'Een meisjesbaby
wordt gewoon
vermoord'
Feiten &Meningen
We weten
slecht
wie we zijn
Gezellig tafelen in neonlicht
WOENSDAG 23 MAART 1994
152
Dc politieke elite van ons land is danig in de
war. Vorige week nog deugde er niets van
dé goede Frits Bolkcstein. Zelfs zijn eigen
tweede man in de fractie, Dijkstal, viel hem
af. Al spoedig draaide de wind en nu is Olle-
ke Bollcke de bovenste beste. Dijkstal Is het
altijd al met hem eens geweest en aartshy
pocriet Kosto eist op de golven van warme
ondersteuning duizend agenten en nog
eens tweehonderd ambtenaren.
De PvdA was er als de kippen bij om een
aparte bewindspersoon voor het asielbeleid
te eisen en wel nog gedurende deze kabi
netsperiode, dus vóór 3 mei aanstaande. De
reden voor deze dadendrang is duidelijk,
zoveel mogelijk zetels bij de aanstaande
Tweede Kamerverkiezingen.
Ie kunt het ook bezien als een smadelijke
terugtocht die de burgers als een zegetocht
wordt verkocht, jarenlang is het vreemde
lingenbeleid taboe geweest. Toen Bolke-
stein ermee begon, nu alweer twee jaar ge
leden, waren onze politici, Thijs Wöltgens
van de PvdA voorop, er als de kippen bij om
te verklaren dat het geen partijpolitiek ge
beuren mocht worden. Het onderwerp
diende vooral politiek neutraal te worden
behandeld. De be
voogding van de
kiezer ten top. Dat
j heb ik ook toen al te
i w( berde gebracht,
"t*i Inmiddels zijn we
Af twee jaar verder en
jL Jkj is de partij van Jan-
<■^7 maal gegroeid als
kool. Behoudens
Frits Bolkestein
H heeft de hele poli-
MjM tiek dit onderwerp
overgelaten aan ex
treem-rechts. Daar
door kunnen we er
nu niet anders meer
over praten dan in
termen van extreem-rechts.
Ondertussen ligt aan de omgang met
vreemdelingen nog een veel fundamenteler
probleem ten grondslag. De Nederlander
weet van oudsher niet wat het Nederland
schap inhoudt. Wij hebben geen cultuur en
geen onderwijs die zich diepgaand bezig
houden en verdiepen in het wat en waarom
van de Nederlandse identiteit. Anders ge
zegd, we weten bijzonder slecht wie we zijn,
waar we vandaan komen en waarom we
zijn wie we zijn.
Het is net als in een relatie. Wil je goed
met de ander kunnen omgaan, dan moet je
weten wie je bent en waar je staat. Als je
niet weet wie je bent, Joop je grote kans dat
je relatie snel op de klippen loopt en eindigt
in één groot misverstand. Hoeveel temeer
geldt dat voor de omgang met vreemdelin
gen, met hun voor ons vreemde cultuur en
identiteit, als we die zelf niet of nauwelijks
kennen?
Het is, met uitzondering van de voetbal
wedstrijd Nederland-Duitsland, zelfs not-
done om trots te zijn op het Nederland
schap. De zangers en zangeressen van het
Nederlandse levenslied, die mevrouw zon
der naam en natuurlijk de onvermijdelijke
André Hazes, krijgen in dit land geen ere
podium maar worden door onze elite met
het nodige dédain besproken. De Neder
landse vlag wappert zelden op onze over
heidsgebouwen, de minister-president heel
gewoon Ruud, Nederlandse geschiedenis
wordt nauwelijks meer onderwezen en de
Nederlandse taal is in het defensief.
