'Malariaparasieten zeer slimme beestjes' Alcoholisme vaakerfelijkbgpaald Wetenschap Verwijding aorta medisch probleem Het aloude lijf opnieuw ontdekt elk jaar 2 miljoen doden Klimaat verjoeg Scandinaviërs van Groenland Poolster bijna gestopt met knipperen DINSDAG 15 MAART 1994 162 Verwijding van de aorta, het zogenoemde aneurysma, is een groeiend medisch pro bleem. Nu heeft nog maar 2 tot 6 procent van de mannen ouder dan 65 jaar last van dit probleem, maar drs. P. Sallevelt ver wacht de komende jaren een stijging. Hij promoveerde vorige week aan de Katholie ke Universiteit in Nijmegen op een onder zoek naar de technieken om aneurysma vastte stellen. Aneurysma wordt veroorzaakt door ader verkalking. De vaatwand verliest zijn stevig heid en krijgt zwakke plekken. Hen aneurys ma, vergelijkbaar met een hobbel op de binnenband van de fiets, kan dan gaan lek ken of barsten. In het laatste geval heeft dat vrijwel altijd fatale gevolgen. Sallevelt bekeek de mogelijkheden van MRA (magnetische resonantie angiografie), een methode om patiënten poliklinisch met be hulp van magneetvelden en radiogolven te onder eken. Volgens de onderzoeker kan met MRA nauwkeurig worden vastgesteld waar zich een aneurysma in het lichaam bevindt. Een aneurysma komt meestal voor op de aorta, maar kan ook voorkomen in de hersenen. Als het aneurysma tijdig wordt ontdekt kan een operatie levensreddend zijn. Sallevelt stelt dat MRA een veelbelovende techniek is om fataal aneurysma te voorko en. To eurys; den opgespoord met röntgenstralen, waar hij contrastvloeistof wordt ingespoten. Dit is zeer belastend voor de patiënt, terwijl de exacte locatie van het aneurysma minder goed wordt vastgesteld dan met MRA. Hen probleem is wel dat er in Nederland nog weinig MRA-apparatuur beschikbaar is. Trommelvlies met beenketen, ha mer, aambeeld en stijgbeugel. foto lfnnart nilsson saskia stoelinga Schouder: In de schouder bevindt zich een kogelgewricht dat ons in staat stelt de arm 360 graden te draaien. Eierstokken: In de eierstokken zijn alle eitjes bij de geboorte al aanwezig. Darmkanaal: Het darmkanaal is zo'n negen meter lang en is voortdurend in beweging (peristaltiek). Corpora nova: 't aloude lijf opnieuw ver beeld'. In het Utrechts Universiteitsmuse um is van 1 april tot 24 oktober een exposi tie te zien over het menselijk lichaam. De tentoonstelling beslaat uit twee delen. In het eerste deel maakt de bezoeker kennis met het functioneren van het eigen lichaam en ziet wal er mis kan gaan wanneer er niet zorgvuldig genoeg mee wordt omgegaan. Aanschouwelijk onderwijs. Als het lichaam verschillende stoffen tot zich neemt kan men zien hoe deze hun weg vinden naar hart. longen en lever. Aan de hand van fo to's van de Zweedse fotograaf Lennart Nils- son worden deze organen tot in microsco pisch detail getoond. Op allerlei manieren worden botten en spieren in ons lichaam in beweging gezet. Oorverdovende muziek be geleidt de geïnteresseerden naar het ge hoororgaan waar hij van alles te weten komt over de weg van het geluid en onze waarnemingen daarvan. Ook wordt het evenwichtsorgaan op de proef gesteld. Behalve dat de ingewikkeldheid van het ei gen lijf kan worden bewonderd, kunnen ook de gevolgen worden ondergaan die verschil lende leefgewoonten hebben op dat eigen lijf. Aan de orde komen ook zaken als te veel en te vet eten en te harde muziek. Van een rokerslong heeft bijna iedereen wel eens ge hoord, maar wie heeft de effecten gezien? Hoe optimaal moet de conditie van de