Hoge Veluwe niet meer park van toen Klimaatvluchteling in somber toekomstbeeld Vulkanen veroorzaken veel minder verzuring dan mens Stijging van zeeniveau wordt mede door mens veroorzaakt CFK-vervangers nauwelijks schadelijk voor ozonlaag Natuur Milieu Gooimeer toneel van krakeel tussen vissers en stropers 1 I li WOENSDAG 30 MAART 1994 Ook gemeenten verantwoordelijk voor diuron in het Maaswater Door onkruid op bestrating te bestrijden met diuron zijn ge meentelijke reinigingsdiensten de afgelopen twee jaar voor een belangrijk deel verantwoordelijk gewei de Ma rdcv I met dit middel. De ho ge concentraties diuron in de Maas zijn dus niet alleen toe te schrijven aan de land - en tuin bouw en buitenlandse vervui lers in het Maas-stroomgebied. Als gemeenten, tuinders en landbouwers alternatieve en minder milieu-onvriendelijke onkruidbestrijdingsmiddelen gebruiken, zal de kwaliteit van het Maaswater verbeteren. Dit staat in een rapport van een aantal instanties, waaronder Rijkswaterstaat. Door de hoge concentraties van "het middel in de Maas kon in mei en juni vorig jaar lange tijd geen water ingenomen worden. De drinkwatervoorziening van 1,5 miljoen mensen in Zuid- West Nederland kwam toen in gevaar. N APELDOORN Een mythe kan de wereld uit: dat een vulkaan in één machti ge eruptie veel meer van de ver zurende verbinding zwavel dioxide (S02) produceert dan de mens in een heel jaar. Zwa veldioxide speelt een belangrij ke rol in het wereldklimaat en bij de energiehuishouding in onze atmosfeer. Tot voor kort bestond alleen een globaal beeld van de hoe veelheden zwaveldioxide die de mens jaarlijks in de lucht brengt. Op jaarbasis is dat ge middeld 200 miljoen ton. De S02-deeltjes vormen met wa termoleculen druppeltjes zwa vel- en zwaveligzuur, dat zorgt voor verdergaande verzuring van grond en water. De totale hoeveelheden zwaveldioxide die langs vulkanische weg de dampkring in worden geblazen zijn nooit echt goed gemeten. De hoeveelheden per vulkaan verschillen sterk èn een zware eruptie gebeurt onverwacht. Zo kon lange tijd het idee blijve be staan dat de menselijke bijdrage aan de verzuring 'waarschijnlijk wel' veel kleiner zou zijn dan die door vulkanen. (ieofysici van enkele onder zoeksinstituten in de Ameri kaanse staat Maryland hebben metingen van de NASA-satelliet Nimbus-7 gebruikt om de S02- concentraties in de uitstoot tij dens en na vulkaanerupties te meten. Deze satelliet heeft een toestel aan boord, de 'Total Ozone Mapping Spectrometer' TOMS) waarmee ook zulke alarmerend lage ozonconcen traties boven Antarctica zijn ge meten. Bij het jaar in jaar uit af tasten van vrijwel het gehele aardoppervlak door de TOMS zijn geregeld dus ook vulkaan wolken 'meegenomen' in de metingen. De onderzoekers hebben de meetgegevens ver werkt over de periode van no vember 1978 tot en met het voorjaar van '93. Gedurende die tijd traden 361 'gebeurtenissen' op bij in totaal 55 verschillende vulkanen. Zoals verwacht, werd gedurende die periode de grootste S02-uitschieter ge vormd door de uitbarstingen van de Filippijnse vulkaan Pina- tubo in juni 1991 De heftige erupties brachten in totaal ruim twintig miljoen ton zwaveldioxide in de dampkring. Daarbij vergeleken mag ook de negen miljoen ton S02 er zijn die de vulkaan Etna op Sicilië de lucht in blaast, maar de Etna bereikt die waarde door het ge hele jaar door betrekkelijk actief te blijven. Op basis van de meetresultaten over de laatste veertien jaar, in clusief het min of meer geregeld voorkomen van grote erupties zoals bijvoorbeeld van El Chi ron. si i lelens en Pinatubo, komt men tot een waarde van dertien miljoen ton S02 per jaar. De mens loost op jaarbasis dus vijftien maal meer van deze schadelijke verbinding dan alle werkende vulkanen over de ge hele wereld. Zelfs de gigantische erupties van de Pinatubo in 1991 konden die verhouding voor dat jaar niet verder verklei nen dan tot het getal zeven. Op het gebied van vervuiling is de mens dus echt onovertroffen. Een fors deel van de stijging van de zeespiegel