Pasen vraagt meer van de gelovigen Opstanding Het mist de warmte van het familie festijn Kerstmis en ontbeert, zo vroeg in het seizoen, de echte lentesfeer van Pinksteren, als Nederland massaal gaat proefkamperen. Aan wie het geloof afzwoor, heeft het paasfeest niet zoveel te bieden. De christelijke kerken daarentegen vieren Pasen als heffeest waar het allemaal om draait. Als Jezus van Nazareth niet was gekruisigd en opgestaan uit de dood, zoals zijn volgelingen geloven, zou Hij als één van de vele historische figuren in de vergetelheid zijn geraakt. Door wat er gebeurde met Pasen werd Kerstmis pas relevant en kreeg wat Jezus in Zijn leven verkondigde en deed, zijn eigen gewicht. Het paasei Het bijzondere, feestelijke karakter van Pasen heeft buiten de kerkelijke sfeer al lang het onderspit gedolven. We sturen elkaar met Pasen ook geen kaarten meer, iets dat we tot in de jaren vijftig nog wel deden, met: 'Vrolijk (of Gelukkig of Zalig) Paaschfecst'. Van Kerstmis maken wc nog wat: de hele familie, een kerstdiner, kerstmuziek, versieringen in winkels, scholen, bedrijven en thuis. Pasen betekent vooral een paar vrije dagen en voor kinderen: eieren verven en verstoppen. Buiten de kerkelijke herdenking verwijzen alleen de Matthaus Passion (oorspronkelijk bedoeld voor Palmzondag) en andere passies zowel van Bach als van andere componisten, de passiespelen (Tcgelen), het botcrlammctje voor bij het paasbrood en de chocolade paaseieren nog naar de gebeurtenis die oorspronkelijk werd herdacht. Lamsvlees eten we ook op andere momenten van het jaar. Zelfs paasbrood verkoopt de huidige warme bakker het hele jaar door als extra gevuld rozijnenbrood of vruchtenbrood. Niettemin is een paasontbijt zonder ei geen paasontbijt, angst voor een te hoog cholesterolgehalte ten spijt. Ook op die paaskaartcn-stonden eieren, kuikens, kippen en natuurlijk paashazen met mandjes eieren op hun rug, alsof ze ze zelf hadden gelegd. Vanwaar dat ei? Als symbool lijkt het voor de hand liggend: vogels die nestjes beginnen te bouwen en de eieren die erin komen. 'Een nieuwe lente en een nieuw geluid', om met de dichter Herman Gorter te spreken, die zijn gedicht 'Mei' zo begint. Kortom: het ei als symbool van vruchtbaarheid en nieuw leven. Anderen beweren dat het ei staat voor het graf van Jezus: het opende zich toen Jezus herrees; zoals ook een ei zich opent om het nieuwe leven naar buiten te laten, dat er van meet af aan al in besloten ligt. Die opvattingen ontlopen elkaar, welbeschouwd, tenslotte nauwelijks. In-vorige eeuwen werden er vooral op paasmaandag allerlei eierspelen gedaan: er werd met eieren gerold en gegooid, ze werden getikt (wie het zijne heel hield mocht het houden) en leeggeblazen, er werd omheen gedanst en ze werden om het hardst gegeten. 'Gedenk o mens, dat ge stof zijt en tot stof zult wederkeren'. Pastoor J. Straathof, de deken van de Bollenstreek, reikt het askruisje uit in de Mariakerk van Lisse. FOTO DICK HOCEWONINC De n de v geboekstaafd... e opkomst in de Mariakerk U van Lisse is op de dag na car- naval wel eens groter ge weest. Van de gelovigen die zich met over gave in het feestgedruis hebben gestort, heeft slechts een klein percentage de vroe ger zo vanzelfsprekende gang naar het Godshuis gemaakt. Na een periode van uitbundige vrolijkheid wordt het aanbre ken van de sobere vastentijd gemarkeerd met het uitreiken van het askruisje. In een lange rij stellen de kerkgangers zich op voor pastoor J.G.J. Straathof, de deken van de Bollenstreek. Hij brengt de gewijde as - het symbool van de vergankelijkheid - in kruisvorm aan op hun voorhoofd. „Ge denk o mens, dat ge stof zijt en tot stof zult wederkeren", herhaalt hij na elke handeling. Om daarop de aansporing te laten volgen: „Bekeer u, en geloof in het evangelie." De kerken slagen er allang niet meer in de grote mensenmassa's die zij met name voor de kerstnachtdienst op de been bren gen, vast te houden en mee te nemen op weg naar Pasen. „Feestvieren rond een geboorte is nu eenmaal