Meer mensen ziek dan gemeld Binnenland Nat pak voor de armoede Maand voorwaardelijk geëist in zaak Köksal K& - Wierenga is tevreden over debat in Kamer Debat toont machtsvacuüm misdaadbestrijding tweekamer Grauw van de rugpijn slaat Hirsch Ballin zich door IRT-debat heen VRIJDAG 8 APRIL 1994 Tien jaar cel voor moord marktkoopman Amsterdam De Amsterdamse rechtbank heeft gisteren een 30- jarige inwoner van Hilversum veroordeeld tot tien jaar celstraf wegens moord op een Hilversumse marktkoopman (32). Bewe zen werd geacht dat hij de koopman op 2 oktober 1993 met re volverschoten opzettelijk doodde in een Hilversumse kleding zaak in aanwezigheid van klanten. Tegen de man was twaalf jaar geëist. Vijf jaar geëist voor incest zwolle Voor de Zwolse rechtbank is gisteren vijf jaar cel geëist tegen een 54-jarige man uit Lelystad. De man wordt verdacht van het plegen van incest met en het aanzetten tot prostitutie van zijn dochter. Het nu 24-jarige meisje zou van juni 1985 tot juni 1989 regelmatig seksueel misbruikt zijn door haar vader. Tussen juni 1986 en december 1989 moest zij zich prostitueren. Eerst gebeurde dat in een club in de provincie Groningen, later in Haarlem. Om zijn eisen kracht bij te zetten zou de man ge weld hebben gebruikt. Automobilist dood na ruzie op weg bussum Een 29-jarige automobilist uit Rotterdam is woensdag avond bij een ongeval op de A27 bij de oprit vanaf Maartensdijk omgekomen. De man raakte met z'n auto in de sloot, nadat hij ruzie had gehad met een medeweggebruiker. Die haalde de Rot terdammer rechts in, ging vlak voor hem rijden en ging plotse ling bovenop zijn rem staan. Daarop verloor de Rotterdammer de macht over het stuur. Hij bleek zijn nek te hebben gebroken. De andere automobilist, een 38-jarige Bussumer, is meteen aan gehouden en wordt dood door schuld ten laste gelegd. Forse daling ziekteverzuim blijkt slechts schijn Er zijn veel meer mensen ziek dan aan het Gemeen schappelijk Administratiekantoor (GAK) of de bedrijfs vereniging worden gemeld. Het aantal zieken is dus hele maal niet zo spectaculair gedaald sinds de invoering van de nieuwe TZ/Arbowet op 1 januari als in februari werd gesignaleerd door de FNV. den haag anp-gpdIn januari meldde het GAK dat daar in vergelijking met vo rig jaar veertig procent minder ziekmeldingen waren binnen gekomen. Sinds 1 januari draai en werkgevers als gevolg van de wetswijziging zelf op voor de kosten van de eerste twee tot zes weken ziekteverzuim. In middels ligt het percentage over Dat blijkt uit een vergelijking tussen cijfers van het GAK en van de Computer Management Group (CMG) uit Amstelveen, die de loonadministratie van 350.000 werknemers doet. Het GAK heeft de conclusie beves- het eerste kwartaal van dit jaar veertig tot 45 procent onder dat van het eerste kwartaal van 1993. Dat dit niet duidt op een navenante afname van het wer kelijke ziekteverzuim, blijkt uit gegevens van CMG. Van de 350.000 werknemers die CMG in zijn bestand heeft, zijn er cir ca 290.000 verzekerd bij de be drijfsverenigingen die zijn aan gesloten bij het GAK. CMG komt op basis van een analyse tot de slotsom, dat in januari en februari het ziekteverzuim slechts tien procent lager lag dan in de eerste twee maanden van vorig jaar. Die daling stemt met de bevindingen van de BVG. Zij vindt haar oo'r- zaak in de griepgolf die Neder land in december vorig jaar teisterde. In de daarop volgende maanden ligt het verzuim dan altijd een stuk lager dan gebrui kelijk. Het GAK en de bedrijfsvereni ging BVG (zorgsector) komen tot de slotsom dat bedrijven de ziekmeldingen nog steeds keu rig in hun loonadministratie op nemen, maar