Topsport is een vak to m Ongewenste intimiteiten 192 ZATERDAG 19 FEBRUARI 1994 Maarten Ducrot in het nog niet officieel geopende kantoor van de Stichting Top Support. FOTO MARTIN DE GOEDE Topsport is een vak en dat vak valt het beste te léren van professionals. Dat is de filosofie van de nationale sportstichting Top Support, die op 25 februari officieel naar buiten treedt. Oud-wielrenner Maarten Ducrot en PSV-doelman Hans van Breukelen willen er het topsportklimaat in Nederland mee verbeteren. „Het is niet nodig dat aankomende topsporters de hindernissen die wijzelf zijn tegengekomen nog eens moeten nemen. Maar er sluimert ook al een conclict, met NOC/NSF. i g Stichting Top Support 25 februari van start IJULJ enmaal op snelheid laai hij zich /{I j nog altijd maar moeilijk afstop- pen. Oud-wielrenner Maarten Du- ftot gaat er als een echte solist van meet af vol in om de oprichting te rechtvaardi van de stichting Top Support, die top- port als vak verkoopt. Hij geeft een typerend oorbeeld. „Verspringer Frans Maas zit op n feestje. Vraagt een gast: Wat doe jij ei- Antwoord: ik ben verspringer. Leuk, de gast. Maar wat doe je verder? Stude- ittn, werken? 'Nee, ik spring.' Oh, je vrouw bperkt, weet de ander. Ja, zegt Frans. 'Huis- dus', concludeert de gast. 'Nee, ver- roept Maas." al Topsport is nog lang geen aanvaard beroep Nederland, wil Ducrot er maar mee zeg- Ja, voor profvoetballers, proftennissers In profwielrenners natuurlijk wel. Maar zij fijn 'gearriveerd' in een wereld waarin het sappelen is. Voor de talenten vooral, de komende atleten, die nog niet precies we- wat ze met hun leven willen. „Die gaan me helpen een keuze te maken", stampt Du- airot door. „Voor heip of haar willen we de uit de weg ruimen, die er nu nog gijn. Wie in Nederland goed is in een sport, kfeeft een probleem. Tenzij hij al uitblinkt en ^mand tegen is gekomen die de zaken voor lem regelt, kan hij bijna niet ontdekken hoe ;oed hij kan worden. Topsport wordt zo vrij- ilijvend bedreven dat hij zo ongeveer veroor- cld is tot een bestaan als uitkeringstrekker, t willen wij veranderen. Topsport is wel lijk een vak. En wij beheersen dat." jdivaren topsporters die onervaren topspor- Bprs helpen. Met overdracht van ervaring, :t begeleiding op maat en met geld. Dat is filosofie achter de nationale sportstichting [op Support, beeldend .uitgedrukt in een es- fettestokje omklemd door twee handen t logo van de Stichting. In het leven geroe- n door Maarten Ducrot (35), afgestudeerd de organisatiekunde aan de universiteit n Utrecht, en Hans van Breukelen. Voor de PSV-doelman was de bloody limit' reikt toen atlete Ellen van Lange nog met let olympische goud van de 800 meter om ?i|e hals. een brief kreeg van de gemeente Am- erdam dat haar uitkering was ingetrokken, afl'j vond dat 'sociale gehannes' zo gênant dat lij over een oplossing ging nadenken. „Ver- folgens belde Ducrot. die had hetzelfde idee. i*" een gesprek van 3,5 uur kwamen we uit de Stichting." Doelen nf)ie kreeg gestalte in de afgelopen zeven en zit nu dicht bij het officiële Op 25 februari verricht Veronica- en voormalig staatssecretaris Joop efan der Reijden de opening van het kantoor in Den Bosch, toepasselijk ondergebracht in het gebouw van de toekomst. Daar begint de IJftichting aan wat de omwenteling in de ixiporiwereld moet worden. Top Support: ervaren topsporters, of oud- Ctöpsporters die weten wat nodig is om op ni te presteren, worden als mentor gekop- icpeld aan zorgvuldig geselecteerde aanko- jlèiende topsporters. Óm een heel pakket aan te bieden. Voorlopig zijn er vijf (Ducrot: „We willen er 12 heb been' die ieder op hun eigen terrein rondkij ken, selecteren en nadien begeleiden. Oud- Ichaatser Gerard Kemkers, wielrenner Henk .ubberding en de atleten Robert de Wit, c^ians Koeleman en Gerard Nijboer werden peciaal vijf dagen getraind in het voeren van selectiejgesprekken. Zij stellen straks de loeien vast in overleg met de atleet, voor de orte en lange termijn. Samen met de sporter ekijken ze tevens wanneer en waar begelei- ing nodig is en trekken ze een plan. „Als een vak is, moet je de