'Spreekwoord bedoeld om vrouwen hun plaats te wijzen' 'AT Oscars voor Auschwitz? ZATERDAG 26 MAART 199^ Denkwijzer Prof. dr. Mineke Schipper (55) onderzoekt als hoogleraar interculturele literatuurwetenschap in Leiden romans en andere teksten van verschillende culturen. Tussen de bedrijven door schreef ze een roman over haar 'Afrikaanse jaren' in Zaïre. „Die ervaringen meteen andere niet-westerse cultuur hebben mijn eigen standpunten ingrijpend veranderd. "Ze verzamelde spreekwoorden over vrouwen in de bundel 'Een goede vrouw is zonder hoofd'. Als je je bewust wordt van de oude inperkingen, kun je de traditionele rollenpatronen doorbreken. CAROLINE VAN OVERBEEKE Leidse hoogleraar doet boekje open over culturen ^k rouwen en koteletten, hoe ^kt meer je ze slaat, des te beter ze worden.' 'De vrouw regere hart en pan, hoofd en beker zijn voor de man.' 'Als je wilt trouwen, zoek dan een dun ne en propere vrouw; vuil en dik wordt ze vanzelf.' 'Een goede vrouw is zonder hoofd.' Europese spreekwoorden over vrouwen... Mineke Schipper verzamelde er ruim 1.400 en werkt aan bundels over andere wereldde len. „Als je al die spreekwoorden bij elkaar ziet, zijn ze heel onthullend. Je schrikt ervan. Vanuit de machtspositie van belanghebben den in dit geval zijn dat dikwijls mannen zeggen de spreekwoorden ons 'hoe het hoort'." Haar eerste bundel met spreekwoorden over vrouwen, Een goede vrouw is zonder hoofd zou in een boekenkast van een femi niste niet misstaan, vindt Schipper. „Ze ge ven ons een idee van onze erfenis en maken ons bewust van de oude inperkingen voor vrouwen. En als je weet wie deze dingen ge zegd heeft en waarom, kun je daar iets aan veranderen." De kernachtige zegswijzen laten .zien hoe denigrerend er in verschillende culturen over vrouwen gedacht werd en nog wordt ge dacht. De plaats van de vrouw is de keuken; ze moet niet te veel in haar mars hebben, haar echtgenoot ter wille zijn, veel zonen ba ren en hard werken. Vrouwen worden spreekwoordelijk afgeschilderd als lust- en lastobjecten, de man is de baas. Alleen de ca tegorie moeders wordt overal geprezen. Zulke stereotiepe uitspraken hebben vol gens Schipper alles van doen met macht:. „Als je de macht hebt, wil je dat graag zo houden. Zeker als de ander de vervelende klussen voor jou opknapt: de een maakt het bed op, de ander gaat erin liggen." Veel spreekwoorden over vrouwen zijn aantoonbaar vanuit een mannelijk gezichts punt geformuleerd, concludeert Schipper. „Vrouwen zouden zulke negatieve dingen als in het spreekwoord over de koteletten nooit ove'r zichzelf zeggen. Een ander voorbeeld: 'Vrouwen en ovens blijven thuis'. Zo'n spreekwoord is bedoeld om vrouwen hun plaats te wijzen." De Leidse hoogleraar vfndt de overeenkomsten tussen spreekwoorden uit verschillende culturen en werelddelen over vrouwen 'opvallend'. Om de strekking van een spreekwoord, of andere tekst, te kunnen begrijpen is het vol gens Schipper noodzakelijk een aantal vra gen te stellen. „Wie spreekt en wie zwijgt? Wie ziet en welke visie ontbreekt? En wie handelt en wie is daar object van? Die vragen zijn essentieel en zou iedereen moeten stel len aan alle soorten informatie: op TV, in de reclame, in de krant, in boeken, in films. Als je weet vanuit welke visie iets wordt gepre senteerd, kun je de boodschap kritischer be kijken." Rolpatronen „In spreekwoorden schrijven mannen vrou wen vaak voor hoe ze zich moeten gedragen. Bestaande rolpatronen worden in spreek woorden bevestigd, roldoorbrekend gedrag van vrouwen verboden of ontmoedigd. Ik heb de spreekwoorden verzameld omdat ik wilde laten zien dat dergelijke denkbeelden vooral cultureel bepaald zijn en dus ook zijn te veranderen. Je wordt meer tot man of vrouw gemaakt dan als zodanig geboren. Om die rolpatronen te doorbreken, moeten we eerst bepaalde traditionele opvattingen her kennen en onder woorden brengen." Het doorbreken van de eigen, vaak cul tuurgebonden. vooroordelen en vanzelfspre kendheden loopt als een rode draad door Schippers werk. Dat vindt zijn oorsprong in de persoonlijke ervaringen van Mineke Schipper in Zaïre. In dat Afrikaanse land kwam ze in de jaren 1964-1972 in contact met een andere cultuur. De herinneringen aan die periode heeft ze nu verwerkt in een roman: