Putjesschepper in Tanzania eerzaam beroep Filipinos willen terug 'Aanval Greenpeace op Noorwegen niet terecht' Feiten &Meningen Kritiek op Bolkestein hypocriet 'Met alleen een neuscorrectie S weet iedereen nog wie je bent'^/ MAANDAG 21 MAART 1994 „Toen ik Bolkestein op TV hoorde pleiten voor opvang van asielzoekers in hun eigen regio, dacht ik: het lijkt wel alsof hij over mijn schouder heeft staan meelezen." Deze verrassende uitspraak deed premier Lub bers het afgelopen weekeinde in een uit zending van Radio Nederland Wereldom roep. Op een vraag van de interviewer voeg de Lubbers eraan toe dat naar zijn smaak de WD-leider 'veel te hard was aangepakt'. Dat verwijt kon vooral de PvdA in' haar zak steken. Deze partij deed begin vorige week alsof Bolkestein lid van de Centrum democraten was geworden. Vooral staatsse cretaris Kosto van justitie weerde zich daar bij. 'Schandalig' noemde hij het pleidooi voor hel weren van niet-Fuiropese asielzoe kers uit Europa en dus ook uil Nederland. En hij trok er hel passende, diep veront waardigde gezicht bij. Diezèlfde Kosto bleek echter op datzèlfde moment druk bezig te zijn een nog veel strengere wet voor te bereiden. Vrijdag werd een ontwerp van een wet aan de Tweede Kamer aangeboden, die alle over land reizende asielzoekers uit ons land moet weren. Immers, als die mensen per auto, trein of te voet naar ons land komen, zijn ze door Duitsland of België gereisd. Dus hadden ze net zo goed daar asiel kun nen vragen, luidt de redenering achter het kabinetsplan. „Schandalig, intolerant en repressief', ty peerde Vluchtelingenwerk Nederland dit voorstel. Daarmee kreeg Kosto een koekje van eigen deeg te slikken. Net zulke termen had hij immers gebruikt voor het idee van Bolkestein. Nu zal de PvdA-staatssecretaris dit ongetwijfeld langs zich heen laten gaan. Vluchtelingenwerk is immers een belangen organisatie en dus gauw geneigd tot emo tionaliteit, Maar er was nog meer kritiek het afgelopen weekeinde op zijn wetsvoorstel, ook uit onverdachte hoek. PvdA-parlementariër Van Traa reageerde aanvankelijk zelfs met ongeloof op de uit spraak van Lubbers dat het wetsontwerp 'veilige landen van eerste opvang' ook van toepassing zou zijn op echte vluchtelingen. Ja, zelfs op mensen uil de oorlogsgebieden in Bosnië die rechtstreeks naar ons land ko men. Het kon toch niet zo zijn, stamelde Van Traa verbijsterd, dat de bewindslieden van zijn eigen PvdA met die uitleg akkoord waren gegaan! Ze hadden hem de avond daarvoor nog hoogstpersoonlijk beloofd dat de nieuw op te richten barrière juist niet zou gelden voor echte vluchtelingen. Van Traa kondigde aan dat de nieuwe wet, als het aan hem ligt, niet ongewijzigd door de Tweede Kamer zal komen. Hij kreeg steun van D66 en Groen Links. De Democraat Wolffensperger noemde de nieuwe kabinetsvoorstellen het failliet van de Europese migratiepolitiek. RosenmöUer (Groen Links) meende dat het geld voor de extra marechaussee-controles achter de grenzen met Duitsland en België beter zou kunnen worden besteed aan extra ambte naren op Justitie. Daardoor wordt volgens hem sneller duidelijk of iemand een echte clan wel een economische vluchteling is en raken de opvangcentra van WVC niet node loos verstopt. Dit alles is niet bedoeld om Kosto eens even fijn neer te sabelen. Het gaat er vooral om duidelijk te maken dat ook in de poli tiek de pol de ketel soms verwijt dat hij zwart ziet. Dat gebeurt vooral wanneer be langrijke verkiezingen voor de deur staan. En op zulke momenten is het ook niet on gebruikelijk dat een partij in nood, zoals de PvdA, de raarste sprongen maakt. Voorma lig topambtenaar Mulder, die op het minis terie van justitie nog steeds als éminence grise wordt