'Pretherrie' heeft rust van
het platteland verdreven
Natuur Milieu
Afwisseling moet beren
in Emmen actief houden
Tuinmarkt van Kleine Aarde
Gevorkte tong biedt slang en hagedis veel voordelen
Inheemse zoetwatervis ernstig bedreigd
Huisjesslak weg door zure
regen: vogelstand achteruit
CDA: Boer vaker in
rol van natuurbeheerder
Vlinders kijken in duinen
WOENSDAG 13 APRIL 1994
r wolfsbergen
p!n,gpe bosuil heet in de vogel-
'Joenlaamregeling strix aluco. Strix
tu"p de Griekse naam voor nacht-
°c fogel en de Latijnse naam voor
trasser. Men is dus afgegaan op
;efwijze en geluidsvoortbren-
ing van het dier. Omdat er een
[antal soorten uilen te onder
leiden is, moest ook de bos-
kenmerkende toevoe-
dani
1
ue Oorspronkelijk is dat het Latijn-
alucus of ulucus geweest; de
itekenis van dat woord is kras-
ten of schreeuwen en dat heeft
r het us met het roepen van het dier
maken Maar heel duidelijk is
lie betekenis kennelijk niet ge-
maaiveest. Wel hield men in de An-
É>.8e"ïelsaksische landen het bij de
1S jo juist genoemde verklaring,
maar in de Germaanse landen
rand men in alucus het woord
i, dat niet of zonder betekent,
Sem lux, het woord voor licht.
Jdet andere woorden, men
'n. j$oemde hem daar de lichtschu-
rnidiL,
and geide verklaringen bevatten een
jcern van waarheid. De bosuil
schreeuwt of krast niet, maar
laat een bepaalde, veelbeteke-
meInende roep horen. Werkelijk
lichtschuw is de bosuil niet,
maar hij is er op ingesteld in het
Yfmachtelijk duister zijn voedsel te
zoeken. Daarbij zijn het niet de
C nnnn Hin rln konWrrtl cnnlon
zijn r
ihebben.
m~pe oren hem bij de uitvoering
fan zijn taak ten dienste. Daar-
1 e~ bij gevoegd de werking van zijn
speciaal daarvoor ingericht
8 8r.~l'erenPak maakt hem tot een
:.sJe 'perfecte geruisloze nachtvlieger.
Het geruisloze vliegen is bij de
jj erposuil, maar ook bij kerk- en
ransuil, mogelijk dank zij de
8 speciale bouw van de vleugelve-
ren. De randen van die veren
e~ zijn zo elastisch, dat het werve-
1S' Sen van de luchtstroming die bij
het vliegen ontstaat, geen geruis
veroorzaakt. Dat en hun scherp
osegehoor maken het mogelijk dat
in het duister elk geritsel de
aandacht van de voedselzoe-
kende uil trekt.
ien' J-Iun voedsel is uitsluitend dier
lijk, maar beslist geen aas. Zij
vangen hun prooi met een pre
cisie waar geen roofvogel aan
tippen kan. De geduchte klau
wen grijpen de prooi: muizen,
kikkers, kleine en middelgrote
vogels, die dan meteen met
huid, haai en veren ingeslikt
worden. Is het prooidier heel
groot een flinke vogel bij
voorbeeld dan wordt even
een rustplek op een boomtak
gezocht. De buit wordt in stuk
ken getrokken en dan ingeslikt.
Slechts enkele wegstuivende ve
ren geven aan wat er gebeurd is.
Naderhand is in de braakbal te
zien welk dier gegrepen werd.
In het darmkanaal van de bosuil
verteren de botten, de veren en
de klauwen niet. Bedenk wel: de
ingeslikte maar onverteerbare
veren hebben dezelfde heilza
me werking in het spijsverte
ringssysteem van de uil, als de
onverteerbare plantaardige ve
zels in het menselijk lichaam.
Wanneer uilen ergens een
plaats gevonden hebben waar
het goed toeven is, waar zowel
nestruimte als voedselterrein
aanwezig zijn, dan kunnen ze
soms van geslacht op geslacht
daar blijven. Overdag rusten en
slapen zij daar, in de nacht be
werken zij hun terrein.
