Putjesschepper
in Tanzania
eerzaam beroep
Filipinos willen terug
'Aanval Greenpeace op Noorwegen niet terecht'
Feiten &Meningen
Kritiek op
Bolkestein
hypocriet
'Met alleen een neuscorrectie S
weet iedereen nog wie je bent'^/
MAANDAG 21 MAART 1994
„Toen ik Bolkestein op TV hoorde pleiten
voor opvang van asielzoekers in hun eigen
regio, dacht ik: het lijkt wel alsof hij over
mijn schouder heeft staan meelezen." Deze
verrassende uitspraak deed premier Lub
bers het afgelopen weekeinde in een uit
zending van Radio Nederland Wereldom
roep. Op een vraag van de interviewer voeg
de Lubbers eraan toe dat naar zijn smaak
de WD-leider 'veel te hard was aangepakt'.
Dat verwijt kon vooral de PvdA in' haar
zak steken. Deze partij deed begin vorige
week alsof Bolkestein lid van de Centrum
democraten was geworden. Vooral staatsse
cretaris Kosto van justitie weerde zich daar
bij. 'Schandalig' noemde hij het pleidooi
voor hel weren van niet-Fuiropese asielzoe
kers uit Europa en dus ook uil Nederland.
En hij trok er hel passende, diep veront
waardigde gezicht bij.
Diezèlfde Kosto bleek echter op datzèlfde
moment druk bezig te zijn een nog veel
strengere wet voor te bereiden. Vrijdag
werd een ontwerp van een wet aan de
Tweede Kamer aangeboden, die alle over
land reizende asielzoekers uit ons land
moet weren. Immers, als die mensen per
auto, trein of te voet naar ons land komen,
zijn ze door Duitsland of België gereisd.
Dus hadden ze net zo goed daar asiel kun
nen vragen, luidt de redenering achter het
kabinetsplan.
„Schandalig, intolerant en repressief', ty
peerde Vluchtelingenwerk Nederland dit
voorstel. Daarmee kreeg Kosto een koekje
van eigen deeg te slikken. Net zulke termen
had hij immers gebruikt voor het idee van
Bolkestein. Nu zal de PvdA-staatssecretaris
dit ongetwijfeld langs zich heen laten gaan.
Vluchtelingenwerk is immers een belangen
organisatie en dus gauw geneigd tot emo
tionaliteit, Maar er was nog meer kritiek het
afgelopen weekeinde op zijn wetsvoorstel,
ook uit onverdachte hoek.
PvdA-parlementariër Van Traa reageerde
aanvankelijk zelfs met ongeloof op de uit
spraak van Lubbers dat het wetsontwerp
'veilige landen van eerste opvang' ook van
toepassing zou zijn op echte vluchtelingen.
Ja, zelfs op mensen uil de oorlogsgebieden
in Bosnië die rechtstreeks naar ons land ko
men. Het kon toch niet zo zijn, stamelde
Van Traa verbijsterd, dat de bewindslieden
van zijn eigen PvdA met die uitleg akkoord
waren gegaan! Ze hadden hem de avond
daarvoor nog hoogstpersoonlijk beloofd dat
de nieuw op te richten barrière juist niet
zou gelden voor echte vluchtelingen.
Van Traa kondigde aan dat de nieuwe
wet, als het aan hem ligt, niet ongewijzigd
door de Tweede Kamer zal komen. Hij
kreeg steun van D66 en Groen Links. De
Democraat Wolffensperger noemde de
nieuwe kabinetsvoorstellen het failliet van
de Europese migratiepolitiek. RosenmöUer
(Groen Links) meende dat het geld voor de
extra marechaussee-controles achter de
grenzen met Duitsland en België beter zou
kunnen worden besteed aan extra ambte
naren op Justitie. Daardoor wordt volgens
hem sneller duidelijk of iemand een echte
clan wel een economische vluchteling is en
raken de opvangcentra van WVC niet node
loos verstopt.
Dit alles is niet bedoeld om Kosto eens
even fijn neer te sabelen. Het gaat er vooral
om duidelijk te maken dat ook in de poli
tiek de pol de ketel soms verwijt dat hij
zwart ziet. Dat gebeurt vooral wanneer be
langrijke verkiezingen voor de deur staan.
