Beestjes in het drinkwater
horen er gewoon bij
Wetenschap
Maanschuif, Armstrong
en 250 jaar Eisinga
Sterrenkundigen
liggen wakker van
nieuwe systemen
Sterrenwacht Simon Stevin
kan de zon weer projecteren
Adrenaline
honderd jaar
geleden ontdekt
Spermatest voor
doe-het-zelvers
DONDERDAG 10 MAART 1994
13
Wanneer is het in augustus
1996 volle maan? In welk ster
renbeeld staat de maan 5 de
cember 2000? Welke planeet
staat er vanavond dicht bij de
maan aan de hemel?
De maanschuif van het Artis
Planetarium geeft antwoord op
deze vragen. De maanschuif
geeft informatie over de maan
voor elke dag van het jaar. van
1994 tot en met het jaar 2000.
De werking is eenvoudig. Steek
de schuif voor het betreffende
jaar in de kleurrijke huls, stel de
maanschuif in op de juiste da
tum. en in een klein venstertje
t de schijngestalte
i de n
welk s
beeld de maan zich bevindt, en
welke heldere planten er even
tueel in de buurt van de maan
zichtbaar zijn.
De maan staat dit jaar extra in
de belangstelling. Op 21 juli
1994 is het precies 25 jaar gele
den dat Neil Armstrong als eer
ste mens voet op de maaan zet
te. Dat jubileum was voor de
programmamakers van het Ar
tis Planetarium aanleiding om
een sfeervol programma samen
te stellen over de fascinatie van
de r
r de r
het
dichtstbijzijnde hemellichaam.
Het programma, getiteld Licht
op de Maan. wordt vanaf 1 april
1994 dagelijks vertoond.
Eisinga
Nog een jubileum op het astro
nomische vlak. Dit jaar is het
250 jaar geleden dat Eise Eisin
ga werd geboren. Eisinga is de
bouwer vap het beroemde
planatarium in Fran^ker, dat hij
bouwde om de geruchten over
het 'einde der wereld' te ont
krachten. Maar ook zijn verdere
levensloop laat zich lezen als
een spannend verhaal. Daarom
staat Eisinga centraal in het we
kelijkse tijdschrift AO.
Al op zeer jonge leeftijd bleek
Eisinga (1744-1828) zeer be
gaafd te zijn in wis- en sterren
kunde. Goed onderwijs in deze
vakken heeft hij echter nooit ge
volgd. Hoewel Eisinga's naam
onverbrekelijk verbonden lijkt
aan sterrekunde, was hij zijn
hele leven wolkammer van be
roep. Verder bekleedde hij tij
dens zijn leven verschillende
bestuursfuncties, schreef vele
boeken, was belastinginner.
kerkvoogd, arm-voogd. patriot
en zelfs architect.
Maar Eisinga's bekendste werk
is natuurlijk zijn planetarium.
De reden om in zijn eigen huis
kamer het zonnestelsel na te
bootsen was het gerucht dat
door een speciale planeten-
stand vele aardbevingen en vul
kaanuitbarstingen zouden
plaatshebben. Het begin van de
einde van de wereld. Eisinga
wilde aantonen dat dit onmoge
lijk was. Van 1774 tot 1781 stak
hij al zijn vrije tijd in de bouw
van het planetarium.
Kort na de bouw hoorde hij dat
de Engelse astronoom Herschel
een nieuwe planeet had ont
dekt: Uranus, maar die kon er
toen niet meer bij. Daarvoor
zou de huiskamer al vijf maal
groter moeten zijn en voor de
plafleet Pluto die pas in 1930
werd ontdekt minstens 25 maal
groter. Toch heeft het planetari
um zijn functie als voorlich
tingscentrum nog steeds niet
verloren. Door de precisie en de
degelijkheid van het bouwwerk
geeft het planetarium nog
steeds de huidige standen van
de planeten, de exacte op- en
ondergangstijden van zon en
maan. en de stand van de ster-
'Eise Eisinga 250 jaar', ge
schreven door Henk Nieuwen-
huis, conservator van het Eise
Eisinga Planetarium. AO-reek
nr 2507. Kosten vier gulden
over te maken op giro 287934
t.n.v. Stichting IVIO/AO.