moeder zijn om haar kind gezond op de wereld te brengen? Wat zijn de effecten van geslachtsziekten? Wat hoort iemand die 'la- waaidoof is geworden? Wat is er al aanwe zig bij een foetus van enkele weken oud? En hoe ziet een knie er van binnen uit? 1 let tweede deel van de tentoonstelling, al leen gedurende zes maanden te zien in Utrecht, vestigt de aandacht op moderne methoden van onderzoek, diagnostiek en behandeling zoals die worden ontwikkeld aan de Medische faculteit en het Acade misch Ziekenhuis in Utrecht. Spectaculaire driedimensionale technieken die het in wendige van lichaam laten zien en de laatste ontwikkeling op het gebied van hart klepimplantatie. bio-implantaten in oor en mond en endoscopie in combinatie met lasertechniek geven de mogelijkheden van de huidige medische technologie aan. Universiteitsmuseum, Biltstraat 66, Utrecht. Geopend: di t/m vrij van 10.00 tot 17.00 uur; za/zo van 13.00 tot 17.00 uur. Wetenschappers werken zich al honderd jaar in het zweet De Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) meldde enkele weken geleden dat er over vier jaar een vaccin tegen malaria kan zijn. Dat is echter verre van zeker, want de malariapara sieten zijn de geleerden tot nu toe steeds weer te vlug af. Wel zeker is dat de komende vier jaar nog zeker twaalf miljoen mensen doodgaan aan malaria. lwanya frans van den houdt 75% van de slachtoffers overlijdt. Degenen die blijven leven, lopen blijvend hersenletsel op. Andere bijverschijnselen van malaria zijn nierziekten en bloedarmoede. Daar veel Afrikanen verstoken blijven van enige vorm van medi sche zorg, sterven er jaarlijks ruim drie miljoen aan malaria. In een miljoen gevallen gaat het om kin deren jonger dan vijfjaar. En de si tuatie verslechtert in rap tempo, vooral vanwege de toenemende resistentie. „Kinderen die nog niet over een bepaalde immuniteit beschikken en niet op tijd of met de verkeerde medicijnen worden behandeld, gaan binnen een week dood", ver duidelijkt Dr.Khan van het Keny- aanse Medisch Onderzoeks Insti tuut (KEMRI) in Nairobi. In regio's als Lwanya in het Westen van Ke nya worden kinderen gemiddeld 32 keer per nacht gestoken door een mug, in veel gevallen een ma laria-dragende. Een simpel en ef fectief middel om het risico te ver kleinen is een muskietennet over het bed, maar voor veel mensen in de bush is ook die oplossing te duur. Hen kliniek in de bush in West-Ke nya. Drie op de vier patiënten kla gen over hoofdpijn en pijn in hun ledematen. Niet verwonderlijk, denk ik, gezien de zware lasten die ze op hun hoofd dragen en de vele kilometers die ze heliben moeten afleggen om het medisch centrum te bereiken. Maar de medisch as sistent weet beter. Zonder ook maar een nadere vraag te stellen of onderzoek te verrichten, geeft hij hen een injectie tegen de koorts en schrijft een dosis chloro- quine voor. Zonder het bloed van de patiën ten te onderzoeken gaat hij er ge makshalve van uit dat ze allemaal malaria hebben. Tegelijkertijd weet hij dat chloroquine in dat ge val absoluut niet meer afdoende is in dit deel van Afrika. „Ik weet het", zegt Philip Wandera, „maar er is niks anders en de betere me dicijnen zijn voor veel patiënten te duur. Dus geef ik ze chloroquine, waardoor ze toch nog enigszins opknappen. Bloedonderzoek? Niet nodig, je kunt er donder op zeg gen dat het bijna altijd malaria is". Een dergelijke ongenuanceerde benadering van medische klach ten is er de direkte oorzaak van dat chloroquine, jarenlang een van de belangrijkste