worflt veroorzaakt door menselijke activiteiten, zoals irrigatie en ontbossing. Dat blijkt uit een onderzoek van ik- )hio State Universiteit in de VS. Tot voor kort dachten we tenschappers dat dit verschijn sel in hoofdzaak te maken had met de verandering van het kli- I lel wetenschappelijke tijd schrift Nature heeft gemeld dat de mens door zijn ingrijpen in de natuur verantwoordelijk is voor eenderde van de zeespie gelstijging. Uil berekeningen wateroppervlak ■n jaarlijks millimeter ge- blijkt dat het v van de oceani middeld 1,75 hoog gaat. Bevloeiing van het land waar voor het benodigde water uit de ondergrondse lagen wordt ge haald, verandering in de stro ming van rivieren en ontbossin gen zijn er de oorzaak van dat steeds meer water direct de zee in stroomt. Normaal wordt het water lange tijd door het land vastgehouden. Alleen al de ont bossing in tropische gebieden is verantwoordelijk voor een stij ging met gemiddeld 0,14 milli meter per jaar. DEN HAAG GPD Chloorfluorkoolwaterstoffenof- te wel CFK's staan in een kwade reuk vanwege de aantasting van de ozonlaag hoog in de strato sfeer. CFK's komen nu nog voor als drijfgassen in spuitbussen en in koelkasten en zij worden ge bruikt bij de produktie van schuimplastics. In het jaar 2000 moeten de westerse landen de produktie van CFK's volledig hebben stopgezet. Vandaar dat vele pogingen worden onderno- men om goede vervangers te vinden. Belangrijk in dit opzicht zijn koolwaterstoffen die nog wel fluor-, maar geen chlooratomen meer bevatten (fluorkoolwater- stoffen). Kenmerkend voor deze groep van verbindingen is een atoomgroep bestaande uit één koolstofatoom en drie fluorato- men (-CF3). De vraag die meer malen is gesteld, is of deze ver vangers wel zo (veel minder) onschuldig zijn voor de ozon laag dan CFK's. In een artikel in Science beant woorden Amerikaanse onder zoekers deze vraag bevestigend. In het laboratorium hebben zij nauwgezet de mogelijke reac ties van de CF3-groep met ozon bestudeerd. Zij komen daarbij tot de conclusie dat fluorkool- watersloffen de ozonlaag niet of nauwelijks ('verwaarloosbaar klein') schade toebrengen. Greenpeace: 'Stoppen met opbranden van kolen, olie en gas Ongewoon veel orkanen in de Verenigde Staten, structurele droogte in Afrika en zelfs de on verwachte overstromingen in Zuid-Limburg zijn volgens des kundigen zorgwekkende signa len van blijvende klimaatsver andering op aarde. In een som ber toekomstbeeld schetst Greenpeace, dat de wereld moet rekenen op grote stromen klimaatvluchtelingen. Voor het nietige Nederland is er geen reden om met de armen over elkaar te blijven zitten, want ook hier gaat de water spiegel stijgen. Er kan echter van alles worden gedaan deze ontwikkelingen te keren. Om daar een begin mee te maken organiseert Greenpeace Neder land op 5 april een symposium in het Nederlands Congresge bouw in Den Haag onder het motto 'Een beter milieu begint bij de politiek. Greenpeace le vert hiermee 'een draaiboek voor een zonnige toekomst'. Sprekers op het symposium zullen de nadruk leggen op de relatie die er bestaat tussen energievoorziening, economie en milieu. Uitgenodigd zijn des kundigen uit kringen van milieugroepen, olieindustrie, energiebedrijven, onderzoeks centra en de politiek. Greenpeace presenteert in Den Haag het Fossil Free Ener gy Scenario, opgesteld door het Stockholm Environment Insti tute, dat concrete voorstellen bevat voor duurzame energie en energiebesparing. Dit scena rio toont aan, dat de wereld heel goed zonder fossiele brandstof fen en kernenergie kan en dat het overschakelen op duurzame energie, zoals waterkracht, aardwarmte, zonne- en wind energie, geen economische schade oplevert. Door niets te doen en fossiele brandstoffen (kolen, stookolie, V I Bk' -mm-.' WTwHC -- SÖZtSiiStij: De Molgerdijk bij Wieringen. Volgens Greenpeace moeten alle dijken in Nederland hoger- zeespiegel omhoog komt. gas, benzine, diesel en kerosine) te blijven opstoken voor de energievoorziening komt er steeds meer kooldioxyde (C02) in de atmosfeer