veel grijpbaarder dan het stilstaan bij zoiets abstracts als dood en verrijzenis", zegt Straathof. Pasen vraógt meer van de gelovigen, al is dat met het vervagen van het begrip vastentijd te genwoordig meer geestelijk dan lichame lijk. De strenge spijsregels die de Rooms- Katholieke Kerk in het verleden uitvaar digde voor elke dag - behalve de zondag - in de aanloop naar Pasen, hebben plaats gemaakt voor het advies om zich in alle opzichten wat te matigen. Straathof: „Er zijn nog maar twee echte vastendagen overgebleven. Dat zijn as woensdag, de dag waarop het askruisje wordt uitgereikt, en Goede Vrijdag, de dag waarop Jezus stierf aan het kruis." De vastentijd is voor de gelovige veel meer een tijd van bezin ning geworden, waarin meer tijd wordt genomen voor bijbelstudie, gebed en me ditatie. En wie zich eigentijds wil matigen laat wat vaker de auto staan en gebruikt wat minder alcohol en vlees. De aanloopperiode naar Pasen duurt precies veertig dagen. Steeds vaker wordt dan ook in plaats van vasten- of lijdenstijd gesproken van veertigdagentijd. Veertig is in de bijbel het getal van de beproeving. Mozes vastte veertig dagen voor zijn ont moeting met God op de berg Sinaï en het joodse volk trok veertig jaar door de woes tijn. Ook Jezus vastte veertig dagen en nachten in de woestijn. Al in de tweede eeuw bereidden christenen zich op Pasen voor door, in navolging van hun Heer, te vasten en te rouwen. Pasen is niet alleen het oudste, maar was lange tijd ook het enige christelijke feest. In feite is het ouder dan het chris tendom zelf omdat de eerste christenge meenschap met de viering aansloot bij het joodse Pascha of Pesach. Aan het feest waarmee de Joden de bevrijding van hun volk uit de slavernij van Egypte herdach ten, werd door de volgelingen van Jezus een extra dimensie toegevoegd. Juist tij dens Pesach werd hun Heiland destijds opgepakt en gekruisigd, om na drie dagen weer uit de dood te herrijzen. De datum van het christelijke paasfeest viel aanvankelijk samen met Pesach. Vol gens de joodse kalender, die wordt be paald door de stand van de maan, valt Pesach op de 14de van de voorjaars maand nisan In de middag van 14de ni- san werd het paaslam geslacht en na zonsondergang werd de paasmaaltijd ge bruikt. Over de datum van het christelijke paasfeest is de nodige strijd gevoerd. Uit eindelijk werd rond het jaar 325 tijdens het Concilie van Nicea een eerder besluit van de paus bekrachtigd om het christelij ke Pasen te vieren op de eerste zondag na 14 nisan. Het belangrijkste argument hier voor was dat Jezus op de eerste dag van de week, de zondag, is opgestaan. Pasen wordt dus gevierd op de eerste zondag na de eerste volle maan van de lente (21 maart). Het feest kan zo nooit eerder val len dan 22 maart en nooit later dan 25 april. Het joodse Pesach en het christelijke paasfeest kennen tegenwoordig nog maar weinig gemeenschappelijke elementen. Het centrale thema is weliswaar bevrij ding, maar een jood viert de bevrijding uit Egypte'en een christen de bevrijding uit de dood, door de opstanding van Christus. Binnen met name de protestantse kerken wordt de laatste jaren wel gezocht naar verbanden, vooral in de keuze van bepaal de schriftlezingen. Maar volgens dj. K. Blei, zeventien jaar predikant in Haarlem en sinds 1987 als secretaris-generaal lei dinggevend in de top-van-de_N£derlandse Hervormde Kerk, moet daar voc mee worden omgesprongen. „We uitkijken dat we Pesach niet gaan annexe ren", meent hij. „Het joodse paasfeest kent hele specifieke riten en wordt met familieverband religieus gevierd, i het christelijke paasfeest is niet de viering binnen het gezin, maar binnen de gemeente." Bij de viering van Pasen zou de protes tantse geloofsgemeenschap volgens Blei nog wel veel kunnen leren van de symbo liek waarmee de rooms-katholieken hét feest omgeven. Op een aantal onderdelen is al sprake van een wisselwerking. Zo wordt ook in de hervormde en gerefor meerde kerken de aanlooptijd meer en meer gezien als een periode