En op zulke momenten is het ook niet on
gebruikelijk dat een partij in nood, zoals de
PvdA, de raarste sprongen maakt. Voorma
lig topambtenaar Mulder, die op het minis
terie van justitie nog steeds als éminence
grise wordt beschouwd, had gelijk, toen hij
zaterdag in NRC-Handelsblad verklaarde
dat het plan om onze landsgrenzen weer op
slot te doen waarschijnlijk een 'losse flod
der' is.
den haag rik in 't hout
Met de ongebreidelde groei van de steden in ontwikkelingslanden groeit ook het poep-
probleem. In de arme wijken van het Tanzaniaanse Dar es Salaam stromen overal de
beerputten over. Dodelijke ziektes als cholera en diarree woeden daardoor als nooit te vo
ren. Sinds kort rijden er mensen met vacuümtankjes op fietswielen (kalebas genaamd)
door de stad die het legen van een put hygiënisch en goedkoop maken. Het werk van een
putjesschepper, voorheen het smerigste beroep op aarde, heeft daardoor zelfs een mo
derne uitstraling gekregen. Het Goudse ingenieursbureau Waste Consultants bedacht de
apparatuur. Het bedrijf is met dit project een van de drie genomineerden voor de Dutch
Award. Minister Alders (milieubeheer) reikt deze stimuleringsprijs vandaag uit.
Putjesschepper bij de 'kalebas', het werktuig dat aanzien verleent.
Misschien is er geen smeriger beroep
denkbaar dan dat van een traditionele
putjesschepper in Dar es Salaam. Tot je
middel in de drek staan om een beerput
te legen, is voor niemand een pretje.
Emmertje voor emmertje graven de
putjesscheppers zich door de poep
heen tot de bodem, drieënhalve meter
diep, bereikt is. Een eindje verderop
leegt een tweede putjesschepper de em
mertjes in een kuil. Tenslotte wordt de
kuil met een dikke laag grond afgedekt.
Het leven op het erf gaat intussen ge
woon door. De vrouwen koken het mid
dagmaal alsof er niets aan de hand is.
De kinderen spelen rustig verder.
Dit is niet het enige moment dat de be
woners van Dar es Salaam bloot staan
aan ziektekiemen. Andere latrines, die
helemaal niet worden geleegd, en daar
door voortdurend overstromen, zijn een
nog grotere bron van infectie. Lichame
lijk contact met vervuilde grond of een
insekt dat op een bord maïs neerstrijkt,
kan al besmetting met cholera of
diarree betekenen. De 'kalebas' die
sinds vier jaar door de smalle straatjes
van Dar es Salaam rijdt, moet aan deze
misstanden een einde maken.
De 'kalebas' is de roepnaam voor het
kleine bolle tankje op fietswielen die
poep opzuigt uit de beerputten. Offi
cieel heet het systeem Mapet Manual
Pit Latrine Emptying Technology). De
pomp zuigt vacuüm aan in de tank. Via
een brede slurf trekt het vacuüm vervol
gens de poep uit de grond zonder ook
maar een spatje te morsen. De inhoud
van de tank (dat onderdeel is hetzelfde
gebleven) wordt in de kuil geleegd. Het
voordeel van dit systeem is dat de
pomp zelf niet in aanraking komt met
de uitwerpselen. Dat is niet alleen hy
giënisch, maar gaat ook het vastlopen
van het systeem tegen.
Het werd overigens hoog tijd voor een
oplossing, want de problemen in Dar es
Salaam rijzen de pan uit. Verwacht
wordt dat deze stad van twee miljoen
mensen, voor het jaar 2000 de vijf mil
joen zal hebben bereikt. De meeste
nieuwkomers vinden onderdak bij fa
milie in een van de vele ongeplande
wijken die aan de randen van de stad
groeien.
Deze zelfaan gelegde wijkén hebben
nooit riolering, noch een vuilnisophaal
dienst. De smalle wegen die de wijk
doorkruisen, zijn lukraak ontstaan. In
Dar es Salaam kunnen wel tankauto's
worden gehuurd om de uitwerpselen op
te halen, maar deze kunnen onmogelijk
de latrines in de buitenwijken bereiken.
Om goed inzicht te krijgen in de proble
matiek ging het Goudse ingenieursbe-
drijf in de leer bij twee traditionele put
jesscheppers. Voordat de 'kalebas' zijn
huidige vorm kreeg, paste het bedrijf, in
samenspraak met de putjesscheppers
het systeem meermalen aan. De eerste
handpomp ging in 1989 naar Dar es Sa
laam. In de praktijk dienden de proble
men zich alras aan. In de eerste versie
van het systeem roestte de tank, toen
nog een simpel olievaj met twee gaten,
te snel door.