en de tempera tuur op aarde stijgt. Greenpeace noemt de gevolgen van dit broeikaseffect 'enorm, rampza lig en kostbaar', omdat het voortbestaan van mens, plant en dier Wordt bedreigd. De verwachting is dat binnen 100 jaar de temperatuur op aar de meer stijgt dan de laatste 10.000 jaar het geval is geweest. In Nederland zal het misschien gemiddeld 2 graden warmer worden, maar op de polen 10 graden. Omdat warm water uit zet zal daardoor overal op aarde de zeespiegel stijgen. Onbedijkt laagland zal overstromen, eilan den zullen verdwijnen en de wereld zal te maken krijgen met klimaatvluchtelingen. Neder land zal zeker rekening moeten houden met regelmatige over stromingen. Bovendien komen voedsel voorzieningen en drinkwater in gevaar door opdringend zout kwelwater. Meer dan ooit zal de aarde te maken krijgen met enerzijds tropische regenbuien en hevige stormen, anderzijds zullen gebieden geteisterd wor den door grote droogte en bos branden. Greenpeace: „De natuur heeft miljoenen jaren nodig gehad om de fossiele brandstoffen te vormen. Wij jagen ze er nu in een paar eeuwen doorheen om de almaar toenemende energie- honger te stillen." De organisatie daagt daarom politiek èn burgerij uit om de komende 20 jaar te komen tot 40 a 50 procent energiebespa ring. Onderzoeken van de Rijks universiteit Utrecht en TNO to nen aan dat dit technisch mo- gelijk is. Oud-hovenier T. Harmsen (96) van Kröller-Miiller: „Wat ik van de Hoge Veluwe vind...? Het is natuurlijk niet meer het park van toen; overal liggen omgekapte bomen en de paden zijn niet meer keurig af gestoken. Dat gaat zo in deze tijd. Maar vroeger zag alles er tol in de puntjes verzorgd uit. Omgehakte bomen werden weggehaald en de kanten langs de paden keurig afgestoken. Als je er wilde wandelen, moest je bij wijze van spreken eerst je schoenen uittrekken..." De 96-jarige T. Harmsen was veertig jaar als hovenier in dienst van de heer er Kröller-Müller en he echtpaar genoemde op Hoge Veluwe. De Stichting Het Nationale Park de Hoge Ve luwe heeft Harmsen en C. van Harskamp (97), oud-chauffeur van Kröller-Müller, uitgenodigd om herinneringen op te halen. „Nu kan het nog", zo licht H. Beukhof van de stichting het initiatief toe. Decor voor de bijzondere ge beurtenis is de eetkamer van het Jachthuis St. Hubertus. Ar chitect Berlage heeft in de ka mer het volle leven willen ver beelden. met al z'n schakerin gen: het plafond met het blauw van de*4ucht, het geel van de sterren en rood van de zonne gloed. De groene vloer symboli seert de landouwen waar St. Hubertus, de heilige van de jacht, leefde. De eetkamer biedt uitzicht op de vijver, die zo groot is dat huis en toren zich daar met gemak in kunnen weerspiegelen. Eenden zorgen voor een lichte golfslag. In hun beste pak zitten de twee krasse oudgedienden aan de door Berlage ontworpen eet tafel. De heren genieten van de thee met een koekje. In de tijd dat ze voor het echtpaar Kröller- Müller werkten zou dat tafereel ondenkbaar zijn geweest. Van Harskamp: „Ik mocht niet ver der komen dan de keuken... Ja, het personeel had angst voor mevrouw Kröller-Müller. Ze had de wind er flink onder. Dat had met haar Duitse afkomst te ma ken." Verwacht van Harmsen en Flarskamp overigens geen kwaad woord over de bewoners van het jachthuis. „De heer Kröller was een aardige man. Zijn vrouw was streng, maar rechtvaardig. Ze heeft, eerst sa men met haar man en na zijn dood alleen, veel gedaan voor de kunst en de natuur", vertelt het tweetal. Talrijk zijn hun voorbeelden hoe het in en om het jachthuis toe ging. Van Harskamp: „Mevrouw dronk el ke middag de thee in de toren. Zelf ging ze met de lift, maar de bediende mocht dat niet. Die moest met de trap 34 meter klimmen om thee te brengen." Elke ochtend inspecteerde mevrouw Kröller-Müller samen met Harmsen het park. „Dat duurde zo'n anderhalf uur. Ze lette overal op. Er mocht piks aan mankeren. Ze maakte me er tijdens een inspectie eens op attent dat er een lucifer op de grond lag. Ik weet nog precies waar het was... Maar ze kon