aankomende jpsporter de ruimte geven om dat vak te le- verduidelijkt Ducrot. „En ze leren dat latuurlijk het beste van professionals." "et iedereen is blij met het initiatief. De ver- tuding tussen NOC/NSF en Top Support is spaald niet jofel', om in de terminologie >t ,,fwSr van Maarten Ducrot te blijven. „Wij willen graag samenwerken, maar in de ogen van het NOC zijn wij te commercieel", aldus Ducrot. „Die mensen zien de toegevoegde waarde niet, zien ons als weer een loot aan de de be geleidingsboom en willen voorschrijven wel ke topsporters wij moeten begeleiden. Dat bepalen we natuurlijk zelf, maar we willen er wel wat over afspreken." Volgens Ducrot heeft Top Support dat ook geprobeerd. „Maar na de laatste bijeenkomst op 10 januari hebben we niets meer gehoord. Althans, niet van het NOC. Wel van bonden die ons aanspraken over onze benadering van 'hun' sporters. Die hebben wij geïnfor meerd. Kwam er een brief van het NOC dat de besluitvorming was onderbroken door on ze gesprekken met die bonden." Dat wekte inderdaad de grootste irritatie, beaamt Johan van der Haar namens NOC/NSF. „Vier dagen voordat we ons standpunt over de Stichting zouden bepalen, warén de bonden aangeschreven. Zo werkt het natuurlijk nieL Wij hebben het Olym pisch Netwerk door heel Nederland, met al lerlei faciliteiten voor sporters, en van som mige relaties daarin wil de Stichting ook ge bruik maken. Dan moet je je schikken." Dat weigert Top Support pertinent. „En als ik eerlijk ben, kan ik me dat ook wel voorstel len", stelt Van der Haar. „Maar wij zijn al heel lang met hetzelfde bezig. Niemand weet het, maar de afdeling Individuele Begeleiding bestaat deze maand precies twintig jaar. Wij kunnen een aardig pakket bieden, maar om dat we een grote groep sporters op een of an dere manier helpen, kan de Stichting meer aan waarde geven. In bijzondere gevallen kunnen wij tot 15.000 gulden gaan en dat valt natuurlijk weg tegen de 35.000 gulden van Top Support. Maar wij bieden een breder pakket." Ducrot: „Wij werken aanvullend. Wat ons betreft is het ook niet of-of, maar en-en. In ons contract staat ook dat als er door onze begeleiding deuren dicht gaan voor de spor ter. hij dat contract eenzijdig kan opzeggen." Maar Ducrot vraag zich af waarom iemand dat zou doen. „Ie kunt je in Nederland laten begeleiden tot je een ons weegt. Er staan flats vol van die jongens die wel wat voor je willen doen. Maar dan moet je als sporter wel eerst naar het loket, en kom je weer terecht in het structuurdenken. Wij begeleiden individueel, zonder omweg." Beiden willen beslist niet dat het 'een vecht partij wordt, over de rug van de sporter'. „We hadden perfect naast elkaar kunnen be staan", aldus Van der Haar. „Maar nu aarzel 'Verbijsterend' noemt Maarten Ducrot de resultaten van een onderzoek onder top sporters. Meer dan een kwart van de 130 man die meededen aan de enquête zei: 'Ik heb behoefte aan hulp bij ongewenste in timiteiten.' Dat betekent dat er nog meer kunnen zijn die er het slachtoffer van zijn, maar niet om hulp vragen. „Kan inder daad", zegt Steven Esselink, die het on derzoek uitvoerde als afstudeeropdracht voor de Hogeschool van Toerisme en Ver keer in Breda ('onderdeel sportmanage- ment') en voor de Stichting Top Support. Voor zijn Onderzoek Topsportbegelei ding schreef Esselink 400 toppers uit alle sporttakken aan. Eenderde werkte mee. Hun ontboezemingen leggen bloot waar het tot nu toe aan schort in de begelei ding. Het vinden van sponsors, het om gaan met sponsors, contractonderhande lingen, declaraties en belastingen scoor den daarbij hoog. „Meer dan 70 procent gaf aan het financieel niet te kunnen bol werken en niet te weten waar ze daartoe begeleiding kunnen krijgen. En 55 procent van de sporters gaf aan in aanmerking te willen komen voor ondersteuning door Top Support Óok die Stichting kan echter weinig doen aan de roep om hulp bij ongewenste intimiteiten. Ducrot: „Er zijn begeleiders die kennelijk met hun tengels aan hun pu pillen zitten. Dat zou eigenlijk verder uit gezocht moeten worden, maar dat is niet onze opdracht. Pas als we er via onze sporters