dat werkgevers nogal eens verzuimen om de ziekmelding door te geven aan de bedrijfsvereniging of het GAK. Minister De Vries van sociale zaken zei gisteren tijdens een symposium over ziekteverzuim in Amsterdam dat hij 'geschrok ken' is van de omvang van het achterwege blijven van de ziek meldingen. Hij wees erop dat werkgevers een wettelijke mel dingsplicht hebben. De melding is van belang omdat de bedrijfs verenigingen de betaling en be geleiding van zieke werknemers na de tweede of zesde week van de werkgever moeten overne men. De Vries rekent erop dat de bedrijfsverenigingen daar 'strak' aan zullen vasthouden. Tegen een 59-jarige brigadier van de Venlose politie is giste ren voor de rechtbank in Roer mond een maand voorwaarde lijke gevangenisstraf en een geldboete van 1500 gulden ge ëist wegens mishandeling van de 32-jarige Turk Köksal. De man overleed begin vorig jaar aan een hersenbloeding, nadat hij enkele uren eerder door de brigadier en vijf collega's in het centrum van Venlo was gearres teerd. Het overlijden van Köksal leidde tot grote commotie bin nen de Turkse gemeenschap in Venlo. Volgens officier van justitie mr. H. Droesen kan de brigadier niet verantwoordelijk worden gesteld voor de dood van de Turk. Maar hij vond wel dat de politieman te bruut is opgetre den tegen het slachtoffer dat zich niet tegen zijn aanhouding verzette. Köksal botste op 7 januari vo rig jaar midden in de nacht met zijn auto tegen een paaltje. De brigadier veronderstelde dat de man dronken was en sloeg hem onmiddellijk in de boeien. Daarbij ging hij volgens passan ten, maar ook zijn collega, bepaald zachtzinnig te werk. Hij zou de arrestant over de grond hebben gesleept. Even later stierf de Turk in het ziekenhuis aan een hersenbloeding. Volgens medici was dat een gevolg van een aandoening, hoewel ze nooit helemaal heb ben uitgesloten dat het hersen infarct door het optreden van de politie is verergerd. Wel zijn ze ervan overtuigd dat het slachtoffer niet onder invloed van alcohol maar voor de bot sing al een hersenbloeding had gehad. De politieman, die twintig jaar geleden al eens een boete kreeg wegens mishandeling, is nog in functie. Als gevolg van de affaire is hem wel voorwaarde lijk ontslag aangezegd. Volgens zijn superieuren is hij 'overijve rig, zeer rechtlijnig en fel, en ie mand die niet correct met pu bliek en collega's om kan gaan'. De rechtbank doet 21 april uitspraak. x: v; -V V - I 1 A* i; s. V den haag Enkele leden van de kerkelijke werkgroep 'De arme kant van Nederland' namen gisteren een symbolische duik in de Haagse Hofvijver. De werkgroep wil zo laten zien dat het water uitkeringsgerechtigden tot aan de lippen staat. De actievoerders trachtten met hun natte pak te benadrukken dat er 'steeds meer armen komen' en dat de 'armen steeds armer worden'. foto anp "Misdaad heeft horeca grote steden in greep' Criminele organisaties houden in vrijwel alle grote steden in Nederland de horeca stevig in hun greep. Eerst wordt met ge weld gedreigd en vervolgens wordt bescherming aangebo den. De horeca-ondernemer moet daar uiteraard voor beta len. In een stad als Utrecht blijkt de helft van de tachtig ca fés in de binnenstad slachtoffer van dergelijke 'beschermings praktijken'. Dit concluderen prof. dr F. Bovenkerk en mr F. Derksen op basis van onderzoek in Utrecht. In het Nederlands Juristenblad maken zij melding van hun be vindingen. Volgens hen is de si tuatie in de Domstad dusdanig uit de hand gelopen dat er al il legale bewakingsdiensten zijn ontstaan. Het begint op de tra ditionele manier: potige jonge mannen doen zich een avond tegoed maar weigeren de reke ning te betalen. Maakt de eige naar bezwaar dan wordt hij ge ïntimideerd. Overige bezoekers verlaten het pand. 