Loden waterleiding komt veel voor in regio Leiden Langzame terugkeer verdwenen plantesoortei Nederlandse das heeft weer betere toekomst Over leven Knotwilg als superbrands EWR gaat consumenten waarschuwen Inden waterleidingen komen nog op grote schaal voor in de Leidse regio. De Energie en Watervoorziening Rijn land (HWR) schat dat zeven a acht procent van haar dienstleidingen nog van dat giftige metaal zijn. Nog eens meer dan twee keer zoveel loden leidingen zouden in huizen zijn te vinden. De HWR verspreidt binnenkort fol ders met adviezen waarmee mensen kunnen voorkomen dat ze te veel van het zeer giftige metaal binnenkrijgen. Aanleiding daarvoor is de aanbeveling van de Wereldge zondheidsorganisatie WHO om scherpere normen te hanteren voor lood in het drinkwater. an (1 v adviezen in de tol licit: de leiding enkele mi- te laten doorstromen at water wordt gedronken. vooral belangrijk als het enige tijd heeft stilge- bijvoorbeeld aan het he in de dag. Stilstaand water t namelijk meer lood op. ns A. de Ruyter, hoofd van glll Vr Volge het drinkwaterlaborat het daarom aan te raden 's morgens voor het tandenpoet sen eerst naar de wc te gaan. „Dan is die doorstroming van de leidingen ook bereikt, zonder veel water te verspillen." Vol gens De Ruyter blijft het loodge- halte aan de kraan bij het óp- volgen van dat advies ook onder de nieuwe norm van de Wl 10. De HWR voorziet 150.000 aansluitingen van water. Dat betekent dat ongeveer 12.000 huishoudens het drinkwater via loden leidingen betrekken. Het aantal huishoudens dat met lo den buizen te maken heeft is echter nog aanzienlijk groter. Volgens De Ruyter liggen bin nen de huizen namelijk ook nog 20.000 tot 30.000 stukken loden leiding. „Maar dat is een schat ting, de installatie in de huizen is niet onze zaak." Loden dienstleidingen zijn door de HWR en haar voorgan gers relatief lang toegepast, tot 1970. Dat is er mede de oorzaak van dat er nog zoveel liggen. Nu al worden systematisch alle lo den leidingen waar de EWR bij werkzaamheden op stuit ver vangen door koper of kunststof. Maar De Ruyter verwacht niet dat er snel een grootscheepse operatie komt om alle lood te vervangen. „Dat kost voor onze leidingen allien al zo'n 20 mil joen gulden. Als je daar de lei dingen in huis bij optelt kom je misschien wel op 100 miljoen uit. En de vervanging van die leidingen moeten de huiseige naren opbrengen." De Ruyter sluit niet uit dat het nutsbedrijf huiseigenaren actief gaat aanmoedigen om de loden pijpen te verwijderen. Hij wijst er overigens op dat de opname van lood door het water ook valt te beïnvloeden door de zuur graad te veranderen en door te ontharden. Zacht water neemt minder metaal op. Dat is ook gunstig waar het gaat om koper, dat ook niet erg gezond is om in grote hoeveelheden te drinken. Een gunstig bijeffect van zacht water is bovendien dat minder wasmiddel hoeft t den gebruikt, en dat is goed voor het milieu. dan Het nostalgische beeld van een kraan in f ne installatie gaat nog steeds lood schuil. de EWR, aan het einde v 'Ecologisch herstel niet haalbaar' Zoetwatervissen in de klem door haperend milieubeleid Verbindingszones ontbreken in landbouwgebieden WACENINGEN Dc huidige maatregelen op het gebied van natuur- en milieubeheer zijn onvol doende om dc achteruit gang van de zoetwatervissen in Nederland te keren. Sinds hel begin van deze eeuw zijn acht soorten uilgestor ven in ons land, zoals de steur en de zalm. Van de resterende 38 soorten lopen er zeker twintig gevaar. Dat stelt de Natuurbe- schermingsraad in een on gevraagd advies aan staats secretaris Gabor van natuur beheer. Volgens de raad zijn de Nederlandse zoetwater vissen een vergeten groep. Het is daarom van groot be lang dat waterbeheerders, terreinbeheerders en be heerders van visstanden be ter gaan samenwerken om het tij te keren. Ze moeten zorgen voor geschikte leef gebieden voor dc vissen. Natuurontwikkelingsprojec ten kunnen hier uitkomst bieden. Dc kwaliteit van het water moet bovendien sneller ver beteren nu het huidige milieubeleid niet aan de doelstellingen kan voldoen. De kwaliteitsnormen van hel water moeten beter wor den afgesteld op de 'gevoe ligheid' van bepaalde soor ten, meent de raad. „Een volledig ecologisch herstel is echter niet haalbaar", zo stelt het advies. Volgens de raad bestaat vooralsnog geen goed beeld van de ontwikkeling en ver spreiding van de zoetwater vissen in ons land. Natuur beschermers, maar ook sportvissers, zouden zich ge zamenlijk moeten inspan nen om de kennis op dat vlak te verbeteren. Beheer- plannen moeten scheep vaart. visserij, recreatie en landbouw een plaats geven naast een gezonde ontwik keling van de visstand. De Natuurbeschermings- raad wijst de Nederlandse overheid ook op haar inter nationale verantwoordelijk heid. Ons land vervult door zijn ligging aan de monding van Rijn en Maas een be langrijke functie voor trek- vissen. Soorten als rivierprik, elft en fint gebruiken de ri vieren als verbindingswegen tussen paaigebieden in de ons omringende landen en de. 