Meer mensen ziek dan gemeld
Binnenland
Nat pak voor de armoede
Maand voorwaardelijk
geëist in zaak Köksal
K& -
Wierenga is tevreden
over debat in Kamer
Debat toont machtsvacuüm misdaadbestrijding
tweekamer
Grauw van de rugpijn slaat Hirsch
Ballin zich door IRT-debat heen
VRIJDAG 8 APRIL 1994
Tien jaar cel voor moord marktkoopman
Amsterdam De Amsterdamse rechtbank heeft gisteren een 30-
jarige inwoner van Hilversum veroordeeld tot tien jaar celstraf
wegens moord op een Hilversumse marktkoopman (32). Bewe
zen werd geacht dat hij de koopman op 2 oktober 1993 met re
volverschoten opzettelijk doodde in een Hilversumse kleding
zaak in aanwezigheid van klanten. Tegen de man was twaalf jaar
geëist.
Vijf jaar geëist voor incest
zwolle Voor de Zwolse rechtbank is gisteren vijf jaar cel geëist
tegen een 54-jarige man uit Lelystad. De man wordt verdacht
van het plegen van incest met en het aanzetten tot prostitutie
van zijn dochter. Het nu 24-jarige meisje zou van juni 1985 tot
juni 1989 regelmatig seksueel misbruikt zijn door haar vader.
Tussen juni 1986 en december 1989 moest zij zich prostitueren.
Eerst gebeurde dat in een club in de provincie Groningen, later
in Haarlem. Om zijn eisen kracht bij te zetten zou de man ge
weld hebben gebruikt.
Automobilist dood na ruzie op weg
bussum Een 29-jarige automobilist uit Rotterdam is woensdag
avond bij een ongeval op de A27 bij de oprit vanaf Maartensdijk
omgekomen. De man raakte met z'n auto in de sloot, nadat hij
ruzie had gehad met een medeweggebruiker. Die haalde de Rot
terdammer rechts in, ging vlak voor hem rijden en ging plotse
ling bovenop zijn rem staan. Daarop verloor de Rotterdammer
de macht over het stuur. Hij bleek zijn nek te hebben gebroken.
De andere automobilist, een 38-jarige Bussumer, is meteen aan
gehouden en wordt dood door schuld ten laste gelegd.
Forse daling ziekteverzuim blijkt slechts schijn
Er zijn veel meer mensen ziek dan aan het Gemeen
schappelijk Administratiekantoor (GAK) of de bedrijfs
vereniging worden gemeld. Het aantal zieken is dus hele
maal niet zo spectaculair gedaald sinds de invoering van
de nieuwe TZ/Arbowet op 1 januari als in februari werd
gesignaleerd door de FNV.
den haag anp-gpdIn januari meldde het GAK
dat daar in vergelijking met vo
rig jaar veertig procent minder
ziekmeldingen waren binnen
gekomen. Sinds 1 januari draai
en werkgevers als gevolg van de
wetswijziging zelf op voor de
kosten van de eerste twee tot
zes weken ziekteverzuim. In
middels ligt het percentage over
Dat blijkt uit een vergelijking
tussen cijfers van het GAK en
van de Computer Management
Group (CMG) uit Amstelveen,
die de loonadministratie van
350.000 werknemers doet. Het
GAK heeft de conclusie beves-
het eerste kwartaal van dit jaar
veertig tot 45 procent onder dat
van het eerste kwartaal van
1993. Dat dit niet duidt op een
navenante afname van het wer
kelijke ziekteverzuim, blijkt uit
gegevens van CMG. Van de
350.000 werknemers die CMG
in zijn bestand heeft, zijn er cir
ca 290.000 verzekerd bij de be
drijfsverenigingen die zijn aan
gesloten bij het GAK. CMG
komt op basis van een analyse
tot de slotsom, dat in januari en
februari het ziekteverzuim
slechts tien procent lager lag
dan in de eerste twee maanden
van vorig jaar. Die daling stemt
met de bevindingen
van de BVG. Zij vindt haar oo'r-
zaak in de griepgolf die Neder
land in december vorig jaar
teisterde. In de daarop volgende
maanden ligt het verzuim dan
altijd een stuk lager dan gebrui
kelijk.