zelf mee te maken krijgen, doen we er wat aan." ik toch om verder te gaan met de besprekin gen. Al besef ik wel dat de sporter daar de du pe van wordt. En dat moet niet. Ik hoop dan ook dat het goed komt." Gerard Nijboer staat volledig achter de doel stelling van Top Support. Althans, nu. „In eerste instantie zag ik het absoluut niet zit ten", bekent de gelouterde marathonloper, die onlangs nog een selectiegesprek voerde met de Leidse atleet Kamiel Maase. „Er lopen al zoveel mensen rond in de wereld van de begeleiding, dat ik dacht dat er niets meer te regelen zou zijn. Maar van die mening ben ik teruggekomen. Er zijn bepaalde zaken die gewoon niet door een bond gedaan kunnen worden. Lange termijnplanning bijvoorbeeld, maar ook het inzetten van geroutineerde topsporters. Het spreekt me bovendien aan dat ik in mijn eigen discipline bezig kan zijn en daarover kan ik natuurlijk heel wat vertel len, wat het NOC, de bond of de trainer niet kunnen vertellen. Ie zit meteen op dezelfde golflengte als je met iemand praat die weet wat het is om te verzuren, die de spierpijn kent nadat je 15 maal een 400 meter hebt af gewerkt. Die kan je natuurlijk betere advie zen geven dan wie dan ook. Dat is de toege voegde waarde voor de sporter." Voor de aftrainende Nijboer zelf, verpleeg kundige op part-time basis, is meegenomen dat hij het werk niet op vrijwillige basis hoeft te doen. „Uren en onkosten worden vergoed en dat is prettig want je steekt er nogal wat in. Daarom is het eigenlijk ook niet meer door een vrijwilliger te doen. Als we met ie mand in zee gaan, begeleiden we die persoon tot-ie weer met beide benen in de maat schappij staat. Maar eerst lichten we 'm door: we bekijken de prestatiecurve, de blessurege voeligheid, hoeveel tijd hij in zijn sport wil steken, hoe hij voor zijn materiaal zorgt, hoe zijn mentaliteit is. Als de eerste vraag is: Wat schuift 't?, kan hij het verder wel vergeten. Want in principe schuift het niks. We bieden geen zak geld, maar de mogelijkheid om door te breken. Daar moet de sporter dan wel zelf voor knokken." Voor twee sporters dient Top Support nu al als vangnet. Maarten Ducrot en straks Hans van Breukelen (als-ie uitgekeept is), werken natuurlijk niet voor niets. Zij zijn de twee di recteuren van de BV achter de stichting, waarin Joop Brusseiers, zoon van oud-Neder lands elftalspeler Toon, het financieel-econo- mische gedeelte voor zijn rekening neemt. „Het is een bedrijf', meldt Ducrot. „We zijn commercieel want we moeten er straks van leven. En de mentoren moeten betaald wor den. Zes oprichters, onder wie Hans, loop en ik, hebben er geld ingestoken omdat ze erin geloven, zij leverden het startkapitaal waar we nu nog van draaien. Straks moet het gaan werken. We beginnen met vijf talenten, aan het eind van het jaar willen we er veertig heb ben. Daar hebben we natuurlijk geld voor nodig. Een half miljoen, voor dit jaar." Dat moet komen van sponsors. De financi ën om de eerste vijf atleten te ondersteunen liggen op tafel: 2.5 ton. neergelegd door een spaargroep/verzekeringsmaatschappij waar van de naam op 25 februari wordt prijsgege ven. Ducrot: „De anderen moeten we straks steunen met het geld van bedrijven die eerst concreet willen zien wat het nu eigenlijk alle maal oplevert. Dat is de kip-en het-ei-ver- haal. maar het is niet anders. En die houding is eigenlijk ook wel logisch, want sponsors balen vaak van wat ze terugkrijgen. Te vaak wordt alleen het geld opgehaald en dat is het dan. Die vrijblijvendheid zal er bij ons niet zijn. De tegenprestatie van de sporter en de stichting moet vorm krijgen en zal vorm krijgen. Daarvoor tekent de sporter ook een contract. Hij heeft rechten, maar ook plichten, en alleen als alles goed geregeld is. kun je hem af en toe een schop onder de kont geven als het aankomt op de uitvoering van zijn plichten." Die zijn strak vastgelegd. „We gaan niet rommelen in de marge, de sporters moeten er natuurlijk wel wat tegenover zetten", zegt Ducrot. „Als ze zichzelf een pakket van zo n 35.000 gulden waard vinden, zullen ze een aantal zaken moeten doen. Niet zomaar weg lopen