Lada vecht voor overleving M Bij de tijd ZATERDAG 26 FEBRUAR11994: Project met GM moet Russische gigant nieuwe toekomst geven Adjunct-directeur Nikolai Gloesjkov: ongeloofwaardige uitleg. De Russische auto industrie ligt op apegapen. Bij de Moskouse giganten 'Zil' (Kremlin-limousines en vrachtwagens) en de AZLK-fabriek (producen t van de 'Moskvitsj'- personenwagen), is het grootste deel van het personeel naar huis gestuurd; de rest werkt nog maar twee dagen per week. In de fa briek van 'Avtovaz' (Lada) lag de produktie gedurende december en jan uari geheel stil. Maar in de verte gloort hoop: General Motors. De Lada in produktie. Een fabriek zonder robots. FOTO'S NP A HANS GELEIJNSE HANSGELEUNSE. Een donken mentarieert het TV-beeld. Er ver schijnt een stuur. „Ik ben gek op het stuur". Een stoel. „En op die heerlijke zachte stoelen". Dan loont het scherm het hele produkt: de Lada. „Dit prachtige ont werp", jubelt de mannenstem over een auto, die uiterlijk vrijwel ongewijzigd al bijna een kwart eeuw over de Russische wegen snort. Plots een paar octaven lager: „Alleen die prijs, daar houd ik niet van." Logovaz, de officiële dealer van Lada in Rusland, kent de sores van z'n klanten. Dus kan in een TV-commercial niet om de hete brij worden heengedraaid. De Russische con sument moet voor de eenvoudigste Lada-uit- voering 9.749.874 roebel neertellen. In harde Nederlandse guldens komt dat neer op 12.200 gulden, een paar honderd gulden minder dan de Nederlandse catalogusprijs ïpelste Lada-model, de 2105, met 1,5 liter Wie in Rusland, waar het gemiddeld maandsalaris rond de tweehonderd gulden schommelt, kan zich zo'n geprijsde Lada ver oorloven? Potentiële kopers zullen niet over de streep worden getrokken door het ver koopargument uil de Logovaz-reclame. Een tweede mannenstem sluit die namelijk af met de geruststellende mededeling dat de dealer z'n wagens nog verkoopt voor de 'de- cember-prijs'. Met andere woorden: al twee maanden is de prijs niet verhoogd, ondanks de inflatie van 20 procent per maand. Als we bestuurders van Avtovaz, waar de Lada onder merknaam Zjigoeli wordt gepro duceerd, mogen geloven, is de Russische markt nog lang niet verzadigd. De vraag naar alle modellen, de blokkendoos I.ada, de voor- wielaangedreven fastback Samara (Spoetnik in Rusland) en de 'jeep' Niva zou nog enorm zijn. Niettemin moesten bijna alle 120.000 werknemers van het gigantische Avtovaz- concern in Wolga-stad Toljatti de laatste tien dagen van december en de hele maand janu ari gedwongen thuisblijven. De produktie werd stilgelegd. Een bedrijf dat volgens de bestuurders liefst eentiende van het Russi sche Bruto Nationaal Produkt voor z'n reke ning neemt, doet dat niet zomaar. Lege kassen Zil en AZLK produceren alleen voorde Russi sche markt. En daar is het leentjebuur-spelen nu afgelopen. De toeleveranciers hebben geen geld meer om aan te leveren, de afne mers geen geld om aan te kopen. De staat - 'defensie' voorop - plaatst geen orders meer, dus zijn de bedrijfskassen leeg en kunnen zelfs de salarissen niet meer worden uitbe taald. Lada is echter óók exporteur. Veertig pro cent van de totale produktie (vorig jaar 680.000 auto's) wordt volgens de bedrijfslei ding op de harde-valutamarkt afgezet. En an ders dan vroeger, toen de inkomsten in de Sovjet-staatskas verdwenen, kan het concern nu zelf over de dollars, marken en guldens beschikken. Adjunct-directeur Nikolai Gloesjkov doet eerst alsof er niets aan de hand is, als we hem in het financiële hoofdkwartier van het be drijf vragen waarom de produktie moest wor: den stilgelegd. Gloesjkov is het prototype van de moderne manager: hij voert ongevraagd de hele conversatie in goed Engels. „Onze produktiestop was van tevoren gepland, het gaf ons de mogelijkheid de 1994-produktie te herstructureren", probeert hij eerst. Voor de zestig procent van de produktie die in Rusland blijft, kampt Lada met dezelf de problemen als collega-ondernemingen Zil en AZLK. En als we over de export gaan pra ten, komt Gloesjkov