De oplossing was zelf een tank te lassen
bij een plaatselijke werkplaats. De spe
ciale vorm die daarmee ontstond, gaf de
tank de bijnaam 'kalebas'. Maar de
tank/handpomp-combinatie bleek te
log om soepel door de smalle straatjes
te manoeuvreren. In een volgend ont
werp werden de pomp en de tank ge
scheiden in twee aparte handkarren van
ieder 80 centimeter breed.
De apparatuur wordt momenteel volle
dig in Tanzania gemaakt, en is zo een
voudig dat de putjesscheppers die zelf
kunnen repareren. De handpomp is
vervaardigd uit waterleidingen, want
die zijn in Tanzania altijd voorradig. De
cilinder van de zuigerpomp is een stuk
rioleringsbuis. Alleen het zuigerleer
moet worden geïmporteerd.
Bijna ieder huis in de ongeplande wij-
FOTO JAN MAARTEN DEURVORST
ken heeft een latrine. In Dar es Salaam,
dat geheel op zandgrond is gebouwd, is
dat een hele investering. „Om de wan
den te verstevigen gaan", volgens pro
jectleider Jaap Rijnsburger, „evenveel
stenen de grond in als nodig is voor een
half huis." Als gevolg van de wildgroei
van Dar es Salaam werden de secundai
re kosten van het legen van de latrine
steeds hoger. In het traditionele sys
teem moest de hele vloer van de latrine
worden uitgebroken om de putjes
scheppers toegang tot d'e put te ver
schaffen. Deze onkosten bestaan nu
niet meer. Tegenwoordig laten de put-
legers eenvoudigweg de slurf door het
toiletgat zakken: en pompen maar.
Veel projecten in de derde wereld klin
ken mooi, maar zo gauw de westerse in
genieurs het veld ruimen en de finan
ciering afloopt, dreigt zo'n project in
duigen te vallen. In Dar es Salaam zijn
echter al zeven plaatselijke teams
met elk drie putjesscheppers actief
met het legen van latrines. En als het
aan de gemeente ligt zullen er binnen
kort vijftig teams rondlopen.
Om te voorkomen dat de teams de
poep in bosjes of in een kreek gooien,
krijgen de teams voortaan diploma's die
tegelijk fungeren als een vergunning.
Wanneer een putjesschepper wordt be
trapt bij het dumpen van de poep,
wordt zijn diploma annex vergunning
meteen ingetrokken.
De introductie van de nieuwe techniek
herstelde ook de eer van de putjes
schepper. Voortdurend melden zich
nieuwe putlegers aan. Projectleider
Rijnsburger: „Vroeger zei een sinaasap
pelverkoper of taxichauffeur pas dat hij
putjesschepper was als hij klanten rook.
Nu heeft het beroep een moderne uit
straling gekregen. Dezelfde sinaasap
pelverkoper vertelt nu trots dat hij ook
putjesschepper is."
amsterdam jan maarten deurvorst
Op verzoek van deze krant heeft de ambassade van
Noorwegen gereageerd op het bericht dat de milieu
organisatie Greenpeace oproept Noorwegen te boy
cotten vanwege de vangst van dwergvinvissen.
In een artikel in deze krant van 10 maart konden we le
zen dat Greenpeace Noorwegen vanwege de walvis
vangst wil boycotten. De organisatie wekt de indruk dat
Noorwegen van plan is jaarlijks tweeduizend tol vier
duizend dwergvinvissen te vangen en dat dit een be
dreiging vormt voor het bestand. Greenpeace zegt ver
der bang te zijn dat andere landen ook walvissen gaan
vangen of hun walvisvangst gaan uitbreiden en dat dit
een bedreiging kan gaan vormen voor andere soorten.
Ter inleiding willen we graag vermelden dat er 76 ver
schillende soorten walvissen bestaan. Voor vijf hiervan
bestaat er volgens The World Conservation Union
(IUCN) gevaar voor uitsterven en nog eens zeven soor
ten worden als bedreigd beschouwd. Noorwegen vangt
slechts één walvissoort, namelijk de dwergvinvis, en de
ze behoort niet tot de bedreigde soorten. Volgens de
Wetenschappelijke Commissie van de Internationale
Walvisvaart Commissie (IWC) wordt de Noordoost-At
lantische populatie dwergvinvissen geschat op 86.000
dieren, terwijl de populatie in het zuidelijke deel van de
Stille Oceaan uit nog eens 75.000 exemplaren bestaat.