Het GAK en de bedrijfsvereni
ging BVG (zorgsector) komen
tot de slotsom dat bedrijven de
ziekmeldingen nog steeds keu
rig in hun loonadministratie op
nemen, maar dat werkgevers
nogal eens verzuimen om de
ziekmelding door te geven aan
de bedrijfsvereniging of het
GAK.
Minister De Vries van sociale
zaken zei gisteren tijdens een
symposium over ziekteverzuim
in Amsterdam dat hij 'geschrok
ken' is van de omvang van het
achterwege blijven van de ziek
meldingen. Hij wees erop dat
werkgevers een wettelijke mel
dingsplicht hebben. De melding
is van belang omdat de bedrijfs
verenigingen de betaling en be
geleiding van zieke werknemers
na de tweede of zesde week van
de werkgever moeten overne
men. De Vries rekent erop dat
de bedrijfsverenigingen daar
'strak' aan zullen vasthouden.
Tegen een 59-jarige brigadier
van de Venlose politie is giste
ren voor de rechtbank in Roer
mond een maand voorwaarde
lijke gevangenisstraf en een
geldboete van 1500 gulden ge
ëist wegens mishandeling van
de 32-jarige Turk Köksal. De
man overleed begin vorig jaar
aan een hersenbloeding, nadat
hij enkele uren eerder door de
brigadier en vijf collega's in het
centrum van Venlo was gearres
teerd. Het overlijden van Köksal
leidde tot grote commotie bin
nen de Turkse gemeenschap in
Venlo.
Volgens officier van justitie
mr. H. Droesen kan de brigadier
niet verantwoordelijk worden
gesteld voor de dood van de
Turk. Maar hij vond wel dat de
politieman te bruut is opgetre
den tegen het slachtoffer dat
zich niet tegen zijn aanhouding
verzette.
Köksal botste op 7 januari vo
rig jaar midden in de nacht met
zijn auto tegen een paaltje. De
brigadier veronderstelde dat de
man dronken was en sloeg hem
onmiddellijk in de boeien.
Daarbij ging hij volgens passan
ten, maar ook zijn collega,
bepaald zachtzinnig te werk. Hij
zou de arrestant over de grond
hebben gesleept. Even later
stierf de Turk in het ziekenhuis
aan een hersenbloeding.
Volgens medici was dat een
gevolg van een aandoening,
hoewel ze nooit helemaal heb
ben uitgesloten dat het hersen
infarct door het optreden van
de politie is verergerd. Wel zijn
ze ervan overtuigd dat het
slachtoffer niet onder invloed
van alcohol maar voor de bot
sing al een hersenbloeding had
gehad.
De politieman, die twintig
jaar geleden al eens een boete
kreeg wegens mishandeling, is
nog in functie. Als gevolg van de
affaire is hem wel voorwaarde
lijk ontslag aangezegd. Volgens
zijn superieuren is hij 'overijve
rig, zeer rechtlijnig en fel, en ie
mand die niet correct met pu
bliek en collega's om kan gaan'.
De rechtbank doet 21 april
uitspraak.
x:
v; -V V -
I 1 A*
i;
s. V
den haag Enkele leden van de kerkelijke werkgroep 'De arme kant van Nederland' namen gisteren een symbolische duik in de Haagse Hofvijver. De werkgroep wil zo laten zien dat het
water uitkeringsgerechtigden tot aan de lippen staat. De actievoerders trachtten met hun natte pak te benadrukken dat er 'steeds meer armen komen' en dat de 'armen steeds armer
worden'. foto anp
"Misdaad heeft
horeca grote
steden in greep'
Criminele organisaties houden
in vrijwel alle grote steden in
Nederland de horeca stevig in
hun greep. Eerst wordt met ge
weld gedreigd en vervolgens
wordt bescherming aangebo
den. De horeca-ondernemer
moet daar uiteraard voor beta
len. In een stad als Utrecht
blijkt de helft van de tachtig ca
fés in de binnenstad slachtoffer
van dergelijke 'beschermings
praktijken'.
Dit concluderen prof. dr F.
Bovenkerk en mr F. Derksen op
basis van onderzoek in Utrecht.