woorden tekort. Er is wel degelijks iets meer aan de hand dan 'planma tige herstructurering'. „De regering berooft de producenten en bevoordeelt de financiële speculanten", zegt hij. „De roebel werd en wordt kunstmatig hoog gehouden ten opzichte van de dollar. Dat is leuk voor de banken, maar niet voor exporteurs zoals wij." De schuld Gloesjkov schrijft driftig reeksen getallen op een papiertje. Het voorbeeld moet duidelijk maken dat bij de koers van 1200 roebel voor de dollar, die in de tweede helft van vorig jaar standhield, Avtovaz op commerciële kredie ten liefst 240 procent rente aan de banken betaalde. Daartegen waren de latere Inkomsten uit verkopen niet opgewassen, legt Gloesjkov uit. De roebelwinst daalde geweldig, omdat de koers geen rekening hield met de maande lijkse inflatie. Volgens Gloesjkov zou de roe bel nu al veel lager dan 2000 voor de dollar moeten staan, terwijl de munt in januari pas van 1200 naar 1567 in februari zakte. Met die 'dure' roebel moest Avtovaz wel de voortdurend stijgende energiekosten betalen. „Die zijn eigenlijk de schuld van alles. De re gering had die in de hand moeten houden", zegt Gloesjkov. Tel daarbij dat Avtovaz in 1993 op elke auto af fabriek 62 procent belas ting moest betalen, en het is duidelijk waar om Gloesjkov over cash-flow problemen tus sen Avtovaz en afnemers begint te praten. Het uiteindelijke resultaat van al deze mi sère is, dat de Lada-prijzen in Rusland bijna die van de export-modellen begonnen te ha len. Maar Gloesjkov weigert de tijdelijke slui ting van het bedrijf toe te schrijven aan een ingezakte vraag op de binnenlandse markt. Sterker rjog: hij beweert dat het wegvallen van de geïntegreerde Sovjet-markt niet tot produktieverlies heeft geleid. Tot 1992 leverde Avtovaz van de totale Lada-produktie liefst 60 procent aan de Sov jet-markt. Nu zou dat percentage voor de an dere republieken tot drie zijn gezakt. Maar welke autofabrikant weet een marktverlies van 57 procent bij gelijkblijvende produktie te compenseren met stijgende verkopen op een geldarme Russische markt? Avtovaz. Het doet ongeloofwaardig aan. Evenals Gloesjkovs verzuchting dat Avtovaz econo misch gezien de produktie had moeten stop pen en zich voluit op de winstgevende finan ciële markt had moeten storten. En dat ter wijl het concern voor 35 procent deelneemt in een eigen bank, de Avtovaz-bank. Gloesjk ov: „Ja, maar dat is een bank die niet specu leert. Onze sociale plicht is nu eenmaal het fabriceren van auto's." Overleefd Misschien schuilt in die opmerking de waar heid. In 1967 kwamen de Italiaanse Fiat magnaat Agnelli en de Sovjet-overheid tot een akkoord over het opzetten van een per sonenauto-industrie. Fiat leverde het model, de 124, de technologie en het fabrieksont- werp. Geheel naar het voorbeeld van de toenmalige Fiat-fabriek in Turijn werd aan de Wolga een Sovjet- kontsern gebouwd. De stad eromheen werd vernoemd naar de Italiaanse communistenleider Togliatti. IJit het niets kwam een enorme fabriek uit de grond waar op basis van de toenmalige op vattingen alles werd gefabriceerd: van metaal tot uiteindelijk auto. Avtovaz' vice-president Nikolai Ljatsjenkov was er vanaf het begin bij. „Het was bijna angstig, een grote lege vlakte, een wildernis. Er lag een klein stadje, Stavropol aan de Wol- ga, met zo'n honderdduizend inwoners. We woonden eerst in stacaravans en pensions. Maar in vier maanden had ik al een flat, zo snel ging het. En nu is Toljatti een stad met 650.000 inwoners", vertelt hij. Meer dan de helft ervan is nu direct afhan kelijk van Avtovaz en woont in het gelijkna mige Avtovaz-district, een van die betonnen flatgemeenschappen die overal in de voor malige Sovjetunie zijn te vinden. Toljatti. is Avtovaz, en niet alleen omdat in het hoerige restaurant Visit een niet te pruimen Zakoeski Lada (voorgerecht) op het menu prijkt of het hotel de naam 'Zjigoeli' draagt. Tachtig procent van de huizen, waar de werknemers praktisch gratis wonen, is van Avtovaz: negentig procent van alle crèches. En de