'Weg met de
dictatuur van
enkele oude heren'
Feiten &Meningen
Clinton weer
op zoek naar
opperrechter
Hirsch Ballin niet
langer wonderkind
Amerikanen stemmen in met stokslagen
voor 18-jarige 'vandaal'
DONDERDAG 7 APRIL 1994
Voor de tweede keer in een jaar krijgt presi
dent Bill Clinton de kans voor vele jaren
lang zijn stempel te drukken op de hoogste
rechtspraak in de Verenigde Staten. Clinton
moet op zoek naar een opvolger voor de 85-
jarige opperrechter Harry Blackmun, die
gisteren aankondigde zijn zetel in Ameri-
ka's opperste gerechtshof te willen opge-
De benoeming van een van de negen le
den van het 'Supreme Court' behoort tot de
gewichtigste besluiten die een Amerikaanse
president kan nemen. De invloed van het
Hof op de Amerikaanse wetgeving en de sa
menleving in het algemeen is enorm. En
omdat de opperrechters voor het leven
worden aangesteld, strekt die invloed" zich
uit tot lang nadat de president die hen heeft
benoemd is vertrokken.
De belangrijkste kandidaten voor de post
van Blackmun zijn volgens Washingtonse
kringen de huidige Democratische fractie
leider in de Senaat, George Mitchell (die
heeft aangekondigd zich eind dit jaar niet
meer herkiesbaar te stellen), minister van
binnenlandse zaken Bruce Babitt en John
Cabranes, een onbekende rechter uit Con
necticut van Hispanische afkomst.
Acht van de negen leden van het Hof zijn
benoemd door Republikeinse presidenten,
en vooral Ronald Reagan en George Bush
hebben daarbij gezocht naar conservatieve
rechters. Toen Clinton vorig jaar Ruth Ba
der Ginsburg benoemde als opvolger voor
de vertrekkende Byron White, was het voor
het eerst sinds 1967 dat een Democratische
president een Democraat in het Hof be
noemde.
Onder leiding van de door Richard Nixon
benoemde conservatief William Rehnquist
voer het Hof de laatste jaren een zeer be
houdende koers. Blackmun gold met John
Paul Stevens als een van de twee 'liberalen'.
Hij was de 'geestelijke vader' van de baan
brekende uitspraak van het Hof uit 1973,
waarbij het grondwettelijke recht van de
vrouw op vrije abortus werd erkend.
Blackmun, een Republikein, werd in 1970
benoemd door Nixon, die dacht er een con
servatieve medestander mee binnen te ha
len. Hij bleek echter een meer vooruitstre
vende opperrechter. Vorig jaar nog sprak
Blackmun zich uit tegen de doodstraf. Het
Hof bestaat behalve hem en Stevens uit drie
conservatieve rechters (Rehnquist, Antonio
Scalia en Clarence Thomas, de enige zwar
te) en vier die een gematigder koers varen
(Arthur Kennedy, David Souter en de twee
vrouwelijke opperrechters, Ginsburg en
Sandra Day O'Connor).
Het Opperste Gerechtshof is naast de
president en het Congres een van de pijlers
van de Amerikaanse wetgevende macht.
Het heeft vele malen een beslissende stem
gehad in maatschappelijke kwesties die
Amerikanen direct in hun leven raakten,
zoals de gelijkberechtiging van zwarten, de
doodstraf, abortus en euthanasie, of de ge
lijke behandeling van vrouwen en homo
seksuelen.
Bovenaan Clintons lijstje zou George Mit
chell staan, die in november de Sehaat wil
verlaten. Maar met diens benoeming zou
Clinton een van zijn trouwste en machtigste
supporters in de Senaat kwijtraken, die hij
de komende maanden nog hard nodig heeft
om zijn omstreden plannen voor hervor
ming van de Amerikaanse gezondheidszorg
door het lastige Congres te loodsen.
Blackmun heeft het hem wat gemakkelij
ker gemaakt door pas eind juni te vertrek
ken. Na het vertrek van Byron White viel
Clintons eerste keuze vorig jaar op minister
Bruce Babit, maar die bedankte voor de eer
nadat allerlei milieuorganisaties op zijn
aanblijven als minister hadden aangedron
gen. Mitchell en Babbitt zijn ervaren juris
ten en politici, die breed worden gewaar
deerd.
