Als Bergkamps voet de bal kust
Multatuli heeft altijd gelijk
Hemmerechts vertelt verder
Boeken
Doe het zelf Mondriaan
De nadagen van Tempo
Doeloe volgens Spier
Debuut Schipper over
Afrikaans broeinest
DONDERDAG 3 MAART 1994
Boekeureeks en tijdschrift over sport in de literatuur:
BOEKEN
RECENSIE .ERNSTJAN ROZENDAAl
Nannie Kuiper, Nico Out, Jetske Spanjer
en Melanie Verhoeven, Mondriaan voor
beginners Met doe-opdrachten van Jaap
Clement. Uitgeven) De Koperen Tuin in
De maandagkranten, overheerst door de sportbijlagen,
zijn voor sommigen een bron van verrukking en voor an
deren een bron van ergernis. De eerstgenoemden vinden
die halve pagina over de match tussen Stuntelse Boys en
F. C. Failliete Boedel aan de zuinige kant, de anderen
slaan de bladzij boos om. 'Optima', langzamerhand het
beste literaire tijdschrift van Nederland, heeft nu ook een
uitgebreide sportbijlage. Hén die bij iedereen in de smaak
zal vallen want de dertien artikelen hierin zijn bijna alle
maal helder geschreven, geestig en origineel - kwaliteiten
waar het in de sportverslaggeving doorgaans aan ont
breekt.
AMSTERDAM»
„Sport wordt nog altijd stief
moederlijk behandeld door de
literatuur", schrijft redacteur
Henk Pröpper in een inleiding.
Kr wordt van verschillende kan
ten geprobeerd daar wat aan te
doen. Want bij uitgeverij Tho
mas Hap zijn de eerste twee de
len van de Nederlandse Sport
bibliotheek verschenen. Die
boekjes zijn gewijd aan voetbal
en boksen, maar als ik me niet
vergis spreekt de wielersport
nog het meest tot de verbeel
ding van de hedendaagse Ne
derlandse schrijvers.
De sportbijlage van 'Optima'
bevat gedichten van Arno
Breekveld (een reeks 'Binnen
sport') en van Henk Pröpper
('Ode aan de schoonste zonen
van Engeland'). De meeste me
dewerkers schreven echter een
essay. Overigens wordt het be
grip 'sport' bier bijzonder ruim
opgevat. J. P. Guépin heeft het
over zijn geliefde auto, een
Morgan. I lelga Ruebsamen ver
telt hoe zij ontmaagd wordt
door een sportleraar, 'the King
of Indoor Sports', zoals hij zich
zelf noemde. Anton Korteweg
schrijft over zijn lichaamsbewe
ging: „Ik ben automobiel bij uit
stek, verslaafd aan zelfbeweging
per fiets of voet." Arjan Peters
levert boeiend commentaar op
de sportcommentatoren.
David Endt, perschef bij de
voetbalclub Ajax schreef deel 1
van de Nederlandse Sportbi
bliotheek. De Godenzonen run
Ajax heet het boekje dat be
schouwingen bevat over voet
ballers als Aron Winter, Bryon
Roy en Frank Rijkaard. De uit
geverij heeft de bedoeling 'een
literaire reeks hoeken over
sport' te brengen. Maar in dit
geval is van literatuur nauwe
lijks sprake. Het ontbreekt Endt
niet aan goede wil, maar wel
aan stilistisch meesterschap.
Dat blijkt vooral als bij zéér en
thousiast wordt, bijvoorbeeld
over de verrichtingen van Den
nis Bergkamp. Hij schrijft dan
holderdebolder lyriek: „Maar
wanneer zijn voet de bal kust
gaat alles opeens te snel voor de
Elvira Spier, De rr
noph
l)c maan op het water is de geschiedenis van een kind op lava.
Het boek is geschreven door Elvira Spier en bet mag absoluut
een juweel worden genoemd. Een parel uit de Indische hoek
van de Nederlandse literatuur. De schrijfster is niet echt 'be
roemd', hoewel ze al eens de Visser Neerlandia prijs won en
een respectabele literaire staat van dienst heeft. Toch hoeft het
niemand te verbazen als ze hiermee definitief haar naam zou
vestigen in de historie der Nederlands-Indische letterkunde.
Een bijzonder boek. In de eerste plaats omdat bet heel goed
is geschreven. De schrijfster weet een sterk verhaal te combine
ren met een gevoel voor fraaie beelden. Ofwel: de hardheid van
het leven gezien vanuit de optiek van een kind. Hoe mooi is de
passage over oom Ed die een tijger velt en vervolgens het hart
rrassend is ook de manier waarop
n rol laat spelen op het moment
optreedt.
