Cultuur Kunst 'De mooiste billen van Amsterdam' CE ewondering SeJU W 'Anatomische les' in AHM Warme chaos versus kalmte 'in de schaduw van de zon' Onnodig trage 'Meid' van Heijermans BMBI BH Oud-dirigent De Wolff overleden DONDERDAG 10 MAART 1994 Acteur Fernando Rey overleden Barcelona Fernando Rey, Spanje's bekendste toneel- en filmac teur, is woensdag in Madrid op 76-jarige leeftijd overleden. Rey leed aan prostaatkanker. Tijdens zijn carrière speelde hij in meer dan 200 Spaanse en buitenlandse films, met als belangrijkste 'handelsmerk' zijn karakteristieke grijze baard. Bij het interna tionale publiek werd Rey vooral bekend als de Franse mafioso uit de film The French Connection van William Friedkin. Hij was ook een van de favoriete acteurs van de cineast Luis Bunuel. Festival in Parkfilmhuis alphen aan den run Een aantal korte films van onafhankelijke filmmakers wordt vanavond vertoond in het Parkfilmhuis in Al phen aan den Rijn. Tijdens een filmfestival is onder meer de rol prent Op Drift te zien van Anneke Mulder, een voormalig in woonster van Alphen. die aan de Vrije Academie in Den Haag studeerde. Onafhankelijke filmmakers verpakken een persoon lijke visie in hun produkt en daarvan worden vanavond diverse voorbeelden getoond. Ook wordt een column uitgesproken waarin de kunst van het acteren wordt belicht. Aanvang van het festival 20.00 uur. Allard Pierson Museum heeft nu ook een Griekse afdeling 'In de schaduw van de zon' Regie celle Meuleman Toneelbeeld Hetty van der Linden. Gezien op 9 maart in de Leid- se Schouwburg. Adelheid Roossen kan heel goed een gespannen, verwarde jonge vrouw spelen die het onbestem de gevoel heeft dat ze gedwars boomd wordt bij haar streven naar het ideale en absolute. Zo dra ze het gevoel maar krijgt op een tweedehands en twee derangs manier behandeld te worden, gaan al haar stekels uit en mobiliseert ze al haar dra matische middelen, en dat zijn er nog al wat. Ze trappelt en sta melt, spreidt haar meterslange armen en straalt Wanhoop uit. George Groot is in 'In de scha duw van de zon' weer haar te genspeler, zoals hij dat was in Van top tot teen te trillen'. Hij vertegenwoordigt de welover wogen kalmte, de ratio, kortom, de man. Waarover praten zij? Over re laties natuurlijk. De wederzijdse verhouding wordt uitgespit in rollenspelletjes die therapeu tisch aandoen. Hij zou de schrijvende bovenbuurman zijn die af en toe langskomt en aller lei aardige dingen voor haar wil doen om wat aanspraak te heb ben en als tegenwicht eens met zijn handen te werken, maar misschien spelen ze dat ook wel en is dit de manier waarop man en vrouw hun ruzies sublime- Of zo. Want je kunt veel kan ten uit met deze voorstelling, en ook weer heel weinig, hij is vaag en overduidelijk. De eeuwige onderwerpen komen aan de or de: macht, zelfstandigheid te genover gebondenheid, vast heid tegenover ontdekkingszin. Roossen wil op zijn vriendelijke gecontroleerdheid het recht veroveren om onredelijk te zijn en te dwarrelen. Hij raakt er wel een beetje door uit zijn even wicht, maar ook weer niet echt, zoekt misschien toch wat meer naar authentieke gevoelens. Aan het eind van de voorstelling zitten ze samen lief en innig te doen. Happy ending, en vast een steun voor veel mensen in de zaal, want herkenbaar is het wel." Dat is een van de duidelijke kanten aan de voorstelling. De symboliek is dat ook: hij schrijft over de overeenkomst tussen Napoleon en Hider, samen ver zinnen ze een sprookje over een vrouw dat een kind in een kooi heeft. De vage kant ervan is dat je nooit precies weet wat ze nou willen met al dat gekeutel. Wie weet is er morgen weer een dag en gaat die er precies hetzelfde aan toe. Misschien ook niet, en eerlijk gezegd: het zal me een zorg zijn. Roossen boeit me wel met haar spel, ook al vervalt ze in maniertjes. Groot is een ver dienstelijk aangever, maar de twee mensen die ze neerzetten raakten me geen moment door dat de improviserenderwijs sa- mengesprokkelde tekst me het ene oor in en het andere uit ging. 