medicijnen ter voorkoming en bestrijding van malaria, in veel delen van Afrika niet meer werkt. De patiënten zelf zijn daar echter ook debet aan. Kenyanen roepen als ze zich niet lekker voelen maar al te vaak dat ze malaria hebben en nemen maar vast een dosis chloroquine, terwijl het soms gewoon om een kou, griep of andere ziekte gaat. Dit grove misbruik van het medi cijn heeft in Kenya op grote schaal geleid tot chloroquine-resistente- malaria, waardoor het aantal do delijke slachtoffers dramatisch omhoog is geschoten. Bonzende hoofdpijn Malaria. Het begint met een lood zwaar gevoel in je benen. De an dere ledematen volgen spoedig. Dan een bonzende hoofdpijn, ril lingen, zweten en hoge koorts. Soms overgeven of diarree. Wordt op tijd de juiste diagnose gesteld en worden de juiste medicijnen voorgeschreven, dan kan de ziekte binnen een paar dagen over zijn. Daar steeds meer parasieten resis tent zijn tegen de beschikbare me dicijnen, wordt de kans op een snelle behandeling echter steeds kleiner. In het ergste geval krijgt de pa tiënt zogenaamde 'cerebrale' ma laria. De malariaparasieten nes telen zich dan in de hersenen. De bloedcirculatie wordt geblokkeerd en de patiënt raakt in een coma. Bijverschijnselen De farmaceutische industrie heeft met het oog op deze verontrusten de ontwikkelingen niet stilgezeten en een aantal effectieve medicij nen (fancidar, metacalfin, hallfan) ontwikkeld om malaria te lijf te gaan. Vanwege bijverschijnselen en een hoge toxiteit kunnen ze echter alleen gebruikt worden ter behandeling van de ziekte, niet ter voorkoming. „Bij 95 procent van de patiënten werkt een van deze medicijnen", zegt Dr. Khan. Maar malariaparasieten blijken zich akelig snel aan te passen en vanuit West-Kenya en de oostelij ke kuststreek worden nu al regel- Bloedcellen met merozaeten die de cel vernietigen om vervolgens nieuwe cellen te infecteren Bijgaande tekening laat zien hoe de besmettingscyclus eruit ziet: de besmette mug links steekt haar snuit door de menselijke huid en brengt de malariaparasiet in de vorm van sporozoïeten in de bloedbaan. In zeer korte tijd nestelen deze zich in de leveren vermeerderen zij zich in levercellen tot tienduizenden merozoïeten. Na enkele weken komen zij opnieuw in de bloedbaan en dringen zij massaal de rode bloedcellen binnen. In elke bloedcel ontwikkelen zich tientallen nakomelingen, waardoor de rode bloedcellen zelf te gronde gaan. De gevolgen: een plotselinge hoge koorts, koude rillingen, bloedarmoede en een vergrote milt; de klassieke kenmerken van malaria. Een volgende mug neemt bij het steken de besmetting over (rechts) en infecteert daarmee weer anderen, (bron: Gert van Maanen in het VU-magazine) foto gpd matig gevallen van malaria ge meld waartegen geen van de ge noemde medicijnen is opgewas sen. Voor die gevallen is er geluk kig nog steeds een laatste redmid del: het aloude quinine, vroeger het enige middel tegen malaria. Maar voor hoe lang? In Zuid-Oost Azië zijn onlangs de eerste geval len van quinine-resistente malaria geconstateerd. Wetenschappers werken zich ondertussen al meer dan honderd jaar in het zweet om een vaccin tegen malaria te ontwjkkelen. Steeds met weinig succes. Recente berichten van de WHO wijzen echter op gunstige vooruitzichten. Eeri wetenschapper uit Colombia stuitte na uitvoerig onderzoek op een proteïne die in staat is immu niteit tegen de malariaparasiet op te wekken. De eerste testen in Colombia waren uiterst positief; de kans op malaria werd verkleind