In het Nederlands Juristenblad
maken zij melding van hun be
vindingen. Volgens hen is de si
tuatie in de Domstad dusdanig
uit de hand gelopen dat er al il
legale bewakingsdiensten zijn
ontstaan. Het begint op de tra
ditionele manier: potige jonge
mannen doen zich een avond
tegoed maar weigeren de reke
ning te betalen. Maakt de eige
naar bezwaar dan wordt hij ge
ïntimideerd. Overige bezoekers
verlaten het pand. 'Als je ons in
huurt, zorgen wij ervoor dat dit
niet elke avond gebeurt', krijgt
de eigenaar vervolgens te ho
ren. Volgens Bovenkerk en Der
ksen houden de ondernemers
hun mond uit angst dat henzelf
of hun familie iets overkomt.
,,De politie gedoogt dat tanden
knarsend uit onmacht".
FNV roept op tot
staking in metaal
haag anp
De Industriebond FNV heeft
opgeroepen tot een staking in
de metaalsector op 15 april. De
Industrie- en Voedingsbond
CNV doet aan de op die dag in
Utrecht geplande actie niet
mee. Die bond wil eerst zijn le
den raadplegen alvorens over te
gaan tot stalcng.
De werkgeversorganisatie in
de metaal- en elektrotechnische
industrie, de FME, geeft nog
steeds geen milimeter toe op
haar standpunt inzake de ver
vroegde uittreding (VUT), waar
over de onenigheid vooral
draait. Het overleg wordt waar
schijnlijk dan ook niet hervat.
Commissievoorzitter K. Wieren-
ga toonde zich vannacht tevre
den over het kamerdebat over
de IRT-affaire. „Het is niet aan
ons als commissie om te zeggen
of een motie wel of niet ge
steund moet worden. Waar het
om gaat is dat de ministers het
rapport volledig onderschrijven
en zich de kritiek aantrekken,
zeker Hirsch Ballin." Naast de
kamercommissie voor inlichtin
gen- en veiligheidsdiensten is
ook het kabinet van mening dat
de gewraakte opsporingsme
thode van het IRT toelaatbaar
was, zoals Wierenga'
sie oordeelde.
De kritiek die op Wierenga's
rapport werd geuit, deed de
voorzitter af als 'kritiek die wel
licht gemobiliseerd was door
mensen die er in het rapport
niet goed van af komen'. Wie
renga zei goed in de gaten te
zullen houden of de aanbeve
lingen van zijn commissie zul
len worden uitgevoerd. „Daarbij
is vooral van belang dat de poli
tieke verantwoordelijkheid van
de minister beter wordt gere
geld. Uit de voornemens die
Hirsch Ballin in het debat heeft
geuit, bleek trouwens dat hij
daar eigenlijk al mee is begon-
Nordholt, hoofdcommissaris
Drs. E.E. Nordholt is sinds zeven jaar hoofdcom
missaris in Amsterdam. Daarvoor was hij de baas
van de politie in Groningen. Of het nu ging om
uitlatingen over het naar Nederland 'lozen' van
Antilliaanse criminelen, tienduizend illegale Gha-
nezen in de Bijlmer, het cellentekort, legalisering
van illegale vreemdelingen of pogingen van de
georganiseerde criminaliteit om te infiltreren in
de rechterlijke macht en de politiek: Nordholt is
altijd goed voor vette krantekoppen.
Bij de Amsterdamse bevolking is Nordholt po
pulair. Een paar maanden geleden scoorde hij
zelfs hoog in enquêtes waarin de vraag centraal
stond wie Van Thijn in de hoofdstad moest op
volgen als burgemeester. Binnen het Amsterdam
se korps heeft Nordholt inmiddels een deel van
zijn krediet verspeeld door de IRT-affaire.
De commissie-Wierenga verwijt Nordholt dat
hij te lang aan de zijlijn heeft gestaan en ver
zuimd heeft tijdig in te grijpen bij de problemen
rond het IRT. Ook krijgt Nordholt het verwijt het
rapport van IRT-leider Van Kastel niet nader te
hebben onderzocht.
Van Riessen, commissaris
Commissaris Van Riessen is sinds 1989 hoofd jus
titiële bedrijfsvoering bij de Amsterdamse politie.
In die functie vormt hij samen met Nordholt,
Kuiper en Van Schaardenburg de korpsleiding.
Nordholt en Van Riessen zijn verantwoordelijk
voor het externe politiewerk. De andere twee
houden zich bezig met de organisatie, het perso
neel en de financiën van het korps.