'opgroeigebieden' in de Noordzee en de Atlantische Oceaan. Nederland moet daarom binnen EU-verband een voortrekkersrol vervul len om de kwaliteit van Rijn, Maas, Schelde en grensover schrijdende beken te verbe teren, meent de raad. Door verdroging, verzuring, ver mesting en versnippering van het landschap zijn vele plante- soorten van de voorheen zo soortenrijke graslanden in Ne derland verdwenen. Door de trage verbreiding van zaden kan het volgens drs. D. van Dorp van de Landbouwuniversiteit in Wageningen eeuwen duren voordat de oorspronkelijke soorten van nature terugkeren. Het oecologisch onderzoek, gefinancierd door de NWO- stichting voor de Economische, Sociaalculturele en Ruimtelijke Wetenschappen (ESR), toont aan dat de terugkeer van locaal uitgestorven plantesoorten sterk afhankelijk is van de na tuurlijke verbreiding van zaden. Deze verloopt in dc meeste ge vallen uiterst traag. De terugkeer of hervestiging van plantesoorten kan worden bevorderd door verbetering van verbindingszones, zoals sloot kanten. Daarlangs kunnen plantesoorten zich verplaatsen. In landbouwgebieden komen geschikte verbindingszones echter nauwelijks voor. In graslanden bij Wageningen trof Van Dorp samen met ande re onderzoekers slechts 142 van de 202 soorten hogere planten aan die in graslanden normaal worden aangetroffen. Van de zestig verdwenen soorten be vatte dc bodem geen kiem krachtige zaden meer. Zij kun nen het terrein alleen weer be reiken door verbreiding. Bij verbreiding worden de rij De knotwilg, een van de weligst tierende boomsoorten in Ne derland, is uitermate geschikt als grootschalige stroomleve- rancier. Wilgehout vormt niet alleen een economisch renda bele, maar ook een honderd procent schone en dus milieu vriendelijke brandstof voor elektriciteitscentrales. De Lim burgse stichting EBPS, onder leiding van chemisch technicus ing. Henk Ruinaard en bos bouwkundige ir. Jacco Haag mans uit Sittard. denkt dat be wijs 'waterdicht' en weten schappelijk onderbouwd te kunnen leveren. In de praktijk. Op basis van eigen, succesvol verlopen proeven wil EBPS, waarvan de afkorting staat voor Energie Boerderij Project Sit tard, op zo kort mogelijke ter mijn in Limburg starten met een grootschalig demonstratie project. Een wetenschappelijk onderbouwd bedrijfsplai kant en klaar op tafel, i benodigde financiële ml (ruim 1,5 miljoen guld verwerven, heeft de stichl middels officieel subsidi gevraagd bij de Europesl Daarnaast worden moij onderhandelingen gevoö onder meer de provinci burg, diverse ministerie^ bedrijfsleven in de ened tor. Zelf is de stichting I op experimentele basis start met de 'energieteé knotwilgen op een aang perceel in Susteren. De Sittardse ingenieü ervan overtuigd dat ze p| dervindelijk kunnen aal dat de houtopbrengst vaj wilgen bij voldoende I grootte economisch rend als alternatieve brandstd elektriciteitscentrales. Dj ken nu nog voor het leeuj op fossiele en milieubel^ brandstoffen als bru steenkool, aardgas en olid Minder onkruid door later zaai AMSTERDAM. Door peulvruchten later in te zaaien is er aanmerkelijk min der chemisch onkruidbestrij dingsmiddel nodig. Laat inge zaaide bonen hebben minder last van het parasitaire onkruid Orobanche crenata, een brem raapsoort. Normaliter maakt de aantasting door het onkruid, rij kelijk gebruik van chemische middelen noodzakelijk. Dat blijkt een onderzoek aan de Amsterdamse universiteit. Peulvruchten zoals tuinbonen en kikkererwten zijn in de lan den rondom de Middellandse Zee en in het Midden Oosten een belangrijk voedingsij De teelt wordt echter bd door de bremraapsoort. H kruid produceert mil) zaadjes die alleen in de: van de peulvrucht kunn^ kiemen. Het onkruid groé aan de wortels van de vrucht en berooft daarmej plant van water en vod stoffen. Juist omdat het onkrl veel zaadjes