'Vlöggeln verbroedert'
Datum gebonden aan strenge regels
Ootmarsum houdt oeroud paasgebruik in ere
Ootmarsum heeft
het vlöggeln, het
vlakbij gelegen
Denekamp het
Paoschestaak-
slepen
Op eerste paasdag
(13.00 uur) wordt
onder aanvoering
van Judas op het
landgoed
'Singraven' nabij
Denekamp de
paasboom
omgehakt, en
vervolgens via een
keten van mensen
naar de paasweide
in het dorp gesleept.
In de top van de
boom wordt een
teerton
aangebracht, de
'paasstaak' wordt
overeind gezet en
Judas verkoopt 'm
aan de hoogste
bieder uit het
publiek, 's Avonds
om acht uur
ontsteekt men het
paasvuur en gaat
onder het zingen
van paasliederen de
vlam in de teerton.
'Vlöggeln'. De 'Paos-
kearls' gaan - een
lange stoet meetrek
kend - door Oot
marsum.
FOTO ARCHIEF
DAGBLAD TUBANTIA
Hoe gaat dat met oude
gebruiken in oude
plaatsen... Ze worden
on tdekt door toeristen
en vervolgens door de
media. Grote kans dat
ze nadien geheel in
handen vallen van de
commercie en
professionals, en dat er
geen autochtoon meer
aan te pas komt. Met
het 'vlöggeln'zal dat
nooit gebeuren.
„Alleen als je een echte
Ootmarsummer bent,
begrijp je de diepere
betekenis.
PAUL DE TOMBE»
Dat van die sigaar houden ze er
in. Waarom alleen de eerste
man in de rij een bolknak rookt,
luidde de onvermijdelijke vraag toen ook die
traditie eenmaal was ingesleten. Nu nog gnif
felen ze om het antwoord van de voorloper:
„Omdat hij de enige is die een hand vrij
heeft."
Natuurlijk weten ze zelf ook wel dat dit
eveneens geldt voor de laatste van de lange
stoet die door de gemeente trekt. „Maar dat
is 'geen Paoskearl", stellen ze minzaam vast.
En daar is dan ook meteen alles mee gezegd.
In deze dagen draait in Ootmarsum veel
om de acht manlijke vrijgezellen (de Paos-
kearls) van katholieke huize, die in dat
Twentse stadje jaarlijks de paasvrolijkheid in
goede banen leiden. Ze organiseren onder
meer het oeroude vlöggeln, een rondgang
waarbij de bevolking - aangevoerd door een
rokende jongeling - hand in hand en zingend
door de straten trekt. Het is een van de wei
nige paasgebruiken die in Nederland nog
niet het haasje zijn geworden van de jachtige
tijd.
Versies
Het is de avond van de verkiezingen. De
stembussen in het plaatselijke café-restau
rant zijn zojuist gesloten. Tafels en biljarts
worden teruggezet en Ootmarsum, een zor
geloos in het Twentse land neergeplakt
plaatsje, maakt zich gereed voor de nacht.
Het leven bloeit op in de Nieuwe Roos, don
kerbruine lokaliteit aan de Denekamper-
straat. Onder de stamgasten: twee Paoskearls
en drie die dat in het verleden waren.
Waar het vlöggeln vandaan komt, weet nie
mand exact. Ook de Paoskearls niet. „Daar
zijn een paar versies over", zegt Ronnie
Brunninkhuis, de oudste Paoskearl. Aan de
oorsprong zou een Germaans rondgang met
afgodsbeelden liggen. Christenen zouden
vervolgens met heiligenbeelden zijn rondge
trokken, nonnen zouden hand-in-hand het
zingen van de liederen hebben ingevoerd en
monnikken zouden er de naam aan hebben
gegeven. Vlöggeln komt van het Latijnse fla-
gellare, oftewel geselen. De geselbroeders, de
flagellanten, haalden in de 13de en 14de
eeuw jaarlijks aalmoezen op tijdens proces
sies waarbij ze van huis tot huis gingen.
Wat het vlöggeln precies inhoudt, weet ie
dereen. Althans, ieder van de 4200 inwoners
van Ootmarsum die al wat langer op aarde
vertoeft, en die minstens zo belangrijk
het glas kan heffen. Die weet, dat het een
menselijke keten betreft die tijdens de paas
dagen driemaal zingend door de straten van
het stadje krult. Eenmaal in de ochtend (8.30
uur) en eenmaal in de middag (17.00 uur)
van eerste paasdag, en andermaal in de mid-
•dag (17.30 uur) van tweede paasdag.