met tach tig procent. Maar de werkelijke waarde van het vaccin zal het ko mende half jaar moeten blijken tijdens vervolgtesten i i land 1 malaria Weinig verweer tegen malaria: Lang hebben we gedacht dal de malariamug op de terugtocht was, maar dat blijkt niet waar te zijn. Integendeel, de gezondheidsbewakers zitten met de handen in het haar. Koortsachtig wordt gezocht naar een werkzaam vaccin maar een echt effectief middel is nog steeds niet gevonden. Niet alleen is de mug een mensendoder van formaat, vooral in Afrika, hij is ook verantwoordelijk voor veel maatschappelijk ongerief. Wie de steek overleeft, is er vaak zó ziek van dat hij zich niet op de been kan houden. Er wordt opnieuw alarm geslagen, nu blijkt dat de malariamug resistent begint te worden tegen allerlei bestrijdingsmiddelen. Zo is het meest venijnige soort, de Plasmodium falciparum, al ongevoelig geworden voor vaak verstrekte pillen als chloroquine. Vooral toeristen, die Europa voor gezien houden en hun avontuur willen beleven in Afrika en Azië, dienen zich zeer zorgvuldig voor te bereiden. Een bezoek bijvoorbeeld aan de GGD mag zeker niet worden overgeslagen. Een cijfer om te onthouden: jaarlijks sterven er tussen een en drie miljoen i door malaria. „In oktober weten we zeker of dit vaccin het aantal malariageval- len werkelijk drastisch terug brengt. Vervolgens zal het nog zo'n vier jaar duren voordat het op grote schaal geproduceerd kan worden", zegt een WHO-verte- genwoordiger. Hij waarschuwt: „Malariaparasieten zijn zeer slim me beestjes die dit vaccin, zoals met de medicijnen gebeurt, op een bepaald moment zullen we ten te ontwijken. We moeten daarom tegelijkertijd de andere twintig mogelijke vaccins testen die in laboratoria overal in de we reld zijn ontwikkeld. Pas aan het eind van dit deccennium zal er pas echt duidelijkheid zijn om trent een malariavaccin. Nu is nog helemaal niets Zeker". Hoe de geleerden ook hun best doen, in het veld is nauwelijks of geen sprake van een strijd tegen malaria. Hedwig Katambani, die net de kliniek in Lwanya heeft be zocht, schudt het zakje pillen op haar hand leeg en onderscheidt asperine en chloroquine. „Wat moet ik nou met die chloroquine? Ik heb alleen maar buikklachten zegt ze en gooit de hele handel in de bosjes. Alle leeuwen, buffels en luipaarden ten spijt, de malaria mug zal voorlopig nog wel het meest dodelijke beest blijven in Afrika. Onderzoek onder drankgebruikers m haag ben apeldoorn „Drank maakt meer kapot dan je lief is", zegt Frits Spits al enkele jaren bij spots op radio en tv om toch vooral voorzichtig te zijn met alcohol. „Geniet, maar drink met mate", luidt de bijna-paradox na weer een reclamespot voor drank, waarin oogverblindende me vrouwen en meneren grote, fonkelende gla zen met whisky, oude klare of rum gulpend en golvend volschenken alsof het limonade betreft. De heren reclamespotbedenkers houden er wel erg vreemde ideeën van een roes op na. Alle waarschuwingen ten spijt is alcohol 'lekker'; het verdooft, maakt je 'vrolijker' en doet je moeilijke, zwaarmoedige zaken 'zonniger' inzien. Maar dat is een zeer tijde lijke zaak; na de optimistische piek volgt meestal een dal die de probleemberg alleen maar groter maakt. Alcohol maakt ook fy siek meer kapot dan ons lief is: levercirrose, aandoeningen aan het maag-darmstelsel, hartafwijkingen en afbraak van hersencel len. de i Psychiater Mare Schuckit siteit van Californië kwam nög een gevaar op het spoor: bij toename van het alcohol gebruik neemt