beschouwd, had gelijk, toen hij zaterdag in NRC-Handelsblad verklaarde dat het plan om onze landsgrenzen weer op slot te doen waarschijnlijk een 'losse flod der' is. den haag rik in 't hout Met de ongebreidelde groei van de steden in ontwikkelingslanden groeit ook het poep- probleem. In de arme wijken van het Tanzaniaanse Dar es Salaam stromen overal de beerputten over. Dodelijke ziektes als cholera en diarree woeden daardoor als nooit te vo ren. Sinds kort rijden er mensen met vacuümtankjes op fietswielen (kalebas genaamd) door de stad die het legen van een put hygiënisch en goedkoop maken. Het werk van een putjesschepper, voorheen het smerigste beroep op aarde, heeft daardoor zelfs een mo derne uitstraling gekregen. Het Goudse ingenieursbureau Waste Consultants bedacht de apparatuur. Het bedrijf is met dit project een van de drie genomineerden voor de Dutch Award. Minister Alders (milieubeheer) reikt deze stimuleringsprijs vandaag uit. Putjesschepper bij de 'kalebas', het werktuig dat aanzien verleent. Misschien is er geen smeriger beroep denkbaar dan dat van een traditionele putjesschepper in Dar es Salaam. Tot je middel in de drek staan om een beerput te legen, is voor niemand een pretje. Emmertje voor emmertje graven de putjesscheppers zich door de poep heen tot de bodem, drieënhalve meter diep, bereikt is. Een eindje verderop leegt een tweede putjesschepper de em mertjes in een kuil. Tenslotte wordt de kuil met een dikke laag grond afgedekt. Het leven op het erf gaat intussen ge woon door. De vrouwen koken het mid dagmaal alsof er niets aan de hand is. De kinderen spelen rustig verder. Dit is niet het enige moment dat de be woners van Dar es Salaam bloot staan aan ziektekiemen. Andere latrines, die helemaal niet worden geleegd, en daar door voortdurend overstromen, zijn een nog grotere bron van infectie. Lichame lijk contact met vervuilde grond of een insekt dat op een bord maïs neerstrijkt, kan al besmetting met cholera of diarree betekenen. De 'kalebas' die sinds vier jaar door de smalle straatjes van Dar es Salaam rijdt, moet aan deze misstanden een einde maken. De 'kalebas' is de roepnaam voor het kleine bolle tankje op fietswielen die poep opzuigt uit de beerputten. Offi cieel heet het systeem Mapet Manual Pit Latrine Emptying Technology). De pomp zuigt vacuüm aan in de tank. Via een brede slurf trekt het vacuüm vervol gens de poep uit de grond zonder ook maar een spatje te morsen. De inhoud van de tank (dat onderdeel is hetzelfde gebleven) wordt in de kuil geleegd. Het voordeel van dit systeem is dat de pomp zelf niet in aanraking komt met de uitwerpselen. Dat is niet alleen hy giënisch, maar gaat ook het vastlopen van het systeem tegen. Het werd overigens hoog tijd voor een oplossing, want de problemen in Dar es Salaam rijzen de pan uit. Verwacht wordt dat deze stad van twee miljoen mensen, voor het jaar 2000 de vijf mil joen zal hebben bereikt. De meeste nieuwkomers vinden onderdak bij fa milie in een van de vele ongeplande wijken die aan de randen van de stad groeien. Deze zelfaan gelegde wijkén hebben nooit riolering, noch een vuilnisophaal dienst. De smalle wegen die de wijk doorkruisen, zijn lukraak ontstaan. In Dar es Salaam kunnen wel tankauto's worden gehuurd om de uitwerpselen op te halen, maar deze kunnen onmogelijk de latrines in de buitenwijken bereiken. Om goed inzicht te krijgen in de proble matiek ging het Goudse ingenieursbe- drijf in de leer bij twee traditionele put jesscheppers. Voordat de 'kalebas' zijn huidige vorm kreeg, paste het bedrijf, in samenspraak met de putjesscheppers het systeem meermalen aan. De eerste handpomp ging in 1989 naar Dar es Sa laam. In de praktijk dienden de proble