'Als je ons in huurt, zorgen wij ervoor dat dit niet elke avond gebeurt', krijgt de eigenaar vervolgens te ho ren. Volgens Bovenkerk en Der ksen houden de ondernemers hun mond uit angst dat henzelf of hun familie iets overkomt. ,,De politie gedoogt dat tanden knarsend uit onmacht". FNV roept op tot staking in metaal haag anp De Industriebond FNV heeft opgeroepen tot een staking in de metaalsector op 15 april. De Industrie- en Voedingsbond CNV doet aan de op die dag in Utrecht geplande actie niet mee. Die bond wil eerst zijn le den raadplegen alvorens over te gaan tot stalcng. De werkgeversorganisatie in de metaal- en elektrotechnische industrie, de FME, geeft nog steeds geen milimeter toe op haar standpunt inzake de ver vroegde uittreding (VUT), waar over de onenigheid vooral draait. Het overleg wordt waar schijnlijk dan ook niet hervat. Commissievoorzitter K. Wieren- ga toonde zich vannacht tevre den over het kamerdebat over de IRT-affaire. „Het is niet aan ons als commissie om te zeggen of een motie wel of niet ge steund moet worden. Waar het om gaat is dat de ministers het rapport volledig onderschrijven en zich de kritiek aantrekken, zeker Hirsch Ballin." Naast de kamercommissie voor inlichtin gen- en veiligheidsdiensten is ook het kabinet van mening dat de gewraakte opsporingsme thode van het IRT toelaatbaar was, zoals Wierenga' sie oordeelde. De kritiek die op Wierenga's rapport werd geuit, deed de voorzitter af als 'kritiek die wel licht gemobiliseerd was door mensen die er in het rapport niet goed van af komen'. Wie renga zei goed in de gaten te zullen houden of de aanbeve lingen van zijn commissie zul len worden uitgevoerd. „Daarbij is vooral van belang dat de poli tieke verantwoordelijkheid van de minister beter wordt gere geld. Uit de voornemens die Hirsch Ballin in het debat heeft geuit, bleek trouwens dat hij daar eigenlijk al mee is begon- Nordholt, hoofdcommissaris Drs. E.E. Nordholt is sinds zeven jaar hoofdcom missaris in Amsterdam. Daarvoor was hij de baas van de politie in Groningen. Of het nu ging om uitlatingen over het naar Nederland 'lozen' van Antilliaanse criminelen, tienduizend illegale Gha- nezen in de Bijlmer, het cellentekort, legalisering van illegale vreemdelingen of pogingen van de georganiseerde criminaliteit om te infiltreren in de rechterlijke macht en de politiek: Nordholt is altijd goed voor vette krantekoppen. Bij de Amsterdamse bevolking is Nordholt po pulair. Een paar maanden geleden scoorde hij zelfs hoog in enquêtes waarin de vraag centraal stond wie Van Thijn in de hoofdstad moest op volgen als burgemeester. Binnen het Amsterdam se korps heeft Nordholt inmiddels een deel van zijn krediet verspeeld door de IRT-affaire. De commissie-Wierenga verwijt Nordholt dat hij te lang aan de zijlijn heeft gestaan en ver zuimd heeft tijdig in te grijpen bij de problemen rond het IRT. Ook krijgt Nordholt het verwijt het rapport van IRT-leider Van Kastel niet nader te hebben onderzocht. Van Riessen, commissaris Commissaris Van Riessen is sinds 1989 hoofd jus titiële bedrijfsvoering bij de Amsterdamse politie. In die functie vormt hij samen met Nordholt, Kuiper en Van Schaardenburg de korpsleiding. Nordholt en Van Riessen zijn verantwoordelijk voor het externe politiewerk. De andere twee houden zich bezig met de organisatie, het perso neel en de financiën van het korps. Van Riessen kreeg begin 1989, toen hij bij de politie nog personeelschef was, voor het eerst te maken met het IRT. Hij werd verantwoordelijk voor het speciale politieteam na