Conrads rivier. De roman handelt over visies die onder invloed van een andere cultuur aan verandering onderhevig zijn. Tij dens haar verblijf in Afrika schreef ze een proefschrift over het beeld dat van blanken vvordt geschetst in de Afrikaanse literatuur. „Hoe denken Afrikaanse schrijvers over ons? Dat wilde ik weten. Dat is een heel an der perspectief als je bedenkt dat wij wester lingen onszelf altijd als het centrum van de wereld hebben beschouwd. Toen ik onder zocht hoe Afrikaanse schrijvers over óns dachten, gingen mijn ogen open. Zo hebben Afrikanen in de ogen van westerlingen geen beschaving, Europeanen wèl. In Afrikaanse :n we: 'Europese volken zeggen beschaafd zijn, maar volken die de- Prof. dr. Mineke Schipper: „Al die spreekwoorden bij elkaar... Heel onthullend. Je schrikt structieve oorlogen hebben gevoerd als de Tweede Wereldoorlog, kun je die nog wel'be- schaafd noemen?' Dezelfde stereotiepe ideëen in westerse ro mans over Afrika, vind je dus ook in Afrikaan^ se romans, maar dan omgekeerd. De obser vaties zijn hetzelfde maar de perspectieven zijn steeds anders! Dat was een belangrijke ervaring waarvan ik veel heb geleerd. Om in contact te komen met een andere cultuur moet je je eigen overgeërfde visies leren los te laten. Anders zie je alleen datgene wat je wilt zien, datgene wat je al wist." Apen „Een ander voorbeeld van stereotiep denken uit de westerse koloniale erfenis: Afrikanen zijn lui. Zwarten lijken op apen. En als ze kunnen, pikken ze 'onze' blanke vrouwen in." Zulk gedachtengoed van blanken over Afrika is volgens Schipper vaak in westerse li teratuur uit die koloniale periode terug te vinden. „In Afrikaanse romans las ik juist het omgekeerde: Europeanen zijn lui, want ze la ten ons zwarten voor zich werken. Europea nen lijken op varkens met hun roze huidskleur, en ze hebben hetzelfde soort haar als apen. De blanken zijn seksueel on betrouwbaar: ze beschikken naar believen over 'onze' vrouwen en kinderen. En ze ste len en zijn hebzuchtig: ze halen grondstoffen weg uit Afrika." Toen Schipper begon als docente Frans aan de universiteit in Zaïre doceerde ze al leen literatuur van Franse schrijvers zoals Hugo en Molière. „Maar dat was eigenlijk te gek. Er bestond immers ook Franstalige Afri kaanse literatuur en die ben ik gaan lezen. Ik heb veel van die romans geleerd. Je gaat kriti scher naar jezelf kijken. Die ervaringen heeft Schipper ook ver werkt in haar roman. In het boek staat het contact tussen twee culturen centraal. De Hollandse Ellen reist haar echtgenoot Gerard achterna, die in Afrika een baan krijgt. Gerard is alleen geïnteresseerd in zijn eigen carrière, maar Ellen, docente aan een universiteit, komt in aanraking met de politieke opvattin gen en ideologieën van haar zwarte studen ten en ze krijgt steeds meer begrip voor hun kant van het verhaal. Zij en Gerard groeien steeds verder uit elkaar. „Wie heeft eigenlijk wie ontdekt? We hebben elkaar aangeraakt en er is geen weg terug", schrijft ze in een dagboek. Schipper: „Ik wilde laten zien dat mensen verschillende visies hebben. Dat is het leuke als je in aanraking komt met andere culturen: je ontwikkelt nieuwe ideëen." Schipper wilde in haar roman haar eigen ervaringen aan het FOTO LOEK ZUYDF.RDUIN papier toe vertrouwen. „De politieke situatie maakte ik zelf mee, maar de personages zijn verzonnen. Ik heb jarenlang met het idee van die roman rondgelopen, maar er tien jaar over gedaan om het uit te werken in mijn spaarzame vrije tijd. Heel bewust heb ik ver schillende perspectieven gehanteerd in het boek. Belangrijk thema is dat je van opvat ting kunt veranderen door nieuwsgierig te luisteren naar mensen uit een cultuur die je niet kent." Een roman schrijven was voor de Leidse hoogleraar een nieuwe ervaring. „Het is iets heel anders dan wetenschap bedrijven. Ik vond het fascinerend om te merken hoe de personages in mijn hoofd een eigen leven gingen leiden, zich ontwikkelden. In de we tenschap moet je alles uitleggen en verant woorden. In een roman moet je juist veel weglaten, suggestiever schrijven. De lezer moet zelf dingen kunnen invullen. Aanvan kelijk had ik een dik manuscript geschreven van wel 500 bladzijden materiaal. Daarmee ben ik opnieuw aan het werk gegaan, omdat ik vond