Elvis Costello corrigeert zijn koers
k
■jP 194 ZATERDAG 5 MAART 1994
'Is het niet verbazingivekkend dat je jezelf opeens kunt verbazen?'
Costello in zijn 'angry young man'-periode. foto lex van rossen
van The Small Faces in, maar voor de rest is
het dubbelzinniger geworden, veel minder
direct."
Met zijn oude, in 1986 uiteengevallen oude
band, The Attractions, heeft Costello 'Brutal
Youth' opgenomen. Elvis: „Eigenlijk is dat
het gevolg van hardop uitgesproken gedach
ten van producer Mitchell Froom. Het voor
deel van werken met vertrouwde mensen is
dat ze zich veel eerder vrij voelen om zelf met
suggesties te komen. Tijdens de repetities
voor de opnamen bedacht Pete Thomas, de
drummer, opeens een ritmisch patroon. Zijn
ritme maakte het lied veel melancholieker."
„Ik heb toen dat heel agressieve oorspron
kelijke idee laten vallen van een song waarin
de ik-persoon vertelt hoe hij een griezelige
plek bezoekt. Door die andere aanpak krijg je
nu het idee dat je gewoon door een straat in
een andere buitenwijk loopt en bekropen
wordt door het onbehagelijke gevoel dat je
opgesloten zit. Als je met een helder beeld
naar de omgeving zou kijken, zou je niets van
dreiging kunnen waarnemen. Het is bijna
alsof je angst alleen maar tussen je oren zit.
Had ik vastgehouden aan de oorspronkelijke
aanpak, dan was die inhoud niet zichtbaar
geworden."
Onvervreembaar
Rockmuziek heeft alles te maken met identi
teit. Als je de zanger uit de band haalt, veran
dert de muziek ingrijpend; zonder Lennon
geen Beatles, zegt McCartney. Zo is Costello's
vocale stijl onvervreembaar de zijne. Tasmin
Archer, de Engelse zangeres, gaf onlangs een
EP uit met vier songs van de hand van
Costello. Elvis: „Ik smaak regelmatig het bui
tengewone genoegen dat mijn werk wordt
gecoverd. Die opnamen van Tasmin hebben
me echter meer geleerd over de wijze waarop
anderen - het publiek, collega-artiesten -
naar mij luisteren dan welke andere interpre
tatie ook. Haar versies zijn overigens niet
noodzakelijkerwijze de beste, maar dit terzij
de."
„Tasmin heeft een natuurlijk stemgeluid,
maar ze had buitengewoon veel moeite om j
'New Amsterdam' te kunnen zingen. Net j
zoals Linda Ronstadt - toch ook niet de minst
begaafde zangeres - altijd moeite had mijn
werk te brengen. Vooral wat ik vroeger maak
te - de songs tussen 1977 en 1980 - hangt
nauw samen met mijn stemmelodie. Haal je
de stem weg, dan ben je de melodie al zowat
kwijt. Als ze echter een liedje van later datum
zingt, zoals All Grown Up, dan kan Tasmin
Archer opeens haar ei wél kwijt."
„Als je dah in de spiegel kijkt zie je opeens
dat je anders bent gaan schrijven. In je jonge
jaren is je werk eigenlijk onvervreembaar het
jouwe, word je wat ouder dan word je ver
draagzamer. Je staat als het ware een andere
opinie over je werk toe. Ik vind die ontwikke
ling te gek. Tasmin zingt 'All Grown Up' met
heel veel gevoel voor de ander in het liedje,
terwijl mijn versie onverzoenlijk was. Mis
schien komt dat doordat Tasmin niet weet
over wie ik zing, maar dat ook terzijde.
Hahaha."
De Costello van 1994 is zelfbewuster en te
gelijkertijd bescheidener dan die van 1977.