de overdracht midden vorig jaar van Utrecht naar Amsterdam. De commissie-Wierenga verwijt Van Riessen dat hij al ruim voor die overdacht het IRT wilde inlijven bij de centrale recherche Amsterdam. Van de overdacht zelf maakte Van Riessen een potje door zich niet of nauwelijks te verstaan met zijn Utrechtse collega's die voor die tijd het com mando over het IRT voerden. Het wordt Van Riessen ook zwaar aangerekend dat hij het rap port van Van Kastel klakkeloos overnam. Mr. R. van Randwijck, PG Procureur-generaal mr. R.J.C. graaf van Rand wijck (56) is al ruim 22 jaar werkzaam bij het openbaar ministerie. Zijn huidige functie in het ressort Amsterdam vervult hij sinds 1 mei 1991 toen de ministerraad hem aanwees als opvolger van mr J. de Ruiter, die gebruik maakte van de VUT-regeling. Van Randwijck was daarvoor vanaf 1 oktober 1989 waarnemend hoofdofficier van justitie in Rotterdam. Voor zijn Rotterdamse benoeming was Van Randwijck hoofdofficier van justitie in Den Haag. Van Randwijck wordt in de IRT-affaire verwe ten dat hij niet doortastend genoeg heeft opge treden. „De procureur-generaal heeft ruim schoots de gelegenheid gehad in te grijpen waar door veel onheil had kunnen worden voorko men", concludeert de commissie-Wierenga. Ook neemt de commissie het Van Randwijck kwalijk dat hij 'zonder klemmende reden' bij mi nister Hirsch Ballin op de stoep stond met een rapport van IRT-chef Van Kastel zonder die rap portage 'deugdelijk' te hebben getoetst. J. Vrakking, hoofdofficier Mr. J.M. Vrakking werkt sinds 1992 als hoofdoffi cier van justitie in het arrondissement Amster dam, waar hij verantwoordelijk is voor het beleid van het openhaar ministerie. Voor zijn benoe ming tot hoofdofficier was hij vice-president van de rechtbank in Amsterdam. Daarvoor was hij rechter bij dezelfde rechtbank. Vrakking begon zijn loopbaan in 1985 als kantonrechter in Har derwijk, waarna hij in 1989 werd benoemd tot rechter-plaatsvervanger van de rechtbank in Den Haag. Volgens de commissie-Wierenga handelde Vrakking 'overijld, ondoordacht en niet aan vaardbaar' toen hij zonder enig overleg en nader onderzoek naar procureur-generaal Van Rand wijck rende met een rapport over een coke-lijn die door het IRT zou worden gerund. Het was ook Vrakking die samen met Nordholt en de toenmalige burgemeester Van Thijn be sloot tot ontbinding van het IR T op een moment dat de minister van justitie slechts opdracht had gegeven tot 'herstructurering' van het speciale re chercheteam. den haag hans l Het kamerdebat over de roem loze ondergang van het Interre gionaal Rechercheteam Noord- Holland/Utrecht heeft, na de harde conclusies van de onder- zoekscommissie-Wierenga, op nieuw aangetoond hoezeer er bij de opsporing van strafbare feiten sprake is van een 'machtsvacuüm'. Het voornemen van de r van justitie om de v delijkheid voor het openbaar ministerie (OM) meer naar zich toe te trekken èn het onderzoek dat de Kamer nu gaat instellen naar de opsporingsmethoden bij de Nederlandse politie, zijn positieve bij-effecten van wat verder een vervelend akkefietje voor de rechtsstaat genoemd kan worden: de IRT-affaire. Alle partijen in de Kamer, de ministers en vermoedelijk ook de toeschouwers waren het er mee eens: „De rechtsstaat heeft schade opgelopen". De diepere betekenis van die stelling drong goed door toen minister Hirsch Ballin zijn grootste grieven over de IRT-affaire prijsgaf. Over het OM: „We stellen hoofdofficieren van justitie en procureurs-gene raal aan met een belangrijke, hoge verantwoordelijkheid om hun eigen problemen zelf op te lossen". Dat bleek in de praktijk echter heel anders te gaan. Ster ker