De Noorse overheid heeft nooit beweerd tweeduizend
tot vierduizend dwergvinvissen te willen vangen. In fei
te is het zo dat Noorwegen er actief aan meewerkt dat
de IWC op haar vergadering in mei voor dit jaar
vangstquota zal vaststellen, gebaseerd op advies van de
wetenschappelijke commissie van de IWC. In 1993
heeft Noorwegen 226 dieren gevangen, wat overeen
komt met ongeveer 0,2 procent van de populatife in het
noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan en 0.02
procent van het aantal .dwergvinvissen op de gehele
wereld. Het quotum voor de Noorse vangst was lager
dan het quotum dal door de Wetenschappelijke Com
missie van de IWC als duurzaam wordt beschouwd.
Het is juist, zoals Greenpeace beweert, dat de gegevens
over de Noordoost-Atlantische populatie dwergvinvis
sen hoofdzakelijk door Noorse wetenschappers zijn
verstrekt. Wat de organisatie echter niet lijkt te willen
zeggen, is dat de Wetenschappelijke Commissie van de
IWC (bestaande uit wetenschappers uit tal van bij de
IWC aangesloten landen) de Noorse gegevens unaniem
heeft geaccepteerd. Alle Noorse gegevens over het
dwergvinvisbestand zijn aan het IWC ter hand gesteld
en als iemand beweert dat ze geheim worden gehou
den, dan is dat niet juist. Ook moet worden vermeld dat
een groep Amerikaanse wetenschappers het voorstel
van de Wetenschappelijke Commissie over de procedu
re betreffende het beheer van het walvissenbestand on
langs heeft geverifieerd.
Greenpeace zegt bang te zijn dat steeds meer landen de
besluiten van de IWC zullen negeren. Volgens ons is die
bezorgdheid niet ten onrechte, zolang de IWC haar be
sluiten niet op wetenschappelijke feiten en haar eigen
conventie baseert. De conventie van het IWC bepaalt
dat de Commissie op basis van wetenschappelijke ge
gevens advies moet uitbrengen.
Dr. Philip Hammond is na de jaaivergadering in mei
1993 afgetreden als hoofd van de Wetenschappelijke
Commissie van de IWC. Hij trad af uit protest legen het
feit dat de IWC aanbevelingen van de door hem geleide
commissie negeerde. Dit illustreert een probleem met
betrekking tot de geloofwaardigheid van de IWC. Noor
wegen is een voorstander van internationale samen
werking op milieugebied en zal nooit afwijken van een
vangstquotum voor dwergvinvissen dat door de IWC op
wetenschappelijke basis is vastgesteld. Andere landen
denken er waarschijnlijk net zo over.
ERLINGSKJoNSBERG
eerste secretaris noorse ambassade
THE INDEPENDENT
Rosarito Mercado was vroeger
jong en mooi en had in haar ge
boorteplaats Laoag, in de pro
vincie Ilocos Norte op de noor
delijke Filipijnen, een goede
man kunnen krijgen. Maar zij
was de oudste van acht kinde
ren en Ilocos Norte is een arme
provincie. Toen ze nauwelijks
twintig jaar was, ging ze in Ja
pan als dienstmeisje werken om
geld te verdienen voor het on
derhoud van de rest van het ge
zin.
Dat was in 1972. Ze is nog
steeds in Japan. Haar haar is
grijs geworden van het koude
klimaat, de lange werkdagen en
de eeuwige eenzaamheid die zij
als Filipijnse voelt in een land
dat niet gastvrij is voor buiten
landers. „Nu ben ik te oud om
nog een man te krijgen", zegt
ze, „maar mijn broers en zus
ters hebben ten minste een goe
de opleiding."
Rosarito is een van de honderd
duizenden Filipino's die naar
het buitenland zijn vertrokken
om de kost te verdienen en de
familie thuis te onderhouden.
Ze schaamt zich niet voor wat
ze doet in feite is ze er trots
op dat ze de rest van haar fami
lie helpt.