lijst is eindeloos uit te breiden. Met het wegvallen van de staatssubsidies na de priva tisering van Avtovaz begin 1993 begonnen deze collectieve voorzieningen als een loden last op het bedrijf te drukken. Ljatsjenkov: „Het geheel is nu een overleef de constructie. Nergens ter wereld, om maar iets te noemen, zijn er nog autofabiieken die meer doen dan assembleren." Die kostenvre- tende produktie, zo betoogt hij, legt grote be perkingen op modernisering van Lada. Modellen Een kijkje in de fabriek maakt dat duidelijk. Er zijn drie lopende banden, het krioelt er van personeel. De robots die in westerse fa brieken functioneren zien we niet. Op één van de banden draait de 2106-produktie, het Lada-model dat direct van de Fiat 124 is af geleid. Op de andere gaan de gemoderniseer de versies van dit model plus de Niva en de OKA, een klein wagentje dat vooral het inva- lidenvervoer moet dienen. En op de derde loopt de hele Samara-serie. Ljatsjenkov zegt dat Avtovaz sinds de eer ste auto's in 1969 van de band rolden iedere zeven, acht jaar verbeterde modellen op de markt heeft gebracht. Die bleven allemaal op die eerste van Fiat lijken. Echt nieuwe waren alleen de Niva en de Samara, die overigens is uitgerust met dezelfde carburator-motor als de 'gewone' Lada. Volgens Ljatsjenkov is het gemiddelde maandloon op de fabriek 250.000 roebel. Maar een giechelende groep werkneemsters, die zich als 'brigade' presenteert, zegt slechts 150.000 roebel (nog geen 200 gulden)-te krij gen. Dertig procent van het produktieperso- neel is vrouwelijk. Tatjana van de 'brigade': „Kijk om je heen, dan zie je ons het werk doen, de mannen luieren." Deze vrouwen ondergraven elk directio neel betoog. De 'geplande' produktiestop kwam onverwacht. „Ze konden onze salaris sen niet meer betalen. Ons loon voor decem ber hebben we vorige week pas gekregen", vertellen ze. En somber: „Deze produktiestop zal vast niet de laatste zijn." Ljatsjenkov doet erg makkelijk over de meer dan honderdduizend personeelsleden die Lada voor de directe produktie inzet. „De loonkosten zijn bij ons slechts tien procent van de totale produktiekosten. Iri het Westen is dat veertig", verzekert hij. Maar Financieel expert Gloesjkov verheelt niet dat in 1994 de werkgelegenheid bij Avto vaz met tien procent terugmoet. Wie geluk heeft kan straks terecht bij de nieuwe fabriek die Avtovaz aan het bouwen is op het huidige enorme territoir. Als een re centelijk met zegen van president Jeltsin af gesloten principe-akkoord met General Mo tors in praktijk wordt gebracht, gaat Avtovaz in Toljatti de Opel Corsa produceren. In zekere zin gaat de Fiat-geschiedenis zich herhalen. De moderne variant is, dat Avtovaz een nieuwe onderneming - de Groot Russische Auto Alliantie - heeft opgezet. Vijf tig procent van het bedrijfskapitaal kpmt van Russische geldschieters, inclusief de kopers' van aandelen en obligaties. De 'strategische buitenlandse partner', zoals Gloesjkov het noemt, zou GM kunnen zijn, dat de andere helft van het kapitaal moet inbrengen. De nieuwe onderneming zal de eerste an derhalf tot twee jaar met uit Duitsland aan geleverde componenten een 'Russische' Opel Corsa gaan assembleren. Het is kennelijk al lemaal nog zo nieuw, dat Gloesjkov en Ljats jenkov elkaar tegenspreken als het om pro- duktieaantallen gaat: Gloesjkov houdt het op 1 50.000 en I jatsjenkovop 50.000 jaarlijks. Hoe dan ook, het Corsa-project zou in die twee jaar zowel financieel als technisch de basis moeten leggen voor een helemaal Rus sisch produkt, dat nu al op de ontwerptafel gereed ligt: de 1116. „Een fantastisch ont werp, met rigide technologische eisen die ook in het jaar 2005 nog actueel zijn", zegt Gloesjkov met een veelbelovend lachje. Een van de mooiste bladzijden uit de Camera Obscura vinden we in het verhaal over de familie Stastok. Ik bedoel de beschrijving van de tuinkamer waar op zondagavond bezoek ontvangen wordt. Het vuur in de haard is aangemaakt, het theeservies staat klaar en onder de tafel staan de stoven al warm te