'Dit vak maakt je asociaal'
'Je krijgt karakter van zo'n carrière'
WiELERSEIZOEN '94
Miguel Indurain is
niet te vierendelen
ZATERDAG 26 FEBRUARI 1994
29
gend jaar zijn beslag krijgen.
De herijking van de kalender
botst continu tegen de muur
van conservatisme, waarbin
nen de profwielersport zich af
speelt.
Iedere organisator van een we
reldbeker-koers wil de absolu
te top op zijn deelnemerslijst.
Maar als Bernard Hinault al
hel en verdoemenis preekte
over Parijs-Roubaix, wat heb
ben Indurain en Rominger er
dan te zoeken?
Toch wilden de organisatoren
van wereldbeker-wedstrijden
verplicht stellen dat alle beste
ploegen met al hun beste ren
ners in elke WB-koers zouden
aantreden. Het is tot een stevi
ge botsing gekomen, waarvan
de oplossing zo halfslachtig is
als je mocht verwachten: 85
procent van de beste ploegen
heeft nu zo'n beetje beloofd
naar de WB-klassiekers te ko
men. Maar met welke renners?
Nog interessanter was de re
gelrechte ruzie tussen de Vuel-
ta-organisatie en de beste ren
ner die Spanje ooit voort
bracht, maar die nog nooit de
Vuelta heeft gewonnen: Mi
guel Indurain. Najaren van
lijdzaam verzet eiste de Vuelta.
dat Indurain dit jaar de Vuelta
boven de Giro zou verkiezen.
Maar coureur en ploegleider
vinden dat zulks sportief niet
in de voorbereiding op een
vierde Tourzege past.
Belangrijkste vaststelling van
die winterse woelingen: de
frictie tussen ploegleiders/ren
ners aan de ene, en organisa
toren/sponsors aan de andere
kant verhevigt zich per sei
zoen. De organisatoren willen
hetzelfde aura als de Tour de
France, maar hun tegenpolen
zweren bij de vrijheid van keu
ze van het eigen program. De
organisatoren kunnen niet
zonder vedetten, de ploegen
maken edhter zelf wel uit wél
ke coureur er waar aan de start
verschijnt.
In feite heeft de winter weinig
tot niets opgeleverd, wacht ie
dereen af hoe seizoen 1995,
met die opgeschudde kalen
der. zich zal ontwikkelen. Voor
1994 zal alle winterwoede
weer vergeten zijn zodra de
eerste serieuze krachtmeting
een feit is.
Dat al het spektakel - in een
climax verwerkt op een Sicili-
aans WK -, dat alle topevene-
menten het qua bezetting
niettemin opnieuw zullen af
leggen tegen de uitstraling van
hét mega-wielrennen, zijnde
de Tour, lijkt ook voor komend
seizoen bij voorbaat zeker. De
Tour is alleen door een WK
voetbal te keren. De rest is blij
vend van een lager plan.
Daarom doet die steeds vaker
terugkerende winterse opwin
ding ook zo vermakelijk aan.
Natuurlijk wil iedereen de
winnaars hebben om sponsors
te verleiden teneinde de tv te
bevredigen. Het is de kring
loop van het professionele
wielerleven. Maar ook Indu
rain is niet te vierendelen. Hij
is geen van dag-tot-dag
scheurkalender.
PETER OUWERKERK
Het seizoen moet nog beginnen als Frans Maassen al
twee keer heeft laten horen dat ook Limburgers hart
grondig kunnen vloeken. De lucht boven Beziers is
blauw, de bomen staan hier al eerder in bloei dan in It-
tervoort, maar er deugt van alles niet. Twee in plaats van
één etappe morgen en dan ook nog die nieuwe koers-
schoenen die niet lekker in de pedalen vallen. Het leven
is geen pretje.
Wreed is hij door Jan Raas weer
weggerukt van huis en haard,
lelie Nijdam en de Mediterra-
nee in plaats van echtgenote
Margret en de Maas. Dat wordt
w eer even wennen. Maar ze
hebben zich al eerder vergist in
z'n aanpassingsvermogen. Acht
jaar geleden waren er in Lim
burg weinig die hem een kans
gaven in de harde wereld van
het profwielrennen. En zie hier.