De Maanschuif wordt in de
winkel van het Artis Planetari
um verkocht voor ƒ4.95.
GETRANSPLANTEERD
Co Loerakker en Piet Zeeman
Dwergen, lilliputters heet
ten ze \Toeger. Kleine
mensennoemen ze zich
zelf, en ze houden er niet
van om uitgelachen te-
worden. Ik kan het bij
voorbeeld iedereen afra
den om ietsdenigrerends
te zeggen tegen de secre
taris van de Kleine Men-
senClub, want Willem is
nogal snel aangebrand. Ik
weet dat uitervaring, want
ik zit regelmatig naast
Item in de kroeg. Kijk nog-
maar eens goed naar klei
ne mensen, want ze wor
den zeldzaam. Jongekleine
mensen zijn trouwens al bijna
niet meer te vinden inWesterse
landen. De huisarts pikt kinde
ren met een groeistoomiser zo
uit. De hypofyse werkt niet naar
behoren, produceert teweinig
groeihormoon. Geen probleem:
het kind krijgt het hormoonin-
gespoten.
I ,ang geleden was er nog gebrek
aan het spul, lijkenwerden
opengesneden om het te pak
ken te krijgen. Tegenwoordig
komtgroeihormoon gewoon uit
de fabriek. Voor Willem en zn-
leeftijdgenoten komt het syn
thetische groeihormoon te laat,
hetmoet worden toegediend in
de periode dat men geacht
wordt tegroeien. Maar er zijn
twee onverwachte andere doel
groepen: bodybuilders en"be-
jaarden. Als je groeihormonen
spuit en je tilttegelijk
slachtoffers van botverzwak-
king: ze hebben iets gebroken
tijdenseen doodnormale bezig
heid als jetskin of bungee jum-
pen. Of ramenlappen. Die bot-
verzwakking kun je dus met
groeihormoon voorkomen.Het
spul zorgt er voorts net als bij de
jeugdiger lichaamsbouwersvoor
dat voedsel meer in spierweef
sel dan in vet wordt omgezet.
Ubegrijpt het al: veel oude
mensen die geen zin hebben
om vadsig teworden, zoals het
hoort, grijpen naar de hormo
nenspuit. In deVerenigde Sta
ten, waar alles altijd het eerst
gebeurt, begint hetongecontro-
leerde gebruik van groeihormo
nen al een probleem teworden.
Want behalve de zichtbare ge
volgen is er nog vrij weinigbe-
kend over wat het spul op de
lange termijn in een uitge-
lag oud ijzer op. dan worden de groeidlichaam teweegbrengt.De
patatjes oorlogdie je eet vooral
omgezet in spieren, in plaats
van vet. En jekrijgt er een voor
uitstekende kaak en hele grote
handen en voetenvan. Sommi
ge mensen hebben dat er voor
over, voor die extraspieren, en
het is onverstandig om hardop
te lachen als u er zoeentje ziet-
Bejaarden, en dat betekent dus
iedereen boven de veertig,zijn
gebaat met groeihormoon,
vooral doordat het hun botten-
versterkt. Heel veel ziekenhuis
bedden worden bezet door
dwerg. de lilliputter, zal uit het
straatbeeld verdwijnen.De ver
eniging van kleine mensen
moet zichzelf over enkele de-
cenniawegens gebrek aan leden
opheffen. Maar rond die tijd
moeten nettejongeren wel goed
uitkijken als ze s avonds door
een donkersteegje willen: je
loopt altijd het risico dat je een
bejaardetegenkomt met het fi
guur van Johan Koss die zojuist
weer eens opzn AOW gekort is.
Een glas water is op het oog zuiver maar bevat een
schat aan dierlijke organismen. „Zolang er nog
beestjes in kunnen leven, is het water blijkbaar
niet zo vies", zegt microbioloog Dick van der Kooij
ironisch. „Natuurlijk ga je hiermee voorbij aan de
consument. Die wil gewoon schoon water uit de
kraan, zonder enge beestjes".