van bezin ning en matiging. Verder is de traditie van de viering van het (laatste) avondmaal overgenomen en kent de aankleding van het kerkgebouw nieuwe elementen. Zo is het hongerdoek teruggekeerd, als symbool om de lijdenstijd te markeren. Op dit doek wordt een relatie gelegd tussen het lijden van Jezus en het lijden van de mensen vandaag de dag. Vaak betekent dit een keuze voor een tafereel uit de Derde We reld. „Dat soort initiatieven komt vooral op aan de basis van de kerk", vertelt Blei. „Er is altijd een aantal voorhoedegemeen ten waar met liturgische vernieuwingen wordt geëxperimenteerd. Er gaat enige tijd overheen voordat zoiets ook bij de lei dinggevende organen van de kerk aan komt." Processies De zes zondagen die de veertigdagentijd telt worden in de kerken volgens een vast staand schema afgewerkt. Het thema van elke zondag brengt de gelovigen iets dich ter bij het paasmysterie. Begonnen wordt met de periode die Jezus doorbracht in de woestijn, waarbij hij herhaaldelijk door de duivel op de proef werd gesteld. In de we ken daarna wordt Christus gevolgd als hij met zijn discipelen predikend door Israël 1 trekt, om uiteindelijk aan te komen bij het moment dat hij door zijn volgelingen als 'Koning der Joden' wordt ingehaald in Je ruzalem. Deze intocht wordt herdacht op precies een week voor Pa- ujietgrote palmprocessies, verièdèTT~-gebuukelijk was, sommige streken nog wellnet-het-, van de palmpaasstok. De stok zoals in het verïèHèri heeft een kruisvorm en wordt bekroond met een haantje of zwaantje van brood deeg, als verwijzing naar de zuiverheid. De versiering bestaat verder uit takjes groen, waarmee wordt herinnerd aan de palmtakken bij de intocht van Jezus in Je ruzalem. Aan de dwarligger van het kruis wordt fruit en snoepgoed opgehangen. De palmpaasstok symboliseert met zijn ver siering de feestelijke intocht, maar ver wijst met de kruisvorm ook al naar lijden en dood. Palmzondag vormt het begin van de Goede- of Stille Week, waarin de meest bewogen periode uit het leven van Jezus wordt herdacht. Na de feestelijke intocht in Jeruzalem volgt het verraad in Gethsé- mané, de arrestatie, de kruisiging op Gol gotha en de uiteindelijke triomf van paas- morgen: de opstanding uit de dood. De Goede- of Stille Week mondt uit in het paastriduüm, waartoe Witte Donderdag, Goede Vrijdag en de paasnacht- en paas-" morgenviering behoren. Al deze vieringen horen bij elkaar en zijn ieder voor zich 'onaf. Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal van Jezus met zijn dis cipelen herdacht. In de Rooms-Katholieke Kerk, en tegenwoordig ook iri veel protes tantse kerken, is dat hét moment om - met de viering van eucharistie of avond maal - als gelovigen het brood en de vyijn te delen. Op Goede Vrijdag wordt met een ingetogen en stille viering het sterven van Christus aan het kruis herdacht. Voor de rooms-katholieken is dit de enige dag van het jaar waarop de eucharistie (die ver wijst naar het leven) niet mag worden ge vierd. De dag van de graflegging wordt Stille Zaterdag genoemd, waarop 's avonds de paaswake wordt gehouden. De paaskaars, die op Goede Vrijdag voorgoed is gedoofd, .wordt vervangen door een nieuw exemplaar. Als symbool voor het doorbrekende licjit wordt de kaars bin nengedragen en aangestoken. Letterlijk als een 'lopend vuur' wordt het nieuws verspreid: 'De Heer is waarlijk opgestaan". De paaswake zal de populariteit van de kerstnachtdienst waarschijnlijk nooit naar de kroon steken. Maar de vraag is of de kerken daar nu wel zo rouwig om moeten zijn. „Het grote gevaar, en dat zien we ook bij het kerstfeest, is dat de feitelijke bood schap dan ondersneeuwt", zegt dominee Blei. „De christelijke betekenis maakt dan plaats voor een gevoel waarin een vorm van 'algemeen religieus welbevinden' de boventoon voert." En juist bij Pasen draait het om de boodschap, benadrukt Blei. „De boodschap dat Jezus uit de dood is opgestaan en daarmee ook ons mensen het perspectief op een nieuw leven, een leven na de