'Kinderen vallen zo maar van hun fiets'
AWV
Het Gesprek van de Dag
'Ze moeten
Holland
overdekt
maken
Knippen is topsport
Lopen is gevaarlijker dan vliegen
Op de markt is het elke dag anders
8 WOENSDAG 6 APRIL 1994 9?a19
Paashaast naar meubelzaken
De echte paasgebruiken ver
dwijnen langzaam maar ze
ker geheel uit de Randstad,
maar tegelijkertijd is er een
andere traditie ontstaan. Het
paastoerisme naar meubel
boulevards en meubelplei
nen neemt de laatste tijd
steeds grotere vormen aan.
„Gigantisch druk" was het
op paasmaandag bijvoor
beeld op het Leiderdorpse
Meubelplein, dat volgens
voorzichtige schattingen zo'n
25.000 bezoekers trok.
Het waren mensen die af
kwamen op de attracties
(gratis paasbrood en gratis
paaseitjes, die werden uitge
deeld door rondhuppelende
paashazen), maar ook op het
meubelaanbod. Waarom dat
nou juist met Pasen zo trekt,
is zelfs voor de winkeliers
niet helemaal duidelijk.
..Misschien komt het omdat
het 't feest van de vernieu
wing is", denkt Wim Koore
man, met broer loop eige
naar van een van de negen
zaken op het Meubelplein.
„En vroeger had het mis
schien ook iets met de groté
schoonmaak te maken."
Hoe dan ook, de paashaast
naar de toonzalen is niet van
vandaag of gisteren, maar
bestaat al enige tijd. „Een
jaartje of twintig", aldus
Kooreman. „Toen wij nog
aan de Nieuwe Rijn zaten be
stond het al. De stroom is al
leen veel zichtbaarder ge
worden sinds dat dat plein er
gekomen is. In juni is dat
acht jaar geleden en sinds
die tijd is het hier met Pasen
altijd verschrikkelijk druk ge
weest."
Het regent weer eens in Neder
land, het zeikt weer eens van de
regen. Voor restaurant De Pal
mentuin in Noordwijk staat een
bruine Opel geparkeerd. Achter
fj het bewasemde portierraampje
zit Ernst Wohmann een siga-
retje te roken. De ruitewissers
van zijn auto schuiven als crou
piers de regendruppels weg.
'f.; Alsof Ernst zelfs zijn verdriet
tv niet mag hebben. Mistroostig
kijkt hij naar buiten. „Ik wacht
i' hier nog even en dan rij ik linea
recta terug naar Duitsland. Wat
een ellende hier! We zijn giste-
3 ren naar Amsterdam geweest en
r ik had op de snelweg het idee
kj dat ik in een wasstraat reed, zo
■i hard regende het. Ik had voor
y de zekerheid mijn zwembroek
y hier mee naar toe genomen,
g Maar ja, dat is natuurlijk de go-
i den verzoeken. Ik kom hier nu
al voor de vijfde keer en bijna
f[ altijd is het slecht weer. Maar ja,
je hoopt natuurlijk dat het an-
y. ders is. Vreselijk vervelend. Ik
ben, geloof ik, vijf kilo aangeko-
men, want wat kun je met zulk
weer anders doen dan in een
[restaurant kruipen. Maar vol
gend jaar ga ik me hier niet
meer lopen pijnigen. Als je ziet
wat ik sinds vrijdag heb uitgege-
ir ven, ongelooflijk! Voor hetzelfde
t. geld zit ik een week op Mallor-
0 ca."
n Zijn vrouw Tutti glimlacht. „Ja,
d je denkt toch, we gaan er even
lekker een paar daagjes uit. Je
werkt het hele jaar hard en dan
wil je wel eens wat. Maar ik ga
d nog vermoeider terug dan ik
ben gekomen. En als ik denk
e aan de files die ons straks te
d wachten staan, wordt mijn hu-
t meur daar niet beter op. Ze
kunnen van alles, maar het
t weer kunnen ze nog steeds niet
t regelen. Ze moeten de hele Hol-
t landse kust overdekt maken,
dan is het er misschien nog uit
te houden. Ik heb vannacht bij
na niet geslapen. We zaten in
een pension waar ze zo'n vlag-
gestok op het balkon hebben
staan. De hele nacht heb ik dat
i touw tegen die vlaggemast ho
ren tikken. Om gek van te wor-
den."