Hij haalt The Beatles aan als voorbeeld van
songschrijvers, die zelf allerlei invloeden ver
werkten, en tegelijkertijd het inzicht deden
groeien dat je als uitvoerend artiest je eigen
werk moest schrijven. Elvis: „Achteraf gezien
kun je aan hup. vroege werk zien wie ze pro
beerden na te bootsen. Zelfs Chuck Berry is
zwaar door anderen beïnvloed; in zijn songs
zit veel Louis Jordan."
„Ik heb een keer in de States met Chuck
samengewerkt. Tot mijn stomme verbazing
speelde hij opeens Ramblin' Rose van Nat
King Cole. Het had geen enkele satirische bij
bedoeling. Nee, Chuck zette zijn eigen optre
den volledig stil, zei 'En nu tijd voor echt
mooie muziek', en deed me geloven dat hij
zijn eigen werk- maar niks vond in vergelij
king met Cole. Ik werd er eerst triest van,
zo'n bittere man, maar later ben ik van ge
dachten veranderd.
„Ik heb enkele jaren geleden een plaat op
genomen die helemaal uit covers, liedjes van
anderen, bestaat. Ik hoop dat die alsnog kan
uitkomen; ik doe liedjes als Strange van
Screaming Jay Hawkins of I threw it All away
van Dylan. Het is een heel relaxte plaat ge
worden, maar ik zeg er niets anders mee, dan
dat ik van die liedjes houd. Het is bijna net
zoals bij folkmuziek, waar het herkennen van
de mensen die je voorbeeld waren, helemaal
niet omgeven is door taboes."
„Ik vind het een goeie zaak dat mensen
aangeven wie ze bewonderen en aan wie ze
dank verschuldigd zijn. We pikken het alle
maal niet uit de lucht op, al denk je dat
graag. Niet iedereen is een Mozart. Vrijwel al
les is aangeleerd. Als je niet schaaft aan je
creativiteit wordt 't allemaal minder. Als je
maar nooit een academicus wordt. Je creati
viteit dank je aan je spontaniteit."
Verbazing
„De simpelste dingen kunnen nog steeds een
potentie hebben, die je er niet van ver
wacht," zegt Elvis over de herstelde band met
drummer Pete Thomas, pianist Steve Nieve
en bassist Bruce Thomas. Hij lacht het kolde
rieke, soms wat scherpe boek ['The Big
Wheel') dat Bruce over hun eerdere samen
werking schreef weg ('Dat was toen, en hij
heeft ermee afgerekend'). „Je kunt tegen de
gekste dingen fris aankijken. In alle zeventien
jaar dat ik nu werk, heb ik nooit iets opgeno
men in de klassieke rockbezetting van twee
gitaren, bas, drums. Dat is nu pas gebeurd
met Kinder Murder op Brutal Youth'. Is dat
niet verbazingwekkend? Dat je jezelf opeens
kunt verbazen door dét te willen wat je in
1977 afwees?"
Het staatsiebezoek aan Neder
land is nog geen uur oud of Het
Incident geschiedt. Roek-ster
Elvis Costello, inmiddels een zich bezadigd
voortbewegende man van 39, zit in een Gooi-
se radiostudio gereed om twee songs te kwe
len voor de VARA-microfoon. In en om de
opnameruimte is de spanning voelbaar. Er
hangt die laffe Hollandse trots in de lucht:
'hier zit toch maar mooi een wereldartiest in
onze uitzending. Maar we doen alsof onze
neuzen bloeden'.
'Opname tien seconden na nu', wil de
technicus zeggen, maar er komt niks van.
Domme pech zorgt ervoor dat er wat geluids
kanalen openstaan op de koptelefoon van
Costello. Met de volumeknop op tien. Voor
een muzikant, zelfs een rocker, staat zo'n
aanslag gelijk aan moord. Je oren zijn je
broodwinning, je directe band met buiten.
Zonder gehoor geen beleving van, of uitdie
pingvan muziek. Einde communicatie.
Costello springt op, gilt het uit van de pijn
en neemt - iedereen stijfvloekend - de benen.