Frans Maassen hoeft toch maar
mooi nooit meer te werken als
zijn carrière er over drie seizoe
nen opzit. Zo kunnen mensen
zich verkijken.
Al hebben ze wel hun tol geëist,
die jaren in het peloton. Frans is
de Frans van vroeger niet meer.
De voetballer van RKW Haelen,
de student aan het atheneum
van Horn, de timide knaap
zoals een Limburger dat hoort
te zijn, is niet meer. Niemand
die hem dat kwalijk neemt want
het zijn sterke benen die de last
van een beroemdheid kunnen
dragen. Maar Frans Maassen
zelfheeft het er moeilijk mee.
Rijk begint hij wel te worden,
..al moet ik nog even fietsen om
de BMW 525 TDS straks te kun
nen blijven rijden en een huis
van vijf ton te kunnen kopen."
Van zijn roomse opvoeding is
weinig meer over: ,,Ik kom al
leen nog op kerstavond in de
kerk." En van zijn sociale leven
deugt al helemaal niks meer. ..Ik
snap niet dat ik in Limburg nog
zoveel vrienden heb."
Dat laatste laat zich nader uit
leggen. Frans Maassen (29) doet
dat gretig, als een soort boete
doening. „Dit leven brengt me
tweehonderd dagen van het jaar
van huis. De tijd die je over hebt
gaat op aan vakanties, training
en bezoeken aan ouders en
schoonouders. Verder heb je
nergens behoefte aan. Een soci
aal leven? Dat is er dus niet. Ik
ben zelfs asociaal geworden,
doe grof tegen mensen. Het
kost me heel veel moeite om
aardig, menselijk te zijn tegen
degenen die me van vroeger
kennen. Gelukkig heb ik een
vtouw die me dan terugfluit."
Natuurlijk komt Margret ook uit
Limburg en kent hij haar al van
vroeger, van school. Want zo is
Frans wel. Geen gekke streken,
maar gewoon trouw blijven aan
zekerheden. Raas, is zo'n zeker
heid, Margret ook. Bij beiden
wil hij zijn 'carrière' het liefst
ook beëindigen. Jan Raas kreeg
publiciteit en overwinningen
(Ronde België. Ronde Neder
land. NK. Wincanton Classic,
Gold Race) terug. Margret krijgt
van hem, na drie jaar huwelijk,
een kind.
Geld en roem, of de kans erop,
vergoedt veel. zo niet alles.
Frans Maassen heeft altijd ge
vonden dat 'zijn soort' absurd
goed betaald werd. maar hield
zelf ook de hand op. Want „je
bent natuurlijk een lui als je het
niet pakt."
Frans Maassen houdt van
krachttermen. Alsof hij ze ge
bruikt om te tonen dat-ie een
kerel is. Of om zijn onzekerheid
te verbloemen. Van huis uit is
hij een echte Limburger dus, zo
zijn z'n eigen woorden, „minder
recht door zee dan de Hollan
ders, minder blufferig en veel
terughoudender."
Eigenschappen die als een rode
draad door zijn carrière lopen.
Een loopbaan die hem welis
waar aan de Nederlandse top
bracht, maar waarin twijfels
bleven overheersen. Maar in
één opzicht blijkt hij wel reso
luut. Frans Maassen, \ijfde en
tweede in de Ronde van Vlaan
deren, tweede in Milaan-San
Remo, tweede in Parijs-Brussel,
vindt zichzelf geen 'loser'. „Dat
moeten ze van mij niet zeggen.
Frans Maassen: „In potentie ben ik niet eens zo'n grote renner.'
want dan weten ze niet waar
over ze praten. In potentie ben
ik niet eens zo'n grote renner.
Inspanningstesten wijzen dat
uit. Ik ben goed, maar geen top
per. Mijn zuurstofopname-ver
mogen bijvoorbeeld, valt best
wel tegen. En het aantal watts
per kilogram lichaamsgewicht
dat ik kan trappen, is niet uit
zonderlijk. Dan kun je toch wel
stellen dat ik er het maximale
uithaal.