Sarah breekt. En hoe
schrijfster de mystiek
aarop oom Ed nog een k
Daarnaast is de historische achtergrond niet alledaags. Over
de communistische opstand op Java onder leiding van Tan
Malakka in de jaren twintig van deze eeuw is weinig geschre
ven. Veel meldt Elvira Spier hier niet over, maar wel wordt dui
delijk dat hel er wreed aan toe moet zijn toegegaan.
Bovendien zijn de nadagen van Tempo Doeloe, de tijd waar
in het nog goed ging met de Europeanen van Nederlands-In-
dië, zelden zo poëtisch en ontluisterend in beeld gebracht. Een
drama wordt voelbaar in een paar woorden. Zelden ook zijn er
verhalen ontstaan over die periode, waarin liet rassenonder
scheid zo wereldvreemd naar voren komt. Maar de schrijfster
heeft daar dan ook veel over te melden.
Door de ogen van het kind doet de wereld zich dan ook an
ders voor dan hij volgens de nonnen der volwassenen is. Het
kind heeft heel wat soorten bloed in zich en is daarom gewend
aan de gewone omgang met mensen van allerlei ras. I loewel
de blanke gemeenschap een dergelijk houding niet toejuicht,
maken de omstandigheden een dergelijke positie onvermijde
lijk. Gelukkig maar, want dank zij Sarah maakt de lezer kennis
met een aantal wonderlijke en interessante bewoners van die
verloren Indische wereld.
Goes, f 14,90
Bergkamp nadat zijn voet net een bal heeft gekust.
withemden. De bal tolt rond
een knoestige knie, een speler
voelt de wind om zich heen sui
zen en probeert zich vergeefs
staande te houden in de cy
cloon."
De buitengewoon neutrale
houding van schrijver-schilder
Armando in De Boksers - deel 2
in de Nederlandse Sportbiblio
theek - blijkt een stuk effectie
ver. Hij beperkt zich ertoe de
gesprekken van voormalige
boksers te noteren en onthoudt
zich van commentaar. De con
versaties zijn absurd, schok
kend, af en toe grappig: „De
Bokser ging neer op een linker
hoek. De scheidsrechter begon
te tellen. 'Tel niet zo snel, kloot
zak', zei de aangeslagen bokser.
Toch kwam hij niet op tijd om
hoog." Nieuwe delen van deze
Sportbibliotheek, onder meer
over Fausto Coppi en het Ne
derlands-Braziliaans voetbal,
zijn in voorbereiding, voor
sportvrienden én voor sportha-
ters is dat goed r
ARCHIEFFOTO LOEK ZUYDERDUIN
Optima. Elfde jaargang
nummer 4. Uitgeverij Contact
Amsterdam, 12,50.
David Endt, De Godenzonen
van Ajax. Nederlandse Sportbi
bliotheek 1, Thomas Rap,
19,50. Armando, De Boksers.
Fotografie Guus de Jong. Ne
derlandse Sportbibliotheek 2,
Thomas Rap, 16,50.
Mondriaan voor beginners is
een boek voor kinderen vanaf
twaalf jaar. Compleet met doe-
opdrachten. Het maakt op een
aanschouwelijke manier duide
lijk hoe Mondriaans werk zich
ontwikkelde van figuratief naar
abstract. Het is een handzame
introductie op het leven en
werk van Piet Mondriaan, mooi
geïllustreerd en zeker niet al
leen voor pubers.
De vier auteurs van het boek -
Nannie Kuiper, Nico Out, Jetske
Spanjer en Melanie Verhoeven -
wandelen met grote stappen
door het leven van Mondriaan.
Zijn geboorte op 7 maart 1872
in Den Haag, zijn eerste schil
derlessen in Winterswijk, zijn
studie aan de Rijksacademie
voor Beeldende Kunsten in Am
sterdam. de verhuizing naar Pa
rijs, De Stijl en zijn laatste jaren
in New York komen in vogel
vlucht voorbij. In feite vormen
deze gebeurtenissen de omlijs
ting van het werkelijke verhaal:
Mondriaans regelmatige verblijf
in Domburg in de zomers tus
sen 1908 en 1914 en zijn - deels
gelijktijdige - ontwikkeling als
modem schilder.