'In de schaduw van de zon' mist kern en richting. De mens op zijn mooist. Hoe dat ideale lichaam er uit ziet, toont het Amsterdamse Allard Pierson Museum met 'Marmer in beeld'; Griekse beelden uit de periode 600 - 100 voor Christus. Met de tentoonstelling viert het muse um de opening van de nieuwe Griekse afdeling. hein chil- De kouroi: symbool foto fc,GPO amsterdam rob bouber Museumdirecteur prof. dr. H. Brijder is in zijn nopjes met de uitbreiding van 400 vierkante meten ,,We hebben er drie grote zalen en verschillende werk ruimten bij gekregen. Gereno veerd en wel. Met marmer en glas in lood is de oorspronkelij ke stijl van de jaren twintig ge handhaafd." De directeur peuterde voor deze tentoonstelling beelden uit het British Museum los en haal de een uiterst kostbaar beeld van Hellas naar Holland. Zoarri- veerde een 2500 jaar oude korè uit de eregalerij van het Atheen- se Akropolis-museum. Daar kwamen de Griekse ambassa deur in Nederland, Alexander Vayenas, en de pas overleden minister van cultuur Melina Mercouri hoogstpersoonlijk voor in het geweer. Brijder. „De korè is een meis jesbeeld, oorspronkelijk gewijd ïiewunand zeilstra jn Herman Heijeima.ns, door n het Visser 't Hooft-lyceum Het verhaal van 'De Meid' is snel verteld. Herman Heijer mans toont in zijn stuk een 'meid' die te veel weet van haar 'mevrouw'. Die kennis buit zij ten volle uit. Met chantage neemt zij wraak op het sociale onrecht dat haar is aangedaan in een samenleving met 'mei den' aan de slechte kant en met 'mevrouwen' aan de goede kant van het bestaan. Ook op toneel is dit verhaal eigenlijk snel verteld. De voor stelling mag dan ook bij wijze var> spreken hooguit één uur duren. Op het Visser 't Hooft-Lyceum heeft men er echter ruim het dubbele voor nodig. Waarom heeft regisseur Gerrit Groeneboer zijn spelers èn zijn publiek dit aangedaan? Waarom heeft hij niet rigoureus in het omslachtige taalgebruik van Herman Heijermans ge schrapt, en waarom is het spel- tempo niet danig opgeschroefd? De ondertitel van het stuk luidt: komedie van haat. Dat laatste komt over, dat eerste had beslist meer aandacht mogen krijgen - al die ernst in dit benauwende sfeertje werkt nog eens extra vertragend. Het doorzettingsvermogen van de spelers dwingt in zekere zin bewondering af. Ze probe ren zo serieus mogelijk uit hun rol te halen wat er in zit. Kathe- lijne longma speelt een stevige 'meid' die kordaat en soms zelfs geestig genoegdoening eist voor het haar aangedane onrecht. Jo anne van den Bom heeft de rol van mevrouw. Aanvankelijk aar zelt ze te veel, maar ze herstelt zich heel goed en groeit in haar rol naarmate het geduld van 'mevrouw' op raakt. Toch wordt het spel van de gehele groep helaas nog al gekenmerkt door een soort houterigheid. Het lijkt alsof de spelers niet echt goed weten, wat ze met het stuk en met hun eigen rol aan moeten. Heijer mans is kennelijk toch taaier dan was ingeschat door regis seur Gerrit Groeneboer. Wat hem bij de enscenering van 'De Meid' voor ogen heeft gestaan, wordt uiteindelijk onvoldoende duidelijk gemaakt. Dat valt te gen, juist bij het Visser 't Hooft -Lyceum, waar schooltoneel een belangrijke plaats inneemt en dientengevolge een goede reputatie geniet. In deze rubriek komen al of niet bekende streekgenoten aan het woord die, hetzij direct, hetzij zijdelings met kunst en cultuur te maken hebben. Ze praten over een kunstvoorwerp, een kunstuiting waaraan ze bijzondere waarde hechten. Vandaag spreekt de Leidse hoogleraar Frits van Oostrom, gespecialiseerd in de Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen, zijn bewondering uit voor de eerste druk van Gerard Reves boek De Avonden. „Elke keer als ik het zie, denk ik weer aan die speurtocht." 1 Ik hou in do eerste f I I plaats van dit boek I U| omdat het een Vli prachtige tekst is. Het verscheen in I 1947. Hij noemde zich toen nog B Simon van het Reve. Het is B grappig om te bedenken dat die 61 eerste oplage van 900 exemplaren pas na jaren was I uitverkocht. De Avonden geeft !een vrij cynisch beeld van de. zoais een recensent schreef, ontluistering van de illusieloze jeugd van na de oorlog. Het boek beschrijft tien dagen waarin niks gebeurt. 