ook de biologische weer stand van het lichaam toe. Met andere woorden: chronische drinkers hebben doorgaans minder last van echt zuipen. Zo doende. schrijft Schuckit in het februari nummer van The American Journal of Psy chiatry', blijven de waarneembare sympto men van excessief alcoholgebruik bij notoi re alcoholisten langer achterwege, maar wordt evengoed intern schade aangericht. Minder gevoelig „In feite zou je onder bepaalde omstandig heden op pure waarneming af kunnen gaan of deze of gene alcoholist is", aldus Schuckit. „Degene die er bijvoorbeeld prat op gaat een ander onder de tafel te drinken en daar zonder al te veel moeite in slaagt, is vrijwel zeker een alcoholist. Een gelegen heidsdrinker lukt zoiets meestal niet zonder zelf last van de alcohol te krijgen". De no toire alcoholist zij dus gewaarschuwd. De psychiater kwam enkele jaren geleden ook al in het nieuws met een statistisch on derzoek onder kinderen van alcoholisten, waaruit zou blijken dat die kinderen 'van nature' minder gevoelig waren voor de ef fecten van alcohol. Dat was het sein voor sommige biochemici en genetici om nog een stap verder te gaan: zij vermoedden dat alcoholisme van generatie op generatie er felijk bepaald is. Net als de moderne term 'generatie-werkloosheid' heeft ook die van 'generatie-alcoholisme' zijn intrede gedaan. Voor zijn onderzoek volgde Mare Schuckit gedurende tien jaar een groep van ruim 200 mannen. Meer dan de helft van de nakomelingen bij wie een lagere gevoelig heid voor alcohol was vastgesteld verviel tot alcoholisme en slechts vijftien procent van hen met directe reacties op alcoholgebruik (dus: de niet-alcoholisten) kreeg dezelfde problemen. Ontkennen De kritiek op Schuckits werk spitste zich toe op de wijze waarop de gegevens wer den verkregen. Die zouden 'te vrijblijvend' zijn geweest; van een aantal onderzochte personen zou het drinkpatroon niet met zekerheid bekend zijn. Zij konden bijvoor beeld al vóór het onderzoek zware drinkers zijn geweest en zich tij- - dens de gesprekken hebben ge- presenteerd als beginners. Daar door zou 'ruis' in de statistieken van Schuckit zijn geslopen. „Niemand presenteert zich graag met problemen die hij of zij niet kan hanteren", zegt psychiater Robert Cloninger van de universiteit van Washington. „Zelfs bij een ano niem onderzoek moet rekening ge houden worden met simpele ont kenning van levensgrote problemen. De willen het soms eens voor zichzelf ten". gyj nico hylkema Scandinaviërs die zich - bijna vijfhonderd jaar voor Columbus Amerika vond - op Groenland vestigden, kunnen niet alleen het koude weer verantwoordelijk stellen voor het falen van hun eerste kolonisatie poging. „Deze kolonisten vielen niet uit het raam - ze sprongen", meent de hoogleraar antropologie Thomas McGovern uit New York. „De Noorse vestiging was omstreeks 1350 gehalveerd", zegt McGovern, wijzend op een dramatische afkoeling die veertig jaar eerder was begonnen. „Maar deze ernstige klimaatsverandering was slechts een factor die leidde tot het totale uitsterven van de kolonie. De andere was het eigen gedrag van de Europeanen. Die brachten koeien en schapen mee. die op hun beurt de weinige lokale vegetatie opaten. Dat leidde tot een zo ernstige zware erosie, dat uiteindelijk de aarde verder leven onmogelijk maakte". De bevindingen van McGovern zijn het re sultaat van de boringen die Amerikanen hebben verricht in de Groenlandse ijskap tot op ongeveer drie kilometer diepte. On derzoekers hebben daardoor gedetailleerde