Hij is nog precies in de goeie
tijd geboren en broodfietser ge
worden. Dat kon niet beter.
„Perfect, echt waar. In '86
kwam het grote geld het pelo
ton binnen met het miljoenen
contract dat LeMond tekende
Ik ben in '87 prof geworden (bij
Raas, red). Drie jaar lang heb ik
in mezelf geïnvesteerd. In het
tweede seizoen bij Raas won ik
dertien koersen, maar bleef ik
slechts 25.000 gulden verdie
nen. Gezeurd heb ik toen niet.
Vind je het dan gek dat ik dan
FOTO COR VOS
ook met een beter contract
geen moeite heb. ook al is het
misschien overbetaald. Maar
wat is overdreven in dit vak. Je
loopt risico's. Kijk naar Teun
van Vliet of naar Hanegraaf. Jac
reed tegen een ree op hè. Mag
ik ook wel uitkijken. Het begon
bij mij met een eekhoorn, later
werd het een konijn, misschien
is het de volgende keer ook wel
een hert."
flij bedoelt maar: pakken zo
lang je nog pakken kunt. Terug
gezakt inmiddels naar de 24ste
plaats op de UCI-ranglijst, twee
jaar zonder grote score, maar
toch stonden ze eind '92 voor
hem in de rij. Carrera, Gatorade.
Festina, TVM en Raas ook weer
toen deze zijn nieuwe sponsor
WordPerfect had gevonden. De
bedragen? Tussen het halve en
het hele miljoen per jaar. Raas
deed daar. met naar schatting
zeven ton. niet voor onder en
handhaafde zo met Edwig van
Hooijdonck (Maassen: „Een
echte vriend van me") en lelie
Nijdam zijn harde kern
Potentiële klassieker-winnaars,
stuk voor stuk. Ze bewezen het
al eens. maar nog veel te weinig.
Maassen zou Maassen niet zijn
als hij zijn eigen prestaties niet
relativeerde. „Met die Gold Ra
ce was ik toen verschrikkelijk
blij. Maar het blijft een wed
strijd in Limburg, wordt toch
een niveau lager aangeslagen
dan Parijs-Roubaix. Ie wordt er
geen vedette van. vind ik. Ik
schijn tot de besten van Neder
land te behoren, maar daar is
niet veel voor nodig. Ik heb van
mezelf altijd gezegd dat ik geen
topper, maar een zogenaamde
topper ben. Zolang ik niet of de
Ronde van Vlaanderen, Parijs-
Roubaix, Milaan-San Remo.
Luik-Bastenaken-Luik of het
WK heb gewonnen. Een van die
vijf wedstrijden, dat is mijn
doel. In principe kan ik ze alle
maal winnen, maar wat heb ik
aan als. Win ik de komende
twee jaar niet een van die vijf
wedstrijden, dan denk ik niet
dat ik de motivatie kan opbren
gen om bij te tekenen of een
andere ploeg te zoeken."
Dan verlaat Frans nog liever het
milieu. Weg van de ruzies en in
triges. In het fietsen zien ze hem
niet meer terug. In Nederland
zou hij nergens anders willen
wonen, maar vreemd genoeg
speelt hij met de gedachte te
emigreren. „Ik heb veel van de
wereld gezien. En echt waar. je
gelooft het niet. maar er zijn
mooiere plekken op aard dan
Limburg."
COVERT VAN VEEN
NPA-VERSLAGGEVER
Jac Hanegraaf staat voor zwaarste opgave in zijn leven
Opnieuw is het Nederlandse peloton uitge
dund. Niet alleen door gedwongen 'ontsla
gen', maar ook door 'natuurlijk verloop'
Het meest opvallende slachtoffer van '93
heet Jac Hanegraaf. Door problemen van
neurologische aard kwam de Brabander
niet door de medische keuring.
Het besluit te stoppen op 33-jarige leeftijd
was moeilijk maar onvermijdelijk. In het
Bredase ziekenhuis De Baronie blikt Hane
graaf, vlak voor een nieuwe medische be
handeling om de ruggemergfunctie te sti
muleren, terug op een opvallende carrière.