men zich alras aan. In de eerste versie van het systeem roestte de tank, toen nog een simpel olievaj met twee gaten, te snel door. De oplossing was zelf een tank te lassen bij een plaatselijke werkplaats. De spe ciale vorm die daarmee ontstond, gaf de tank de bijnaam 'kalebas'. Maar de tank/handpomp-combinatie bleek te log om soepel door de smalle straatjes te manoeuvreren. In een volgend ont werp werden de pomp en de tank ge scheiden in twee aparte handkarren van ieder 80 centimeter breed. De apparatuur wordt momenteel volle dig in Tanzania gemaakt, en is zo een voudig dat de putjesscheppers die zelf kunnen repareren. De handpomp is vervaardigd uit waterleidingen, want die zijn in Tanzania altijd voorradig. De cilinder van de zuigerpomp is een stuk rioleringsbuis. Alleen het zuigerleer moet worden geïmporteerd. Bijna ieder huis in de ongeplande wij- FOTO JAN MAARTEN DEURVORST ken heeft een latrine. In Dar es Salaam, dat geheel op zandgrond is gebouwd, is dat een hele investering. „Om de wan den te verstevigen gaan", volgens pro jectleider Jaap Rijnsburger, „evenveel stenen de grond in als nodig is voor een half huis." Als gevolg van de wildgroei van Dar es Salaam werden de secundai re kosten van het legen van de latrine steeds hoger. In het traditionele sys teem moest de hele vloer van de latrine worden uitgebroken om de putjes scheppers toegang tot d'e put te ver schaffen. Deze onkosten bestaan nu niet meer. Tegenwoordig laten de put- legers eenvoudigweg de slurf door het toiletgat zakken: en pompen maar. Veel projecten in de derde wereld klin ken mooi, maar zo gauw de westerse in genieurs het veld ruimen en de finan ciering afloopt, dreigt zo'n project in duigen te vallen. In Dar es Salaam zijn echter al zeven plaatselijke teams met elk drie putjesscheppers actief met het legen van latrines. En als het aan de gemeente ligt zullen er binnen kort vijftig teams rondlopen. Om te voorkomen dat de teams de poep in bosjes of in een kreek gooien, krijgen de teams voortaan diploma's die tegelijk fungeren als een vergunning. Wanneer een putjesschepper wordt be trapt bij het dumpen van de poep, wordt zijn diploma annex vergunning meteen ingetrokken. De introductie van de nieuwe techniek herstelde ook de eer van de putjes schepper. Voortdurend melden zich nieuwe putlegers aan. Projectleider Rijnsburger: „Vroeger zei een sinaasap pelverkoper of taxichauffeur pas dat hij putjesschepper was als hij klanten rook. Nu heeft het beroep een moderne uit straling gekregen. Dezelfde sinaasap pelverkoper vertelt nu trots dat hij ook putjesschepper is." amsterdam jan maarten deurvorst Op verzoek van deze krant heeft de ambassade van Noorwegen gereageerd op het bericht dat de milieu organisatie Greenpeace oproept Noorwegen te boy cotten vanwege de vangst van dwergvinvissen. In een artikel in deze krant van 10 maart konden we le zen dat Greenpeace Noorwegen vanwege de walvis vangst wil boycotten. De organisatie wekt de indruk dat Noorwegen van plan is jaarlijks tweeduizend tol vier duizend dwergvinvissen te vangen en dat dit een be dreiging vormt voor het bestand. Greenpeace zegt ver der bang te zijn dat andere landen ook walvissen gaan vangen of hun walvisvangst gaan uitbreiden en dat dit een bedreiging kan gaan vormen voor andere soorten. Ter inleiding willen we graag vermelden dat er 76 ver schillende soorten walvissen bestaan. Voor vijf hiervan bestaat er volgens The World Conservation Union (IUCN) gevaar voor uitsterven en nog eens zeven soor ten worden als bedreigd beschouwd. Noorwegen vangt slechts één walvissoort, namelijk de dwergvinvis, en de ze behoort niet tot de bedreigde soorten. Volgens de Wetenschappelijke Commissie van