Begrijpt u mij goed. Ik bepleit geenszins
een Nederlands chauvinisme. Integendeel,
ik bepleit een open multi-culturele en mul-
ti-raciale samenleving. Die samenleving
kan echter alleen bestaan bij het kennen
van onszelf. Pas dan zijn we in staat onze
spankracht vast te stellen en weten we hoe
veel vreemdelingen we per jaar kunnen op
nemen in onze economie en cultuur. Daar
hoor je geen politicus over, zelfs Frits Bolke
stein niet.
'China verandert na de dood van Deng Xiaoping
Een vrouw is vijf maanden zwanger, laat een echoscopie maken en betaalt de arts een paar cen
ten om het geslacht van het kind te verklappen. Een jongetje? Groot feest. Een meisje? Abortus en
later nog eens proberen. Het lijkt een passage uit een boek van George 1984 Orwell; het is
praktijk in China. Daar lanceerde de leider van de communistische partij Deng Xiaoping in 1979
het één-kind-beleid, dat nog altijd van kracht is. Te veel mensen belasten de economie te zwaar,
dus zouden het er minder moeten worden, zo redeneerde hij. Sindsdien zijn in China miljoenen
zwangere vrouwen onder dwang geaborteerd en gesteriliseerd. Zij die in het geheim toch meer
kinderen kregen dan toegestaan, werden en worden nog steeds vervolgd.
De Amerikaanse socioloog Steven
Mosher schreef het verhaal van een
van de slachtoffers van het Chinese
geboortebeperkingsbeleid. In 'Moe
der van de rekening' tekent Mosher
uil dc mond van Chi-An een gru
welijk verhaal op. Van haar jeugd
als fanatieke volgeling van de toen
malige communistische partij
voorzitter Mao Zedong tot de pe
riode waarin zij als verpleegkundige
zelf wordt geconfronteerd met de
excessen van het geboortebeper
kingsbeleid. Vol overtuiging voert
zij talloze abortussen uit. Ze is ge
tuige van een groot aantal moorden
op voldragen baby's bij wie de arts
formaldehyde in het hoofdje spuit
zodra het bij de bevalling te zien is.
Zo sterven de baby's juist voor ze
geboren zijn; zo valt de ingreep nog
onder'abortus'.
Echt aan de andere kant van de
zaak komt ze pas te staan als zij tij
dens een verblijf in de Verenigde
Staten, waar haar man Wei-Xin stu
deert, opnieuw zwanger wordt en
van plan is om met twee kinderen
terug te keren naar China. Tot in de
VS achtervolgen de Chinese autori
teiten haar om haar te dwingen 'het
probleem op te lossen' en 'een her
steloperatie' (abortus) te onder
gaan. Chi-An weigert tot haar eigen
verbazing. Met de hulp van Mosher
en na veel getouwtrek met de Ame
rikaanse autoriteiten, krijgen Chi-
An en Wei-Xin politiek asiel in de
Verenigde Staten. Ze hebben geluk
gehad. Minder gefortuneerde Chi
nezen zijn niet in staat buiten Chi
na een nieuw leven te beginnen.
Mosher maakt al vanaf eind jaren
'70 studie van de Chinese manier
van geboortebeperking. Als een van
de ergste uitwassen van het beleid
noemt hij de moord op kleine
meisjes. „Paren die maar één kind
mogen hebben, willen liever een
jongetje dan een meisje. Zeker op
het platteland. Daar is het namelijk
de gewoonte dat een meisje intrekt
bij de familie van de man die ze
trouwt om haar man en schoonou
ders te verzorgen. Wie een dochter
heeft, komt vroeg of laat alleen te
zitten en moet zelf ten eeuwigen
dage blijven werken om in leven te
blijven. Nu er echo-apparatuur be
staat, is het geslacht van een baby
met een week of twintig te zien. Als
blijkt dat een meisje op komst is,
volgt maar al te vaak een abortus."
Ook gebeurt het volgens Mosher
vaak dat ouders hun eerstgeborene
doden als het een meisje is.
Hij schetst een van de problemati
sche gevolgen van het gebrek aan
meisjes en vrouwen waarmee Chi
na zonder twijfel over een jaar of
tien kampt. „Het is heel eenvoudig.