DEN HAAG MIRANDA JACOBS
WA)
..Drinkwater moet inder
daad schoon zijn", zegt
Dick van der Kooij verbon-
het onderzoekscen-
•or drinkwater (KI-
Nieuwegein. ,,De
heeft recht op
reuk- kleur- en smaakloos
water. Maar beestjes in het
drinkwater horen er, hoe
vreemd het misschien ook
klinkt, gewoon bij. Net als
de bacteriën op en in je li
chaam. Die beestjes komen
af op het voedsel dat in
drinkwater zit en op de
slijmiaag van bacteriën te
gen de wanden van de wa
terleidingen".
..De meeste beestjes die
in het drinkwater voorko
men zijn met het blote oog
niet te zien. En ze leveren
absoluut geen gevaar op
voor de volksgezondheid.
Alleen het idee kan grote
paniek veroorzaken
senkweker uit Alphen aan
de Rijn zijn ongenoegen
over diertjes die hij in zijn
leidingwater had aangetrof
fen. Zijn vissen stierven
door de slechte kwaliteit
van hel water waardoor zijn
kwekerij schade opliep, zo
beweerde hij. Deze affaire
leidde tot parlementaire
vragen aan de toenmalige
minister van milieubeheer,
Ed Nijpels. Hij oordeelde
dat de 'hogere organismen'
in het drinkwater geen di
recte bedreiging vormen
voor de volksgezondheid,
maar vooral om esthetische
redenen ongewenst zijn".
Van der Kooij sluit zich
hierbij aan: „Het is bijvoor
beeld niet zo'n lekker ge
zicht als er waterpissebed
den, die in het drinkwater
het meest voorkomen, uit
de kraan komen lopen. In
Velserbroek kropen in 1989
op grote schaal waterpisse
bedden door de waterlei
dingen. Dit zijn overigens
incidenten. Landelijk vor
men de beestjes in het wa
ter een heel bescheiden
probleem".
De 34 waterleidingbedrij
ven in Nederland willen er
alles aan doen om dat zo te
houden. Een norm die aan
geeft hoeveel dierlijke orga
nismen in drinkwater mo
gen voorkomen bestaat
niet. Maar aangezien de
consument uiterst gevoelig
is voor levende wezentjes in
het drinkwater is de norm
altijd: „zo laag mogelijk", al
dus Van der Kooij.
Vorig jaar begon het Kl-
WA-laboratorium in Nieu-
wegein een grootscheeps
onderzoek naar dierlijke or
ganismen in het drinkwater,
dat veel verder gaat dan alle
voorgaande onderzoeken.
Volgens Van der Kooij is dit
onderzoek puur een kwestie
van zorgvuldigheid tegen
over de consument. „We
weten inmiddels al wat voor
beestjes in water voorko
men. Maar nu willen we
exacte aantallen in kaart
brengen en op grond daar
van misschien toch een
aanbeveling doen voor een
aanvaardbare hoeveelheid
beestjes die in het drinkwa
ter mogen voorkomen".
Aan het onderzoek dat in
1995 wordt afgerond doen
negentien waterleidingbe
drijven mee, verspreid over
heel Nederland.
Niet alleen uit esthetisch
oogpunt maar ook wat be
treft de kosten is een goed
evenwicht van dierlijke or
ganismen in het drinkwater
gewenst. Van der Kooij:
„Nederland is het land met
de hoogste waterleiding
dichtheid. De meer dan
90.000 kilometer waterlei
dingen in ons land moeten
geregeld worden schoonge-
houden. Als je ervoor zorgt
dat het water vanaf het
pompstation voedselarm is.
dan komen er minder dier
tjes in het drinkwater en
ontstaat er minder snel
slijmvorming van bacteriën
aan de wand van de water
leidingen. Die hoeven dan
minder vaak te worden
schoongespoelden en dat
scheelt geld".