de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) wordt de Noordoost-At lantische populatie dwergvinvissen geschat op 86.000 dieren, terwijl de populatie in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan uit nog eens 75.000 exemplaren bestaat. De Noorse overheid heeft nooit beweerd tweeduizend tot vierduizend dwergvinvissen te willen vangen. In fei te is het zo dat Noorwegen er actief aan meewerkt dat de IWC op haar vergadering in mei voor dit jaar vangstquota zal vaststellen, gebaseerd op advies van de wetenschappelijke commissie van de IWC. In 1993 heeft Noorwegen 226 dieren gevangen, wat overeen komt met ongeveer 0,2 procent van de populatife in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan en 0.02 procent van het aantal .dwergvinvissen op de gehele wereld. Het quotum voor de Noorse vangst was lager dan het quotum dal door de Wetenschappelijke Com missie van de IWC als duurzaam wordt beschouwd. Het is juist, zoals Greenpeace beweert, dat de gegevens over de Noordoost-Atlantische populatie dwergvinvis sen hoofdzakelijk door Noorse wetenschappers zijn verstrekt. Wat de organisatie echter niet lijkt te willen zeggen, is dat de Wetenschappelijke Commissie van de IWC (bestaande uit wetenschappers uit tal van bij de IWC aangesloten landen) de Noorse gegevens unaniem heeft geaccepteerd. Alle Noorse gegevens over het dwergvinvisbestand zijn aan het IWC ter hand gesteld en als iemand beweert dat ze geheim worden gehou den, dan is dat niet juist. Ook moet worden vermeld dat een groep Amerikaanse wetenschappers het voorstel van de Wetenschappelijke Commissie over de procedu re betreffende het beheer van het walvissenbestand on langs heeft geverifieerd. Greenpeace zegt bang te zijn dat steeds meer landen de besluiten van de IWC zullen negeren. Volgens ons is die bezorgdheid niet ten onrechte, zolang de IWC haar be sluiten niet op wetenschappelijke feiten en haar eigen conventie baseert. De conventie van het IWC bepaalt dat de Commissie op basis van wetenschappelijke ge gevens advies moet uitbrengen. Dr. Philip Hammond is na de jaaivergadering in mei 1993 afgetreden als hoofd van de Wetenschappelijke Commissie van de IWC. Hij trad af uit protest legen het feit dat de IWC aanbevelingen van de door hem geleide commissie negeerde. Dit illustreert een probleem met betrekking tot de geloofwaardigheid van de IWC. Noor wegen is een voorstander van internationale samen werking op milieugebied en zal nooit afwijken van een vangstquotum voor dwergvinvissen dat door de IWC op wetenschappelijke basis is vastgesteld. Andere landen denken er waarschijnlijk net zo over. ERLINGSKJoNSBERG eerste secretaris noorse ambassade THE INDEPENDENT Rosarito Mercado was vroeger jong en mooi en had in haar ge boorteplaats Laoag, in de pro vincie Ilocos Norte op de noor delijke Filipijnen, een goede man kunnen krijgen. Maar zij was de oudste van acht kinde ren en Ilocos Norte is een arme provincie. Toen ze nauwelijks twintig jaar was, ging ze in Ja pan als dienstmeisje werken om geld te verdienen voor het on derhoud van de rest van het ge zin. Dat was in 1972. Ze is nog steeds in Japan. Haar haar is grijs geworden van het koude klimaat, de lange werkdagen en de eeuwige eenzaamheid die zij als Filipijnse voelt in een land dat niet gastvrij is voor buiten landers. „Nu ben ik te oud om nog een man te krijgen", zegt ze, „maar mijn broers en zus ters hebben ten minste een goe de opleiding." Rosarito is een van de honderd duizenden Filipino's die naar het buitenland zijn vertrokken om de kost te verdienen en de familie thuis te onderhouden. Ze schaamt zich niet voor wat ze doet in feite is ze er trots op dat ze de rest van haar fami lie helpt. Maar haar