Mondriaan voor beginners is
duidelijk opgezet als een
Zeeuws boek. Kennelijk is het
boek op een I
een wat breder kader
zonder twijfel onder invloed van
de hausse aan activiteiten die in
het hele land plaatsvinden in
het teken van het Mondriaan-
jaar. Daarvan draagt het de spo
ren. Het boek pretendeert een
kennismaking te bieden op het
totale werk van Mondriaan en
zodoende zou bij de leek de in
druk kunnen ontstaan dat de rol
van Zeeland in het algemeen en
die van Domburg in het bijzon
der daarin van onschatbare
waarde is geweest. En dat valt
echt wel mee.
Met dit voorbehoud in ge
dachten blijft Mondriaan voor
beginners toch een heel leuk
boek. Mede door die aandacht
voor Domburg. Via een be
schrijving van het mondaine
strandleven in Domburg, de ri|
ke badgasten en de imposante
villa's komen de auteurs gelei
delijk tot Mondriaans eerste be
zoek aan de badplaats. Hij was
een eenling, zo blijkt uit het
boek, ondanks zijn contacten
met de eveneens in Domburg
verblijvende kunstenaars als Jan
Toorop en Jacoba van Heem^-
kerek.
Helder en overzichtelijk krijgt
de lezer Mondriaans stapsgv
wijze ontwikkeling naar een
steeds abstractere manier van
schilderen voorgeschoteld. De
prachtig weergegeven illustra
ties zijn daarbij het belangrijk
ste hulpmiddel. De compositie
van een schilderij, het kleurge
bruik, Mondriaans fascinatie
voor horizontale en verticale li|
nen, zijn zoeken naar 'een uni
versele ervaring'; op een toe
gankelijke wijze maken de au
teurs duidelijk wat Mondriaan
bewoog.
Door middel van doe-op
drachten kan de lezer het ge
leerde zelf in praktijk brengen.
Dat laatste resulteert in een op
dracht tot het maken van een
Mondriaangedicht, naar analo
gie van Mondriaans uitbeelding
van bomen: eerst een schets
naar de werkelijkheid, dan een
overdadige versie, vol gevoel,
vervolgens wordt het overbodi
ge weggesneden en tenslotte,
na een laatste ordening, is al
leen de essentie nog over.
In 1950 werd begonnen met de Volledige
Werken van Multatuli. Onlangs is deel 23
verschenen dat de jaren 1884 tot en met
1886 beslaat. Daarmee is de reeks bijna
compleet, want Multatuli zal in het volgen
de, 24ste deel, op 19 februari 1887 overlij
den.
'Zal' overlijden, in de tegenwoordige tijd.
Want met het grootste gemak verplaats je je
in tijd en ruimte ruim honderd jaar terug.
Dat tekent natuurlijk de kwaliteit van de
brieven van Multatuli en de vele andere
scribenten (literaire vrienden en kunstbroe
ders) die ook dit deel van het Volledig Werk
in plaats van gedateerd, ondanks de histori
sche feiten, zeer herkenbaar, hier en daar
zelfs opmerkelijk actueel maken.
Eduard Douwes Dekker woont al sinds
1880 met Mimi (Maria Hamminck Schepel)
in Nieder-Ingelheim in de villa, geschonken
door de kunstschilder, linguïst en miljonair
Johannes Zürcher. Hun pleegkind Wouter
('Wou') is in 1884 acht jaar. Gedrieën bewo
nen zij in alle eenvoud het hooggelegen
huis (thans hotel) met uitzicht op het Rijn
dal.
'Dek', die veel last heeft van asthma,
weidt in vele brieven uit over de gezonde
lucht op zijn heuvel. Als zijn steun en toe
verlaat, de uitgever G.L. Funke ernstig ziek
wordt, probeert hij hem ter genezing naar
Ingelheim te krijgen. Doktoren hebben an
dere ideeën. Funke, die ook uit financieel
oogpunt voor Dekker veel heeft betekend,
overlijdt in oktober 1885.
Reden voor Multatuli om met nog meer
verbittering uit te halen naar doktoren en in
het algemeen naar de wetenschap. Want
kenmerkend is, achter de meesterlijke,
speelse, humoristische stijl, het gekanker
van het miskend genie. Ook al blijkt uit
brieven van Willem Paap en Frederik van
Eeden dat zij hun Vincent Haman en De
kleine Johannes sterk onder invloed van 'de
meester' Multatuli hebben geschreven, en
ook al staat literair Nederland krom van be
wondering, wezenlijk begrijpt niemand
hem en au fond kan niemand iezen.