DIERLIJKE ORGANISMEN IN HET DRINKWATER
Via de computer naar de liemel
Fotofirma Eastman Kodak maakt aanstalten
om een aantal soorten fotografische platen uit
de handel te nemen. „Economisch niet meer
verantwoord". De huis-, tuin- en keukenfoto
graaf zal daar, met zijn geheel geautomatiseer
de kiekjescamera, niet wakker van liggen, maar
wie er wèl wakker van liggen zijn juist diegenen
die 's nachts beroepshalve toch al geen oog
dicht doen: sterrenkundigen.
BEN APELDOORN
Directeur Leo van Balen voor de nic
dende zon en zijn negen planeten.
HOEVEN. CEES DE GRAAF
De vernieuwde Volkssterrenwacht 'Simon Stevin'
heeft deze week haar poorten weer geopend.
Hoewel de inrichting van het nieuwe gebouw in
het Brabantse Hoeven nog niet helemaal gereed
is, kunnen de bezoekers toch al getuige zijn van
een compleet nieuwe tentoonstelling over zon en
maan en over het ontstaan, het leven en sterven
van sterren. Van 's morgens tien tot 's avonds tien
uur kan het grote mysterie van het heelal worden
ontrafeld. En op heldere avonden kunnen
nieuwsgierigen ook een blik werpen door de ster
renkijker.
Het nieuwe complex van de sterrenwacht heeft
zo'n drie miljoen gulden gekost en is met een op
pervlakte van 1500 vierkante meter driemaal zo
groot geworden. Er is een grote tentoonstellings
ruimte. een filmzaal voor 170 personen en een
planetarium, waarin ons zonnestelsel en de ster
ren kunstmatig kunnen worden getoond. De ster
renwacht heeft verder de beschikking over een
zogenaamde 'Minnaert-observatorium', een koe
pel met daarin een spiegeltelescoop van 35 centi
meter doorsnee, een radio-telescoop van 7,5 me
ter en een zonne-observatorium. Dit instrumen
tarium maakt het mogelijk de opppervlakte van
de zon te projecteren en grondig te bestuderen.
Verder is er een meteorologisch weerstation,
compleet met ontvangstapparatuur voor weersa-
tellieten.
Gehandicapten
Ook is er aan gehandicapten gedacht. Een tweede
sterrenkijker, die in aantocht is, wordt geplaatst
in een koepel die tijdens de nieuwbouw met lift
toegankelijk is gemaakt. Dankzij een dobson-kij
kerconstructie is het beeld van de sterrenkijker
op een vaste plaats te zien. waardoor gehandi
capten veel beter kunnen waarnemen.
Volkssterrenwacht Simon Stevin'. genoemd
naar de zeventiende eeuwse Nederlandse natuur
kundige, is in 1961 opgericht door Bruno Ernst
van de Broeders van St. Louis in Oudenbosch. De
toenmalige sterrenwacht stond op het klooster,
maar moest door de grote toeloop in 1970 naar
het nabijgelegen Hoeven verhuizen.
Volkssterrenwacht 'Simon Stevin' is vijf dagen
in de week twaalf uur per dag open. Zondags is
de sterrenwacht open van 10 tot 17 uur. Alleen's
maandags hangt het bordje gesloten.
Melkwegstelsel. Elk niet zuiver rond vlekje op deze foto is het gezamenlijk licht v
een afstand van 700 miljoen lichtjaar.
In tegenstelling tot de gebruikelijke kleinbeeldfilmpjes
en de wat grotere rolfilmformaten, zoals 6x6 centime
ter, worden lichtgevoelige emulsies voor astronomische
doeleinden doorgaans op zuiver vlakke glasplaten ge
goten. Afhankelijk van het doel waarvoor ze zijn be
stemd, zijn ze in allerlei formaten en spectraalgevoelig-
heden verkrijgbaar. De sterrenkundige gebruikt ze in
tot supercamera's omgebouwde reuzentelescopen voor
heel precieze positiemetingen van objecten en voor het
opsporen van bepaalde type sterren.
Het enige 'nadeel' van deze reuzennegatieven is hun
bewerkelijkheid en de ruimte die ze innemen. Dat is in
deze tijd van efficiency uit den boze. Sommige grote en
al lang bestaande sterrenwachten hebben sedert de op
komst van de fotografische plaat, ruim een eeuw gele
den, inmiddels veel ruimte in beslag nemende foto-ar
chieven opgebouwd. Geregeld worden platen opnieuw
bekeken om te zien of een zeker object al eerder werd
gefotografeerd en, zo ja, hoe het er toen uit zag en waar
het zich toen bevond.