dood, heeft gegeven." De volle kerken en de enthousiaste mid denstand ten spijt: voor christenen is het kerstfeest alleen nog maar voorspel. Ie Onze Taal Sommige dingen gebruik je maar zelden. Bijvoorbeeld de kerstboom standaard. Je hebt 'm maar één keel per jaar nodig. De rest van het jaar staat hij ergens op zolder. Wat moe: je met Pasen of in de zomer met een kerstboomvoet? Wij hebben er een waar je water in moet doen. De boom blijft langer goed en 't zorgt voor een beetje gewicht. Heel erg handig, maar hij blijft op zolder tot in december. Dan komt hij tevoor schijn. Met sommige woorden is het net eender. E r zijn van die woorden die alleen bij spe ciale gelegenheden passen. De rest van het jaar hoor je ze eigenlijk nooit. Je moet wachten tot het weer de tijd ervoor is. Als het zo ver is, dan duikt dat woord ook van zelf weer op. Het paaswoord bij uitstek is: Opstanding. Ik gebruik het nooit. En de meeste mensen gebruiken het nooit. Maar we weten alle maal wel ongeveer wat het betekent. Waar om gebruiken we het eigenlijk nooit? Som mige woorden gebruiken we het hele jaar door, andere zijn een beetje seizoen-gebor den, maar 'opstanding' hoort bij Pasen. Dat komt natuurlijk doordat er, simpel ge zegd, geen gelegenheid voor is. De opstan ding is iets van Jezus in het bijbelverhaal. Bij dat verhaal hoort dat woord: buiten dat verhaal doen we er niks mee. Dat ene woord roept al het verhaal op. mj Vrienden van Jezus gaan naar zijn graf en ontdekken dat het leeg is. Ze schrikken)r zich lam. Dat kan je denken! Ze geloven hun eigen ogen niet. Het duurt dan ook eent a poosje voor ze weer rustig kunnen naden-: zo\ ken. Zou hijZou hij echt...? )r j 't Is een sterk verhaal. En dat vonden ze re toen ook al. Ik probeer me voor te stellen hoe ik zo'n belevenis zelf zou vertellen. Ho? e' zou je zoiets nu zeggen? Welke woorden fc-2 zou je kiezen? In ieder geval niet: 'De Heeren is waarlijk opgestaan! Halleluja!' En ook d&en vrienden van Jezus komen niet zo jubelen*, v£ thuis. Lees het verhaal er maar op na. Eer-.e. e der beduusd; ze weten niet goed wat ze erR' mee aan moeten. En ze beseffen dat geen zinnig mens hen zal geloven. Fer Dan maar een beetje eromheen draaien?d; v Sommige bijbelvertalingen zeggen: 'Hi^ is door God opgewekt'. Ooit van gehoord? Het maakt het er niet beter op. Ik weet niet wat de vrienden van Jezus thu'tesl precies gezegd hebben. Het verhaal verteltvan het niet. En als het er wél stond, zou het paa: voor ons toch heel moeilijk zijn om na 20Qt o jaar de gevoelswaarde ervan te kunnen ,rtp proeven. jt Het moet in ieder geval sensationeel ge weest zijn. Onvoorstelbaar. En ook griezelicht want wat je ziet, dat kan niet. Zo ongeveerd01 Kinderen hebben er misschien minder geci moeite mee. Die staan er onbevangener tejten genover. Of weten nog niet zo precies wat', [,c er kan en niet kan. Hoe zou een kind het vertellen? Ik denk zo: 'Eerst was hij dood, maar nouge leeft hij weer'. tijc Zodra een volwassene dit zegt, hóór je het,rh3 ongeloof. Maar het zijn in ieder geval he- £n dendaagse woorden: eerst dood, maar nou leeft hij weer. We weten precies wat die woorden betekenen, het zijn onze eigen Pa; woorden, en ik zou zeggen: dus ongelovig^ nii Toch lijkt me dat te verkiezen boven zo'n 1 ve sier-woord als 'opstanding', dat slechts eejeve per jaar van zolder wordt gehaald, opge- jc tuigd, te pronk gezet, maar we doen er niet mee. Het is onbruikbaar omdat het de cloin van het verhaal versluiert, of zelfs dichtme! selt. Van de verbijstering en het ongeloof bier dat sterke verhaal is dan namelijk niets >Uei meer over met 'opstanding'. Laat staan mLa; 'Halleluja!' erachteraan. Het is en blijft im|ru| mers een sterk verhaal. F Zoveel is zeker dat er in het verhaal zelf nevc,c gens 'Halleluja' geroepen wordt. Integen- deel: de vrienden denken eerst dat er fjn i grafrovers geweest zijn. En ik moet bekemou nen: dat zou ik ook eerder doen dan 'Hallé luja' roepen. L. Vi tojk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 36