Van Riessen kreeg begin 1989, toen hij bij de
politie nog personeelschef was, voor het eerst te
maken met het IRT. Hij werd verantwoordelijk
voor het speciale politieteam na de overdracht
midden vorig jaar van Utrecht naar Amsterdam.
De commissie-Wierenga verwijt Van Riessen
dat hij al ruim voor die overdacht het IRT wilde
inlijven bij de centrale recherche Amsterdam.
Van de overdacht zelf maakte Van Riessen een
potje door zich niet of nauwelijks te verstaan met
zijn Utrechtse collega's die voor die tijd het com
mando over het IRT voerden. Het wordt Van
Riessen ook zwaar aangerekend dat hij het rap
port van Van Kastel klakkeloos overnam.
Mr. R. van Randwijck, PG
Procureur-generaal mr. R.J.C. graaf van Rand
wijck (56) is al ruim 22 jaar werkzaam bij het
openbaar ministerie. Zijn huidige functie in het
ressort Amsterdam vervult hij sinds 1 mei 1991
toen de ministerraad hem aanwees als opvolger
van mr J. de Ruiter, die gebruik maakte van de
VUT-regeling.
Van Randwijck was daarvoor vanaf 1 oktober
1989 waarnemend hoofdofficier van justitie in
Rotterdam. Voor zijn Rotterdamse benoeming
was Van Randwijck hoofdofficier van justitie in
Den Haag.
Van Randwijck wordt in de IRT-affaire verwe
ten dat hij niet doortastend genoeg heeft opge
treden. „De procureur-generaal heeft ruim
schoots de gelegenheid gehad in te grijpen waar
door veel onheil had kunnen worden voorko
men", concludeert de commissie-Wierenga.
Ook neemt de commissie het Van Randwijck
kwalijk dat hij 'zonder klemmende reden' bij mi
nister Hirsch Ballin op de stoep stond met een
rapport van IRT-chef Van Kastel zonder die rap
portage 'deugdelijk' te hebben getoetst.
J. Vrakking, hoofdofficier
Mr. J.M. Vrakking werkt sinds 1992 als hoofdoffi
cier van justitie in het arrondissement Amster
dam, waar hij verantwoordelijk is voor het beleid
van het openhaar ministerie. Voor zijn benoe
ming tot hoofdofficier was hij vice-president van
de rechtbank in Amsterdam. Daarvoor was hij
rechter bij dezelfde rechtbank. Vrakking begon
zijn loopbaan in 1985 als kantonrechter in Har
derwijk, waarna hij in 1989 werd benoemd tot
rechter-plaatsvervanger van de rechtbank in Den
Haag.
Volgens de commissie-Wierenga handelde
Vrakking 'overijld, ondoordacht en niet aan
vaardbaar' toen hij zonder enig overleg en nader
onderzoek naar procureur-generaal Van Rand
wijck rende met een rapport over een coke-lijn
die door het IRT zou worden gerund.
Het was ook Vrakking die samen met Nordholt
en de toenmalige burgemeester Van Thijn be
sloot tot ontbinding van het IR T op een moment
dat de minister van justitie slechts opdracht had
gegeven tot 'herstructurering' van het speciale re
chercheteam.
den haag hans l
Het kamerdebat over de roem
loze ondergang van het Interre
gionaal Rechercheteam Noord-
Holland/Utrecht heeft, na de
harde conclusies van de onder-
zoekscommissie-Wierenga, op
nieuw aangetoond hoezeer er
bij de opsporing van strafbare
feiten sprake is van een
'machtsvacuüm'.
Het voornemen van de r
van justitie om de v
delijkheid voor het openbaar
ministerie (OM) meer naar zich
toe te trekken èn het onderzoek
dat de Kamer nu gaat instellen
naar de opsporingsmethoden
bij de Nederlandse politie, zijn
positieve bij-effecten van wat
verder een vervelend akkefietje
voor de rechtsstaat genoemd
kan worden: de IRT-affaire.
Alle partijen in de Kamer, de
ministers en vermoedelijk ook
de toeschouwers waren het er
mee eens: „De rechtsstaat heeft
schade opgelopen". De diepere
betekenis van die stelling drong
goed door toen minister Hirsch
Ballin zijn grootste grieven over
de IRT-affaire prijsgaf. Over het
OM: „We stellen hoofdofficieren
van justitie en procureurs-gene
raal aan met een belangrijke,
hoge verantwoordelijkheid om
hun eigen problemen zelf op te
lossen". Dat bleek in de praktijk
echter heel anders te gaan. Ster
ker nog, het OM bleek niet eens
in staat de ministej deugdelijke
informatie te leveren. Over de
politie te Amsterdam sprak
Hirsch Ballin eveneens weinig
liefkozend: „Er is sprake van
een ernstig tekort aan loyaliteit
bij functionarissen van de Am
PIMKé tribune
vahpe
(jWOttb
énmk mkUsAAHW-ïWsi
sterdamse politie".