Maar haar regering schaamt
zich in haar naam. Volgens 'Fili
pijnen 2000', de ambitieuze
nieuwe visie op de toekomst die
is voorgesteld door president
Fidel Ramos, zijn deze werkne
mers allemaal voor de eeuwwis
seling teruggekeerd. Ramos
hoopt dat tegen die tijd de bin
nenlandse economie voldoende
banen biedt voor de hele bevol-
king.
Ramos heeft al een begin ge
maakt met de deregulering en
het openen van de Filipijnse
economie, die pijnlijk achter
blijft bij de rest van zuidoost-
Azië. Maar voor gewone men
sen als Rosarito, die al lang ge
wend zijn dat op de grote belof
ten van hun politici geen actie
volgt, is het ideaal van Filipijnen
2000 een luchtkasteel.
Volgens de Overheidsvereniging
van Filipijnse Overzeese Werk
gevers waren in 1992 686.461
Filipino's wettelijk geregistreerd
als overzeese contractarbeiders.
Als de illegale arbeiders daarbij
worden opgeteld, zou het totaal
ruim boven het miljoen uitko
men, op een bevolking van 62
miljoen. Ongeveer 134.000 zijn
zeelui zestien procent van
het totaal aantal zeelui ter we
reld. Anderen werken als dienst
meisje, zangeres, bouwvakker of
gastvrouw in bars van Saoedi-
Arabië tot Australië.
Zij sturen per jaar ongeveer vier
miljard gulden naar de Filipij
nen: het equivalent van onge
veer vijftien procent van de na
tionale begroting.
De salarisverschillen zijn zo
groot, dat het niet ongewoon is
in Hongkong dienstmeisjes te
gen te komen die in Manilla zijn
opgeleid tot tandarts of accoun
tant. Maar het werken.in het
buitenland is niet zonder risi
co's. Hoewel Filipino's in het al
gemeen Engels spreken, goed
opgeleid en van nature opge
wekt zijn, worden ze door hun
buitenlandse werkgevers en ar
beidsbureaus nogal eens uitge
buit.
Rosarito verdient 150.000 yen
(2.550 gulden) per maand als
dienstmeisje in een ambassade
in Tokyo. Ze woont in een klein
een-kamer-appartement, heeft
een bijbaantje op haar wekelijk
se vrije dag om haar eten te be
talen en stuurt zoveel als ze kan
missen van haar salaris naar
huis. Toen ze net in Tokyo was,
moest ze twintig procent van
haar verdiensten aan de bemid-
PP'
!nc
delaar betalen die de baan v^'
haar had gevonden, maar nir
staat ze op zichzelf. Ze wordten
delijk goed behandeld bij de
ambassade. qj-
Maar ze vertelt gruwelijke vei
halen over wat jongere vrouyAM
is overkomen die naar Japan isst
kwamen als zangeres of gastis li
vrouw in bars en die gedwonir ii
gen werden tot prostitutie. ;av
Afgelopen Kerstmis ging prest h;
dent Ramos naar het vliegvelirn
van Manilla om enkele in hets u
buitenland werkende arbeide
te verwelkomen die terugkeei
den voor een vakantie. Hij 01
noemde hen 'moderne helde;
Het is wel treurig voor een lamT:
wanneer zijn helden hun besl^ t(
meest produktieve jaren ver ee
weg van huis moeten doorbrt^et
gen.
tokyo terry mccarthy
Een Filipijnse voor de deur van haar huis. Zij runt een bar bij een militai
re basis van de Verenigde Staten in de plaats Olangapo. Andere Filipijr
se vrouwen ontvluchten de slechte economische situatie in de Filipijneljr
en werken in het buitenland in een bar of, niet zelden, in de prostitutie
FOTO REUTftw
Dr. Molenaars metamorfoses verrassen vakbroeders g
heid betaalt beslist geen plasti-jf
sche ingrepen voor remigreren-
Een nieuw gezicht voor een ge
heim agent, een ex-gedetineer
de die van gedaante wisselt om
voortaan buiten 'het circuit' te
blijven, een vluchteling die on
herkenbaar terug wil naar zijn
vaderland. Het zijn drie identi
teitsveranderingen waar plas
tisch chirurg A. Molenaar uit
Oosterbeek de afgelopen 25 jaar
aan meewerkte. Zulke ingrepen
zijn echter bepaald geen sche
ring en inslag. Houden zo, vin
den deskundigen.