De jongetjes van nu bereiken straks
de huwbare leeftijd en hebben dan
niemand om mee te trouwen en
kinderen mee te krijgen. Gevolg: de
bevolking van China vergrijst in
hoog tempo. China is nog altijd een
land in ontwikkeling dat straks niet
in staat zal zijn om al die ouderen,
over een jaar of tien, vijftien zijn dat
er tweehonderd miljoen, te onder
houden."
In de geest van het huidige beleid
tekent Mosher een waar rampen
scenario van wat China te wachten
kan staan. „De Chinese regering
ziet mensen niet als unieke wezens;
ze ziet mensen als produktie-een-
héden. 'Als we er te veel hebben,
maken we er minder'. Een volgende
stap kan makkelijk zijn: 'Als we te
veel nutteloze produktie-eenheden
hebben dan elimineren we die ge
woon'. Moet je dan voorstellen wat
er met zieken, bejaarden en gehan
dicapten kan gebeuren."
De vraag of hij niet een wat al te
slecht en somber beeld schetst van
China, beantwoordt Mosher met
een voorbeeld. „Nog niet zolang
geleden werd in China een wets
voorstel ingediend dat voorzag in
gedwongen sterilisatie van gehan
dicapten. In het verlengde daarvan
lag natuurlijk het doden van kinde
ren die met een handicap geboren
worden. Dat wetsvoorstel haalde
het uiteindelijk niet. Niet omdat
men het ethisch onverantwoord
vond, maar omdat er over het on
derwerp internationaal geen con
census bestaat. En de regering van
China maakt zich altijd drukker om
wat de buitenwereld van haar
denkt dan om wat haar eigen be
volking denkt."
De vraag waarom niemand protes
teert tegen het beleid van Deng
Xiaoping ligt voor de hand. „Heel
eenvoudig. Geïsoleerde kleine pro
testen komen er wel. Maar wanneer
mensen zich echt massaal gaan or
ganiseren, voelt de regering zich
bedreigd en wordt het protest met
harde hand afgekapt. De slachting
op het Plein van de Hemelse Vrede
waar in 1989 studenten protesteer
den tegen de onderdrukking is daar
een voorbeeld van."
Ondanks dat is Mosher optimis
tisch over de toekomst van China.
„Deng Xiaoping verdwijnt binnen
kort hoe dan ook van het toneel. Hij
is oud en volgens geruchten is hij
zelfs al vier keer dood geweest. Na
hem is er niemand meer over van
de oude revolutionaire garde. Zijn
opvolgers zijn geen fanatiekelingen.
Het zijn technocraten; bureaucra
ten, die hebben een heel andere
mentaliteit."
Mosher vertelt dat hij tijdens een
studiereis in China in 1980 in ge
sprek raakte met een voormalig fa
natiek lid van Mao's revolutionaire
Rode Garde. „Ze was toen een jaar
of dertig. Ze zei: China verandert
binnen een generatie. Dan komen
de mensen van mijn leeftijd op de
belangrijke plaatsen terecht. En zij
doen het anders. Zij hebben de
Culturele Revolutie meegemaakt,
hebben geleerd te organiseren en
tegen autoriteit in het geweer te ko
men. Ze zeggen het nu nog niet
hardop, maar ze haten het systeem
en zullen het veranderen."
HAARLEM WILLEKE HEUKOOP
Steven Mosher.
FOTO UNITED PHOTO'S POPPE DE BOfWRON PICHEL
TOM JANSSEN
Uit eten gaan is in Istanbul, veel meer
dan in Nederland een sociaal gebeu
ren. Wat je bij ons in een café doet:
uren zitten kletsen boven een pilsje,
doe je hier in het restaurant. Eethui-
zen zÜn meestal niet erg gezellig,
maar je went aan het neonlicht. Als je
gaat zitten, komt de ober met een dienblad vol kleine
hapjes, waaruit je een keuze maakt. Het is absoluut
niet onbeleefd om tussen het gepeuzel door een siga
ret op te steken, integendeel, je moet af en toe een
pauze inlassen om het tafelen zo lang mogelijk te la
ten duren.