dat het bondiger moest." (Mineke Schipper: Een goede vrouw is zonder hoofd, Europese spreekwoorden en zegswijzen over vrouwen; uitgeverij Ambo, 1993. Conrads rivier, roman; uitgeverij Contact, 1994). We schrijven het jaar 1963. Naar aanleiding van berich ten die in de pers verschijnen over zijn gedrag in oorlogs tijd, wordt hij op straat uitgefloten, wordt er met stenen naar hem gegooid en roepen werklui hem toe dat hij met de joden verbrand had moet worden. Op een dag kan hij zich niet langer beheersen en geeft een fabrieksarbeider die hem voor 'jodenlikker' uitmaakt een fikse mep. De arbeider dient een aanklacht tegen hem in en hij wordt, na door de rechter nog eens flink de les te zijn gelezen, veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan zijn slachtoffer. Oskar Schindler, dat is de naam van de 'veroordeelde', schrijft naar aanleiding van deze ervaringen in een brief aan een van de joden, die hij met behulp van zijn inmiddels beroemde lijst van de gaskamers heeft gered: „Ik zou me zelf van kant maken, als het hen niet zoveel voldoe ning zou schenken." Deze gebeurtenis komt voor in het boek Schindler's List van Thomas Keneally, maar niet in de gelijknamige en inmiddels ze ven keer veroscardeTdm, die Ste ven Spielberg daarop heeft geba seerd. Waarom eigenlijk niet? Er is immers nauwelijks een over tuigender bewijs denkbaar van het feit dat de wortels van het kwaad, bijna twintig jaar na het stoppen van de nazi-gruwelen, nog altijd voortwoekerden. Een voortwoekeren waaraan overi gens nog altijd geen einde is ge komen. Maar, Oscars of geen Os cars: de film roept veel meer vra gen op. In 1977 schreef Bruno Bettelheim, psychiater en overle vende van het concentratie kamp Dachau, naar aanleiding van het een jaar eerder versche nen en hoog geprezen boek The Survivor {'De Overlevende') van de schrijver Terrence Des Pres: Het boek verlegt de aandacht weg van de miljoenen die wer den vermoord en richt zich slechts op de veel te weinigen die overleefden." Hetzelfde kunnen we van Spielberg's film zeggen. Waar zijn de miljoenen doden gebleven? Gaat de niet-joodse wereld zich nu minder schuldig voelen, en het Duitse volk zich verexcuseerd, doordat de be kroonde reddingslijst van de Duitser Oskar Schindler de zes- duizendmaal langere dodenlijst aan het gezicht dreigt te onttrek ken? De nazi's hadden twee massa moord-projecten op hun pro gramma staan. Een was het sys tematisch ombrengen van gees telijk en lichamelijk zwakken, ge handicapten en zieken om zo de kwaliteit van het eigen ras gene tisch op te schroeven. Dit zoge naamde euthanasie-programma werd op een bepaald moment stopgezet, of in ieder geval sterk teruggeschroefd. Het verzet erte gen was zowel vanuit het Duitse volk als vanuit het buitenland - zelfs de Paus kwam ertegen in het geweer - te groot geworden. Als het verzet en het protest te gen de systematische uitroeiing van de joden even groot was ge- delijk gedwongen geweest ook dit programma te cancellen. In een boek dat je werkelijk de ril lingen over de rug doet lopen ge titeld While Six Million Died: A Chronicle of American Apathy ('Terwijl zes miljoen stierven: een kroniek van Amerikaanse apathie') toont de schrijver Ar thur Morse aan dat de nazi's, toen de Amerikaanse regering al van het uitroeiingsprogramma wist, haar in het geheim treinla dingen joden te koop aanboden. Er werd zelfs een gratis eerste le vering joden verstrekt, maar de Amerikaanse regering besloot vervolgens geen verdere zaken te doen. Met andere woorden: net als Oskar Schindler heeft ook de Amerikaanse regering de gele genheid gehad joden te redden door hun leven te kopen. In te genstelling tot de eerste heeft de laatste van die gelegenheid ech ter geen gebruik gemaakt. Terecht, dunkt mij, wijst Bet telheim er daarom op dat een van de schrijnende kanten aan wat er met de joden is gebeurd, is dat de wereld er, in ieder geval openlijk, het stilzwijgen en toe kijken toe deed. En wat kon dat voor de joden anders betekenen dan dat ze door de rest van de mensheid in de steek werden ge laten, dat niemand zich om hun lot bekommerde, dat er behalve zijzelf geen anderen waren die vonden dat zij het recht hadden om te leven. In die zin was Oskar Schindler een klein lichtpuntje, zoals