ZATERDAGS BIJVOEGSEL Onschuld Van der Lubbe steeds waarschijnlijker ZATERDAG 19 FEBRUARI 1994 e historici zijn het er onderhand wel over eens dat het bij de Rijksdagbrand ging om een J| waarmee de nazi's de schuld in de it^hoenen van de communisten probeerden schuiven. Maar nog steeds is niet duidelijk >rpt precies het aandeel van Van der Lubbe in brandstichting is geweest. De Duitse so- en politiek-wetenschapper Hersch hier houdt het voor zeer waarschijnlijk Lubbe een 'arme duivel' was, die is ingeluisd, hier is een gedreven man. Al 3 jaar hij zich bezig met Van der Loebe'. Zijn moet uiteindelijk resulteren in boek. „Van der Lubbe", zegt hij, „is na- een zeer droevig figuur. Als je ziet :rslagen hij erbij zit tijdens het proces... >t eerste verhoor op de dag van de is hij lichamelijk ingestort. De politie politieke recherche hebben op het tijd- in zijn arrestatie met elkaar staan bek- of ze nu wel of niet met een gek te hadden. Van der Lubbe is, zo blijkt uit deen die ik heb gevonden, zonder tolk Hij zei dat hij de brand had aange- met papier; over vuurmakers en pe- waarvan ook sporen zijn gevonden, tpte hij met geen woord. Hij sprak zichzelf kortdurend tegen. Ook tegenover de rech- r. Die kon geen wijs uit Van der Lubbe wor- 4n en werd kwaad op hem. 'Siefiihren mich ui die Nase herum, Van der Loebe', zei hij. En len is de rechter er maar toe overgegaan de voor te lezen. Zelf heeft Van pr Lubbe nooit verteld wat hij werkelijk peft gedaan." februari 1993 kreeg Hersch Fischler van ft Bundesarchiv Aussenstelle Potsdam toe- ^'pmming om het dossier over de rechtszaak Q bestuderen. Voor die tijd lag het 'veilig' jhter de Berlijnse Muur. Het dossier omvat i'n vijftigduizend pagina's en die heeft (schier een voor een omgeslagen en bestu urd. Uit de stukken blijkt dat de getuigenis )n Marinus van der Lubbe vals is geweest. De Rijksdag brandt! De Rijksdag brandt! Die kreet woei op 27 februari 1933 als een rukwind door Berlijn. Terwijl de vlammen nog uit de koepel van het parlementsgebouw laaiden, was de Berlijnse politie al bezig met het verhoor van Marinus van der Lubbe. Die, slechts gekleed in een lange broek, voor de Rijksdag was aangetroffen. Na een proces van 48 dagen werd de 24-jarige Leidse metselaar schuldig bevonden aan brandstichting. Rn onthoofd. luisd. Hij was op het moment dat hij werd gearresteerd niet goed bij zijn hoofd, een Spinner. En naderhand, toen de rechtszaak maar steeds langer ging duren, wilde hij er wel vanaf en heeft hij hekend." ..Volgens de Duitse wet kan alleen directe familie van Van der Lubbe nog een herope ning van het proces eisen. YVelnu. er leeft geen directe familie meer. Maar ook de Ge- neralbundesanwalt (hoogste openbare aan klager, red.) kan jusitie vragen het proces te heropenen. Daar is men nu mee bezig." Zie verder volgende pagina BET' A^K. _-_j# HtteJ Vlammen likken zich een weg uit de koepel van de Rijksdag op 27 februari 1933. Duitse onderzoeker vindt nieuwe sporen inzake Rijksdagbrand het verhoor komt naar voren dat hij in Duits land heeft gestudeerd en tot kort voor zijn komst naar Berlijn in dienst was bij de firma René Schou Co in Haarlem, die failliet ging. Op het moment dat Schoch in Berlijn ver bleef, was hij niet meer in dienst. Maar hij maakte nog wel gebruik van de auto die hem door het bedrijf ter beschikking was gesteld. Rond de 20ste februari 1933 was hij naar Ber lijn gereisd om een autotentoonstelling te be zoeken. Eerst logeerde hij in een