Als je na de inktvissensalade, de ansjovis, de met
knoflook gekruide yoghurt, de gebakken aubergine
schijfjes, de gepaneerde stukjes lever of de met kaas
gevulde bladerdeegrolletjes (om maar een greep uit
het assortiment te noemen) nog trek hebt, kun je vis
of vlees bestellen, gebakken of gegrild. In een klassiek
Istanbuls restaurant, een 'meyhane', is de vis meestal
beter, maar is de kok een migrant uit het midden of
oosten van het land, dan is het vlees aan te raden.
In het seizoen staat gestoofde kweepeer als toetje op
het menu. een paar soorten pudding zijn altijd wel te
krijgen. Maar toetjes zijn eigenlijk een aparte cultuur,
die eet je in de pastane. een paradijs voor zoetekou-
Wie niet veel tijd heeft, kan terecht bij de kebapver-
koper, de Turkse variant van de shoarmatent. De wat
beter uitgeruste kebapverkoper biedt de dunne flin
tertjes vlees aan met yoghurt, tomatensaus en room
boter en heeft meestal ook een aantal variaties op de
gehaktbal: al dan niet heet gekruid gehakt aan een
spies, soms zelfs met pistache noten erin.
Smakelijk, maar voor de gezelligheid ga je er niet
naartoe. Dat dat niet de bedoeling is, blijkt vooral
wanneer je iets verschillends bestelt. Hoe vaak heb ik
niet hongerig op het bord van mijn tafelgenoot zitten
staren, omdat die iets had besteld wat veel sneller
klaar was dan mijn gerecht. Hoe vaak heb ik niet
boos aan de ober gewaagd of het nou echt niet mo
gelijk was om ons eten tegelijkertijd te brengen.
Dan krijg je interessante conversaties. „O, wilde u sa
men eten?" „Ja natuurlijk, we komen toch samen
binnen." „Maar hoe kan ik dat nou weten?" „Is het
dan niet normaal dat als twee mensen samen aan
een tafel zitten, samen bestellen, ook samen willen
eten?" „ja maar uw eten duurt langer om klaar te
maken" „Nou, dat is uw taak, om aan de kok te ver
tellen dat hij het ene wat later klaar maakt dan het
andere, zodat ze tegelijkertijd op tafel komen" „Puh,
had u maar moeten zeggen dat u samen wilde eten"
Soms heb ik genoeg van het Turkse eten. Dan troon
ik mijn gezelschap mee naar een restaurantje dat
zo'n 60 jaar geleden werd geopend door een Zwitser
se dame.
Het is onder de kenners beroemd om zijn schnitzels,
maar ook de biefstuk, de gordon-bleu of de filet mig
non zijn uitstekend. Daar eten we lekker op z'n Euro
pees, met koffie en cognac na. Dat laatste, daar houd
ik aan vast, tegen beter weten in, maar het hoort er
bij. De koffie is goed, maar op z'n Turks, met drab
onderin. Het ergste is de cognac. Of eigenlijk 'ka-
nyak', zoals hij hier heet. Een lokaal produkt dat veel
weg heeft van benzine. Lekker is het niet te noemen
en het gevoel dat het de volgende ochtend veroor
zaakt ook niet.
Als we klagen, komt weer die koppige natuur van de
Turkse ober boven: iets anders schenkt hij niet. Maar
om onze gemoederen te sussen schenkt hij driedub
bele porties in, waardoor we uiteindelijk met lichte
vergiftigingsverschijnselen in de taxi vallen en de vol
gende dag besluiten om voorlopig maar weer thuis te
eten.
CORRESPONDENT