Unit 35 van het Baronieziekenhuis, kamer
354. Vier bedden, drie ervan bezet door ver
moeide oudere mannen in pyama's. Voor
het laatste bed staat Jac Hanegraaf, ook niet
fris, maar in elk geval nog jong, 34 pas, en
niet in pyama, „want dat vind ik zo patiën-
terig."
De avond ervoor kwamen ze er in het Bre
dase ziekenhuis achter wie hij echt was.
„Hoera, we hebben een VIP", riepen ze
over de afdeling. „Een Very III Person zullen
jullie bedoelen", was het sinistere commen
taar van de VIP zelf.
De rest van het peloton is druk met de
ploegenpresentaties en de voorbe-
reidingskoersen in het zuiden. Jac
Hanegraaf kijkt somber uit het
raam van de derde ziekenhuisver
dieping en zegt: „Zulk weer was
j het toen ook. koud en regenach
tig"
Toen. Dat was die tweede juni
van het vorig jaar. Een dag om
nooit meer te vergeten. Zoals
Hanegraaf ook altijd de dagen zal
onthouden waarop hij Nederlands
kampioen der beroepsrenners
werd (twee keer), Parijs-Brussel en
de Gold Race won en met de rode
trui om de schouders in de laatste
Tourrit van '84 de Champs EJysee
opreed.
Dat waren de goede momenten. Dit
was het noodlot. Geen man met de
hamer in de massieve bergen rond
het Zwitserse Davos. maar 'onschul
dig' overstekend wild. „Ik heb alleen
gezien dat het mahoniekleurig was.
dacht zelf aan een hond. De Duitser
Olaf Ludwig, die zich op dat moment
samen met hem op de Tour van vorig
jaar voorbereidde, had het anders ge
zien: een ree. Het dier was even net zo
groggy als Hanegraaf, maar aanzienlijk
sneller hersteld. Het schudde zich even uit
op z'n poten en sprong de struiken in.
En Hanegraaf? Die deed iets dat hij nooit
had mogen doen. Hij lapte het advies van
Ludwig aan zijn laars, krabbelde op en free
wheelde de berg af, het dorp in naar de eer
ste de beste arts, die zich vooral bekommer
de om de hoofdwond. Later, bij onderzoek
in Eindhoven, twee dagen verder pas. zou
professor Sala constateren dat er drie rug
wervels waren beschadigd. „Hij riep er nog
collega's bij en zei tegen hen: moet je kij-
Jac Hanegraaf (links) in gesprek met zijn oud-ploegleider Peter Post. „Over een jaar zijn ze me
vergeten." foto npa
ken, deze foto is van die man. die komt hier
zo maar binnenwandelen. Olaf heeft me
naar Aken gereden, daar is m'n vtouw me
komen ophalen, de dag daarop zijn we naar
Eindhoven gegaan. Daar kreeg ik pas echt
een dreun."
Het zou niet bij die ene dreun blijven. Pijn.
morfine, acht kilo gewichtsverlies, verlam
mingsverschijnselen in rechter arm en
schouder en afbraak van spierweefsel volg
den elkaar in enkele maanden op. In de
kerstweek velde sport- en keuringsarts John
IJzerman definitief het vonnis: 'Afgekeurd,
ongeschikt voor topsport, geen licentie'.
Een bevestiging van iets dat Jac Hanegraaf
eigenlijk al wist.
Met Godefroot en Telekom had hij nog een
contract voor '94. Dat werd ontbonden. Van
de stroomlijn, die zijn lichaam ooit ken
merkte, die hem tot de stijlvolste coureur
van het peloton maakte, is nu niet veel
meer over. Injecties in het ruggemerg moe
ten de uitgevallen zenuw weer activeren en
het gevoel weer langzaam terugbrengen.
Een moeilijke kwestie, maar Hanegraaf kan
zich nu niet kwestbaar opstellen. Al is de
onzekerheid groot.