WASHINGTON HANS DE BRUUN
CORRESPONDENT
De Chinese dissident Wei Jingsheng die op 1 april opnieuw gevangen is genomen wordt algemeen
beschouwd als de belangrijkste in China verblijvende dissident. Wei Jingsheng was in september
vorig jaar vrijgelaten, toen hij er bijna vijftien jaar gevangenisstraf op had zitten.
Wei stond in 1979 terecht wegens
landverraad. Hij zou militaire gege
vens aan buitenlanders hebben gege
ven, zodat die „konden worden door
gespeeld naar de Vietnamese vijand"
(waarmee China in februari 1979 kor
te tijd in oorlog was). Ook werd Wei
beschuldigd van het bedrijven van
contrarevolutionaire propaganda, op
ruiing tot het omverwerpen van de
dictatuur van het proletariaat en het
socialisme en vanwege zijn 'reactio
naire' artikelen.
De in 1950 in de provincie Anhui ge
boren Wei Jingsheng was in zijn scho-
lierentijd tijdens de Culturele Revolu
tie korte tijd lid van Mao's Rode Gar
de. Maar in de jaren zestig ziet hij hoe
het verschijnsel van hongerlijdende
kinderen doorzijn mede-gardisten
wordt goedgepraat met de stelling dat
het kinderen van rijke boeren en dus
uitbuiters zijn. Maar Wei kan zich niet
goed voorstellen hoe deze tot op het
bot vermagerde kinderen al 'schuldig'
kunnen zijn. De eerste twijfel is ge
zaaid. „Ik was gewend de feiten onder
ogen te zien", zou hij later zeggen,
„en ik had geen reden om aan mijn
waarneming te twijfelen. Alleen, ik
wist niet wat ik er mee aan moest."
Wei nam afstand van de ideëen van
de Grote Roerganger.
Wei, die opgegroeid was in een gezin
waar beide ouders kaderlid waren van
de communistische partij, komt in
deze periode voor het eerst in aanra
king met de armstën der armen. Al te
vaak naar zijn smaak wordt hun lot
verklaard met het argument dat het
'volksvijanden' zijn, of dat ze 'te lui
om te werken' zijn. Door deze contac
ten wordt hij zich steeds meer bewust
van de hypocrisie en de wandaden
van het systeem en langzamerhand
begint hij steeds meer afstand te ne
men. In 1968, twee jaar na het begin
'van de Culturele Revolutie is Wei al
een vluchteling in eigen land.
De misstanden zou hij later in zijn
tijdschrift Onderzoek aan de kaak
stellen. Een artikel over de speciale
gevangenis Qin Cheng nummer 1
(Ql), waarin tegenstanders van Mao
Zedong werden opgesloten, wekte
vooral de woede van de autoriteiten.
In dit verslag gaf hij een desolaat
beeld van het leven in Ql van mensen
die in veel gevallen vroegere mede
werkers van Mao Zedong waren ge
weest.
Wei dankt zijn faam echter aan zijn
rol in de Chinese democratische be
weging die vooral in Peking van 1978
tot 1980 tot bloei kwam. Centraal in
deze beweging stond de 210 meter
lange Muur van de Democratie in het
Xidan-district van Peking. Hierop
plakten de dissidenten hun muur
kranten met nieuws en oproepen die
de officiële pers niet publiceerde.
Maar de Muur had als groot nadeel
dat de publicisten gemakkelijk geï
dentificeerd en gearresteerd konden
worden. Daarom publiceerden de
meesten hun artikelen in gestencilde
blaadjes in oplagen van hoogstens
800, zoals Wei's 'Onderzoek'.
Wei publiceerde op 5 december 1978
Wei Jingsheng.
en eind december op de Muur in Xi-
dan in twee delen zijn artikel over de
'Vijfde Modernisering: democratie'.
Wei's 'Vijfde Modernisering' was een
kritiek op de politiek van de 'Vier Mo
derniseringen', die oorspronkelijk in
de jaren zestig geformuleerd werd
door Zhou Enlai en in de jaren zeven
tig weer werd opgepakt door Deng
Xiaoping. Vernieuwing van de indu
strie, landbouw, wetenschap en tech
niek en van de nationale defensie wa
ren de belangrijkste peilers van de
maatschappelijke vernieuwing, aldus
Deng.