Het Gooise radiowereldje kijkt toe, staat als
zoutpilaren vastgenageld aan de grond. 'De
Beroemde Costello explodeert tóch. Zie je
wel, de verhalen over het opvliegende karak
ter zijn waar. Je hebt toch wel gehoord dat hij
- weliswaar al weer enige tijd geleden - jour
nalisten een veeg uil pan gaf toen bleek dat
ze hem slecht voorbereid kwamen intervie-
Even later overstijgt het geroezemoes het
gekerm van Elvis.
Hollandse gêne bestaat net zo goed als
Hollandse trots; we negeren bij voorkeur on
ze schaamte. Niemand neemt de moeite om
zijn excuus aan te bieden voor deze stommi
teit. Costello klaagt ondertussen over een
rondzingend geluid, waarvan hij niet meer
weet of hij het in of buiten zijn hersenpan
waarneemt. Uiteindelijk komt een radio
bobo informeren 'hoe 't gaat?'. Ne
derlanders verdienen op het
gebied van tact ook
weinig eremetaal.
Geruime tijd later
herpakt Costello zich.
De woede die in hem
zit spuugt hij er via
twee, prachtig gezongen,
live opgenomen songs
Het komt op deze dag
zelfs nog tol een voorzichtig
radio-interview. „Zeg, Patrick
McManus, waarom.noem je je
eigenlijk Elvis Costello?" Twee
fouten in één zin. De ergste
daarvan staat gelijk aan de dom
heid Hany Webb te vragen waar
om hij als Cliff Richard door het le
ven gaat of Adriaan Kyvon als An-
dré van Duin. Je vraagt Batman niet
zijn masker af te nemen. Een podi
umpersoonlijkheid, een Bühnenaam
is iels heel anders dan het naakte indi
vidu achter het publieke bezit. Grote
kans dat beiden met zo'n enkele vraag
dichtklappen.
Niks alledaags
Als Costello in 1977 aan het firmament ver
schijnt, ziet de wereld een in rouwkleren ge
huld neefje van de Marx Brothers. Op de
voorneus bengelt een Buddy Holly-bril, een
verfomfaaid zwart kostuumjasje en hoge
zwarte, schuimstoffen, platte 'bordeelslui-
pers'. Niks is alledaags aan de man die zich
pesterig hult met de voornaam van Presley
en zijn achternaam ontleent aan het komisch
Hollywood-duo Abbott Costello. Na het
verschijnen van zijn eerste langspeler verge
lijkt de muziekpers hem met Bob Dylan, Bru
ce Springsteen en met Freek de Jonge.
Costello's muziek mag dan de ene keer bij
tend klinken, de volgende keer aartsliefelijk.
Zijn teksten handelen over afgunst, jaloezie,
slecht verwerkt liefdesverdriet. Kortom, ze ui
ten op dezelfde wijze als columnisten als
Ischa Meijer of Lennaert Nijgh gewend zijn te
doen, en Carmiggelt deed, op tragikomische
wijze diep menselijk leed. Wie zijn song New
Amsterdam hoort kan slechts denken aan
Jacques Brei; wie Shipbuilding kent, ver
moedt misschien een beetje hoe een popu
lair lied de publieke opinie over de Falkland-
oorlog heeft beïnvloed.
Begin jaren tachtig ontwikkelt Costello zich
tot een fraaie crooner. Hij is met David Bowie
een van die zeldzame voorbeelden van een
niet natuurlijk getalenteerd zanger die vocaal
toch tot grote hoogten weet te stijgen. Het
gaat dan al om een man die put uit de erva
ringen van zijn vader Ross McManus (in de
jaren veertig leadzanger bij het The Joe Loss
Orchestra), graag de soul van Tamla Motown
opzoekt, en in Amerika voor opschudding
zorgt door als het lelijke eendje in de bijt du
etten te kwelen met vooraanstaande country
western-sterren als George Jones en Merle
Haggard.