Zijn beschouwingen over onderwijs, ar
chitectuur en politiek doen zeer heden
daags aan, evenals zijn beschouwingen
over de literatuur. Maar naast de verhitte
ring toont Dekker zich een 'zachte' per
soonlijkheid voor bezoekers aan zijn huis.
Hij is de gastvrijheid zelve. Getuigen schrij
ven over prachtige dagen in Ingelheim, roe
men de eenvoud en hartelijkheid van Mimi
en Dek en luisteren vol bewondering naar
de verhalen en ideeën van Multatuli die net
zo mooi spreekt als hij schrijft.
In de jaren in Ingelheim tekent het verko
zen isolement van de schrijver zich af tegen
de buitenwereld. Hij leest vele kranten, cor
respondeert met de groten der Nederlan
den, speelt correspondentieschaak, becom
mentarieert de wereldproblemen vanuit
zijn stoel of tuin. maar hij neemt er geen
deel meer aan. Hij is een columnist in brie
ven. Typerend in dit verband is zijn trots
over zaken die hij al lang geleden in een van
zijn boeken heeft voorspeld.
Hoezeer Multatuli altijd gelijk had. blijkt
ook uit het voorzien van zijn eigen dood.
Op oudejaarsdag leest hij aan Mimi een ge
dicht voor met de eerste regel 'Dra zijn wij
aan het eind van de afgemeten baan'. Zes
weken later zou hij overlijden.
Literatuurfestival
Jean Paul Ra'
derdag 17 t
Fe
val
De
Burcht. Zondag 20 maart is het
open dichterspodium met be
geleiding van het koor Het Zin
gend Hart. Dinsdag 22 maart
verklaren tien sprekers tien ge
dichten van Leopold. Remco
Campert, Bart Chabot en Mir
jam Van hee besluiten op don
derdag 24 maart het festival. Al
le bijeenkomsten beginnen om
20.15 uur aan de Burgsteeg 14.
Jitg Atlas. 29,90
I leel vroeg in onze eeuw schreef
Christian Morgenstern onsterfe
lijke nonsens-poëzie. In een
kort gedicht vertelde hij over de
heer Korf die een soort moppen
uitvond die pas vele uren later
werken. Je luistert er verveeld
naar. En dan word je 's nachts
in bed plotseling monter, verza
ligd glimlachend als een volda
ne baby.
De Vlaamse schrijfster Kris-
tien Hemmerechts (1955) is op
haar best wanneer zij Korfs
techniek van uitstel toepast. Zij
is in korte tijd beroemd gewor
den, geprezen, bekroond, geïn
terviewd. Zij werkt hard, en-
conscieus en consistent. In kor
te, felle zinnen vertelt ze verder,
vooral over liefdesrelaties en ge-
gruwel als in sentiment. Ze
houdt ervan seksuele praktijk
en fantasie te beschrijven, ze
houdt ervan over de betrekkin
gen tussen ouders en kinderen
te berichten. Of ze nu verbeeldt
of afbeeldt, ze heeft altijd af
stand. Ze mag bits lijken maar
ze lacht gretig.
Haar nieuwe hoek van twaalf
verhalen heet Langgeleden en is
een voortzetting. Het beste ver
haal leek mij 'Kindje en Appel
sientje. Appelsientje en Kindje'.
Dat kwam door het Korf-effect.
Eerst verveelde ik me nogal bij
de lectuur over twee zusjes,
twee jaar verschillend in leeftijd,
en hoe zij speelden, naar school
gingen, het zoveelste kinderver
haaltje in onze rijke literatuur.
Duidelijk was de zo domineren
de oudste. Appelsientje, eigen
lijk de afhankelijke. Het werd
tragedie, Appelsientje ging het
als volwassene op een zuipen
zetten, werd een psychiatrisch
patiënte, kreeg nog suikerziekte
ook. stierf. Grand guignol, nogal
sentimenteel. Pas uren later be
zon ik mij dat het een heel mooi
verhaal was. Niet tijdens het le
zen, na het lezen kreeg ik er be
wondering voor.
Volgens de uitgever (op de
achterkant) spelen in de verha
lenbundel 'autobiografie en pu
re fictie een rollenspel: de ver
zinselszijn werkelijkheid, terwijl
de autobiografie soms onwerke
lijk lijkt'. Een duistere tekst, en
de problematiek is in principe
irrelevant. Je leest een verhaal
om het verhaal, niet om te we
ten te komen of de schrijfster
zich echt geblinddoekt op een
bed liet vastbinden om lekker te
lijden.