1 Hoofdpersoon Frits van Egters A ouwehoert wat met vrienden ^1 over andermans gebreken, y haaruitval en schilfers, j Reve schreef het toen ik nog j niet eens geboren was. Ik ben van 1953. Het was een 1 beklemmende periode, net zo 1 grauw en somber als deze zj uitgave eruit ziet. Die armetierigheid in het boek ken ik niet. Ik had het heel plezierig thuis. Maar wel herken ik iets in N het gevoel van eenzaamheid dat het boek beschrijft en zoals adolescenten het kennen. Het is er niet echt een van wanhoop: rriTffe iftiJ1 TfïT IIIMB HFiVit snik sfitoHÜ fa m i k het is juist de vertrouwdheid en geborgenheid van thuis, maar ook de ergernissen. Dat herkent iedereen die met iemand anders samenleeft. De identificatie berust niet alleen op het feit dat de hoofdpersoon mijn voornaam draagt. Het zijn de sentimenten die heel herkenbaar zijn. 1 let is ook de humor. Het is niet alleen een somber boek. De laatste bladzijde is toch heel ontroerend als Frits tegen zijn speelgoedkonijn zegt: ik leef, ik besta. Het bijzondere aan De Avonden is ook hoe ik er aan gekomen ben. Ik kocht het in 1971 bij Sweris aan de Prinsessekade voor 6,50 gulden. Ik geloof dat het daar Boeckhalle heette. Het was een huis van drie etages volgestouwd met boeken. Voor een bezoek aan de firma Sweris kon je rustig een middagje uittrekken. In de kasten zat wel orde maar in theorie kon een boek overal staan. Ik kwam er ook nooit als ik een bepaald boek zocht. Het was de sport en het avontuur om alle kasten op alle etages uit te kammen. Elke keer als ik dit boek zie, denk ik weer aan die speurtocht. Die manier van intens een bibliotheek opbouwen, heb ik niet meer. Ik ren nu de boekhandel binnen, weet precies wat ik wil hebben, kijk wat om me heen, betaal en weg ben ik weer. De Avonden is voor mij een beetje nostalgie. Dat uren zoeken naar een boek. het driftig uitkammen van boekhandels op zoek naar vondsten, daar heb ik nu de tijd niet meer voor. Wat die vorm van geluk betreft ben ik er sinds 1971 niet op vooruitgegaan. aan de godin Athena. Het beeld werd opgegraven in 1880. Het dateert uit circa 520 voor Chris tus en moet in de grond zijn ge stopt vlak voor de Perzen in 480 v. Chr. Griekenland binnenvie len en Athene verwoestten. Er heeft een tiental van deze beel den op de Akropolis gestaan. Het beeld dat wij te leen heb ben is zeldzaam mooi bewaard gebleven, inclusief hoofd en voeten. Het is zeer bijzonder dat we het hebben gekregen. Het is verzekerd voor 20 miljoen gul den." „Het tweede topstuk is de kouros uit het British Museum, de 'Strangford Apollo' uit om streeks 500 v. Christus. De zesde burggraaf van Strangford had het eerst in zijn bezit. Lange tijd dacht men dat het beeld Apollo voorstelde maar het wordt ten onrechte zo genoemd. Het is geen god maar een geïdeali seerde jongensfiguur. Het per soneel van ons museum heeft hem al gehuldigd met het pre- wikkeling het de Gt Het gaat bij deze tentoonstel ling 'Marmer in beeld' niet om beelden als Zeus met bliksem schicht, Poseidon met drietand, of Dyonisos met wijnschaal. Het gaat om kouros-beelden. Korè - Grieks voor meisje - en kouros - Grieks voor jongen - zijn naar Amsterdam gehaald om de ont /an de uitbeelding enselijke figuur te la- Brijder: „De meeste •aliseren zich niet dat eken zijn die uitdach ten hoe de mens kon worden uitgebeeld. De 'kouroi' symboli seren de schoonheid van de eeuwige jeugd. We weten nooit wie is afgebeeld: het is 'n jon gen. 'n meisje." De Griekse beeldhouwkunst kende niet alleen het thema 'Goden in mensengedaanten': de mens wijdde ook ideaalbeel den van zichzelf aan de goden. Monumentale sculptuur met dat thema ontstond omstreeks 650 voor Christus. Veel Griekse beelden zijn bekend dank zij la tere Romeinse kopieën. Brijder: „In de vijfde eeuw voor Christus werden belangrijke beelden in brons gegoten. Die zijn ooit, voor de krijg, omgesmolten. Daar zijn t den van gemaakt. De Romeinen maakten van die bronzen beel den rond de eerste eeuw na Christus soms wel 50 kopieën. Niet in gips maar in marmer. Rijke Romeinen vonden het leuk om zo'n beeld in de tuin te hebben." i het eind v i de stelling staat een groot Romeins Fortuna-beeld van omstreeks 30 na Chr. Op de tors van deze van oorsprong Griekse godin van de voorspoed is een Romeins hoofd geplaatst. Opdrachtge vers benutten in die tijd Griekse beelden om er naar willekeur portretten van echtgenoot of dochters op te zetten. Daarmee zijn we aangekomen bij het rea lisme. Niet de god wordt ver heerlijkt. niet een universele jeugdige mens wordt geïdeali seerd maar een aanwijsbaar in dividu krijgt een ideale uitdruk king en wordt daarmee naar ho gere regionen gestuwd. 