nog, het OM bleek niet eens in staat de ministej deugdelijke informatie te leveren. Over de politie te Amsterdam sprak Hirsch Ballin eveneens weinig liefkozend: „Er is sprake van een ernstig tekort aan loyaliteit bij functionarissen van de Am PIMKé tribune vahpe (jWOttb énmk mkUsAAHW-ïWsi sterdamse politie". De posities van viei posteerde bestrijders van de ge organiseerde misdaad in ons land (twee commissarissen, een procureur-generaal en een hoofdofficier van justitie) zijn door het kamerdebat onder mijnd. Met hun mogelijke ver trek of de bijna uit te sluiten mogelijkheid dat zij na een 'functioneringsgesprek' het vol le vertrouwen van de ministers heroveren, is de kous niet af. Mocht Hirsch Ballin terugkeren als minister, dan zal hij zich nogmaals moeten inspannen voor een karwei dat hij zichzelf enkele jaren geleden ook al op legde: een strakkere zeggen schap over het openbaar minis terie en de politie, zodat hij wèl ten volle voor hun doen en la ten verantwoordelijk kan wor den gesteld. De sinds jaar en dag gevreesde 'verzelfstandiging van de poli tie' als gevolg van de reorgani satie (148 gemeentelijke korp sen en de rijkspolitie werden in 25 regio-korpsen samenge voegd), lijkt al ingetreden. Een lichte siddering ging door de Kamer toen een uitspraak, on langs gedaan door de Haagse hoofdcommissaris Brand, werd gememoreerd. Brand gaf te kennen als politiechef niet op ondergeschikt niveau met de burgemeester en de hoofdoffi cier van justitie te willen praten. Terwijl les één van het Hand boek voor de Politiebaas hem ooit leerde: het bevoegd gezag voor het beheer en de openbare orde is de burgemeester en voor de strafrechtelijke handhaving de hoofdofficier van justitie. Dat in de Amsterdamse verhoudin gen een boze hoofdcommissaris de procureur-generaal zelfs toe voegt 'ik trek je integraal door', illustreert pijnlijk bruut het ge vreesde gezagsvacuüm. En Nordholts onorthodoxe opvat ting van trouw aan het bevoegd Waar Van Thijn destijds als bur gemeester van Amsterdam zijn korpschef nimmer corrigeerde vanwege diens publieke uit spraken, bevindt de huidige mi nister Van Thijn zich wat dat betreft in een netelige situatie. Premier Lubbers en Van Thijns voorgangster Dales hadden in december een gesprek over de 'mediabereidheid' van korpschefs in politiek gevoelige zaken. Daar diende een einde aan te komen. Het overlijden van Dales kwam echter voordat zij met Lubbers tot daadwerke lijke beteugeling overging. Lub bers heeft de draad sindsdien nog niet opgepakt, maar meld de het voornemen tussen neus en lippen gisteravond toch Het IRT-rapport, inbrekende agenten die kijkeh of een huis zoeking zin heeft, een criminele informant die onder regie van Justitie in een hasj-syndicaat opereert en wellicht in de 'coke' gaat... voor de liethebbers van het geheime recherchewerk was het de afgelopen maanden smullen geblazen. De Kamer wil echter een rem op de reeks ont hullingen. In de toekomst moet duidelijk zijn wie waartoe be sloot en er moeten wettelijke normen komen voor de opspo- ringstechieken. Dat er een parlementair onder zoek nodig is om de huidige grenzen van de speurmethoden te bekijken, geeft aan hoe ern stig de gevolgen van de IRT-af faire voor de geloofwaardigheid van de politie zijn. Want vijf jaar geleden werd aan de integriteit van welk politie-onderzoek dan ook nimmer getwijfeld. den haag gpd Met een gezicht zo grauw als een vaatdoek nam justitieminister Hirsch Ballin gisteren om een uur of één plaats achter de regeringstafel. Zijn ernstige rugklachten, waarvoor hij twee weken plat op bed had gelegen, waren hem aan te zien. Gezeten in een speciale stoel incasseerde