet an dagenlang per touwladder om- re- I hoog. Voor professionele schil- or ders gaat er misschien nog steeds niets boven lijnolieverf voor het buitenwerk, maar ook daar neemt het gebruik af. De eigenschappen van de verschillende vetzuren in vlas maken het moeilijk de oliën di rect te gebruiken in de voedsel industrie. Dat was wel de rich ting waarin RZ Research het zocht. Nu bestaat het zaad van vlas voor het grootste deel uit li- noleenzuur, een drievoudig on verzadigd vetzuur. Dat vetzuur is gevoelig voor oxydatie en gaat snel verbindingen aan met an dere stoffen (polymerisatie). Dat heeft voor- en nadelen. Het werkt snelle droging van produkten op basis van lino leenzuur in de hand en maakt het daarmee heel geschikt voor verf, vernis en linoleum. Voor menselijk consumptie hebben de eigenschappen evenwel minder gewenste gevolgen. Een dieetolie met een groot gehalte linoleenzuur vertoont snel de neiging tot ranzigheid. Vijf jaar lang heeft RZ Re search gezocht naar een moge lijkheid het linoleenzuurgehalte van zo'n zestig procent terug te brengen tot minder dan vijf procent. Commercieel manager Peter Keijzer weet dat in Austra lië in 1986 ook is geprobeerd het linoleenzuurgehalte verder terug te dringen. En met succes, zo beweren de Australiërs in publikaties. Alleen is dat resul taat niet herhaald. In Metsla wier slaagde men daar op grond van de Australische gegevens ook niet direct in. Wijzigingen Met chemicaliën kun je nu heel kleine wijzigingen in het DNA aanbrengen. Dat heet mutage- nese. Die weg heeft RZ Re search gekozen. Met behulp van een moderne gaschromoto- graaf, was het mogelijk snel vele analyses uit te voeren op de door middel van mutagenese geteelde zaden. Dat nu, zo legt onderzoeker drs. Roel Faber uit, is een inge wikkelde zaak. De vorming van linoleenzuur uit linolzuur ligt vast in twee genen. Door analy se van een groot aantal geteelde zaden kwam men bij RZ Re search op 46 vlaslijnen die op één gen waren gemuteerd. Dat was niet voldoende om de vorming van linoleenzuur te blokkeren. Dat wordt immers bepaald door twee genen. Daar om werden de gemuteerde vlas lijnen onderling gekruist. Na vijf jaar heeft men zo twee zaden gevonden, die een linoleen zuurgehalte van vier procent hebben. Vermeerderen Nu is het zaak deze zaden te vermeerderen tot zulke hoe veelheden, dat veredelingsbe- drijven er mee aan de slag kun nen. Die bedrijven moeten het linoleenzuurarme zaad door middel van kruisingen geschikt maken voor produktie. Faber: „Met zo'n sterk veredeld gewas als vlas, kun je door het blokke ren van de linoleenzuurgenen ook andere eigenschappen weggemu teerd hebben Dat zou kunnen betekenen dat h^t nu gevonden zaad als planten, bij voorbeeld nauwe lijks vezels opleveren. Ook is het mogelijk dat een bepaalde resis tentie tegen ziekte wegge- muteerd is. Door middel van kruisingen kunnen veredelings- bedrijven die ongewenste bijef fecten weer terugdraaien. Dat zal nog wel een aantal jaren in beslag nemen. Maar dan be schikt men over een vlassoort, die geschikt is voor de produk tie van dieetolie. Interessant Voor de voedingsindustrie is dat interessant, maar ook voor pro ducenten van verf en linoleum. Nu je weet hoe je de genen kunt blokkeren, kun je ook de zaak omdraaien en het linoleenzuur gehalte verhogen. Zodra een vetzuurgehalte boven de tachtig procent komt, wordt het heel aardig voor fabrikanten. Dat scheelt aanmerkelijk in de kos ten van raffinage. De vraag rijst of je het blokke ren van de genen niet kunt ver snellen door middel van geneti sche manipulatie. Faber en Keijzer zijn daar allerminst van overtuigd. Het is maar de vraag, of moleculaire biologen hetzelf de resultaat sneller kunnen be reiken. Met één gen is dat niet zo'n probleem, maar met twee wordt het aanmerkelijk inge wikkelder. Bovendien is het aanzienlijk duurder, zo meent Keijzer. De gaschromatograaf met op de voorgrond, van links naar rechts, Peter Keijzer, chemisch analiste Eveline van Arnhem, laboratoriumassistente Maaike Holwerda en Roel Faber. foto frioo

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 21