Aan de overkant, dik ingepakt in
hun jacks met capuchon, lopen
g Heinz en Friedl tegen de wind
1 op te tornen. „Nee, hoor", zegt
Heinz, „voor ons maakt het niet
uit hoe hard het waait en
stormt. We zijn elkaar hier te
gengekomen en dolverliefd op
elkaar geworden. We gaan nu
I een lange strandwandeling ma
ken en als het te koud wordt,
nemen we een paar planken en
daar bouwen we dan een kleine
schutting van. En dan wrijven
we elkaar daarachter lekker
Friedl, die kunstgeschiedenis
studeert, knippert wat regen
druppels van haar wimpers. „Ik
denk dat ik dit paasweekend in
Noordwijk nooit meer zal ver
geten. Ik vind Holland echt
prachtig. Die sombere wolken
partijen, die wind, dat heeft iets
dramatisch, iets uit een film. En
je komt helemaal rozig in het
pension aan. En het voordeel
van het slechte weer is, dat je
niemand ziet op het strand.
Dan heb je toch een beetje het
gevoel alsof je alleen op de we
reld bent. Maar voor mensen
die niet in onze positie zijn, zal
het allemaal wel veel ongezelli
ger liggen. Ik kwam gisteren een
landgenoot van me tegen die
zei: 'Het is maar goed dat het
regent anders zou je eens zien
hoe ik huilde'.
De Noordwijkse horeoa-onder-
nemers voelen voor het komen
de seizoen de bui al hangen.
Het gezicht van Theo van Eijk,
de eigenaar van restaurant Kar-
wendel, staat niet bepaald op
zonnig. „Het is toch om te hui
len. Op de eerste paasdag was
het aardig weer, maar toen het
's avonds begon te regenen was
het snel afgelopen. De mensen
gaan natuurlijk niet over de
boulevard lopen te dweilen. En
ik heb ook de indruk dat er veel
minder Duitsers zijn dan vorig
jaar. Dat komt door de recessie
in Duitsland, door die ontslagen
bij Mercedes en zo. Dat merk je
hier echt. Als het hier een dag
goed weer is, hoor je de mensen
zeggen: 'Zo, je zult wel aardig je
zakken lopen te vullen'. Maar ze
vergeten dan gemakshalve dat
je hier elke dag moet delen door
twee. Ik ga met zekere zorg het
nieuwe seizoen tegemoet. De
ouverture was bar slecht, ik heb
op tweede paasdag gewoon
personeel naar huis moeten
sturen. Wat je tijdens dit weer
vaak krijgt, zijn mensen die
urenlang op een consumptie
blijven zitten."
Alles, maar dan ook werkelijk
alles, oogt treurig in Noordwijk.
De toerist verliest zijn humeur,
de ondernemer zijn winst. Al
leen de zee krijgt er meer van
hetzelfde bij.
Kapper Maurice Plu is trots op zijn 'sportattributen': de kam en de
schaar. Eind april reist hij af naar Londen voor het kappers-WK.
foto mark lamers
„Ik let de hele dag op kapsels.
Heeft iemand een brede haar
groei in de nek? Is zijn haar niet
te steil of juist niet te krullerig?
Heeft iemand niet te veel krui
nen? De jongens van de school
in de buurt komen tussen de
middag snoep en broodjes ko
pen bij ons in de straat. Dan lo
pen ze langs onze kapperszaak.
Als ik een jongen zie met een
'mooi koppie', dan spreek ik
hem aan. Ik vraag of hij voor
mij model wil zitten. Want voor
de kapperswedstrijden heb ik
levende modellen nodig."
Maurice Plu is kapper, zoals
Ruud Gullit voetballer is. Hij
traint drie keer per week, hij
draait mee in een team, en
heeft een heuse trainer. Voor
wedstrijden is hij zenuwachtig.