Maar Wei doet in zijn artikel een
scherpe aanval op deze door Deng
opnieuw uit de kast gehaalde en op
gepoetste politiek. „De Chinese be
volking zit er niet op te wachten om
door ondemocratische leiders opge
zweept te worden om de grote geïn
dustrialiseerde landen in Engeland,
de Verenigde Staten en Japan te over
treffen", aldus Wei. „Ze wil democra
tie, gelijkheid en respect voor de
mensenrechten."
Zich afzettend tegen de kritiek dat de
mocratie automatisch leidt tot wanor
de en anarchie schrijft hij in 1978 op
de Muur van de Democratie: „Het te
gendeel is waar. Onlangs heeft de
pers in ons land de schandelijke prak
tijken onthuld van de grote en kleine
dictators die juist een kans hebben
gekregen omdat er geen democratie
was. Het resultaat was, zoals bekend,
wanorde en anarchie". Hij schrijft
dan dat het voor een oplossing van
het vraagstuk van de democratie niet
nodig is om „een beroep te doen op
enkele oude heren met speciale be
voegdheden, wie het niet gaat om de
instandhouding van de democratie,
maar om het volk van zijn eigen de
mocratische rechten te beroven. Het
democratische systeem is in alle op
zichten beter dan het bedrog en het
onrecht van enkele oude heren met
dictatoriale volmacht'
Voor Deng die in het voorjaar van
1979 zijn politiek van de 'Vier Grond-
FOTO REUTER
beginselen' tegen de bourgeois libera
lisering uiteenzet, is dit de druppel
die de emmer doet overlopen. Deng
bevestigt de vrees van Wei en wil
vasthouden aan de socialistische weg;
de dictatuur van het proletariaat: het
leiderschap van de communistische
partij en de leidende rol van het ge-
dachtengoed van Marx, Lenin en Mao
Zedong. Wei krijgt vijftien jaar gevan
genisstraf.
In september van het vorig jaar komt
de in Chinese dissidentenkringen in
binnen- en buitenland al enkele ma
len doodgewaande Wei Jingsheng vrij.
Hij blijkt weinig veranderd en zeker
niet bereid om zich voortaan stil te
houden. Wei was ondanks zijn vrijla
ting nog voor de drie komende jaren
beroofd van drie burgerrechten: het
actief en passief kiesrecht en het recht
om zich in te schrijven als lid van een
politieke partij.
Nauwelijks een jaar geleden
straalde de ster van minister
Ernst Hirsch Ballin van justitie
nog helder aan het CDA-firma-
ment. De veelvuldig als 'bril
jant' gekenschetste oud-hoog
leraar in het bestuursrecht, die
in 1989 door premier Lubbers
naar Den Haag was gehaald,
werd zelfs wel genoemd als se
rieuze kandidaat voor de op
volging van partijleider Lub
bers. Vandaag liggen hij en zijn
PvdA-collega van binnenland
se zaken, Ed. van Thijn, zwaar
onder vuur tijdens het IRT-de-
bat.
Hirsch Ballins op filosofische
leest geschoeide en doortim
merde pleidooien voor het her
vinden van gemeenschappelijke
normen en waarden, gingen er
bij menig CDA'er in als Gods
Woord in een ouderling. Ook
zijn gedreven kruistocht tegen
de criminaliteit met het bijbe
horende wetgevingsprogram
ma, zijn enorme werklust
(slechts een paar uurtjes slaap
per nacht), en zijn eruditie,
dwongen bij vriend en vijand zo
niet bewondering, dan toch ze
ker respect af.
Hirsch Ballin, het wat antiek
ogende en streng-katholieke
wonderkind uit Tilburg wiens
loopbaan tot dan toe gelardeerd
was met louter cum-laudes,
leek te bouwen aan een nieuw
succesverhaal. Het afgelopen
jaar heeft het blazoen van de
minister echter verschillende
smetten opgelopen, en staan
ook steeds meer criticasters te
gen hem op.
De eerste tekenen dat Hirsch
Ballin niet onaantastbaar is,
verschenen juni vorig jaar, na
dat in Amsterdam wegens cel
lentekort een verdachte van
doodslag was vrijgelaten. Hirsch
Ballins eigen CDA dreigde hem
te laten vallen als er geen maat
regelen zouden worden geno
men om herhaling te voorko
men. In de wandelgangen kon
men CDA'ers horen mopperen:
„Hirsch Ballin filosofeert prach
tig over normen en waarden,
maar hij is er in de eerste plaats
om boeven te vangen". In be
houdende kerkelijke kringen
ontmoette Hirsch Ballin steeds
meer wantrouwen, wegens het
door hem verdedigde CDA/P-
vdA-compromis met betrekking
tot euthanasie.