wachten op de bezoekers. Even kunnen we ons verplaatsen in een kamer van honderdvijftig jaar gele den. Hildebrand vertelt ons hoe de tuinkamer van de familie Stastok eruit ziet. Het is zo'n ouderwetse kamer met houten lambri- zeringen daarboven geschilderd behang. Vooral de schilderingen trekken zijn aan dacht. Het zijn 18de-eeuwse schilderingen, maar oom Stastok gaat graag door voor een vooruitstrevend man en daarom heeft hij de schilderijen laten aanpassen. Alle hoe den en broeken heeft hij laten overschilde ren om ze er als eigentijds te laten uitzien. De 18de-eeuwse japonnen met diepe de- colleté's zijn 19de-eeuwse japonnen gewor den met een hoog kraagje, alle waaiers zijn omgetoverd tot ruikers bloemen, 'en zelfs het haar der halfnaakte kinderen was in naam der beschaving geknipt'. Onwillekeurig moest ik daaraan denken toen ik deze week zat te bladeren in een oud woordenboek, en het vergeleek met de nieuwste druk van datzelfde woordenboek. Want tot.mijn verrassing ontdekte ik dat woordenboeken eigenlijk net zo te werk gaan als de heer Stastok sr.: menige voor beeldzin is in de loop der tijden een beetje aangepast, een beetje veranderd, overge schilderd, om bij de tijd te zijn. Een voor beeld: in de 10de druk van de dikke Van Dale (1976) staat nog: 'Hij drong door de schaar van bedienden in het vertrek', maar in de 12de druk (1992) is daarvan gemaakt: 'Hij drong door de menigte in het huis'. Nieuwsgierig geworden, ging ik meer van zulke verschillen zoeken. Verschillen dus die alleen maar de voorbeelden betreffen: niet verschillen die gewoon door taalveran-; dering komen. In de 10de druk staat bij 'aborteren' alleen: 'Eén miskraam hebben, ontijdig bevallen', en in de 12de druk staat er ook: 'Een miskraam opwekken, een zwangerschap afbreken'. Zulke verschillen zijn ook interessant maar zij betreffen echte veranderingen in de taal. Wat ik zocht i ren aanpassingen a la Stastok, louter om bij de tijd te zijn. En zo zijn er ook veel te vin den. Zo lezen we bijvoorbeeld in de 10de druk nog: 'De meid heeft de kinderen gewas sen' en dat is nu aangepast tot 'De leidster heeft de kinderen gewassen'. Bij 'afwezig heid' stond vroeger te lezen: 'Door uw afwe zigheid zou alles in verwarring geraken' en dat is geworden: 'Door uw afwezigheid zou alles in de war raken'. Of bij 'abuis': 'U is abuis', wat aangepast is als 'U bent abuis'. De verschillen zijn soms subtiel. Zo stond ei bij 'afwezig' vele drukken achtereen: 'Over morgen reis ik naar Frankfort voor zaken', hetgeen in de jongste druk veranderd is als 'Morgen ga ik naar Parijs voor zaken'. Frankfort was kennelijk een probleem, want; wij spreken tegemwoordig meestal van Frankfurt. En 'reis ik' klonk inmiddels te omslachtig nu menige zakenman met een privé-vliegtuig iin één dag op en neer gaat. Vandaar 'ga ik naar Parijs'. Soms was de voorbeeldzin zo ouderwets dat geen verbouwing mocht baten. In zo'n geval werd de voorbeeldzin maar helemaal: weggelaten. Zo stond er vroeger bij 'bak': 'In die winkel heeft men verschillende bak ken voor rijst, meel, enz.', maar zulke win kels bestaan niet meer. Dan maar de hele voorbeeldzin weg. Dat is ook gebeurd met: 'Hij had geen lust het met de afgezoende slet van een ander aan te leggen'. Ik geef toe dat ik ook niet zou weten hoe we dat bij de tijd hadden moeten maken. Om dezelfde reden lijkt me verdwenen: 'Dienstmeisjes die een uur aan de deur staan te babbelen'^ In de 10de druk staat bij abonneren nog: i 'Zich abonneren op de trein, op concer ten, op de radiodistributie...' en dat is in de: 12de druk geruisloos aangepast tot 'Zich abonneren op de trein, op concerten, op de kabeltelevisie...'. Maar het hoogtepunt van van Dale's aan passingen om bij de tijd te blijven, vinden we bij het woord 'afwas'. Daar stond tot voor kort als voorbeeldzin: 'De meid heeft de afwas weer laten staan', maar tegen woordig lezen we daar: 'Hij heeft de afwas weer laten staan'. Daar zou zelfs Stastok sr van opgekeken hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 42