produceert, j strijding moeilijk. Het 1 zoek heeft nu uitgewezen! november of december I in plaats van, zoals gebrul half oktober, er veel mind zijn. Planten kunnen zich langs slootkanten verplaatsen. Voldoende verplaatsingsmogelijkheden zijn essentieel voor het voortbestaan van de flora. pe zaden rondom de moeder plant uitgestrooid. Een vijfde van de 202 plantesoorten ver breidt zijn zaden over afstanden van meer dan een kilometer. Dit zijn planten met stoffijne en ge pluimde zaden die gemakkelijk kunnen worden meegevoerd door de opstijgende luchtstro men. Voor deze plantesoorten zijn niet per se verbindingszo- nes nodig om naar hun oor spronkelijke plek terug te keren. De overige soorten en dat zijn de meeste verbreiden hun zaden, zelfs bij zware stor- FOTO W/Ml men, niet verder dan éj meter. Voor hen zijn vol Wageningse oecoloog dingszones wel nodig. Jagers en natuurliefhebbers samen op de bres De toekomst van de Nederland se das is iets minder ongewis geworden. Natuurliefhebbers en jagers hebben de handen in een geslagen om het nog niet zo lang geleden met uitsterven be dreigde ras in stand te houden. Dc das is het grootste in Neder land voorkomende landroofdier en dat mag niet verloren gaan vinden de Vereniging Das ik Boom en de Koninklijke Neder landse lagers Vereniging. Beide organisaties werken al geruime tijd samen om de das en zijn leefgebied in Nederland te beschermen. Begin deze week is die samenwerking be stendigd en officieel gemaakt in de vorm van het 'dassenconve- nant'. Beide partijen beloven daarin elkaar te steunen in het streven de diersoort tot in leng te van jaren te behouden. I let convenant is opvallend, enerzijds omdat dc grootste na tuurbeheerder van ons land de overheid er niet hij be trokken is, en anderzijds omdat twee ogenschijnlijke tegenpolen met elkaar in zee gaan. De over heid is indirect wel animator van de afspraak tussen jagers en dasliefhebbers. Tien jaar gele den presenteerde het toenmali ge kabinet een 'dassenbeleids- plan': een plan dat herstel van de dassenstand beoogde. Dc nieuwe afspraak tussen jagers en das-'fans' borduurt hier op Voorzitter LI. Dirkmaat van Das Boom: „De dassen heb ben van jagers overigens weinig De bescherming van de das is niet n tunnel aangelegd. te vrezen. Jagers zien geen prooi in de das. ook al omdat die op dc 'rode lijst' van beschermde diersoorten staat. Het gebeurt af en toe wel dat een jager, als die met een teckel jaagt op een vos in een hol, per ongeluk een das Begin jaren zeventig werd ei bijvoorbeeld al bij de aanleg v te grazen neemt uitzonderingen.' De eigenlijke das is de auto nachtdieren die ken. Daarbij ste over. Het komt maar dat zijn ijand van de Dassen zijn vrijelijk trek en ze wegen zeer geregeld voor dat ze daarbij worden aan gereden. Het asfalt belemmert de beesten dus in hun bewe gingsvrijheid. Afspraken Das Boom is een kleine orga nisatie, met acht beroepskrach ten en in het hele land zo'n honderd vrijwilligers. „Dat is mede de reden dat wij con tact hebben gezocht met de ja gers. Zij zijn vertegenwoordigd in alle 400 wildbeheerseenhe- den waarin ons land is opge deeld. De jagers komen dage lijks in het veld. Zij kunnen de 'dassenburchten', de holen waarin de dassen leven, inven tariseren en bijhouden wat de veranderingen zijn. Ook kun nen ze melden of er aangereden dassen zijn waargenomen", al dus Dirkmaat. Das Boom op haar beurt schoolt de leden van de jagers vereniging voor hun taak. Er ko men onder meer cursussen waarin de jagers het verschil wordt geleerd tussen dassen- burchten en vossenholen. Voorts zijn er afspraken ge maakt om in bepaalde perioden niet te jagen in de buurt van de plaatsen waar de dassen zich (eventueel met jongen) ophou den. De samenwerking biedt uit gesproken voordelen. Das Boom ziet zich gesteund in haar streven de das voor uitsterven te behoeden en de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging poetst haar imago op en ver werft zich het recht mee te pra ten over het inrichten van het landschap. Het ijveren voor het behoud van de das is waarschijnlijk een eeuwigdurende klus. Dirkmaat denkt dat de das ooit weer vol doende groot in aantal wordt, maar als het zo ver is, zullen er weer andere bedreigende facto ren zijn. Bijvoorbeeld omdat de milieukwaliteit steeds verder af neemt. Daarvan hebben straks allerlei in het wild levende die ren te lijden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 20