Grootste steens des aanstoots
werd de vreemdelingenwet, met
name Hirsch Ballins voorstel
om hoger beroep in vreemde
lingenzaken af te schaffen. De
minister was nog zo door zijn
ambtenaren gewaarschuwd dat
dit voorstel op zijn zachtst ge
zegd gevoelig zou liggen, maar
hij wilde niet luisteren. Waar
mee gelijk een van de minder
positieve karaktertrekken van
Hirsch Ballin is genoemd: Als hij
eenmaal zijn gedachten heeft
bepaald, lijkt hij niet of nauwe
lijks nog te willen luisteren naar
wat anderen te berde brengen.
Hirsch Ballins voorstel tot af
schaffing van het hoger beroep,
toch een van de meest funda
mentele waarborgen voor de
rechtsbescherming in ons
rechtssysteem, leidde zoals
door ambtenaren al voorspeld,
tot grote beroering in het justi
tiële veld. Het verst in zijn kri
tiek ging de Amsterdamse cri
minoloog Rüter. Hij bestempel
de de minister als 'een deskun
dige in het bestuursrecht maar
een amateur op het gebied van
het strafrecht, een beetje een
studeerkamergeleerde die op
eens de boze buitenwereld be
treedt en dan roept hoe vreselijk
het er wel niet is'.
Een van Rüters belangrijkste
verwijten is dat Hirsch Ballin te
veel tegelijk van het strafrechte
lijk apparaat eist. „Maar als je
tien stokjes in verschillende
richtingen weggooit en tegen de
hond zegt: pak ze allemaal, dan
werkt dat niet. Hij kan er maar
één in zijn bek houden". Rüters
conclusie:„Ik denk dat-ie maar
gauw weer professor moet wor
den".
Voorzichtiger, maar wel degelijk
kritisch, reageerde eind vorig
jaar president Van Delden van
de Haagse rechtbank, tevens
voorzitter van de Nederlandse
Vereniging van Rechtspraak:
„Hirsch Ballin is een gedreven
man, die zijn taak met hart en
ziel verricht. Hij verwacht heel
erg veel van wetgeving, maar
lijkt zich niet altijd voldoende te
realiseren, dat je er daar niet
mee komt".
Inmiddels is de vreemdelingen
kamer van de Haagse rechtbank
opgezadeld met de uitvoering
van de nieuwe Vreemdelingen
wet, waar men grote kritiek op
heeft. De invoering verliep haJs-
over-kop, leidt tot tal van moei
lijkheden en doet de rechters
bijkans verzuipen in het werk.
Was het vooral de Vreemdelin
genwet die in 'het veld' tot
openlijk gemor leidde over
Hirsch Ballin, diezelfde wet
heeft ook op het Binnenhof tot
de grootste politieke schade van
Hirsch Ballin tot nu toe geleid.
Terwijl de complete Eerste Ka
mer eind december pleitte voor
handhaving van het hoger be
roep in vreemdelingenzaken,
hield Hirsch Ballin met een mi
nimum aan politiek gevoel tot
diep in de nacht halsstarrig vast
aan zijn voorstel. Zelden heeft
de Senaat zich meer aan een
minister geërgerd als toen.
Inmiddels zijn de geluiden in
het CDA dat Hirsch Ballin ooit
nog eens minister-president
moet worden, dan ook ver
stomd. Hoewel hij op de CDA-
kandidatenlijst voor de verkie
zingen op een hoge derde
plaats staat, is hij wonderkind-
af. Hij is weer een gewone mi-
Hirsch Ballin: geen CDA-ster
WIM STEVENHAGEN
Amerikanen kijken met groeiende fascinatie naar het
lot van Michael Fay, hun 18-jarige landgenoot die on
langs in Singapore tot zes stokslagen is veroordeeld
wegens het met verf en eieren bekladden van auto's
en het ontvreemden en in zijn bezit hebben van
staatseigendom. En in plaats van zich verontwaar
digd achter de jongeman te scharen, lijken de meeste
Amerikanen het volledig eens te zijn met de straf. Ze
denken dat lijfstraffen ook in eigen land vandalisme
en kleine criminaliteit een halt toe kunnen roepen.