De beste uitslagen haalde hij in de eerste ja
ren van zijn loopbaan. Net voordat het gro
te geld het peloton binnenkwam, te begin
nen met de miljoenen die Greg LeMond
opstreek. „Toen ik bij Post reed en Neder
lands kampioen werd, verdiende ik veertig
mille per jaar. Na die titel kreeg ik er een
paar duizend gulden bij. bruto." En een
paar jaar later, in '84, toen hij namens Raas
de Gold Race won en succes had in de
Tour. „toen verdiende ik op jaarbasis echt
nog geen honderdduizend gulden.
Vandaar dat hij nu niet achterover kan leu
nen. rustig kan herstellen van een neurolo
gisch probleem. Het kost hem veel moeite,
maar Hanegraaf moet zijn gezicht laten
zien en zijn naam laten horen. Bij Telekom
hebben ze hem niet laten vallen en heeft hij
een voorlopige pr-functie aangeboden ge
kregen. Schrale troost. „Ik heb goede hoop
op herstel, maar heb geen tijd om daar op
te wachten. Ter overbrugging heb ik even
tijd nodig, maar over een jaar zijn ze me
vergeten. Ik moet in de running blijven en
doe me daarom beter voor dan ik me voel."
Hij noemt zelf drie hoogtepunten. Het eer
ste Nederlands kampioenschap, bij zijn de
buut als professional, in 81toen hij pas 21
was. Verder het feit dat hij nooit positief is
gebleken. En het moment, eind '90. toen
Peter Post hem. na alles wat er was voorge
vallen. weer terug vroeg in zijn Panasonic-
ploeg. „Dat was een schitterend moment
ja
In het shirt van Raleigh won hij behalve de
nationale titel ook Parijs-Rrussel in '82.
Vanaf '84, toen Hanegraaf Raas volgde naar
de Kwantum-ploeg was er sprake van een
haat-liefde verhouding die zo kenmerkend
is voor de Nederlandse wielerwereld in die
tijd.
Het was de tijd van de afspraken, de combi
nes. het ploegenspel en de Nederlandse su
prematie in het internationale wielrennen.
I lanegraaf voer er wel bij, en zou later, in
het moderne wielrennen, geen kans meer
maken op een grote overwinning. Maar in
de beginjaren tachtig nog wel. I Iet NK van
'81 bijvoorbeeld. ,./.e hadden niet de macht
mij terug te halen."
Of Parijs-Brussel van '82, toen Hanegraaf in
de finale alleen overbleef met Rudy Pevena-
ge. „De ruzie tussen de ploegen van Raleigh
en Capri Sonne was toen op z'n hoogte
punt. Pevenage en ik waren de enigen die
overgebleven waren van een vroege kop
groep. het lag op dat moment tussen Post
en Godefroot heel gevoelig en Capri Sonne
was van plan uit de wielrennerij te stappen.
Pevenage zei tegen me: laat mij winnen. Hij
had daar veel geld voor over. Zoveel dat ik
er gemakkelijk een auto van kon kopen, een
mooie ook. Dat kan niet waar zijn, dacht ik.
Zoveel geld hebben ze daar bij die arme
ploeg niet. Post kwam nog langs en drukte
me op het hart voor de winst te rijden. Ik
was pas tweedejaars, zo groen als gras en
dacht wat gebeurt hier toch allemaal? Vlak
voor de finale is Pevenage nog een paar
keer uit mijn hol gekletst, ik kon met moeite
aanklampen. Hij dacht dat we een afspraak
hadden, maar op de meet was ik de snelste.
Pevenage was woedend, ging tegen de Bel
gische pers zielig doen. wilde mij aanvlie
gen. Van der Velde heeft het toen voor mij
opgenomen en vloog in Brussel bijna
Pevenage nog naar de strot."
Het wielrennen zou snel veranderen, en
Hanegraaf. in '85 andermaal nationaal
kampioen, reed daarna geen grote prijs
meer. Hij werd al op jonge leeftijd een
koerskapitein en werd geplaagd door ziek
ten en blessures.
En het wereldje is klein. Toen Hanegraaf bij
Superconfex en later bij Telekom reed
kwam hij Pevenage weer tegen, eerst als
ploeggenoot, later als assistent-ploegleider.