Maar de techniek schrijdt voort. De bewerkelijke pla
ten worden steeds meer verdrongen door veel efficiën
tere CCD-technieken waar lichtindrukken van kosmi
sche objecten door middel van 'beeldpuntjes' (pixels)
digitaal worden opgeslagen. Niet alleen zijn die electro-
nische beelden meteen beschikbaar, je kunt er ook al
lerlei bewerkingsprogramma's op los laten. Posities en
spectraalkarakteristieken zijn bovendien vrijwel direct
uitte lezen.
Degradatie
De CCD-techniek 'degradeert' de sterrenkundige tot de
stoel achter de computerconsole. Sterker nog: de astro
noom hoeft niet eens meer af te reizen naar de vaak op
een berg in een onherbergzaam oord opgestelde tele
scoop om de fotografische plaat in het telescopische
brandpunt te plaatsen om daarna een aantal uren of
soms dagen op het ultieme resultaat te wachten.
Geen plaat, geen reis; alleen een commando in de
vorm van op het toetsenbord ingetikte hemelcoördina
ten via een communicatiesatelliet verzonden naar een
telescoop op een veraf gelegen sterrenwacht. Op het
beeldscherm op een ander continent verschijnt na en
kele seconden of minuten het digitale beeld van het ob
ject waarna het onderzoek desnoods direct kan begin-
Een bijkomend voordeel van dit 'intercontinentale
waarnemen', zoals technisch reeds mogelijk is vanuit
het hoofdkwartier van de Europese Zuidelijke Sterren
wacht (ESO) in Garching bij München met één van de
ESO-telescopen op de Chileense berg 1-a Silla in Zuid-
Amerika, is dat de sterrenkundige overdag werkt met
een telescoop waarboven zich op datzelfde moment
een met sterren bezaaide hemelkoepel welft.
Protest
Een aantal sterrenkundigen heeft inmiddels bij de fir
ma protest aangetekend. Zij wijzen op de voordelen
van foto-platen boven CCD's. Met CCD's kunnen al
leen betrekkelijk kleine stukjes aan de hemel worden
bestreken en bovendien is de beeldvastlegging een tij
delijke zaak.
Een ander aspect is dat de CCD's nog te duur zijn:
een moderne met meer dan een miljoen pixels kost al
gauw een slordige ton en dat is dan exclusief de beno
digde hard- en software. Voor veel sterrenwachten is de
overschakeling van platen op CCD's financieel niet
haalbaar, zo verklaarden de astronomen.
in de herfst van 1893 reisde de Engelse arts
George Oliver van zijn woonplaats Harroga
te. twintig km boven Leeds, naar I onden.
een afstand van zo'n 350 km. Doel van zijn
reis was een ontmoeting met prof. Edward
Schafer. hoogleraar fysiologie aan het Uni
versity College in de Engelse hoofdstad. Hij
had zijn advies nodig. Oliver had een buisje
met een extract van bijnieren bij zich.
Toen hij in Schafers laboratorium kwam.
was deze druk doende met het experimen
teel meten van de bloeddruk van een hond.
De hooggeleerde reageerde wat korzelig op
Olivers bezoek. Hij hechtte niet zo veel ge
loof aan de bewering van de arts uit I larro-
gate dat het bijnier-extract dat hij bij zich
had, bloedvaten sterk deed vernauwen. Oli
ver had dat, zo beweerde deze, met zelf
ontworpen instrumenten aangetoond bij
zijn zoon die hij het extract had laten drin
ken. Oliver had echter geen haast.
Het enige dat hij Schafer vroeg was om na
de beëindiging van diens experiment zijn
bijnier-extract in een bloedvat van het
proefdier te spuiten. Schafer stemde daar
mee in 'om alle onzin uit de wereld te hel
pen'. Hij gaf de injectie, en stond bijna te
gelijkertijd versteld hoe snel de bloeddruk
in de hond omhoog schoot. Oliver had het
dus bij het rechte eind.