bijvoorbeeld, mensen goed informe ren. en als de mentor aangeeft dat daarvoor ruimte is, ook PR-activiteiten regelen. Dat doen wij voorlopig, zij gaan op onze rug mee, maar ze moeten in elk geval een keer per maand opdraven. Voor een PR-opleiding of voorsponsoractiviteiten." Sponsors nemen een gok als ze geld steken in de Stichting. Dat kan op een paar manieren. Het geld kan worden bestemd voor hef col lectief, of voor een specifiek koppel van oud- topsporter en aankomende sporter. „Dan neem je een optie op een toekomstige pres tatie, maar ook hier geldt dat je als sponsor altijd nog kanlerugvallen op die geroutineer de topsporter." Zo past alles in elkaar, stelt Ducrot. „Twee jaar ben ik nu gestopt", zegt hij. „maar ik ben me nog steeds aan het aanpas sen. Niet dat ik het wielrennen mis. ben je gek. Ik ben gestopt omdat de eerste de beste boerenlul mij niet hoeft te zeggen waar en hoe ik moet fietsen. Ik laat me nok niet als een boerenlul behandelen. De knechtenrol, dat gebrek aan respect, dat heeft de doorslag gegeven. Als er eentje niet voldeed in de ploeg, dan werd gewoon een nieuw blik Bel gen opengetrokken. Was er een goeie bij, dan kon-ie gaan rijden voor het minimumloon. De rest werd gedumpt. De anderen moesten doen wat er verlangd werd. Daar kon je slechts op twee manieren verandering in brengen: stoppen of de Tour winnen." Het laatste was onmogelijk, het eerste lag voor de hand. Doctorandus Ducrot, altijd al een buitenbeentje in het peloton, stapte vrij willig af, maar viel desondanks in het gat. „Het is gewoon onwezenlijk hoe lang ik no dig heb om me aan te passenverbaast hij zichzelf. „Het blijft moeilijk wennen. Het eni ge dat ik vroeger aan mijn kop had als ik wakker werd, was dat ik zes uur moest trai nen. Dan kwam ik thuis, ging ik op de bank liggen en verder regelde mijn vrouw alles. De gebraden kippen vlogen als het ware mijn mond in. Nu beweegt er alleen iets als ik zelf beweeg. Dat valt tegen. Ik ben heel erg bezig, maar ik mis die vrijheid, die onafhankelijk heid." Keuzes maken Onafhankelijkheid het is het steekwoord in zijn betoog „Een topsporter is niet onaf hankelijk in Nederland", weet Ducrot. „Er is altijd wel wal. Pa zeurt over de studie, de baas zeurt over de baan. Dan moet je keuzes maken." „De tijd is er rijp voor, de topsporter wordt mondiger, pikt niet meer alles", heeft hij ge constateerd. „Zie de wielrennerij. Het kan niet meer dat je voor 25.000 gulden gaat rij den. waarvan je onderhands dan nog 10.000 gulden aan de ploegleider terug moet geven. In Spanje en Italië maken de coureurs tegen woordig zelf uit waar ze fietsen. Nederland loopt daarbij achter, maar dat is aan het ver anderen. En dat moet ook veranderen, zoals het hele topsportklimaat moet veranderen. Nederland staat op de banken bij prestaties, zorg dan dat die er komen. Werk daaraan, vanaf het begin. Daaraan kan de Stichting meehelpen, via die selectie." Hoeveel echte topsporters telt Nederland nou helemaal, vraagt hij zich af. „Vijftig, veertig, dertig? Een tophockeyster is dat een topsporter? Het is maar hoe je er tegen aan kijkt. Dat geldt ook voor tafeltennis. Vriese koop zelf zegt dat het een spelletje Is. Maar je kunt natuurlijk ook zeggen dat wereldniveau in een spelletje net zo moeilijk te bereiken is als in de sport. Nogmaals, het is maar hoe je er tegenaan kijkt Ducrot doet dat op zijn eigen manier, vanuit de Stichting: „Een beperkte groep kun je de ruimte geven om vakmensen te wor den. zichzelf te begeleiden nadat je ze hebt geholpen. Neem zo'n Ron Dekker, de zwem mer. Die kon niet naar het WK omdat hij geen vrij kreeg van zijn baas. Zou hij bij ons in de club hebben gezeten, dan hadden wij misschien een deal kunnen maken. Anders had je moeten zeggen: niet zeiken, maar een andere baas nemen, of wij zorgen ervoor dat hij dan toch zijn geld kan verdienen. Als je dat goed doet, moet je eens kijken wat voor effect dat op het topsportklimaat heeft Dat kan alleen maar beter worden", belooft Du crot, „Het kan er in elk geval toe leiden dat topsport een aanvaard beroep wordt."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 37