Halverwege de jaren tachtig trouwt hij Cait
O'Riordan, bassiste uit de punkfolkband The
Pogues, evenals hijzelf een tweede generatie
allochtoon van Ierse komaf die Engeland er
vaart als een vijandig milieu. Mede onder
haar invloed ontwikkelt Costello zijn eigen
zinnigheid nog verder; hij doet alles wat hem
leuk lijkt en goed dunkt. Hij gaat een verre
gaande werkrelatie aan met zijn jeugdidool
Paul McCartney, introduceert Ierse folk en
uit New Orleans afkomstige feestelijke boogie
op zijn platen, schrijft voor een dozijn andere
artiesten alsof het allemaal geen energie kost
en stelt zich tijdens zijn concerten in Neder
land voor als The Beloved Entertainer. Nog
zelfspot ook.
Wie het genoegen smaakt nu en dan met
Elvis Costello te mogen converseren, leert
Elvis Costello: „De simpelste dingen kunnen nog steeds een potentie
hebben, die je er niet van verwacht." foto lex van rossen
kennen met een
feilloos geheugen. Bij
iedere volgende ontmoeting
herinnert hij zich de essentie van het
vorige gesprek. Als je zijn kennis van en lief
de voor de klassieke deelt, moet je niet gek
opkijken van een telefoontje waarin hij ver
telt naar Amsterdam te zijn gevlogen om de
nieuwste werken van Schnittke of Goe-
baidoelina aan te horen - internationaal be
faamde, nog levende Russische componisten.
Bijna altijd draait het gesprek dan uit op het
vergaren van kennis; hier is iemand bezig
met de éducation permanente.
Costello is een vleesgeworden spons.
Elementen
De persoon in kwestie roert in een kopje kof
fie in hetzelfde Amsterdamse hotel waar hij
altijd zit als hij in Nederland moet zijn. „Nee,
ik drink het niet op. Ik heb er een paar gehad,
en nu pas begrijp ik waarom jullie zo hard
kunnen fietsen. Jullie zijn allemaal gedro
geerd door de caffef'ne. Niks hasj en wind
molens, het is koffie." Omdat zo'n losse flod
der de volgende keer op muziek zou kunnen
staan, verwacht hij - onuitgesproken - weer
woord. Goed dan: Multatuli, Van Nelle, Max
Havelaar passeren de revue. Kolonialisme,
architectuur en engagement als typisch Hol
landse beweegredenen. Alles wordt aange
hoord met grote interesse.
Het doet me denken aan de manier waar
op hij zegt nu teksten te maken. „Ik schrijf te
genwoordig veel in de eerste persoon enkel
voud. Je voelt je dan meer op je gemak. Je
kunt iemand eerst observeren, vervolgens in
zijn huid kruipen en dan tenslotte je eigen
gevoelens in zo'n karakter stoppen. Zo heb ik
ook gewerkt aan de songs op The Juliet Let
ters, de plaat met het Brodsky Quartet. De
enige manier om je met succes af te vragen
hoe een middeleeuws liefdesdrama zich
moet hebben voltrokken, is je zo'n situatie in
te denken en na te spelen. Zo bevat All the
Rage wel veel autobiografische elementen en
zo speelde Still too soon to know zich wel af
in mijn leven, maar dateert zo'n verhaal over
de vraag of je vrouw verliefd is op een ander,
alweer van jaren geleden.
De intellectueel die schrijftechnieken toe
past. Dat imago van een slimmerik is Costel
lo de laatste jaren veelvuldig nagedragen.
Voor zijn verstand en notie hoeft hij zich niet
te verontschuldigen, het andere verwijt
vraagt wel om een weerwoord. „Je zou het
techniek kunnen noemen als je de methode
ontleedt, maar ik zie het niet als techniek of
methode; ik schrijf op wat in me opwelt. Ik
bedenk niet: nu ga ik opzettelijk in de derde
persoon enkelvoud hanteren. Pas als ik met
een liedje klaar ben, krijg ik een beetje het
idee hoe het bij anderen zal overkomen."