Zijn extract van bijnieren had een sterk
vaatvemauwend effect, als gevolg waarv an
de bloeddruk fors toenam. Na een winter
van samenwerking, presenteerden Oliver
en Schafer op 10 maart 1894, nu honderd
jaar geleden, hun eerste verslag 'over de fy
siologische werking van het extract van bij
nieren'. Het extraheren, aldus het verslag,
'levert een substantie op die een zeer krach
tig werking uitoefent op de bloedvaten, op
het hart en op de skeletspieren'.
Deze verantwoordelijke stof kreeg, later, de
naam adrenaline. Naar de l.atijnsc naam
voor bijnier adren, letterlijk: op de nier),
een gepaard orgaantje aan de bovenkant
van de nier. dat bij de mens niet meer dan
een gram of vijf weegt, maar voor het goed
functioneren van ons lichaam absoluut niet
kan worden gemist. Adrenaline was het eer
ste hormoon waarvan de chemische struc
tuur werd ontrafeld, zo'n tien jaar later, en
het eerste dat in het laboratorium kon wor
den gesynthetiseerd.
De vorming van het hormoon in het merg
van de bijnier staat, weten wij nu. onder
sterke invloed van het zogenaamde autono
me zenuwstelsel - van dat deel van het cen
trale zenuwstelsel waarop onze wil geen in
vloed heeft. Bij angst, woede of spanningen
(stress) draait de bijnier op volle toeren en
jaagt de adrenaline-spiegcl in het bloed
omhoog, tot een hoeveelheid die soms drie
honderd maal hoger kan zijn dan normaal.
Het hormoon oefent zijn invloed vooral uit
op die organen die van belang zijn om op
angst of boosheid te kunnen reageren - met
vechten of vluchten. De hartslag gaat om
hoog, bloedvaten in niet direct van belang
zijnde weefsels en organen worden dichtge
knepen, de ademhaling gaat dieper en uit
de lever wordt extra suiker vrijgemaakt om.
als brandstof, spieren harder te kunnen la
ten werken.
De ontdekking van adrenaline door Oliver
en Schafer honderd jaar geleden wordt op
10 en 11 maart in Londen groots gevierd.
Mannen die twijfelen aan hun vruchtbaar
heid kunnen nu hun eigen zaad onder de
loep nemen. Sinds enkele dagen ligt een
doe-het-zelf test in de winkel waarmee het
aantal gezonde zaadcellen kan worden ge
meten. Volgens fabrikant Tecno Lab Inter
national BV dé manier om in huiselijke om
geving de vruchtbaarheid van de man te
testen. De Amsterdamse gyneacoloog en
vruchtbaarhcidsspecialist F. Broekmans
van het VU ziekenhuis steh echter dat de
aanwezigheid van veel gezonde zaadcellen
niet automatisch betekent dat iemand
vruchtbaar is.
„Onvruchtbaarheid kan ook veroorzaakt
worden door afwijkingen aan de zaadcellen,
aanwezigheid van antistoffen en ontstekin
gen aan het afvoerkanaal. De test houdt
daar geen rekening mee", zegt Broekmans.
Volgens een woordvoerder van de fabrikant
is de test voor 90 tot 93 procent betrouw
baar. „Een zeer hoge score voor een test",
aldus de zegsman.
Een vruchtbare, gezonde man heeft mini
maal twintig miljoen beweeglijke zaadcel
len per milliliter sperma. Mannen die een
jaar lang proberen hun vrouw zwanger te
maken en bij wie dat niet lukt. worden on
vruchtbaar genoemd. Vaak is hun aantal
gezonde zaadcellen fors minder dan twintig
miljoen.
Ongeveer 85 procent van de mannen die
onvruchtbaar zijn kunnen worden gehol
pen. Onder andere door de „goede" cellen
uit het sperma te halen en in te brengen bij
de vrouw. Ongeveer 15 procent van alle
echtparen kampt met vruchtbaarheidspro
blemen. Bijna de helft van de gevallen is toe
te schrijven aan de slechte staat van het
■penna.