Onder aanvoering van de acht Paoskearls,
te herkennen aan regenjas en hoed, en een
voorzanger gaat het 's ochtends driemaal om
de kerk. Aan die tocht doet voornamelijk de
autochtone manlijke bevolking mee. „Nie
mand zal een vrouw weigeren, maar er komt
er gewoon niet een", stellen in het café de
woordvoerders vast.
's Middags loopt de stoet, tegenwoordig
aangevuld met steeds meer toeristen, van de
paaswei naar het marktplein. Getrokken door
de acht PK's, kronkelt de sliert zich daarbij
door huizen, om de stiepels (middenpalen)
van opengeslagen deuren en dwars door lo
kale café's. Op het marktplein rolt de hele
meute zich op rond de Paoskearls, die vervol
gens met gestrekte arpien drie keer een 'niet
al te zwaar' kind opbeuren en ten hemel hef
fen. Teken van vreugde over het paasfeest en
de naderende komst van de lente. „Daarna
gaat het op huis aan om eieren te eten en 's
avonds wordt op de paaswei het paasvuur
aangestoken." Op tweede paasdag wordt het
Voorwaarden
De Paoskearls doen wat ze doen gewoon uit
eeuwenoude traditie; toerist of geen toerist,
bekijks of geen bekijks. Ze zijn tijdens de
paasdagen altijd met z'n achten, en aan hun
uitverkiezing zitten voorwaarden vast: onge
trouwd, jonger dan 28 jaar, katholiek, en ge
boren en getogen in Ootmarsum. Twee van
de acht - ook al een regel - worden jaarlijks
vervangen. Maar dat is dan ook meteen de
enige verandering. Met het vlöggeln zelf is
het altijd hetzelfde liedje: gezongen worden
het Christus is opgestanden en Alleluja den
blijden toon
Weinig aan te zien en weinig aan te horen,
beseffen ook de Paoskearls. Als schouwspel is
het voor een keertje wel aardig maar het is
bepaald geen langdurig spektakelstuk. „Als je
er een beetje de slof inzet, is het hele vlöggeln
met een uurtje afgelopen. Maar het gaat om
de hele sfeer eromheen en voor de mensen
uit Ootmarsum heeft het natuurlijk wel een
diepere betekenis.
De huidige voorzanger Ben Morshuis heeft
er pas nog een heel boekje over volgeschre
ven, maar de Paoskearls zelf komen op deze
avond in de kroeg niet erg ver in hun zoek
tocht naar de achterliggende betekenis van
het gebruik. Zelfs oudgediende Jan Veldboer
komt daarbij niet tot een definitieve uitleg.
Ook niet met hulp van zijn collega's. Waarom
de Paoskearls ongetrouwd moeten zijn? Ze
weten het niet. Waarom ze met z'n achten
zijn? Verklaring onbekend. Waarom ze regen
jassen en hoeden dragen? Tsja...
„Het is zo gegroeid en de diepere betekenis
besef je alleen als je uit Ootmarsum komt",
weet Veldboer dan wel. „Het versterkt de
saamhorigheid. Het vlöggeln verbroedert,
want alles loopt door elkaar heen, ongeacht
rang of stand. En Paoskearls zoeken elkaar al
tijd weer op."
Zijn aanwezigheid is er het bewijs van,
want het is al heel wat jaartjes geleden dat de
docent wiskunde zelf de menselijke slinger
trok. Maar het gesprek erover 'leidt' hij nog
altijd graag. Van hem is de laconieke opmer
king over de traditie rond de sigaar, hij ook
brengt enige nuances aan in het verhaal. „Je
moet natuurlijk oppassen dat je niet aan het
fantaseren slaat, als het om dat vlöggeln gaat.
Je moet er niet meer van maken dan het is."
Hij werkt er weliswaar zelf aan mee door een
sfeertje van geheimzinnigheid te creëren
(„Als Paoskearl word je ingewijd in de gehei
men, zaken waar je nooit over praat"), maar
hij brengt het gebruik vervolgens wel meteen
terug tot de ware proporties.
Verplichting
Wat overblijft is een 'leuke traditie', die loopt
van de eerste zondag van de vasten „In de
vastentijd staan de Paoskearls elke zondag
voor de hoogmis bij de kerk" tot en met
de tweede pinksterdag waarop de acht met
elkaar dauwtrappen. Maar dat is dan echt het
einde van het gebruik, waarbij morele ver
plichting, religie, en gezelligheid hand in
hand gaan.
De morele verplichting schuilt in de orga
nisatie. Er is geen vereniging voor het vlög
geln. „Niemand roept ons bij elkaar", beto
gen de Paoskearls, „dat gebeurt gewoon. Je
wordt ervoor gevraagd, en als je eenmaal ja
hebt gezegd word je geacht het zo goed mo
gelijk te doen en moet je die vier jaar ook af
maken."