Geen wonder overigens, want
bij de komende wereldkam
pioenschappen voor kappers in
Londen worden 100.000 toe
schouwers verwacht. Er is ei
genlijk maar één wezenlijk ver
schil tussen Ruud Gullit en
Maurice Plu: de lichamelijke in
spanning. Een goede conditie
hoef je voor knippen in wed
strijdverband niet te hebben,
hoogstens een paar geoefende
handen. Maurice vergelijkt het
knippen niettemin graag met
het bedrijven van topsport:
„Dammen noemen we toch ook
een sport, waarom knippen dan
niet? Het gaat om de mentali
teit. Je moet je, net als met top
sport, voor de volle honderd
procent inzetten. Anders lukt
het niet."
Eind april reist Maurice af naar
het WK in Londen. Samen met
drie collega-herenkappers ver
tegenwoordigt hij Nederland in
de categorie 'herenkappers, ju
nioren'. Maurice: „De junioren
doen mee in twee onderdelen.
Het eerste onderdeel is het 'ar
tistiek knippen'. Binnen een
half uur moet je je eigen model
föhnen, kammen en je moet
haarlak aanbrengen. Van te vo
ren heb je je model geknipt,
maar het afwerken van het kap
sel gebeurt op de wedstrijd-
vloer. Als de bel is gegaan, moet
het af zijn. Een deskundige jury
beoordeelt vervolgens je werk.
Die kijkt of je een origineel, ar
tistiek kapsel hebt gemaakt.
Maar die let ook op details. Er
mogen bijvoorbeeld geen sprie
ten uitsteken en eventuele krui
nen moeten weggewerkt zijn."
Het tweede onderdeel is het
'commercieel knippen'. De ar
tistieke kapsels zijn de meeste
klanten té artistiek. Volgens
Maurice is dat dan ook het gro
te verschil met het eerste onder
deel. „Bij 'commercieel knip
pen' moet je steeds blijven den
ken: ik moet het haar zo knip
pen dat ik er zelf ook mee zou
durven lopen."
Maurice werkt als kapper in de
zaak van zijn vader in het Leid-
se Haagweg Kwartier. Het vak
leerde hij van zijn vader, Bart
Plu. Maar tot anderhalf jaar ge
leden had hij nog nooit iemand
geknipt. „Na mijn middelbare
school heb ik allerlei beroepen
geprobeerd, maar niets beviel
echt. Uiteindelijk ben ik, op
mijn zeventiende, in de zaak
van mijn vader gaan staan. En
als ik heel eerlijk ben: ik wilde
altijd al kapper worden. Ik was
nog maar een hummel van drie,
toen riep ik het al: 'ik wil later
kapper worden!'
Sinds zijn jeugddroom werke
lijkheid is geworden en hij bij
zijn vader in de kapsalon staat,
is het hard gegaan. Al gauw
schreef hij zich in voor wedstrij
den, waarbij hij meteen hoge
ogen gooide. In oktober werd
hij tweede bij de Franse open
kampioenschappen in Parijs.
Nog geen twee maanden later
mocht hij zich kampioen van
Luxemburg noemen. En eind
april gaat hij dus naar het we
reldkampioenschappen in Lon
den.
De jonge Leidenaar blijft nuch
ter onder het succes: „Ik laat het
allemaal maar langs me heen
gaan. Je moet niet te lang stil
blijven staan bij je successen. Er
komen steeds nieuwe kniptech-
nieken. nieuwe borsteltechnie
ken, je ontdekt telkens iets
nieuws. Je kunt als kapper altijd
blijven leren."
Weer ging er iets mis met een
vliegtuig. Bij het tragische onge
val van maandag vielen drie do
den. Reden voor sommige me
dia om de schuiver van de Saab
te bestempelen als ramp. Goed,
het was tragisch, zeer tragisch
zelfs, maar een ramp? Hetzelfde
weekeinde vielen er tien doden
in het Nederlandse verkeer. En
dat was slechts goed voor een
paar kleine berichtjes.