Dat eigen ervaringen, fanta
sieën, obsessies van de auteur
het werk bepalen weet de lezer
sinds lang. Uit een biografie,
autobiografie, dagboek leert hij
later graag hoe de vork in de
steel zit. Voorlopig heeft hij te
doen met een kunstwerk, een
ding dat zichzelf moet zijn, dat
zijn betekenis krijgt door the
matiek, taal, constructie.
Er staan knappe verhalen in
de bundel, zoals' 'Thuiskomst'
met een geraffineerd meedo
genloos vrouwenportret. Er
staan rare in, zoals de sex-gru-
wel 'Geen mop'. Er staan saaie
in zoals de monoloog 'In mijn
hoofd'. Er staan braaf-realis-
tisch-psychologische in zoals
'Terug', 'Jaloers' en 'Familie-uit
stap'. Het Korf-effect veroor
zaakten ze niet erg heftig bij
mij.
RECENSIE ROB VOOREN
Atneke Schipper. Conrads rivier Ui'
rij Contact, 29,90
In het midden van de onrustige
jaren zestig volgen in het voor
malig Belgisch Kongo de poli
tieke intriges, machtswisselin
gen en staatsgrepen elkaar op.
Tegen de achtergrond van dit
gewelddadige en - zeker ook
voor blanken - dreigende decor
situeert Mineke Schipper, hoog
leraar interculturele literatuur
wetenschap te Leiden, haar de
buutroman Conrads rivier. In
deze nogal gekunsteld opge
bouwde romantische entourage
beschrijft de auteur middels
brieven, dagboekfragmenten en
(toneel)dialogen het kortstondi
ge huwelijksleven van Ellen en
Gerard.
Na haar huwelijk met de am
bitieuze en traditioneel 'rechtse'
Gerard wordt Ellen docent En
gels aan de universiteit van
Stanleyville, waar ze in contact
komt met Afrikaanse studenten,
die haar inzicht geven in andere
dan blanke standpunten. Vooral
de Zuidafrikaanse vluchteling
Mofoio, met wie ze haar voor
liefde voor de schrijver Joseph
Conrad (vgl. de titel) gemeen
heeft, heeft grote invloed op
haar politieke en anti-racisti
sche opvattingen.
Allengs is er tussen hen spra
ke van meer dan zielsverwant
schap, al wordt die liefde - on
danks Gerards verdachtmakin
gen - niet geconsumeerd. Na de
moord op Mofoio. die op zijn
beurt de Zuidafrikaanse folte
raar - een al te stereotiepe blan
ke racist - om het leven heeft
gebracht, raakt de situatie poli
tiek èn privé in een stroomver
snelling. De verwijdering tussen
Ellen en Gerard wordt onover
komelijk en de vlucht uit het
Europeaan-vijandige Afrika on
vermijdelijk.
Als romantisch-historisch do
cument is Conrads rivier een
boeiende terugblik op een al
weer bijna vergeten postkolo
niale periode in de Afrikaanse
verzetsgeschiedenis. Tegelijk
geeft de nadruk op deze Kongo
lese fase het boek iets geda-
teerds. Er is in de tussenliggen
de drie decennia te veel ge
beurd, met name in Zuid-Afri-
ka, om de lezer nog te verrassen
met een tegenwoordig geaccep
teerde stellingname in het con
flict blank-zwart. Gerards kolo
niale opvattingen zijn, in meer
derheid, allang niet meer in
zwang.
Als literaire roman schiet
Conrads rivier te kort. Op Ellen
na zijn alle personages, Gerard
voorop, tweedimensionale figu
ranten. grof subjectief afge
beeld. Ook Ellen zelf, die we
door het ik-perspectief van brie
ven en dagboeknotities aardig
leren kennen, wordt naïef ge
schilderd. Keurig meisje belandt
in Afrikaans broeinest en raakt
begaan met het lot van de on
derdrukte autochtoon. "Ik ben
bang dat onze vriend te veel
stripverhalen gelezen heeft,"
zegt Ellens kortstondige min
naar Traore ergens. 'Kuifje in
Afrika.' Dat effect.
Gevoegd bij het droog-op
sommende karakter van het
boek, de taaie en bedachte
structuur, zoals de mogelijke
Eindes" die weer verwijzen naar
het even open begin, en de vele
clichés ("Bij elk gezicht hoort
een eigen verhaal", p. 57; "Le
ven is kiezen tussen doden en
sterven", p. 184) krijgt deze ro
man vooral het karakter van
een. niet eens zo spannend
meisjesboek.
FOTO LOEK ZUYDERDUIN