Uit de reactie van het Amerikaanse publiek spreekt dan
ook vooral angst voor de groeiende misdaad in eigen
land. Uit een recente opiniepeiling blijkt dat 53 procent
van de Amerikanen voorstander zijn van herinvoering
van lijfstraffen. Dit standpunt staat haaks op de officiële
reactie van Washington op de zaak-Fay. President Clin
ton heeft om clementie gevraagd en via diplomatieke
kanalen wordt druk uitgeoefend op Singapore.
Maar de stadstaat, een belangrijke handelspartner van
de Verenigde Staten, is onwrikbaar. Fay werd vorig jaar
oktober gearresteerd en bekende schuld onder druk,
naar hij nu beweert. Vorige maand kreeg hij een straf
die president Clinton 'buitensporig' noemde: vier
maanden gevangenis, een boete van 4.500 gulden en
zes stokslagen met een 1.20 meter lange, twee centime
ter dikke rotanstok. Afgelopen donderdag verloor Fay
zijn hoger beroep.
De stokslagen veroorzaken zware verwondingen. De
overtreder wordt aan een soort houten ezel vastgebon
den. De billen worden ontbloot en beschermend mate
riaal wordt er vlak boven aangebracht om de rugge-
graat en inwendige organen te beschermen indien de
stok te hoog neerkomt. Om te voorkomen dat de stok
splijt of infecties veroorzaakt, wordt ze vooraf een nacht
lang geweekt in water met een desinfecterend middel.
De slagen worden toegediend door een gevangenis
functionaris die getraind is in de vechtsport.
Bij de eerste stokslag barst de huid. Na de tweede slag
vloeit het bloed al rijkelijk. Bij elke slag raken stukken
huid en vlees los. Het slachtoffer verliest vaak snel het
bewustzijn. Pas als hij weer door een dokter is bijge
bracht, wordt de bestraffing vervolgd.
Fays advocaten voerden aan dat hij een moeilijke jeugd
had gehad. Zijn ouders scheidden toen hij zeven was
en sindsdien woont hij bij zijn vader in Dayton, Ohio.
Hij was op bezoek bij zijn moeder en stiefvader in
Singapore toen hij zich te buiten ging aan vandalisme.
Fay bekende over een periode van tien dagen zestien
vandalistische handelingen te hebben gepleegd.
Hoofdrechter Yong Pung How wees het pleidooi van de
advocaten alsirrelevant van de hand. In Singapore
staat op vandalisme nu eenmaal een verplichte straf
van stokslagen en daarmee is wat betreft Pung How de
kous af. Het 120 jaar geleden van het Britse strafrecht
afgeleide wetboek van strafrecht staat een maximum
straf van 24 slagen toe. Vrouwen en mannen van boven
de vijftig krijgen geen stokslagen. De internationale
FOTO ANP TOUSAAINT KLUITERS
overeenkomst voor de rechten van de mens verbiedt de
toediening van stokslagen.
Uit brieven aan kranten en telefoontjes naar radiopro
gramma's blijkt echter dat veel Amerikanen jaloers zijn
op het strenge rechtssysteem in Singapore. Amerika
wordt overspoeld door misdaad en een dergelijke reac
tie is daarom begrijpelijk. Immers, welk recht hebben
de Verenigde Staten om anderen de les te lezen over
misdaadpreventie?
Tony Hall, het congreslid uit Fays woonplaats Dayton
dat zich voor de onfortuinlijke jongeling inzet, krijgt la
dingen brieven van Amerikanen die het hartgrondig
met de zware bestraffing eens zijn. Zelfs de Singaporese
ambassade in Washington krijgt met de dagelijkse post
talloze steunbetuigingen binnen met dezelfde strek
king: „Wedden dat deze jongen nooit meer moedwillig
vernielingen zal aanrichten? We zouden dezelfde straf
ook in Amerika moeten invoeren!"
Dit komt de positie van Fay niet ten goede. Zijn enige
hoop om aan de stokslagen te ontsnappen is een gra
tieverlening door de president van Singapore, Ong
Teng Cheong. Er is nog geen datum vastgesteld voor de
voltrekking van het vonnis en het presidentiële paleis
zwijgt in alle talen.
WASHINGTON DAVID USBORNE
VERTALING: MARGREET HESLINGA