Misschien dat de Bijlmerramp
nog nadreunt. Dat daar al die
aandacht voor vliegtuigonge
lukken vandaan komt. Maar
vliegen is echt niet zo onheilig
als u denkt. Voor diegenen on
der u die op dit moment niet
meer de lucht in durven, zijn
onderstaande gegevens wellicht
uiterst welkom. En de onheils
profeten onder u willen wij toe
voegen: schaamt u voor uw pa-
niekzaaerij! Het Centraal Bu
reau voor Statistiek verschafte
ons een aantal gegevens betref
fende doodsoorzaken in 1991
en 1992 (de statistieken over
1993 waren nog niet geheel ver
werkt). Overlijden door ziekten
en zelfdoding buiten beschou
wing gelaten, laat 1991 het vol
gende beeld zien:
908 doden bij ongevallen wet
een motorvoertuig
576 doden bij valpartijen
118 doden als gevolg van moord
en opzettelijk door anderen toe
gebracht letsel
116 doden door ondere andere
verdrinking en verstikking
52 doden door vuur en vlam-
42 doden door vergiftiging (niet
opzettelijk)
21 doden bij scheepsongevallen
13 doden bij ongevallen op
spoorbaanemplacementen en
overwegen
12 doden bij ongevallen veroor
zaakt door natuurlijke- en
milieufactoren
8 doden na gebruik van genees
middelen, medische en biolo
gische stoffen bij therapeutisch
gebruik
7 doden bij operaties en ingre
pen na een abnormale reactie
voordien van een patiënt of een
plotseling optredende complica
tie.
En ten slotte:
2 doden als gevolg van compli
caties na geneeskundige behan
deling
2 doden bij vliegtuigongelukken
De gegevens over 1992 laten
een soortgelijk beeld zien. Zij
het dat het aantal doden als ge
volg van vliegtuigongelukken
aanzienlijk hoger uitvalt, door
de Bijlmerramp natuurlijk.
Maar dan nog ligt het aantal do
den door valpartijen, om maar
eens wat te noemen, een stuk
hoger. Gechargeerd gesteld: lo
pen is gevaarlijker dan vliegen.
Als je loopt, kun je namelijk val
len.
HERMAN JOUSTRA»
Leidenaar rijdt rond in originele sheriff-auto
Veldwachter
Over meelopers en
standwerkers. Van
zwemmers en stille
kramers. Al eeuwenlang is
de markt niet meer weg te
denken uit het
straatbeeld. En naar
verwachting zal dat zo
blijven ook. Sterker nog,
in diversiteit neemt het
marktwezen alleen maar
toe. Op het Gesprek van
de Dag elke woensdag een
portret van de ambulante
handel in Leiden en
omgeving. Wat doen de
kooplui, waar komen ze
vandaan en waar gaat het
met de handel naar toe.
Ook de neveneffecten
komen aan bod. In
aflevering 2 aandacht
voor de broers Jan en Paul
van de Reijden. In groente
en fruit.
In negen van de tien gevallen is
het beroep van marktkramer
een erfelijke aangelegenheid.
Vader ventte, grootvader deed
dat daarvoor en die weer had
het van zijn overgrootvader. En
meestal staat de volgende gene
ratie al te trappelen om de tent
letterlijk en figuurlijk over te ne
men. Zo, en niet anders, is het
ook gegaan met Jan en Paul van
de Reijden. Met z'n tweetjes bij
een zijn de broers goed voor 70
jaar handel in groente en fruit,
kregen deze ras-Leienaars de
liefde voor het 'vak' mee van
thuis en geven het op hun beurt
weer door aan de zoons die in-
De broers Jan en Paul van de Reijden prijzen hun extra mooie aardbeien en de Argentijnse Granny's aan op de markt in Leiden, foto jan holvast
tussen al net zo hard meewer
ken. Er mag maatschappelijk
dan van alles veranderen, dat
marktmechanisme schijnt door
de jaren heen tot een axioma
verworden te zijn. Het zit er in
en het kan gewoon niet kapot.
„Waarom wij nooit een winkel
begonnen zijn?", herhaalt Jan
van de Reijden (55) de vraag
hardop. „Ik bén in een winkel
begonnen, Paul niet. Maar ik
had ook al gauw door dat dat
dus niks voor mij was. Je moet
dat zeker kunnen, gaan zitten
wachten op een klant. Nee, geef
mij de markt maar. Je'begint te
gillen en hup, daar komen de
mensen. Dat is natuurlijk je wa
re. De handel aan de man bren
gen. Daar draait het toch alle
maal om."