hij alle betuigingen van medeleven en van dank voor zijn aanwezigheid bij het debat over het debacle van het IRT. Na een uurtje of twee, waarin de minister af en toe moeizaam lopend de rug strekte, werd het blijkbaar even te veel. Een briefje aan ka mervoorzitter Deetman was voldoende voor een schorsing van een kwartier. Zijn woordvoerders liepen met bezorgde gezichten rond: zou Hirsch Ballins rug het houden? Toen echter om vijf uur de minister achter het spreekgestoelte plaatsnam, leek het alsof er geen sprake meer was van rugproblemen, en evenmin van grote politieke problemen. Hij be dankte voor het medeleven van de Kamer en meldde vrolijk dat de vormen van belangstelling veelzijdig waren geweest tijdens zijn ziekbed. Zo was er volgens de minister een omroep ge weest die een bestelbusje voor zijn huis posteer de met daarin een verborgen camera. „Ze ston den zeker te wachten totdat ik heel kwiek naar buiten zou komen om de hond uit te laten. Maar ik heb geen hond." De vier hoofdrolspelers uit Amsterdam die in de IRT-affaire gisteren opnieuw genadeloos werden beoordeeld, waren niet bij de debatten aanwezig. Zij keken thuis naar de televisie of luisterden naar de radio. Wel waren er veel ambtenaren, rechercheurs en leden van de Am sterdamse dienstcommissie. Hun aanvankelijke vertrouwen in de positie van de korpsleiding was na de eerste termijn danig getemperd. „Het lijkt wel of iedereen hier op koppen uit is", zei een van hen. De Amsterdamse commissaris B. Visser, de enig aanwezige van de hoofdstedelij ke korpsleiding, manoeuvreerde behendig langs vragen van de massaal aanwezige journalisten Dat gold niet voor P. Kruizinga. de Algemene Christelijke Politiebond (ACP). Hij, maar ook zijn collega Van Duijn van de Neder landse Politiebond, uitte in januari kritiek op de Amsterdamse korpsleiding. Het zou ze be vreemden als uit het harde oordeel van de Ka mer en de ministers geen gevolgen voor de korpsleiding zouden voortvloeien: „Ik zou dat aan niemand meer kunnen uitleggen", aldus Van Duijn. De publieke tribunes bleven niet alleen 's middags, maar ook tot in de late uurtjes meer dan normaal bezet. En dat was te begrijpen, want de wijze waarop vooral Hirsch Ballin de vloer aanveegde met zijn Amsterdamse onder danen. loog er niet om. „We stellen procureurs generaal en hoofdofficieren van justitie aan met een belangrijke, hoge verantwoordelijkheid om hun eigen problemen op te lossen." Hirsch Bal lin wenste daarvoor geen politieke verantwoor delijkheid te nemen, tot onvrede van de opposi tie. En over de Amsterdamse politieleiding was hij niet minder duidelijk: „Er was sprake van een ernstig tekort aan loyaliteit hij functionaris sen van de Amsterdamse politie". Ondanks de ernst van het debat, en de zwakte van de rug, veroorloofde Hirsch Ballin zich aan het eind van zijn betoog nog een lichtvoetig ver- haalje van Annie M.G. Schmidt. Het ging over de politiehond Herman. „Die had Otje op een overtredinkje betrapt", vertelde de minister. Je bent in overtreding', zei hij streng. 'Mijn baas is bezig het motorvoertuig te doorzoeken. Het slaat verdekt opgesteld. Dat is zeer verdacht'. 'Wat vreselijk en wat gebeurt er nu?', vroeg Otje. 'Mijn baas zal mij aan de lijn nemen en mij eventueel aan enkele kledingstulcken laten rui ken. Dan moet ik jullie opsporen', antwoordde Herman. 'Maar je hèbt me al opgespoord', zei Otje. 'Ja, dat is zo', zei Herman. 'Jammer, ik doe niets liever dan opsporen De moraal van het verhaal: de politie hoort stevig aan de lijn te liggen van haar bazen: het openbaar ministerie en de korpsbeheerder.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 3