De posities van viei
posteerde bestrijders van de ge
organiseerde misdaad in ons
land (twee commissarissen, een
procureur-generaal en een
hoofdofficier van justitie) zijn
door het kamerdebat onder
mijnd. Met hun mogelijke ver
trek of de bijna uit te sluiten
mogelijkheid dat zij na een
'functioneringsgesprek' het vol
le vertrouwen van de ministers
heroveren, is de kous niet af.
Mocht Hirsch Ballin terugkeren
als minister, dan zal hij zich
nogmaals moeten inspannen
voor een karwei dat hij zichzelf
enkele jaren geleden ook al op
legde: een strakkere zeggen
schap over het openbaar minis
terie en de politie, zodat hij wèl
ten volle voor hun doen en la
ten verantwoordelijk kan wor
den gesteld.
De sinds jaar en dag gevreesde
'verzelfstandiging van de poli
tie' als gevolg van de reorgani
satie (148 gemeentelijke korp
sen en de rijkspolitie werden in
25 regio-korpsen samenge
voegd), lijkt al ingetreden. Een
lichte siddering ging door de
Kamer toen een uitspraak, on
langs gedaan door de Haagse
hoofdcommissaris Brand, werd
gememoreerd. Brand gaf te
kennen als politiechef niet op
ondergeschikt niveau met de
burgemeester en de hoofdoffi
cier van justitie te willen praten.
Terwijl les één van het Hand
boek voor de Politiebaas hem
ooit leerde: het bevoegd gezag
voor het beheer en de openbare
orde is de burgemeester en voor
de strafrechtelijke handhaving
de hoofdofficier van justitie. Dat
in de Amsterdamse verhoudin
gen een boze hoofdcommissaris
de procureur-generaal zelfs toe
voegt 'ik trek je integraal door',
illustreert pijnlijk bruut het ge
vreesde gezagsvacuüm. En
Nordholts onorthodoxe opvat
ting van trouw aan het bevoegd
Waar Van Thijn destijds als bur
gemeester van Amsterdam zijn
korpschef nimmer corrigeerde
vanwege diens publieke uit
spraken, bevindt de huidige mi
nister Van Thijn zich wat dat
betreft in een netelige situatie.
Premier Lubbers en Van Thijns
voorgangster Dales hadden in
december een gesprek over de
'mediabereidheid' van
korpschefs in politiek gevoelige
zaken. Daar diende een einde
aan te komen. Het overlijden
van Dales kwam echter voordat
zij met Lubbers tot daadwerke
lijke beteugeling overging. Lub
bers heeft de draad sindsdien
nog niet opgepakt, maar meld
de het voornemen tussen neus
en lippen gisteravond toch
Het IRT-rapport, inbrekende
agenten die kijkeh of een huis
zoeking zin heeft, een criminele
informant die onder regie van
Justitie in een hasj-syndicaat
opereert en wellicht in de 'coke'
gaat... voor de liethebbers van
het geheime recherchewerk was
het de afgelopen maanden
smullen geblazen. De Kamer wil
echter een rem op de reeks ont
hullingen. In de toekomst moet
duidelijk zijn wie waartoe be
sloot en er moeten wettelijke
normen komen voor de opspo-
ringstechieken.
Dat er een parlementair onder
zoek nodig is om de huidige
grenzen van de speurmethoden
te bekijken, geeft aan hoe ern
stig de gevolgen van de IRT-af
faire voor de geloofwaardigheid
van de politie zijn. Want vijf jaar
geleden werd aan de integriteit
van welk politie-onderzoek dan
ook nimmer getwijfeld.
den haag gpd
Met een gezicht zo grauw als een vaatdoek nam
justitieminister Hirsch Ballin gisteren om een
uur of één plaats achter de regeringstafel. Zijn
ernstige rugklachten, waarvoor hij twee weken
plat op bed had gelegen, waren hem aan te zien.