Hij spreekt die middag ook na
mens zijn broer Paul (47). Niet
omdat hij de oudste is, ook niet
omdat hij de praatlustigste is
van het tweetal - integendeel,
voor wie het stel kent - maar
omdat hij het momenteel nood
gedwongen iets rustiger aan
doet vanwege wat lichamelijk
ongemak. Hij heeft wel een uur
tje. Tijd die Paul die middag
ontbreekt, want hij moet aan de
bak in Sassenheim, één van de
vier markten die de broers in de
regio wekelijks aflopen. Jan's
werk ligt tegenwoordig meer in
de vroege ochtend en de late
middaguren. Op de veiling en
bij de grossiers.
„Vind ik trouwens nog altijd het
meest boeiende onderdeel van
het vak", haakt Jan meteen in.
„Het bieden en loven. Het gok-
element ook. Elke dag is het an
ders. Zo kocht ik gisterochtend
bloemkolen voor tien gulden de
bak. In the blind, want je hebt
op zo'n moment geen vergelijk.
Toen ik 's middags terugkwam,
gingen ze voor 14 gulden weg.
Wrijf ik me in m'n handen.
Denk ik, da's mooi meegeno
men, want wij zitten goed mor
gen."
„Natuurlijk sla je de plank ook
wel eens mis. Zoals die ouwe
van me, dat vergeet ik nooit
meer. Was in '59. Dacht z'n slag
te slaan met een hele schuit
pruimen uit Woerden. Gaat het
die zaterdag regenen. De hele
handel verrot. Nou, ik verzeker
je, dan ben je nog maanden van
sjag, hoor."
Dat voorbeeld dan te nagelaten,
vroeger was het simpel in de
groente, aldus Jan. „Wat had je,
joh. 's Winters peen, kool en
spruiten en 's zomers sla, andij
vie en bonen. Twee soorten ap
pelen en sinaasappelen. Dat
was het wel zo'n beetje. Tegen
woordig moet je goed op je qui
vive zijn. De gekste groenten
zijn er gekomen, paprika's,
courgettes, aubergines, noem
maar op. Tientallen soorten
fruit, uit de verste uithoeken
van de wereld. Het hele jaar
door ook. Dat stelt als koopman
hoge eisen aan je."
Het aantal vaste klanten in Lei
den, Katwijk en Sassenheim is
groot. „Tachtig procent", rekent
Jan voor en doet dat met het ge
mak en de snelheid waar op de
markt het afrekeningsbonnetje
nog immer met de hand wordt
volgekalkt. „Die komen vanwe
ge het brede assortiment, de
kwaliteit en de prijs. In die volg
orde ook. Echt naar anderen kij
ken, doen we niet. We kopen
zelf in op de veilingen van Blijs-
wijk en Zeeland, zijn zo verze
kerd van verse en goede spullen
en bepalen onze eigen prijs. En
ach, na zoveel jaar ervaring ken
je je pappenheimers onderhand
wel."
Hoewel hij de jaren soms voelt,
blijft het werk op de markt hem
trekken. „Het is zwaar, maar
grandioos werk. Elke dag maak
je weer andere dingen mee. En
het gaat niet slecht, dat telt na
tuurlijk ook. Maar ja, anders
hadden we het ook niet zo lang
vol gehouden, hé."
Je zal maar ruim een jaar een
auto in je bezit hebben en dan
al zo'n keertje of honderd zijn
aangehouden. Dat moet er toch
wel iets heel speciaals met dat
ding aan de hand zijn. In het
geval van Alex, van de Haagweg
in Leiden, is dat dan ook zo.