regering schaamt zich in haar naam. Volgens 'Fili pijnen 2000', de ambitieuze nieuwe visie op de toekomst die is voorgesteld door president Fidel Ramos, zijn deze werkne mers allemaal voor de eeuwwis seling teruggekeerd. Ramos hoopt dat tegen die tijd de bin nenlandse economie voldoende banen biedt voor de hele bevol- king. Ramos heeft al een begin ge maakt met de deregulering en het openen van de Filipijnse economie, die pijnlijk achter blijft bij de rest van zuidoost- Azië. Maar voor gewone men sen als Rosarito, die al lang ge wend zijn dat op de grote belof ten van hun politici geen actie volgt, is het ideaal van Filipijnen 2000 een luchtkasteel. Volgens de Overheidsvereniging van Filipijnse Overzeese Werk gevers waren in 1992 686.461 Filipino's wettelijk geregistreerd als overzeese contractarbeiders. Als de illegale arbeiders daarbij worden opgeteld, zou het totaal ruim boven het miljoen uitko men, op een bevolking van 62 miljoen. Ongeveer 134.000 zijn zeelui zestien procent van het totaal aantal zeelui ter we reld. Anderen werken als dienst meisje, zangeres, bouwvakker of gastvrouw in bars van Saoedi- Arabië tot Australië. Zij sturen per jaar ongeveer vier miljard gulden naar de Filipij nen: het equivalent van onge veer vijftien procent van de na tionale begroting. De salarisverschillen zijn zo groot, dat het niet ongewoon is in Hongkong dienstmeisjes te gen te komen die in Manilla zijn opgeleid tot tandarts of accoun tant. Maar het werken.in het buitenland is niet zonder risi co's. Hoewel Filipino's in het al gemeen Engels spreken, goed opgeleid en van nature opge wekt zijn, worden ze door hun buitenlandse werkgevers en ar beidsbureaus nogal eens uitge buit. Rosarito verdient 150.000 yen (2.550 gulden) per maand als dienstmeisje in een ambassade in Tokyo. Ze woont in een klein een-kamer-appartement, heeft een bijbaantje op haar wekelijk se vrije dag om haar eten te be talen en stuurt zoveel als ze kan missen van haar salaris naar huis. Toen ze net in Tokyo was, moest ze twintig procent van haar verdiensten aan de bemid- PP' !nc delaar betalen die de baan v^' haar had gevonden, maar nir staat ze op zichzelf. Ze wordten delijk goed behandeld bij de ambassade. qj- Maar ze vertelt gruwelijke vei halen over wat jongere vrouyAM is overkomen die naar Japan isst kwamen als zangeres of gastis li vrouw in bars en die gedwonir ii gen werden tot prostitutie. ;av Afgelopen Kerstmis ging prest h; dent Ramos naar het vliegvelirn van Manilla om enkele in hets u buitenland werkende arbeide te verwelkomen die terugkeei den voor een vakantie. Hij 01 noemde hen 'moderne helde; Het is wel treurig voor een lamT: wanneer zijn helden hun besl^ t( meest produktieve jaren ver ee weg van huis moeten doorbrt^et gen. tokyo terry mccarthy Een Filipijnse voor de deur van haar huis. Zij runt een bar bij een militai re basis van de Verenigde Staten in de plaats Olangapo. Andere Filipijr se vrouwen ontvluchten de slechte economische situatie in de Filipijneljr en werken in het buitenland in een bar of, niet zelden, in de prostitutie FOTO REUTftw Dr. Molenaars metamorfoses verrassen vakbroeders g heid betaalt beslist geen plasti-jf sche ingrepen voor remigreren- Een nieuw gezicht voor een ge heim agent, een ex-gedetineer de die van gedaante wisselt om voortaan buiten 'het circuit' te blijven, een vluchteling die on herkenbaar terug wil naar zijn vaderland. Het zijn drie identi teitsveranderingen waar plas tisch chirurg A. Molenaar uit Oosterbeek de afgelopen 25 jaar aan meewerkte. Zulke ingrepen zijn echter bepaald geen sche ring en inslag. Houden zo, vin den deskundigen. De anecdotes van Molenaar die eerder deze week in de open baarheid kwamen, hebben