Wel dient elk uile-paar zich aan
vastgestelde grenzen te houden,
in het bijzonder in de broedtijd.
Niet alleen hebben man en
vrouw daarvoor hun eigen ge
luidscode, zodat ze in de nacht
weten waar elk zich ophoudt,
ook hun alarmsysteem is speci
fiek. Dank zij verfijnde opname
technieken kunnen wij iets van
de uiletaai verstaan en begrij
pen.
De voortgebrachte geluiden zijn
roepend of krassend, fluisterend
of schel, al naar de omstandig
heden zijn. Het geluid dat wij
horen is in feite een conversatie
tussen man en vrouw bosuil.
Man bosuil moet af en toe we
ten waar vrouw bosuil uithangt.
Hij roept dan zijn vèrklinkende
oe-hoe-oe-roep, waar vrouw
bosuil zonder pauze op ant
woordt met een schel, kort kras
send geluid.
[emmen. anp
■lijk
8^" Het Noorder Dierenpark in Em-
'jmën heeft een geavanceerd
-computersysteem in gebruik
genomen waarmee het zijn Ko-
op meer natuurlijke
'swijze kan voeden. Daarbij wordt
volgens bioloog H. Hidding van
het park vooral tegemoet geko-
[men aan de behoefte aan afwis
seling van deze pas gearriveerde
Ibeesten.
Om te voorkomen dat de vijf
bpren twee mannetjes, drie
vrouwtjes zich gaan vervelen
zijn op twaalf verschillende
plekken in het buitenverblijf
voederautomaten aangebracht,
waar de beren geregeld iets
kunnen vinden. De computer
°°P;die de automaten bestuurt,
8~ zorgt ervoor dat de beren nooit
weten wanneer er waar iets te
halen valt. Daardoor worden ze
s_~ i gestimuleerd voortdurend at
tent te blijven en regelmatig
voedsel te zoeken.
Hidding denkt dat het Noor
der Dierenpark het enige is
waar zo'n voorziening tot nu
toe is gerealiseerd. Het systeem
is in eigen beheer bedacht en
uitgevoerd. Voorlopig zal het al
leen bij de beren worden toege
past.
Het Dierenpark heeft de vijf
beren onlangs overgenomen
van een klein dierenparkje in
het Belgische Genk. In het bui
tenverblijf is veel variatie aange
bracht om de beren zoveel mo
gelijk afwisseling te kunnen bie
den. Ook is er een wildstro-
mend beekje aangelegd. De die
rentuin hoopt dat de vijf beren
op den duur daarin hun eigen
vis zullen vangen, zoals hun wil
de soortgenoten in Alaska doen.
Omdat ze de kunst nooit van
hun ouders hebben kunnen af
kijken, is nog niet zeker oj ze
dat ook zullen doen.
Om het niet te moeilijk te ma
ken zullen de verzorgers bin
nenkort niet levende, springen
de vissen in het water gooien,
maar levenloze exemplaren uit
de diepvries.
Op haar terrein in Boxtel houdt
De Kleine Aarde zaterdag 16
april weer de jaarlijkse milieu
vriendelijke tuinmarkt, bedoeld
die een moes- of
hebben of in tuinieren
geïnteresseerd zijn.
Daar is voorlichting te krijgen
over bemesting en composte-
ring, zaaigoed, kruiden, gereed
schap en milieuvriendelijke be
strijdingsmiddelen, maar ook is
er aandacht voor kleinvee, zijn
er rondleidingen door de ver
schillende tuinen en is er een
foto-expositie over de tuin-
bouwactiviteiten op De Kleine
Aarde.
De markt is gratis toeganke
lijk van 10 tot 16 uur. Die dag
wordt De Groene Pluim, de prijs
van De Kleine Aarde, uitgereikt
Half miljoen actieve motorrijders in Nederland
Vraag zomaar iemand wel
ke geluiden horen bij het
wonen in een idyllisch
dijkhuisje langs een rivier.
Getjilp van vogels, zal het
antwoord zijn, gemekker
van schapen en in de verte
het vriendelijk geplof van
een rijnaak, die zich
stroomopwaarts door het
water ploegt. De werkelijk
heid is een stuk minder
aangenaam, zeker nu het
voorjaar weer ontluikt. Ie
der jaar massaler verrijst
dan motorrijdend Neder
land.