er overigens wel meer wa ren, in een moreel verder inkt zwart heelal. Er is vaak verwon dering geuit over het feit dat zo veel joden zich min of meer pas sief naar hun gruwelijk einde lie ten leiden. Ik voor mij vind die verwondering verwonderlijk. De joden verkeerden immers in een volstrekt desolate, vriendenloze, wereld. Er was niemand voor hen. Terugvechten tegen een overmachtige tegenstander heeft zin zolang je het vertrouwen hebt dat als je maar lang genoeg volhoudt, er vroeg of laat vrien den zullen komen om je te red den, te ontzetten. Maar als je het gevoel hebt dat er niemand is waarop je kunt vertrouwen, dat je door God en alleman verlaten bent, dat je reddeloos verloren bent, dan verliest alles, inclusief terugvechten, zijn zin. Daar komt nog bij dat in tegen stelling tot veel jodenvervol gingen uit voorafgaande eeuwen, er deze keer niets was dat de jo den zelf aan verandering in ge drag of houding of aan goederen konden aanbieden om hun leven te kopen. De joden stierven niet vanwege hun levensovertuiging. Bekering tot het christendom of zelfs het n^tionaal-socialisme zou hen niet hebben gered. Ze stierven omdat ze als onge wenste wezens op deze en iedere andere planeet werden be schouwd door een volslagen waanzinnige ideologie. De uit roeiing van de joden is daarom een van de hoogtepunten van absolute zinloosheid in onze ge schiedenis. Het is mede om die reden dat ik, met Bettelheim. grote bezwaren heb tegen Spiel bergs terminologie. Er heeft geen holocaust plaatsgevonden. Het woord 'holocaust' betekent oor spronkelijk 'brandoffer', zoals in de zin van een martelaar die lie ver zijn leven op de brandstapel offert dan zijn levensovertuiging of geloof te verloochenen. De miljoenen omgekomen joden zijn geen martelaren in deze zin. Te spreken van holocaust - een term die de Amerikanen en niet de Duitsers als eersten gebruik ten - en de vermoorde joden daarmee het aureool van marte laar geven, is in feite suggereren dat er een diepere zin, een diepe re betekenis, in deze catastrofe verborgen zit. Schrijnender nog: het is suggereren dat al die men sen niet voor niets gestorven zijn, dat er een of ander hoger doet' aan te wijzen is waarvoor ze hun leven hebben gegeven. Voor sommigen van ons zou dat het misschien gemakkelijker maken om te aanvaarden wat er ge beurd is, maar het is een verwer pelijke houding als we kijken naar de concrete gruwelijkheden zelf. Maar het is vooral een vol strekt verwerpelijke houding om dat we daarmee de slachtoffers, zoals Bettelheim zegt, beroven van hun laatste waardigheid: de erkenning dat hun lijden en dood volstrekt onaanvaardbaar, zinloos en ongerechtvaardigd Er is niets dat de zinloosheid van Auschwitz, Dachau, Tre- blinka en al die andere verschrik kelijke oorden ooit kan opheffen. Het zijn absolute dieptepunten. Vandaar dat Rubinstein in zijn boek over Auschwitz kon schrij ven: „Auschwitz heeft God ge dood." Vandaar ook dat Theodo re Adorno kon zeggen dat er na Auschwitz geen poezië meer kan zijn. En vandaar ook dat ik zeg dat wat mij betreft Spielberg rus tig Oscars aangeboden had mo gen krijgen, maar hij had ze niel in ontvangst mogen nemen, hij .had ze moeten weigeren. Auschwitz en Oscars: roem die gegrond is op de absolute zin loosheid. Een regisseur die door de hele wereld heen gehoord wordt voor een film over miljoe nen die stierven omdat de wereld ze niet wilde horen. Ik heb tot het laatste moment gehoopt dat hij staande achter de microfoon in de Oscar-tent zou zeggen: „Dames en heren, ik wil u het volgende bericht voorlezen. 'De wereld zwijgt. De wereld weet en zwijgt; Gods plaatsvervanger in het Vaticaan zwijgt; Londen zwijgt en Washington zwijgt; de Amerikaanse joden zwijgen. Dit zwijgen is onbegrijpelijk en ver schrikkelijk.' Dit bericht, dames en heren, was het laatste bericht dat de buitenwereld bereikte vanuit het ghetto van Warschau voor het door de nazi's met de grond werd gelijk gemaakt. De wereld was voor deze noodkreet niet ontvankelijk. Daarom kan ik. hoe graag mijn ijdelheid ook 'ja' zegt, niet ontvankelijk zijn voor de juichkreet die mij nu bereikt. De enige Oscar voor Auschwitz moet met een 'k' worden ge schreven. En die is al uitgereikt." RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 38