„Je moet je nooit te bewust worden van je
zelf; als je je spontaniteit verliest, ben je heel
veel kwijt. Natuurlijk, over de jaren heb ik
veel technieken aangeleerd, simpel omdat je
die oppikt van anderen met wie je werkt. Als
een schilder voor een van zijn technieken al
tijd weer naar dezelfde kwast moet grijpen,
dan is-ie de gevangene geworden van zijn ei
gen onmacht. Pas wanneer die schilder ge
woon zijn gang gaat als een timmerman die
een hamer alleen dén pakt als hij 'm nodig
heeft, dan hoef je geen angst voor je gereed
schap te hebben."
„De stem van de zanger is zo'n stuk ge
reedschap. Als ik een song schrijf die door
een ander wordt gezongen, kan dat liedje een
heel andere lading krijgen. Met je stem plaats
je bewust en onbewust accenten in de tekst,
suggereer je wat je over wilt dragen. Van
nogal wat van mijn songs is de humoristische
lading niet eens opgepikt omdat ik een nogal
agressief stemgeluid heb. Pas bij 'The Juliet
Letters' heb ik over de gehele linie in een wat
lager register gezongen en heb ik niet meer
hoeven knijpen, zoals in veel rockmuziek ge
beurt. Bij iedere toonhoogte, merken de
mensen dan, hoort een andere stemming."
„Soms moet je bij het zingen, net als bij
het maken van een tekst, in de huid van éen
ander kruipen. Iemand anders' specifieke
stembenadering proberen toepassen, omdat
je dan pas de lading van het liedje kunt over
brengen. Daarmee bereik je dat je jezelf be
vrijdt van je eigen aangeleerde handig
heidjes. Je klinkt dan niet langer als jezelf,
maar omdat je stem niet in het minst lijkt op
het voorbeeld dat je in gedachten hebt, ook
niet op iemand anders."
„Zo heb ik me bij de opnamen van sommi
ge stukken op Brutal Youth de stem van soul-
legende Curtis Mayfield ingeprent. Ik lijk niet
op hem, maar ik voeg wel wat toe aan mijn
stem toe. Voor je het dan wet ben je aan het
denken over pure popgeschiedenis: schiet je
opeens te binnen dat Jimi Hendrix' sterp ei
genlijk een mix van die van Curtis en die van
Bob Dylan moet zijn geweest. Niemand is vrij
van invloeden. Mayfield is niet veel gekopi
eerd. Terence Trent d'Arby en Lenny Kravitz
worden wel veel genoemd, maar ik denk dat
iemand als Van Morrison veel meer schat
plichtig is aan Curtis. Denk maar eens aan
Vans songs als Crazy Love of Gipsy Queetv, het
zijn bijna imitaties."
„Je moet als songschrijver voortdurend
openstaan voor suggesties van anderen; je
hebt nooit de wijsheid alleen in pacht. Op
'Brutal Youth' staat een liedje, Rocking Horse
Road, dat ik misschien aanvankelijk wel veel
agressiever, harder had willen opnemen. Er
zit nu nog een verwijzing naar Tin Soldier
Bij de verdeling van de
jaarlijkse Grammy Awards -
de Oscars van de
platenindustrie - is Elvis
Costello deze week alweer niet
in de prijzen gevallen. Sterker
nog: hij was niet eens
genomineerd.
Toch geldt deze Engelse singer-
songwriter sinds zijn debuut
in 1977 als een van de grootste
en creatiefste geesten die er in
de popmuziek rondlopen.
Over anderhalve week
verschijnt zijn vijftiende
studioalbum: 'Brutal Youth',
waarmee hij terugkeert naar
recht voor zijn raap
opgenomen, hoogst
emotionele rock.