Gezeten in een speciale stoel incasseerde hij alle
betuigingen van medeleven en van dank voor
zijn aanwezigheid bij het debat over het debacle
van het IRT.
Na een uurtje of twee, waarin de minister af
en toe moeizaam lopend de rug strekte, werd
het blijkbaar even te veel. Een briefje aan ka
mervoorzitter Deetman was voldoende voor een
schorsing van een kwartier. Zijn woordvoerders
liepen met bezorgde gezichten rond: zou Hirsch
Ballins rug het houden?
Toen echter om vijf uur de minister achter het
spreekgestoelte plaatsnam, leek het alsof er
geen sprake meer was van rugproblemen, en
evenmin van grote politieke problemen. Hij be
dankte voor het medeleven van de Kamer en
meldde vrolijk dat de vormen van belangstelling
veelzijdig waren geweest tijdens zijn ziekbed.
Zo was er volgens de minister een omroep ge
weest die een bestelbusje voor zijn huis posteer
de met daarin een verborgen camera. „Ze ston
den zeker te wachten totdat ik heel kwiek naar
buiten zou komen om de hond uit te laten.
Maar ik heb geen hond."
De vier hoofdrolspelers uit Amsterdam die in
de IRT-affaire gisteren opnieuw genadeloos
werden beoordeeld, waren niet bij de debatten
aanwezig. Zij keken thuis naar de televisie of
luisterden naar de radio. Wel waren er veel
ambtenaren, rechercheurs en leden van de Am
sterdamse dienstcommissie. Hun aanvankelijke
vertrouwen in de positie van de korpsleiding
was na de eerste termijn danig getemperd. „Het
lijkt wel of iedereen hier op koppen uit is", zei
een van hen. De Amsterdamse commissaris B.
Visser, de enig aanwezige van de hoofdstedelij
ke korpsleiding, manoeuvreerde behendig langs
vragen van de massaal aanwezige journalisten
Dat gold niet voor P. Kruizinga.
de Algemene Christelijke Politiebond (ACP). Hij,
maar ook zijn collega Van Duijn van de Neder
landse Politiebond, uitte in januari kritiek op de
Amsterdamse korpsleiding. Het zou ze be
vreemden als uit het harde oordeel van de Ka
mer en de ministers geen gevolgen voor de
korpsleiding zouden voortvloeien: „Ik zou dat
aan niemand meer kunnen uitleggen", aldus
Van Duijn.
De publieke tribunes bleven niet alleen 's
middags, maar ook tot in de late uurtjes meer
dan normaal bezet. En dat was te begrijpen,
want de wijze waarop vooral Hirsch Ballin de
vloer aanveegde met zijn Amsterdamse onder
danen. loog er niet om. „We stellen procureurs
generaal en hoofdofficieren van justitie aan met
een belangrijke, hoge verantwoordelijkheid om
hun eigen problemen op te lossen." Hirsch Bal
lin wenste daarvoor geen politieke verantwoor
delijkheid te nemen, tot onvrede van de opposi
tie. En over de Amsterdamse politieleiding was
hij niet minder duidelijk: „Er was sprake van
een ernstig tekort aan loyaliteit hij functionaris
sen van de Amsterdamse politie".
Ondanks de ernst van het debat, en de zwakte
van de rug, veroorloofde Hirsch Ballin zich aan
het eind van zijn betoog nog een lichtvoetig ver-
haalje van Annie M.G. Schmidt. Het ging over
de politiehond Herman. „Die had Otje op een
overtredinkje betrapt", vertelde de minister. Je
bent in overtreding', zei hij streng. 'Mijn baas is
bezig het motorvoertuig te doorzoeken. Het
slaat verdekt opgesteld. Dat is zeer verdacht'.
'Wat vreselijk en wat gebeurt er nu?', vroeg Otje.
'Mijn baas zal mij aan de lijn nemen en mij
eventueel aan enkele kledingstulcken laten rui
ken. Dan moet ik jullie opsporen', antwoordde
Herman. 'Maar je hèbt me al opgespoord', zei
Otje. 'Ja, dat is zo', zei Herman. 'Jammer, ik doe
niets liever dan opsporen
De moraal van het verhaal: de politie hoort
stevig aan de lijn te liggen van haar bazen: het
openbaar ministerie en de korpsbeheerder.