hotel, later bij zijn vriend Alexander Röchling. Over zijn aanwezigheid bij het Rijksdagge bouw op de dag van de brand verklaart Schoch: „Op maandag 27 februari 1933 kwam ik met mijn wagen en twee inzitten den, onder wie de heer Röchling, naar het Rijksdaggebouw en stopte ik voor portaal V. Dit kan ongeveer rond het middaguur zijn geweest, zo tegen half twaalf, twaalf uur Röchling en zijn bekende stapten uit en gin gen het Rijksdaggebouw binnen, terwijl ik voor het portaal met mijn wagen ongeveer een uur lang wachtte. Daarna verlieten we de omgeving van het Rijksdaggebouw, zonder dat ik verder iets over het nadere reisdoel kan aangeven. De rit duurde ongeveer tot half ne gen 's avonds en we gingen daarna naar de woning van Röchling. Enige tijd later hoorde ik dat het Rijksdaggebouw in brand stond en ik ging met een bekende van de heer Röchling, van wie ik de naam niet ken, naar de omgeving van het Rijksdaggebouw om de brand te zien. Na ongeveer twintig minuten te hebben verbleven in de buurt van het Rijksdaggebouw reden we weer naar de wo ning van Röchling terug." Dan volgen er nog wat verklaringen waarom hij zich niet zelf bij de politie heeft gemeld. Hij zou moeilijkheden hebben gevreesd en had na publikaties in de Duitse pers over een Hollandse auto gedacht dat het om een ou der type wagen dan de zijne ging. Schoch be sluit zijn verklaring met een opmerking over zijn politieke interesses: „Over mijn partij politieke instelling kan ik niks zekers zeggen. Een bijzondere interesse voor een partij heb ik niet, ik zou echter, als ik in Duitsland zou wonen, bij de nationaal-socialisten horen. Omdat het in Holland niet gepast is tot deze partij te behoren, ben ik tot nu toe geen lid geworden van deze partij." Met deze verklaring, die wordt onder steund door Röchling. neemt Kriminalassis- tent Bauch genoegen. Schoch wordt vrijgela ten. Hem wordt niet gevraagd of hij zelf ook het Rijksdaggebouw heeft betreden, en ook niet wat zijn twee kennissen daar nu precies gingen doen. Fischler priemt met zijn wijsvinger naar Prikkeldraad heeft hij nooit echt kunnen verklaren hoe jj op die bewuste dag het Rijksdaggebouw is nnengedrongen. De theorie dat hij door :n raam op de eerste verdieping is binnen- (klommen, is niet houdbaar. Fischler: „Dan ld hij eerst over een drie meter diepe licht- hacht van een kelder moeten springen, een 1'%)tschacht die met prikkeldraad was bevei- gd, en zich meteen moeten vastgrijpen aan jn behoorlijk hoog gelegen vensterbank. \oiets lukt je nooit. Als Van der Lubbe al iets 9 liet de brand te maken heeft gehad, moet hij ededaders hebben gehad. Ik denk echter 0t ze hem gewoon naar binnen hebben ge- [acht." Een van Fischlers interessantste vondsten een rapport van ene Dr. Schatz, een brand- „In een supplement schrijft hij dat der Lubbe waarschijnlijk 'helemaal niets jzo goed als niets' heeft aangestoken. Dat 33(pport is tijdens hgt proces verzwegen. De touw van Galle, de directeur van de Rijks- pg, heeft Van der Lubbe samen met haar |an als eerste gezien terwijl hij om het vuur een van d.e zalen danste. Haar getuigenis is jdens het proces verzwegen. Dat zegt ge- Schoch politiefunctionarissen mogen destijds om pat voor redenen dan ook sommige zaken voor het gerecht hebben gemeld, ge zijn ze wel. En met Duitse Gründ- \hkeit Werkelijk verbazingwekkend is jschlers vondst van een proces-verbaal faarin nog een Nederlander wordt genoemd Is verdachte van de brandstichting. Het gaat hier om Constant