zijn vakbroeders verrast. Zij hebben nooit dergelijke klussen omhan den gehad. Molenaar zelf kijkt op van alle aandacht, vreest voor zijn goede naam en bena drukt dat het om uitzonderin gen gaat. „Zulke gevallen zijn inderdaad buitengewoon uitzonderlijk", bevestigt voorzitter T. Specken van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie. „Ook dat alle drie de gevallen bij Mo lenaar terecht kwamen. Je zou toch verwachten dat de over heid zich met zulke verzoeken eerst tot de grote ziekenhuizen wendt, in Utrecht, Rotterdam of Groningen. Komen ze mis schien bij hem via 'de bladen', Privé of zoiets?" Er bestaat overigens geen twijfel over Molenaars kundigheid en integriteit. Specken lijkt het zelfs verstandig een ethische discussie over dit onderwerp te voeren en, mogelijk in overleg met de overheid, een regeling op te stellen voor plastisch-chi- rurgische ingrepen ter bescher ming van bepaalde personen. Chirurgen en Justitie kunnen dan zonodig samen besluiten iemands gelaat te veranderen. „Het is me nog nooit gebeurd", zegt plastisch chirurg Specken, „maar stel dat zich morgen een crimineel op mijn spreekuur meldt met het verzoek zich on herkenbaar te laten maken. Wie weet heeft die man ik weet niet wat op zijn geweten. En als plastisch chirurg kan ik niet achterhalen of hij de waarheid spreekt, hoe integer de man ook overkomt." Molenaar heeft al gezegd abso luut niet mee te werken aan een operatie die een crimineel uit handen.van justitie moet hou den. Maar als iemand nu met een vals verhaal komt? Dat hij door zïjn haakneus in een soci aal isolement verkeert, maar in feite de politie op het verkeerde been wil zetten? Specken: „Dan ben je er niet met alleen een neuscorrectie. Dan weet ieder een nog steeds wie je bent. Wie echt niet meer wil worden her kend, moet in zijn hele gezicht het een en ander laten verande ren. Maar een cliënt die zegt dat hij zijn neus, zijn kin, zijn wan gen, zijn ogen enzovoort gecor rigeerd wil hebben, stuur ik door naar een psychiater. Een crimineel valt dan vanzelf door de mand." De Centrale Recherche Infor matiedienst (CRI) houdt geen cijfers bij over metamorfoses bij criminelen. Maar deed de CRI dat wel, dan zou ze die toch niet openbaar maken. Justitie kent evenmin voorbeelden en, verze kert een woordvoerder, de over- se Federatie van Reclasserings- instellingen in Den Bosch kent J e verhalen over gedetineerden diFn met een nieuw gezicht een PJe nieuwe start willen maken 'al- ln leen uit de film'. „Het zou mij hogelijk verbazen als dit soort on ingrepen in enige omvang voorJn komen." ^U1 Verhart prijst zich daar gelukkig*1 mee. „Voor de reclassering in D Nederland blijft voorop staan dat mensen kansen moeten krijgen als degenen die ze zijn." Hoe zwaar de criminelen ook zijn, meestal hebben zij ook hun goede kanten die te benut-*/ ten zijn. „Daarom zou je van t i een samenleving mogen ver wachten dat ex-gedetineerden dei een kans krijgen zonder in een andere huid te moeten krui- Pt pen", vindt Verhart. „Maar als pi' iemand zelf die keuze maakt, is te dat aan hemzelf. Je moet er M geen aanbod of beleid van ma- sti ken." Di En plastische ingrepen ter be- cc scherming van kroongetuigen, ze zoals minister Hirsch Ballin sti (justitie) heeft voorgesteld? Ver- gi hart: „Dat is een ander verhaal. jsii Dan sluit je in feite een deal metize lieden die zelf iets op hun kerf stok hebben. Zoiets past eigen- gc lijk niet in onze Nederlandse 'm cultuur. In het algemeen moet m je daar uiterst voorzichtig mee 'vt zijn. Het zou om heel extreme w gevallen moeten gaan, maar die h< grenzen vervagen op den duur." sr |g< den haag karel van den berg is 4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2