De anecdotes van Molenaar die
eerder deze week in de open
baarheid kwamen, hebben zijn
vakbroeders verrast. Zij hebben
nooit dergelijke klussen omhan
den gehad. Molenaar zelf kijkt
op van alle aandacht, vreest
voor zijn goede naam en bena
drukt dat het om uitzonderin
gen gaat.
„Zulke gevallen zijn inderdaad
buitengewoon uitzonderlijk",
bevestigt voorzitter T. Specken
van de Nederlandse Vereniging
voor Plastische Chirurgie. „Ook
dat alle drie de gevallen bij Mo
lenaar terecht kwamen. Je zou
toch verwachten dat de over
heid zich met zulke verzoeken
eerst tot de grote ziekenhuizen
wendt, in Utrecht, Rotterdam of
Groningen. Komen ze mis
schien bij hem via 'de bladen',
Privé of zoiets?"
Er bestaat overigens geen twijfel
over Molenaars kundigheid en
integriteit. Specken lijkt het
zelfs verstandig een ethische
discussie over dit onderwerp te
voeren en, mogelijk in overleg
met de overheid, een regeling
op te stellen voor plastisch-chi-
rurgische ingrepen ter bescher
ming van bepaalde personen.
Chirurgen en Justitie kunnen
dan zonodig samen besluiten
iemands gelaat te veranderen.
„Het is me nog nooit gebeurd",
zegt plastisch chirurg Specken,
„maar stel dat zich morgen een
crimineel op mijn spreekuur
meldt met het verzoek zich on
herkenbaar te laten maken. Wie
weet heeft die man ik weet niet
wat op zijn geweten. En als
plastisch chirurg kan ik niet
achterhalen of hij de waarheid
spreekt, hoe integer de man ook
overkomt."
Molenaar heeft al gezegd abso
luut niet mee te werken aan een
operatie die een crimineel uit
handen.van justitie moet hou
den. Maar als iemand nu met
een vals verhaal komt? Dat hij
door zïjn haakneus in een soci
aal isolement verkeert, maar in
feite de politie op het verkeerde
been wil zetten? Specken: „Dan
ben je er niet met alleen een
neuscorrectie. Dan weet ieder
een nog steeds wie je bent. Wie
echt niet meer wil worden her
kend, moet in zijn hele gezicht
het een en ander laten verande
ren. Maar een cliënt die zegt dat
hij zijn neus, zijn kin, zijn wan
gen, zijn ogen enzovoort gecor
rigeerd wil hebben, stuur ik
door naar een psychiater. Een
crimineel valt dan vanzelf door
de mand."
De Centrale Recherche Infor
matiedienst (CRI) houdt geen
cijfers bij over metamorfoses bij
criminelen. Maar deed de CRI
dat wel, dan zou ze die toch niet
openbaar maken. Justitie kent
evenmin voorbeelden en, verze
kert een woordvoerder, de over-
se Federatie van Reclasserings-
instellingen in Den Bosch kent J e
verhalen over gedetineerden diFn
met een nieuw gezicht een PJe
nieuwe start willen maken 'al- ln
leen uit de film'. „Het zou mij
hogelijk verbazen als dit soort on
ingrepen in enige omvang voorJn
komen." ^U1
Verhart prijst zich daar gelukkig*1
mee. „Voor de reclassering in D
Nederland blijft voorop staan
dat mensen kansen moeten
krijgen als degenen die ze zijn."
Hoe zwaar de criminelen ook
zijn, meestal hebben zij ook
hun goede kanten die te benut-*/
ten zijn. „Daarom zou je van t i
een samenleving mogen ver
wachten dat ex-gedetineerden dei
een kans krijgen zonder in een
andere huid te moeten krui- Pt
pen", vindt Verhart. „Maar als pi'
iemand zelf die keuze maakt, is te
dat aan hemzelf. Je moet er M
geen aanbod of beleid van ma- sti
ken." Di
En plastische ingrepen ter be- cc
scherming van kroongetuigen, ze
zoals minister Hirsch Ballin sti
(justitie) heeft voorgesteld? Ver- gi
hart: „Dat is een ander verhaal. jsii
Dan sluit je in feite een deal metize
lieden die zelf iets op hun kerf
stok hebben. Zoiets past eigen- gc
lijk niet in onze Nederlandse 'm
cultuur. In het algemeen moet m
je daar uiterst voorzichtig mee 'vt
zijn. Het zou om heel extreme w
gevallen moeten gaan, maar die h<
grenzen vervagen op den duur." sr
|g<
den haag karel van den berg is
4