Ferdinand Ar- bid Schoch, die op 4 maart 1933, zo'n dag of -Hjf na de brand dus, op het adres Königin pgustastrasse 44 werd gearresteerd op ver- pnking van brandstichting. Hij werd ver- joord door Kriminalassistent Bauch. Schoch I als mogelijke verdachte aangegeven door twee getuigen. Alfred Lehmann, een vracht wagenchauffeur, heeft op de dag van de brand tussen 11 en 13 uur voor portaal V van het Rijksdaggebouw een personenauto met een Hollands kenteken zien staan. De andere getuige, politieman Binjek, die in de wande ling 'de snuffelaar' werd genoemd, heeft de wagen ook opgemerkt. Schoch werd geboren op 31 oktober 1906 in Amsterdam. Op het moment van zijn ar restatie woonde hij officieel in Haarlem, Rip- perdapark 17. Als beroep gaf hij op: zaken man, op dat ogenblik zonder werk. Zijn straf register was blanco. Schoch bekent op de dag van zijn arresta tie dat het inderdaad om zijn auto gaat. Uit een notitie op de getuigenverklaring vrachtwagenchauffeur Lehmann. „De agent die Lehmann heeft verhoord, heeft aan de ze verklaring toegevoegd dat commissaris Zirpins, die het onderzoek leidde, aan Van der Lubbe moest vragen of de Hol landse auto misschien iets te maken had met zijn komst naar het Rijksdag gebouw. Dat heeft Zirpins nimmer ge daan, zo blijkt uit de stukken. En dat is toch hoogst verdacht. Het wordt nog gekker als je ziet dat een vrouw, die door Schoch 'mijn verloofde' wordt ge noemd, een verklaring aflegt waaruit blijkt dat Schoch in het Rijksdagge bouw is geweest en er niet buiten heeft staan wachten. Ze verklaart: 'Hij (Schoch dus. red.) merkte verder op dat hij op de dag van de brand tegen het middaguur naar een bespreking in het Rijksdaggebouw is geweest, waarover is mij onbekend, en dat zijn auto gedurende die bespreking voor portaal V van het Rijks daggebouw heeft gestaan.' Het is toch merk waardig dat de Berlijnse politie de verklaring van Schoch en Werner niet naast elkaar heeft gelegd. Dan hadden ze de tegenstrij digheid erin zo kunnen ontdekken. Dat sterkt mij in de mening dat ze belangrijke sporen niet hebben nagetrokken." „Maar er is op die avond nog iemand gear resteerd die ze zomaar hebben laten gaan. Een schoorsteenveger. Hij was dronken en had tien sleutels bij zich van het Rijksdagge- bouw. Hij heeft verklaard dat hij er wat klus jes te doen had. In zijn cel heeft hij tot drie maal toe geprobeerd zelfmoord te plegen." „Zirpins, die het onderzoek leidde, is na de oorlog nog op de lijst van Poolse oorlogsmis dadigers geplaatst. Toch heeft hij weer een hoge functie gekregen bij de Kriminalpolizei, en wel nadat hij in Der Spiegel was gerehabi liteerd door Tobias, die in een groot artikel in Der Spiegel heeft benadrukt dat Van der Lub be de brand alleen heeft aangestoken. Tobias was een naaste medewerker van Zirpins." Stasi „Ook heb ik er aanwijzingen voor dat de Oostduitse veiligheidsdienst Stasi de brand stichting heeft onderzocht en precies heeft geweten wie de schuldigen waren. Maar die dienst heeft dat niet naar buiten gebracht. Het is voor een geheime dienst natuurlijk veel nuttiger om zulk Vnateriaal achter de hand te houden en het als chantagemiddel te gebruiken. U moet niet vergeten dat die poli tiefunctionarissen voor meineed allemaal vijftien jaar hadden kunnen krijgen. Nee, Van der Lubbe is er waarschijnlijk gewoon inge Marinus van der Lubbe. Hij heeft nooit verteld wat hij werkelijk heeft gedaan. toto archief

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 31