Hetzelfde gebeurde met Post, die hem eerst
weer terughaalde naar Panasonic en nu
steeds zijn naam laat vallen als het om de
toekomstige begeleiding van jong talent
gaat. Een voorschotje op Hanegraaf s visie:
„Ik ben een purist. De randverschijnselen
van het wielrennen, afspraken en combi
nes, heb ik nooit leuk gevonden. Verdom
me, al dat gezeik. Wie hard fietst, die moet
maar winnen. Bij de junioren reed ik alles
en iedereen op een ronde. Heerlijk..."
COVERT VAN VEEN
NPA-VERSLAGGEVER
Frans Maassen is de Frans Maassen van vroeger niet meer
Zolang John Lennon dood
blijft komt er geen reünie van
The Beatles. Zolang Miguel In
durain niet is te vierendelen,
rijdt hij niet alle klassiekers, de
Vuelta. Giro, Tour en het WK.
De wielersport kent weinig
winnaars. Niet meer dan één
per koers. De rest lijdt die dag
- die week. of kleine maand -
een nederlaag. Omgerekend
per jaar komt dat neer op
hooguit honderd winnaars. De
resterende acht-, negenhon
derd professionals rijden elk
jaar opnieuw rond als de
corum, zijn slechts opgestapt
om de winnaars hun reliëf te
geven.
Dat nu is al jaren het pro
bleem waarmee de volkspopu-
laire sport heeft af te rekenen;
de kern waar het in de drie
hoek renners, sponsors, orga
nisatoren altijd weer om
draait. En neem er gerust ook
hel medium televisie bij.
Het aantal vedetten is dus be
perkt, maar het aantal organi
satoren dat genoegen neemt
met een ondermaatse bezet
ting eveneens. Het aantal top-
organisaties is echter net zo
goed op de vingers van een
paar handen te tellen. Met een
reus die boven alles uitsteekt:
de Tour de France.
Profrenners laten hun benen
draaien, (soms) het hoofd het
werk doen, en willen daar ook
voor worden betaald. Spon
sors en organisatoren willen
het liefst pas betalen als er ga
ranties worden gegeven. En
die zijn buiten de Tour de
France nogal beperkt, vaag,
om niet te zeggen hoogst on
zeker.
Waarom dit exposé? Omdat
zich afgelopen winterweer
een aantal botsingen binnen
de driehoek heeft voorgedaan,
die het eeuwig durende span
ningsveld opnieuw flink onder
druk zette.
De internationale wielrenunie
UCI) is, onder aanvoering van
de Nederlandse praeses Hein
Verbruggen. al een klein de
cennium bezig de stoom van
de Tour-ketel te halen. De po
et pulariteit van die zomerverpo-
zing niet ten koste te laten
gaan van de andere wielereve-
nementen. Die laatste, veel
e grotere categorie, eveneens de
status te geven, die het elke in-
7 spanning en van wie ook
waard maakt.
Het lag aan 'de kalender', de
programmering van de wed
strijden, trok marketing-des-
kundige Verbruggen de con
clusie. Dus moest er meer
1 evenwicht in die kalender
worden gebracht. Hij startte
vijf jaar geleden het projekt
wereldbekerwaarin de mo-
numentale klassiekers een
eeuwige protectie kregen en
een handvol andere eendaags-
en al dan niet bij toerbeurt
werden beschermd. De renner
en de ploeg die zich over die
jé WB-serie het meest regelmatig
toonden wonnen de wereldbe
kers. Zonder prijzengeld, bleek
al gauw.
De tweede renovatie die werd
aangebracht betrof de plaats
op de kalender van de Ronde
van Spanje en het WK op de
weg. De Vuelta blokkeerde te
veel de sportieve en commer
ciële bezetting van andere
wedstrijden, kon beter naar
september. En het WK moest
daardoor als apothéose op
schuiven naar begin oktober.
Het WB-projekt begint steeds
meer weg te hebben van
een doodgeboren kindje,
de WK-verhuizing moet
X - onder dwang - vol-