'Marmer in beeld' in het Allard Pierson Museum, Oude Turfmarkt 127, Amsterdam. Vanaf vandaag tot en met 19 juni. Dinsdag tot en met vrij dag van 10.00 tot 17.00 uur; weekeinde: van 13.00 tot 17.00 De dief Joris Fonteyn stelde ongewild zijn lichaam beschikbaar aan de wetenschap. foto pi amsterdam gpd Het Amsterdams Historisch Museum (AHM) en het Rijksmuseum bereikten vorig jaar mei over eenstemming over de beëindiging van het bruikleen van Rembrandts 'Anatomische les van Dr. Deyman'. Het overbrengen van het schilderij naar het AHM werd tot dit jaar uitgesteld omdat het eerst moest worden schoongemaakt en geres taureerd. Rembrandts weergave van de les ont leedkunde op het lichaam van de dief Joris Fon teyn is nu het hoogtepunt op de expositie 'Wel kom Rembrandt'. Zijn magistrale meesterschap wordt nog eens benadrukt omdat het AHM tege lijk zes anatomische lessen van anderen toont. Rembrandt maakte het werk in 1656 op een doek van ongeveer 2,75 meter hoog en drie meter breed. Bij een brand in het Anatomisch Theater in de Waag op de Nieuwmarkt in 1723 werd het ernstig beschadigd en teruggebracht tot het-hui dige formaat van 100 bij 134 centimeter. Dat ver klaart het ontbreken van het hoofd van de 'prae- lector anatomiae'. voorlezer in de anatomie, dr. lahan i toyman 1610-1666), van wie nu alleen de handen zichtbaar zijn. Vooral het op een laken na naakte lichaam in het midden trekt natuurlijk de aandacht. De tot kleermaker opgeleide Joris Fonteyn, bijgenaamd 'Zwarte Jan', was al vaak gestraft voor roofover vallen en messentrekkerij voor hij tenslotte op 28 januari 1656 door 'den coorde' (de strop) in Am sterdam het leven liet. Rembrandt paste een ge niale handgreep toe die het lichaam op verkorte wijze weergeeft. Blikvanger zijn zo eerst de voet zolen van de dode en niet zijn opengesneden buikholte of gelichte schedeldak. De glanzend oranje hersenkwabben zijn wel degelijk een beetje griezelig, maar Rembrandt wist toch vooral het wetenschappelijke belang van deze anatomi sche les voelbaar te maken. De expositie vertelt ook de geschiedenis van het schilderij. Het verhuisde in de 19e eeuw naar een Engelse eigenaar en werd in 1882 op initiatief van prof. Jan Six teruggekocht voor de stad Am sterdam. Al in de vorig eeuw werd het in bruikleen gegeven aan het nieuwe Rijksmuseum. In het AHM krijgt het schilderij na de expositie 'Welkom Rembrandt' een plaats in een van de 20 zalen waar de permanente tentoonstelling over de geschiedenis van de hoofdstad te zien is. De tentoonstelling Welkom Rembrandt' in het Amsterdams Historisch Museum (Kalver- straat 92, Amsterdam) duurt tot en met 17 april. De openingstijden zijn van maandag tot en met \rijd.ig van 10.00 HM 17.00 uur en np /ali rdag en zondag van 11.00 tot 17.00 uur. fotoloek zuyderdoin Herman de Wolff, voormalig dirigent van de leidse Christelijke Oratoriumvereniging Ex Animo is dinsdag op 91-jarige leeftijd overleden. De Wolff heeft het amateur-zangkoor vijftig jaar lang ge leid. De opvoering van de Matthaüs Passion werd onder zijn leiding een jaarlijks terugkerende tra ditie van F.x Animo. De Wolff vierde op 25 oktober 1977 zijn gouden jubileum bij het Leidse zangkoor. Kort daarna nam hij afscheid. Hij was ook gedurende een halve eeuw organist aan de Rotterdamse Nassau- kerk. Een hoogtepunt in zijn muzikale loopbaan beschouwde hij zelf de uitvoering van de door hem geschreven oratorium 'Met god en Oranje' dat in 1936 in de Leidse Pieterskerk werd uitge voerd. De Wolff schreef dit oratorium ter gelegenheid van de Willem de Zwijger-herdenking.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 9