informatie in handen gekregen over klima tologische veranderingen die meer dan 200.000 jaar geleden hebben plaats gehad. „Het ijs is bewaard in lagen zoals de jaarrin gen in een boom", aldus de hoogleraar.Als je het onderzoekt, kun je de preciese datum vaststellen van temperatuurveranderingen, vulkaanerupties, verontreinigingen andere milieuveranderingen. Op de top van de ijs- mantel bijvoorbeeld, zien we de impact van de Clean Air Act van de Verenigde Staten en het sluiten van de nucleaire industrie van de Soviet Unie". Die informatie is vooral opwindend voor antropologen, omdat ze nu voor de eerste keer archeologische en klimatologische ge gevens kunnen vergelijken. Zo kunnen ze zien hoe mensen en het klimaat op elkaar reageerden. „Sommigen zullen verbaasd zijn over het feit, dat duizenden jaren voor het industriële tijdperk de mens zijn milieu al aantastte", meent McGovern. npa cees de graaff De bekendste ster van het Noordelijk half rond, de Poolster, is nagenoeg gestopt met knipperen. Dat de ster, al eeuwen het baken voor zeevaarders, knipperde sinds 1843. Toen ontdekte de Duitse astronoom I. Schmidt, dat Polaris, zoals de Poolster offi cieel heet, afwisselend helderder en zwak ker werd. Met het blote oog was het verschil in helderheid niet te zien, omdat de toe- en afname slechts een tiende van de totale lichthoeveelheid bedroeg. Dat het knipperen in tijd van enkele maan den bijna is gestopt, is het verrassende re sultaat van metingen, die in 1992 op de Universiteit van Toronto zijn gedaan. Sinds het knipperen van de ster bekend was, zijn nauwkeurige metingen gedaan. Daaruit bleek, dat de ster in ongeveer vier dagen helderder en weer zwakker werd. Hij behoort daarmee bij de 'pulserende ster ren', die met grote regelmaat door opzwel len en inkrimpen lijken te knipperen. Bij de meeste van deze zogenaamde 'Cepheïden' is het knipperen met sterrenkijkers duidelijk te constateren, maar bij Polaris was het ver schil in sterkte kleiner dan bij de andere pulserende sterren. Al in 1983 was duidelijk, dat het knipperen van de Poolster was afgenomen ten opzich* te van metingen uit 1940. Door nieuwe me tingen te verrichten en oude gegevens over de lichtkracht van de Poolster op een rijtje te zetten, kwamen de onderzoekers van de Universiteit van Toronto erachter dat de ster, die zeker tienduizend jaar had geknip perd, er sinds 1940 de brui aan leek te ge ven. Het knipperen is sindsdien in versneld tempo afgenomen en zou volgens de bere keningen dit voorjaar helemaal ophouden. Mogelijk is een onstabiele periode van dui zenden jaren in het leven van de ster nu overgegaan in een stabiele periode, maar de kans bestaat ook, dat onze Poolster na ver loop van tijd opnieuw gaat knipperen. Want wat er precies gebeurt en waarom de Pool ster lijkt te zijn gestopt, staat voor de ster renkundigen nog lang niet vast. De Poolster is de helderste ster van het ster renbeeld Kleine Beer. De ster wijst precies naar de Noordpool en werd daarom al eeu wen gebruikt voor nachtelijke navigatie op zee. Overigens is dat niet altijd zo geweest. De aardas maakt eens per 26.000 jaar een draaiende beweging in de ruimte, waardoor de noord- en zuidpool een andere richting op wijzen. Zo was drieduizend jaar geleden de ster Kochab, de tweede in helderheid van de Kleine Beer, poolster. 'Onze' Poolster zal in het jaar 2095 het beste de noordpool aanwijzen. Daarna schuift hij langzaam weer van de 'echte' pool weg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 8