de tuinlieden ook inspireren. Er waren in die de jaren dertig wel tachtig mensen in het park aan het werk om alles netjes te hou den. Ik herinner nog dat we de paden hebben beplant met mos om te voorkomen dat het zand ging stuiven. Het was een ware De heer Harmsen (links) was veertig jaar als hovenier in dienst van het echtpaar Kröller-Müller en de heer Van Harskamp was chauffeur van de familie. foto anp Harmsen verzorgde ook da gelijks de befaamde boeketten in het jachthuis. „In totaal wa ren het er vijftien. Het was de kunst om ze zo samen te stellen dat ze bij de schilderijen pasten. De bloemen kweekte ik zelf. Er waren heel wat bezoekers die meer naar de boeketten keken dan naar de schilderijen. Als ik mijn werk als bloemschikker had gedaan, kwam mevrouw om te keuren. Ze zei nooit of het goed of slecht was. Dat hoefde ook niet." Hoe mevrouw Kröller-Müller haar hovenier eigenlijk waar deerde, bleek uit het feit dat ze liet vastleggen dat hij na haar dood niet mocht worden ont slagen. Harmsen: „Zij is in 1939 overleden en hier in het park begraven. Na haar dood moest ik een jaar lang bijna elke dag met een grote fles lopen om de bloemen op haar graf water te geven." Ook na het overlijden van zijn werkgeefster bleef Harmsen boeketten voor het jachthuis maken: „Dat was onder andere, toen keizer Haile Selassie van Ethiopië in St. Hubertus als gast van de regering logeerde. Ook president Sukarno van Indone sië verbleef hier. Ik weet nog precies welke bloemstukken ik voor de eetkamer maakte: het waren smalle schalen met klei ne dahlia's en groen ertussen. Ik ging ook boeketten maken voor het Kröller-Müller museum. Daar moesten ze goed passen bij de kunstwerken. Ik deed het 25 jaar. En dan te bedenken dat ik er niet eens voor had ge leerd..." Na beschuldigingen over uitroeien van snoekbaars: Niet de stropers zijn schuldig aan het uitroeien van de snoekbaars in het Gooimeer, maar juist de beroepsvis sers in dienst van de federatie Randmeren. Dat bewe ren drie stropers, die al jaren in hel Gooimeer op paling en snoekbaars vissen en onlangs door de federatie en de politie Gooi en Vechtstreek de zwarte piet kregen toegespeeld. De stropers zeggen een te verwaarlozen aandeel 'vier visjes per net!' in het uitroeien van de snoek baars in het Gooimeer te hebben. De Verenigde Huur ders Schubvisrecht Randmeren, zoals de federatie Randmeren officieel heet, heeft het visrecht voor het meer. Zij is volgens de illegale vissers in haar eentje de bet aan het grootscheeps vangen van snoekbaars. „Krankzinnig dat wij als zondebok worden aangewe zen", zegt H. Visser, een van de stropers. „We stropen maar met z'n achten in het Gooimeer. Iedereen kent el kaar. Het is onmogelijk dat wij als groepje de snoek baars uitroeien". Volgens de Amersfoortse stroper zijn het juist de be roepsvissers die anderhalf jaar geleden honderdduizen den kilo's witvis uit het Gooimeer hebben gehaald. Dit zou in opdracht zijn gebeurd van het ministerie van landbouw eri visserij. Tijdens de actie, bedoeld om het water te zuiveren, zijn tonnen rode baars en snoek baars gevangen en illegaal doorverkocht, aldus Visser. „De beroepsvisserij moet eens goed doorgelicht wor den", zegt de stroper. „Als het vistuig van die vissers wordt gehalveerd en ze geen moorddadige schietfuiken meer gebruiken, blijft er genoeg snoekbaars over. Loont het beroepsvissen vervolgens niet meer, dan moet hun federatie maar voor een oplossing zorgen". Dat de federatie Randmeren beweert last te onder vinden van de illegale netten, vindt Visser belachelijk. „We kopen al onze netten nota bene voor een schijntje van de beroepsvissers zelf! Ook aas voor paling kopen we van hen. Onderling is er geen strijd. We drinken ge woon aan boord koffie met elkaar". De stropers vinden dat de politie door zijn dregacties naar illegale netten slechts goede sier wil maken rich ting media. Visser: „Wij worden liever op heterdaad door ze betrapt. Dat zou pas van geduld en vakman schap getuigen. Posten doet de politie uit luiheid nau welijks. Met