Juist de slingerdijken langs de
grote rivieren zijn favoriete
'knalpotroutes'. De schrijver
Inigo Meerman, wonend in zo'n
heerlijk dijkhuis en al jaren ge
kweld door motorherrie, heeft
zijn opgekropte woede gebun
deld in een aanklacht 'Schopen
hauer op de motor'. Deze Duit
se wijsgeer schreef een eeuw
geleden in een verhandeling
over geluidsoverlast: 'Al dat ge
klop, gehamer en gerammel
kwelt mij al zolang ik besta'.
De Nederlandse Stichting Ge
luidhinder droeg de basisgege
vens aan voor de brochure,
waarmee Meerman 'de discus
sie aanzwengelt over het be
staansrecht van pretherrie in
een dichtbevolkt land'. Wettelijk
is geregeld, dat een motorfiets
Een heel klein deel van de ongeveer 500.000 motorrijders die ons land
heden ten dage telt. foto rob c. croes
evenveel geluid mag maken als telt op dit moment een half mil-
vrachtwagen: 82 de- joen actieve motorrijdf
cibel. Daarmee maakt de ge
middelde motor evenveel herrie
als tien personenauto's. Ver-
keersherrie staat na burenge
rucht als nummer twee op de
geluidhindertoptien. Nederland
Meerman typeert het type dat
de meest lawaaiige motoren be
rijdt als volgt: „Geen rustige
pijproker die drie keer per jaar
zijn oldtimer van stal haalt,
maar een fanaat die vanaf Pa
sen tot ver in oktober iedere ge
legenheid aangrijpt om, liefst
met een stel maten, de wegen
zo luidruchtig mogelijk onveilig
te maken."
Tegenstanders noemen mo
torrijden een auditief, visueel en
verkeerstechnisch puur agres
sief fenomeen, dat in dichtbe
volkt Nederland zoveel mogelijk
dient te worden teruggedron
gen. Pessimistisch gestemd
noemen zij de kans daarop ui
terst gering. Overheidsmaatre
gelen zijn niet te verwachten en
de investeringen van particulie
ren èn bedrijfsleven in de ma
chinerie zijn al te groot om te
denken dat deze uit de hand ge
lopen rage uit zichzelf zal lu-
Tussen 1987 en 1993 verdub
belde het aantal motorfietsen in
Nederland, maar niet het aantal
gereden kilometers. Motoren
worden vaak naast een auto
aangeschaft en gebruikt als vrij
etijdsbesteding bij mooi weer.
Milieuvriendelijk is een motor
ook al niet. De Duitse ADAC
heeft berekend dat een motor
35 keer meer vervuilt dan een
auto. „Trouwens, hoe geluids
arm en milieuvriendelijk gefil
terd ook, op de trajecten die zijn
berijders bij voorkeur kiezen
hoort de motor niet thuis," stelt
Meerman. „Door zijn zoge
naamd sportieve rijstijl, het
snelle optrekken en zijn geringe
zichtbaarheid is hij een moord
wapen in combinatie met fiets
en wandelverkeer."
De gevorkte slangetong: een slecht imago, maar in feite
praktisch hulpmiddel bij verschillende soorten van waarneming.
fllco hylkema gpd
Volgens Kurt Schwenk van de
universiteit van Connecticut
biedt haar gevorkte tong de
slang vele voordelen. In de eer
ste plaats, zo meent de onder
zoeker, is die tong een belang
rijk hulpmiddel bij het zoeken
van een partner.
Zoals een mens door het ge
bruik van twee oren de richting
van een geluid kan bepalen, kan
een slang door de twee uitein
den van de spitse tong als het
ware stereo ruiken. In het Ame
rikaanse Science beweert Sch
wenk dat beide toppen van de
tong moleculen in de lucht kun
nen 'proeven'. Wanneer de
slang haar tong terugtrekt in
haar bek, komen de toppen van
de tong naast gevoelige smaak-
organen te liggen die de geur-
producerende moleculen op
sporen.