Het religieuze gedeelte komt tot uiting in
een paar zaken. Het vlöggeln kan volgens
historici een overblijfsel zijn van de vroegere
paasprocessies en de oudste Paoskearl is de
Judas. Hij beheert de financiën van de acht,
die geld bij elkaar krijgen door het verkopen
van de zogenaamde paasbrieven, papieren
waarop de vlöggeln-liederen zijn uitgetypt.
Die worden aan de man gebracht tegen een
vrije gift (de aalmoes van voorheen) en met
dat geld wordt het hout gekocht voor het
paasvuur, waarvoor de Paoskearls eveneens
verantwoordelijk zijn.
Het halen van het hout is trouwens een eve
nement op zich. Dat gebeurt met speciale
wagens, op paaszaterdag. Aangekondigd
door de stadsomroeper vertrekken drie ou
derwetse boerenkarren ('vader, zoon en heili
ge geest'), geleverd door 'vrachtboeren',
vroeg in de middag naar het bos. „En ze mo
gen pas een half uur na zonsondergang de
stad weer in. Als de wagens met hout zijn op
geladen, leg je op de terugweg aan bij drie lo
kaliteiten. En dat is altijd heel gezellig." Ook
tijdens de ochtendrondgang op eerste paas
dag wordt een keertje 'aangelegd' - en tijdens
het middag-vlöggeln staat in de vijf plaatselij
ke etablissementen een borrel klaar voor de
Paoskearls. Die hebben verder op de avond
van tweede paasdag met de vrachtboeren
een feestje in de stad en genieten in de week
erna het nee-zeggersmaal
Het gebeurt niet vaak, maar het komt wei
eens voor dat jongeren het verzoek om Paos-
kaerl te worden naast zich neerleggen. „Maar
dat moeten ze dan wel afkopen, en ze wor
den er daarna ook nooit meer voor ge
vraagd." Zo rekenen de Paoskaerls af met de
idee dat het alleen maar vrijheid-blijheid zou
zijn bij het vlöggeln. „Want zo is het natuur
lijk ook weer niet. De sociale controle is
groot; er wordt wel degelijk op gelet hoe je
het doet."
„Er kan wel eens wat veranderen in de de
tails. Vroeger droegen ze een colbertje, nu
een regenjas. En heel vroeger werd er ook
geen sigaar gerookt. Maar het vlöggeln zelf
verandert nooit. Alleen: het is allemaal toeris-
tischer geworden en de horeca pikt er een
graantje van mee, maar dat zal de groep niet
beïnvloeden. De commercie wordt ver buiten
de deur gehouden. Bewust. Dit is de enige
plaats ter wereld waar dit gebeurt. En die tra
ditie moet je zuiver houden."
Te veel paasgebruiken zijn al de sigaar.
Kalenderwetenschapper professor Van Goudoever over de
oorsprong van tweede paasdag: „De christenen zijn altijd
erg vroom geweest. Ze hebben vast en zeker gedacht 'wat
de joden hebben, willen wij ook'.".
UNITED PHOTOS DE BOER BABETTE STAPEL
SASKIA STOELINGA
Een vroege of een late Pasen?
Die vraag is jaarlijks aan de or
de. Het tijdstip waarop Pasen
valt, moet steeds opnieuw - in
tegenstelling tot Kerstmis - wor
den berekend. Volgens bepaalde
strenge regels.
Hij typeert zichzelf
als kalenderweten
schapper: professor
J. van Goudoever (69), die Verge
lijkende Cult uu rgesch iedenis
studeerde in Leiden, en 20 jaar
doceerde aan de universiteit van
Duisburg met als opdracht ken
nis te verspreiden over het jo
dendom, christendom en de is
lam. Een man, die Pasen en
Pinksteren nooit op één dag zal
laten vallen. Theoretisch onmo
gelijk. Of er moet een sterke lei
der opstaan die met een nieuwe
telling komt, en vervolgens een
opstand onder de geestelijken
neerslaat...
Het joods paasfeest begint op
volle maan in de lentetijd. Niet
afhankelijk van een weekdag. Dit
jaar zondag 27 maart; voor de
christenen palmzondag en voor
de joden dus de eerste paasdag.
De telling gaat volgens de Orner-
kalender uit de 17de eeuw, en
beslaat in het jodendom een pe
riode van vijftig dagen tussen
Pesach (Pasen) en Sjavoe'ot (We
kenfeest, of Pinksteren). Op de
eerste dag van deze zeven weken
begon de gerste-oogst, het einde
betekende het begin van de tar-
we-oogst.