dregacties en het vernielen van onze net ten slaan ze de plank mis. Wij laten»ons nu. uit angst gepakt te worden, een tijdje niet zien. Hierdoor raakt een aantal niet-ontdekte netten vol en stikt de vis mas saal. Dat is pas erg!" „Allemaal smoesjes", noemt W. van der Linden van politie Gooi en Vechtstreek de argumenten van de stro pers. „Beroepsvissers mogen niet in het Gooimeer op snoekbaars vissen. Tja, zij zullen weieens illegaal een snoekbaarsje verkopen, maar de risico's die een stroper loopt, daar peinzen ze niet over. De beroepsvissers wil len hun kostbare papieren echt niet kwijt!' Van der Linden noemt de 'vier visjes' die de stropers per net zouden vangen grote onzin. „Ze verdienen er goed aan, anders zouden we ze niet meer tegenkomen en op hun netten vol vis en dode watervogels stuiten. Het zijn trouwens geen acht stropers, maar op z'n minst twaalf die op het Gooimeer de buit binnenhalen. Als het zo doorgaat vissen ze. hebben we uitgerekend, alle snoekbaars weg. Daarom blijven we dregacties uit voeren als ontmoedigingsbeleid". 0 p EINDREDACTIE PETER WOLFSetL- IN 'T VELD Eén keer in mijn leven heb ik een das gezien. Het was in Zuid-Limburg na een prachti zomerse dag met een overvlo aan orchideeën, bloemige ho landen en zangvogels. De be heerder van het gebied, die n de hele dag onvermoeibaar o sleeptouw had genomen, wer blijkbaar geïnspireerd door mijn enthousiasme voor dit prachtige deel van het land er deed een bij de streek passen gul voorstel: ik moest maar bl ven eten en of ik dan zin had om 's avonds dassen te kijker Ik denk dat ik zelfs de verjaar dag van mijn dierbaren nogz vergeten voor zo'n aanbod er dus hapte ik gretig toe, zowel het eten als de ontmoeting m dassen. Ik ben bang dat u nooit van u leven een vrij levende das zuil tegenkomen op een wandelin door de natuur. Daarv das zo langzamerhand veel te zeldzaam geworden en ver houdt het zwart-witte dier een zeer voorzichtige, nacl ke levenswijze op na. Natuurl ke vijanden kent deze bijnj meter lange marterachtige behalve de mens. En die gaat ook zo veel mogelijk uit de wc Zijn uitstekende neus en zijn even goed functionerende ore helpen hem daarbij. Alleen zij woning zult li misschien no^ wel eens tegenkomen. Meestal is een dassenburcht gj huisvest in een helling of een schuin talud en u herkent de burcht dan aan de grote hopei zand die de das heeft uitgegra ven en bij de ingang heeft ged poneerd. Aangezien van de schoonste dieren is die ik ken, besteedt hij vrijwel dag lijks tijd aan het poetsen van zijn meterslange gangenstelse onder de grond en daardoor i< er altijd wel wat vers zand bij ingang van het nest te vinden. Hoe schoon de das wel is. be wijst zijn toilet, een putje enke meters bij zijn nest vandaan, waarin hij zijn behoefte doet dat na gebruik keurig met wa zand en bladeren wordt afge dekt. Die zomeravond in Lim-I burg trokken we tegen de scher mering naar een holle weg, I waar ik overdag aide sporPn I van een zeer grote dassen - burcht had gezien. We parkeerden de auto op een afstand van een meter of twin tig. Misschien vindt u dat wel gek, maar het is de enige ma nier om zo dichtbij een das te komen. Elke andere manier zo ons al op honderd meter heb ben verraden. In de auto wachtten we af tot het bijna donker was. En toen i voltrok zich een schouwspel, j dat zelfs bij het schrijven van deze regels mijn hart opnieuw een fractie sneller doet kloppe Uit de ingang van de dassen- burcht kwam een spitse snuit voorschijn. Onmiskenbaar van een das, dat bewezen de hel o[ lichtende witte strepen op de kop. Even werd er wat rondge keken en gesnoven. Blijkbaar naar tevredenheid, want twin! seconden later stonden er drie dassen op de holle weg. Eén grote en twee kleinere. Je kon zien dat ze blij waren o in de buitenlucht te zijn en de poten te kunnen strekken. Nooit heb ik vrolijker dieren b zig gezien dan die drie. En evc \iolijk en tevreden reed ik op mijn dooie gemak door de nacht terug naar mijn eigen burcht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 12