Hagedissen, die soms ook
over een gevorkte tong beschik
ken, schijnen de aldus verkre
gen informatie te gebruiken om
hun prooi te vinden. Schwenk
vergeleek verschillende soorten
hagedissen. Hij ontdekte dat die
met een gevorkte tong waar
schijnlijk hun voedsel uit een
wijdere omtrek halen dan hun
minder gefortuneerde soortge
noten. De laatsten overvallen
hun prooi liever vanuit een hin-
Bij de slangen speelt de tong
meer rollen. Net zoals hagedis
sen gebruiken de slangen hun
tong om te jagen. Die tong kan
jonge slangen helpen om het
hol voor de winterslaap te vin
den. Ze volgen de geursporen
die volwassenen hebben achter
gelaten op weg naar dat hol.
Volwassen mannelijke slan
gen gebruiken hun tong om de
door vrouwelijke soortgenoten
geproduceerde feromonen op
te pikken. Aan de hand van de
intensiteit van de geur op beide
toppen van de tong kan het
mannetje bepalen in welke
richting hij het vrouwtje moet
zoeken. Het geurspoor geeft het
mannetje ook andere belangrij
ke informatie, zoals over de be
reidheid tot paren en over de
soort slang die hij volgt.
Volgens Schwenk zouden
slangen deze kunst hebben ont
wikkeld, omdat het in de wil-
foto martijn de jonce
dernis bepaald niet gemakkelijk
is een andere slang te vinden.
Alhoewel de slangen voor de
winterslaap dicht bij elkaar
kruipen, zwerven ze 's zomers
uit over grote afstanden. Hage
dissen daarentegen leven in
groepen en hebben dus niet
zo'n sterk ontwikkeld gevoel
voor die geur nodig.
„Slangen komen elkaar waar
schijnlijk niet vaak tegen, tenzij
ze elkaar opspeuren op grond
van chemische sporen," denkt
de onderzoeker. „Het kan het
verschil betekenen tussen paren
of niet paren in een bepaald sei
zoen." Alle slangen hebben ge
vorkte tongen, maar alleen be
paalde groepen hagedissen be
schikken over dit hulpmiddel.
Uit recente studie Natuurbeschermingsraad blijkt:
kees wiese gpd
De stand van de zoetwatervis in onze bin
nenwateren is uiterst zorgwekkend. Dat
blijkt uit een recente studie van de Natuur
beschermingsraad, waaraan de Katholieke
Universiteit Nijmegen (Aquatische Oecolo-
gie) dezer dagen een symposium wijdt. Van
de 46 soorten inheemse zoetwatervissen
die aan het begin van de eeuw in de Neder
landse wateren rondzwommen, zijn er acht
verdwenen en 21 ernstig bedreigd.
Oorzaken: het stuwen van beken en rivie
ren, verzuring, overbelasting met kalizouten
(Rijn), abrupte veranderingen in de water-
hoeveelheid door peilregulering en riool-
overstort, (voortgaande) opwarming door
elektriciteitscentrales (Rijn +50 C), de inten
sivering van de landbouw (kunstmest), al-
genbloei, vertroebelingen zuurstofarmoede
door fosfaten en nitraten (wasmiddelen) en
hoge concentraties van zware metalen,
PCB's, PAK's, organische tinverbindingen
en bestrijdingsmiddelen in het oppervlakte
water.
„De zoetwatervissen vormen de grootste
groep van gewervelde waterdieren. Zij on
derscheiden zich van andere diergroepen
door hun exclusieve waterleven, hun ver
gaande aanpassingen aan leven in een wa
termilieu. hun centrale plaats in de voedsel
keten en hun betekenis voor de mens. Een
goede visfauna is een teken van een goede
waterkwaliteit; schoon water is van levens
belang voor de mens", aldus de Natuurbe-
De steur, een van de vissoorten die deze eeuw
uit onze binnenwateren verdwenen.
illustratie gpd
schermingsraad.
Verdwenen zijn deze eeuw steur, elft,
zalm, kleine marene, grote marene, houting
en de ook vroeger al slechts incidenteel
voorkomende vlagzalm en gestippelde al
ver. Drastisch ingekrompen is het versprei
dingsgebied van zeeprik, rivierprik, beek-
prik, barbeel, sneep, kopvoom, elrits, berm-
pje, beek en zeeforel, grote modderkruiper
en kwabaal.