Hij rijdt namelijk rond in een
politiewagen zonder dat hij zelf
iets met dat instituut van doen
heeft. In burger dus en boven
dien in een wel zeer opvallende
kar. Dus niet in zo'n doorsnee
wit Opeltje waar de hermandad
zich hier ten lande normaal ge
sproken in voortbeweegt, maar
in een heus vlaggeschip van een
Amerikaanse sheriff. In Neder
land vooral bekend uit politie
series als Miami Vice of uit de
gangsterfilms van Hollywood. U
kent dat wel, zo'n wit met zwar
te bak, behangen met sirene's
en zwaailichten. En daar wil, zo
heeft Alex intussen aan den lijve
ondervonden, de Hollandse
agent het zijne van weten.
van de Nederlandse cops. „In
het begin wist ik niet wat ik
meemaakte, hoor. Mensen
stoppen, monden gaan van ver
bazing open, kinderen vallen
zomaar van hun fiets. Ja, echt
waar, dat is geen zottigheid wat
ik je vertel. Iedereen kijkt. Op
gegeven moment gaat het wel
wennen, al moet ik nog altijd la
chen om vooral buitenlanders.
Die gaan op de rijksweg geheid
in hun ankers, als ze me in hun
spiegeltje zien aankomen. Die
denken echt dat ze de klos
zijn".
Papieren
Nog even terug naar de politie,
in casu die van Leiden. Daar
foto hielco kuipers
heeft Alex cjie dit type auto
overigens nog nimmer in zijn
'natuurlijke' omgeving heeft
zien rondrijden louter goede
ervaringen mee. „Ze kennen me
onderhand. Houden me nog
wel eens aan om een praatje te
maken, maar weten dat alles in
orde is. Ik bedoel, de papieren,
de wegenbelasting en dergelij
ke. Er staat geen verbod op het
rijden in een buitenlandse auto,
zo simpel is dat. In mijn geval
mag de sirene en het zwaailicht
niet zijn aangesloten. Dat is dan
ook zo. Jammer? Ach, je kan
niet alles hebben."
De meeste reacties van zijn 'col
lega's' zijn louter positief. „Ze
zijn vooral nieuwsgierig hoe ik
aan dat ding kom en naar de
technische aspecten van de au
to. Sommigen vinden het raar
dat ik zo'n wagen heb en een
enkele veldwachter ziet er wel
wat verdachts in. Zo gingen ze
in Capelle aan de IJssel zelfs zo
ver om de wielmaat op te ne
men, gewoon omdat ze het
zaakje niet vertrouwden. En in
Velp begrepen ze er al helemaal
niks van. Samen in conclaaf,
waarna ze aan mij kwamen vra
gen of het eigenlijk wel mocht,
als burger in een politieauto
rondtuffen. Toen ze hoorden
dat ik uit Leiden kwam, vonden
ze het verder wel best. Je zag ze
denken: 'dat zoeken ze dan daar
in de grote stad maar uit'."
De State Police of Missouri,
staat er in de ster op het portier
en het logo vermeldt dat de in
zittenden er zijn 'to protect and
serve', oftewel om je te dienen,
danwel te beschermen. Het
nummer 4722 geeft aan dat de
ze wagen niet in de eerste in lijn
„Mensen stoppen, monden gaan van verbazing open."
is, maar dat ze daar aan de
overkant van de grote plas al
heel lang met dit type Chevrolet
Caprice dienst doen. Maar
goed, hoe komt Alex nu aan dat
ding en waarom ronkt hij door
de stad met een bijna 2000 kilo
zware automaat die is voorzien
van een 5 liter V8 motor?
Texas
„Ik heb 'm overgenomen van
een vriend die net als ik gek is
op Amerikaanse auto's en die
hem vorig jaar uit de VS heeft
geïmporteerd. De wagen ver
keerde in erbarmelijke staat,
maar we hebben hem helemaal
in de originele uitvoering terug
gebracht. Dat wil zeggen, niet
helemaal, want eigenlijk komt-
ie uit Texas. Maar ik had een fo
to van de sheriff-wagen uit Mis
souri en die tekening vond ik
gewoon mooier<rHet spuitwerk
is helemaal nieuw. Per compu
ter aangebracht en dus tot op
de millimeter nauwkeurig. Nee,
uniek in Nederland is de auto
niet. Er zijn drie originele She
riff-wagens en nog een paar,
wat wij noemen, Mickey Mou-
se-uitvoeringen. Dus met de
zwart-wit-tekening precies an
dersom of met verkeerde zwaai
lichten en zo."
Bekijks heeft Alex, die zijn
pronkstuk af en toe verhuurd
voor bruiloften en speciale gele
genheden, natuurlijk niet alleen