Van Goudoever: „Omdat de wor
tels van het christendom in het
jodendom zelf zitten, kwamen de
christenen tot een soortgelijke
berekening. Zij kozen voor eerste
paasdag altijd de zondag na volle
maan in de lentetijd, na 21 maart
dus. Een goede rekenaar komt
dan voor dit jaar uit op 3 april.
Deze keuze heeft veel te maken
met een kosmische oriëntatie:
wanneer is het volle maan? Daar
om heeft Rome, net zoals vele
andere godsdiensten, ook altijd
een eigen observatorium gehad.
De paaskalender moest overeen
stemmen met het kosmische rit
me. Die vijftig dagen daarna, die
het christendom hanteert om op
Pinksteren uit te komen, heeft
met geen enkele ideologische
grondslag te maken. Vijftig dagen
waren vijftig dagen. Die hadden
de joden reeds keurig uitgedok
terd."
Maar waarom werd er dan voor
een zondag gekozen? Van Goud
oever: ,,Ach dat heeft allemaal te
maken met de eigen wetenschap
van de priesters. De christenen
gebruikten de regel dat Pasen na
21 maart moest vallen, gebaseerd
op de priesterlijke kalender. Een
aantal joodse groeperingen, zoals
de Samaritanen, Sadduceeën,
Karaïeten en Essenen, kende de
traditie: van zondag tot zondag.
Om het nog ingewikkelder te
maken: de basis voor deze tradi
tie lag bij de theoretische kalen
der, die bekend is uit de Dode
Zeerollen Deze kalender telde
364 dagen, begon op woensdag,
en omvatte vier kwartalen van 91
dagen. De bedoeling was dat Pa
sen altijd op een vaste dag viel,
de zondag in dit geval. De chris
tenen hebben waarschijnlijk die
zondag weer overgenomen
De oorsprong van de tweede
paasdag is professor Van Goud
oever ook niet helemaal duide
lijk. „Maar volgens mij ligt het
minder diepzinnig dan wij er
achter zoeken. De christenen zijn
altijd erg vroom geweest. Ze heb
ben vast en zeker gedacht 'wat
de joden hebben, willen wij
ook'."
Opstand
Is er ooit geprobeerd Pasen op
een vaste dag te laten vallen? Van
Goudoever: „Oh ja, na de oorlog
hebben hervormers getracht het
openbare leven te rationaliseren
door de kalender te vereenvoudi
gen. Fijn voor de verschillende
geestelijke richtingen en de han
del als Pasen op een vaste dag
viel. Eén dag over de hele wereld.
De Wereld Raad van Kerken
dacht met het volgende voorstel
orde op zaken te stellen: een ka
lenderreconstructie van 365 naar
364 dagen. De week op woens
dag laten beginnen. En de ene
dag die over was. toebedelen aan
de Verenigde Naties: de dag van
de VN. Daarna is de opstand uit
gebroken. De kerken wilden er
absoluut niet aan. Kalenders zijn
rijk maar zeer conservatief, er is
niets aan te veranderen."
Volgens de boekjes vieren de jo
den met Pasen de bevrijding van
de slavernij om in het Beloofde
Land in vrijheid te kunnen leven.
En de christenen kozen ervoor
omdat het lijden en de dood van
Jezus samenvielen met dit paas
feest. Van Goudoever schudt zijn
hoofd: „Boekjeswijsheid. Op de
linkerpagina dit, op de rechter
pagina dat... En op die manier
het verschil tussen jodendom en
christendom aantonen. Nee, het
is geen principieel verschil maar
een historisch."
„Bij het tellen van de 50 dagen
zou je kunnen zeggen dat de jo
den in gespannen afwachting
zijn wanneer de Messias komt.
Messiaans tellen tot aan het we
kenfeest. De christelijke traditie
ziet het meer in het vieren van de
opstanding. Het is geen echte te
genstelling, het loopt natuurlijk
in elkaar over. Christenen zijn
bezig met het vieren dat hij ge
komen fs, terwijl de jodeh meer
zien in dat hij zél komen. Een
beetje esotherisch. Bestemd voor
ingewijden."
Persoonlijk hoogtepunt van de
paastijd, is voor professor Van
Goudoever „Het punt tussen Pa
sen en Pinksteren. Midden-Pink
steren dus. Heel vroeger was dat
bij zowel de joden als de christe
nen een echte feestdag. De uit
tocht uit Egypte was halverwege
en leek een goed einde te krijgen.
Op dat moment werd er ook
brood aan de vluchtelingen uit
gedeeld. Ik voel het zo: je bent op
dat moment door de grootste
moeilijkheden heen en je ziet de
voltooiing."