„Wanneer deze ontwikkeling zich doorzet
zullen zij op korte termijn eveneens uit ons
land verdwijnen", aldus de Natuurbescher
mingsraad.
Zelfs soorten die enkele tientallen jaren
geleden nog als .algemeen' bekend ston
den, gaan langzaam achteruit: paling, alver,
riviergrondel, winde, kroeskarper, bitter-
voorn. ruisvoorn, zeelt, kleine modderkrui
per, snoek, driedoornige stekelbaars, tien-
doornige stekelbaars en rivierdonderpad.
„Van sommige soorten wordt een sterke
achteruitgang vermoed. In een aantal ge
bieden waar zij tot voor kort algemeen
voorkwamen, zijn zij inmiddels verdwenen.
Exacte gegevens over de huidige versprei
ding ontbreken echter", stelt de Natuurbe
schermingsraad.
Bepaalde soorten en grootteklassen vis
vormen een belangrijke voedselbron voor
vogels en zoogdieren, zoals reigerachtigen,
eenden, meeuwen, sterns, aalscholvers,
roofvogels en marterachtigen.
Ernstige gevolgen
De opeenhoping van giftige stoffen in vis
kan ernstige effecten hebben op de voort
planting van visetende vogels en zoogdie
ren (de otter stierf er door uit, het broedsuc-
ces van de aalscholver is er door geremd).
De structuur van de zoetwaterlevensge
meenschap (3.000 soorten ongewervelde
dieren, 84 hogere waterplanten) en vele
ecologische processen zijn in de laatste
tientallen jaren drastisch gewijzigd. Vooral
in voedselrijke, stilstaande wateren trad een
verschuiving op ten nadele van roofvissen
en ten gunste van een beperkt aantal bo-
demwoelende macrofauna-eters als blank
voorn en brasem.
Er is geen systematisch onderzoek ge
daan naar de relatie tussen visserij en vis
fauna. Daarom is niet bekend of overbevis-
sing heeft bijgedragen aan de vermindering
van het aantal soorten. Maar aangenomen
wordt dat de effecten van de visserij (een
miljoen hengelsporters, 700 beroepsvissers)
in het niet vallen bij de effecten van bio
toopvernietiging, verstuwing en verontrei
niging.
Een meesje is bezig materiaal voor het nest te verzamelen. En nu maar
hopen dat daar eieren met een stevige en niet te poreuze schaal in ko
men foto united photos de boer
•teren anp Daar komen nog voldoende
slakken voor. Een proef met
kalkbemesting in de Peel liet
zien dat dit een gunstige in
vloed heeft op de voortplanting
van slakken.
Deze studie heeft ertoe geleid
dat men onlangs ook in ver
zuurde gebieden elders in Euro
pa onderzoek begon naar het
kalkgebrek van vogels. De eerste
resultaten tonen aan dat slechte
eierschalen ook voorkomen in
verzuurde gebieden in Scan
dinavië en Oost-Europa.
Sommige mezen, zo meldt
Graveland, produceren nog
goede eieren doordat zij gebruik
maken van andere kalkbronnen
zoals kippeëierschalen uit vuil
nisbakken, op een picknick
plaats, cementmortel uit een
oude muur of kippegrit.
Kalkgebrek komt niet alleen
voor bij mezen, maar ook onder
andere soorten vogels. Een op
vallende uitzondering is volgens
de onderzoeker de bonte vlie
genvanger. Deze soort krijgt ge
noeg kalk binnen door het eten
van pissebedden en miljoenpo-
Waarschijnlijk hebben vogels
in heide- en hoogveengebieden
eveneens te lijden aan kalkge
brek door verzuring. Veel soor
ten nemen af en worden sterk
bedreigd, zoals de korhoen,
duinpieper en nachtzwaluw.
Nader onderzoek zal duidelijk
moeten maken of de afname
van deze vogels ook door kalk
gebrek wordt veroorzaakt.
De zure regen is er de oorzaak
van dat slakken verdwijnen. Het
gevolg daarvan is weer, dat ook
de vogelstand achteruitgaat.
Vogels hebben de kalk van slak-
kehuizen nodig voor de produk-
tie van eieren met een sterke en
dikke schaal.
Dit blijkt uit een onderzoek
van het Centrum voor Terrestri-
sche Oecologie in Heteren, dat
behoort tot het Nederlands In
stituut voor Oecologisch Onder
zoek. Enkele jaren geleden con
stateerde de onderzoekinstel
ling dat mezen en andere vogel
soorten in bossen op arme
zandgronden steeds vaker
slechte of zelfs geen eieren leg
den. De schaal van de gevonden
legsels was dun en poreus. De
eieren kwamen niet uit als ge
volg van uitdroging en schaal-
breuk.
Ir. I. Graveland en zijn colle
ga's gingen op zoek naar het
hoe en waarom van de slechte
eierschalen. Zij kwamen er ach
ter dat de vrouwtjes vlak voor
en tijdens de leg op zoek gingen
naar brokjes kalkrijk materiaal.
Onder normale natuurlijke om
standigheden bleken het vooral
slakkehuizen te zijn die de vo
gels gebruikten om in hun kalk-
behoefte te voorzien.
De populatie van huisjesslak
ken in kalkarme gebieden is
dramatisch achteruit gegaan.
Op sommige plekken zijn ze
vrijwel verdwenen. Op kalkrijke
gronden is er weinig veranderd.
Boeren moeten een grotere rol
gaan spelen bij het instandhou
den van natuur en landschap in
Nederland. Dat staat in het rap
port Schakels tussen landbouw,
milieu en natuur, van het We
tenschappelijk Instituut voor
het CDA.
Op dit moment hebben enke
le duizenden boeren een zoge
heten beheercontract met de
rijksoverheid. In ruil voor geld
ontzien ze de natuur. Deze boe
ren wonen in natuurrijke gebie
den.
Volgens het beleidsadvies van
het instituut moet het agrarisch
natuurbeheer ook in de rest van
Nederland praktijk worden. De
overheid moet daarvoor een
systeem van functiebeloning of
natuurproduktiebetaling ont
wikkelen. Zo voert de Rijksuni
versiteit Leiden momenteel een
experiment uit, waarbij melk
veehouders zouden kunnen
worden betaald per meter na
tuurrijkeslootkant.
In Nederland wordt veel land
bouwgrond aan de produktie
onttrokken en tot reservaat be
stempeld. Volgens het weten
schappelijk instituut heeft dat
als nadeel dat boeren en landei
genaren niet meer op een actie
ve manier bij het landschapsbe
heer worden betrokken. [Daar
door blijven mogelijkheden
voor particulier natuurbeheer
onbenut. Het instituut consta
teert dat bij boeren juist de be
reidheid is gegroeid om aan na
tuurbeheer te doen als vorm
van alternatieve inkomensbron.
Het instituut vindt ook dat
agrarische bedrijven de kans
moeten krijgen uit te breiden,
ook al gaat dat ter plaatse ten
koste van de natuur. Voorwaar
de is dat per bedrijf elders nieu
we natuur wordt ontwikkeld.
Het CDA stelt dat milieuzorg,
natuurbeheer en perspectief
voor de landbouw kunnen sa
mengaan. Boeren en tuinders
die zich verantwoordelijk gedra
gen ten opzichte van milieu, na
tuur en landschap moeten op
eigentijdse wijze hun bedrijf
kunnen uitoefenen. Binnen ëén
generatie moeten ze overscha
kelen op een bedrijfsvoering die
een goed beheer van natuur en
landschap mogelijk maakt.
De Vlinderstichting in Wagenin-
gen heeft het boekje 'Vlinders
kijken in de duinen' uitgegeven.
Het boekje vertelt welke vlin
ders er in de verschillende sei
zoenen in de duinen te zien zijn
en van welke planten ze gebruik
maken. Ook lezen we in 't kort
iets over de leefwijze van deze
vlinders.
Met zijn duidelijke kleurenaf
beeldingen is het boekje een
handige gids tijdens duinwan
delingen. liet boekje maakt deel
uit van de serie 'vlinders kijken
in Nederlandse landschappen'.
Auteur is ir. Inge van Halder,
medewerkster van de Vlinder-
stichting.
De prijs bedraagt ƒ6,- voor
donateurs van de stichting en
7,50 voor niet-donateurs. Het
kan besteld worden bij de Vlin-
drrstK hling. postbus 506) 6700
AM in Wageningen, telefoon
08370-24224.