'Zo'n kans krijg je maar één keer in je leven' Snijdende kou en hete koffie van 't Leger 'Het was gelijk een ballet in de ruimte' ^aaltjes Top Drie in Leiden Het Gesprek van de Dag Heeft 'Kleine' Van Dale nut? 1/OENSDAG 16 FEBRUARI 1994 b gaan voor minder dan 120 fllen wedstrijd naar Hamar. jen fanatieke fans van de Zoe- fcwoudse schaatser Jeroen Jraathof reizen vandaag heen 3ei|iweer naar de Noorse stad jaar de Olympische 1500 meter as jordt verreden. In hetzelfde ;t negtuig als waarin familie (va- anifer, moeder, twee kinderen, enpndin) en twee oud-trainers t s«n Sassenheimer Martin Hers- Tan worden vervoerd. Vertrek- |d vanaf Schiphol 08.30 uur, afrosten voor de fans 1150 gulden /Vofcr persoon. Daar kun je toch in leuke meerdaagse winter- iortvakaniie voor boeken. Wat •zielt mensen dan om zo'n be- ïr te leggen om hun fa- iriet hooguit twee minuten in Tien fanatieke fans steunen schaatser Jeroen Straathof in Hamar actie te zien? Van trainers en familie - het he le gezin Straathof en de vrien din van Jeroen zijn al eerder met de auto vertrokken - is dat nog enigszins begrijpelijk. Maar hoe zit dat met de fans? ,,Ik ga niet voor twee minuten, ik ga voor 1.51", reageert Gerard van der Hoeven laconiek. De voor lichter van de gemeente Voor burg is e'e'n van de Straathof- fans die (met vrouw) meegaat. „Omdat dit een kans is die je maar een keer in je leven krijgt om een Zoeterwoudenaar op de Olympische Spelen in actie te zien. Daarom ging ik in 1992 naar Warschau, waar hij we reldkampioen werd, en daarom ga ik nu naar Hamar. Een win tersportvakantie trekt me trou wens niet." Het wedstrijdschaatsen wel. Bo venmatig zelfs. En dat geldt ook voor de andere leden van het Zoeterwoudse gezelschap dat 'toevallig' uit vijf mannen en vijf vrouwen bestaat. Opvallendste vrouwelijke leden: de twee zus ters Mooijman en hun schoon zuster. Ware globetrotters als het om schaatsen gaat en niet alleen reislustig maar ook crea tief. Wie vanmiddag een zeven meter lang spandoek zag han gen in het Vikingschip (bij de vlag van het Leidse reisbureau Sport en Media Travel, dat hun reis regelde), weet dat zij in elk geval niet de boot hebben ge- 'Jeroen. goud, zilver, brons of doublé', heel Zoeterwoude leeft met je mee', schreeuwt het doek ter aanmoediging van de schaatser, die uit eigen zak de eendagsvlucht voor zijn fysiohe- rapeut Theo Schrader betaalt. Het is een opvallende overeen komst met de zeven personen tellende Hersman-groep, waar in Kees Meeuwisse (de prive'- trainervan Martin) gratis mee vliegt. „Daar is een actie voor georganiseerd", aldus vader Hersman. Hij ook signaleert meteen het verschil tussen de twee dorpen. In Sassenheim wordt niets geor ganiseerd, 'althans niet voor zo ver ik weet', in Zoeterwoude zijn velen in de ban van de Olympische race van een van de Zo gaat 'schaatsfa naat' Jan van der Geest niet mee. omdat hij zijn weekendca- fe' De Meester per se wilde ope nen tijden de race van Straat hof. Om toch familie aanwezig te laten zijn, gaat nu zijn vrouw mee - overigens net zo'n en thousiast supporter van Jeroen, die ook een eigen fanclub heeft. Opgericht door twee meiden uit Amersfoort telt die club, dat het blad Jeroen-nieuws uitbrengt, nu zo'n 50, 60 leden. Voorna melijk dorpsgenoten. „Het had misschien ook wat meer voor de hand gelegen als de club in Zoeterwoude zelfwas opge richt, maar dat is er nooit van gekomen", aldus Gerard v.d. Hoeven. „Het is ook allemaal erg snel gegaan. Vier jaar gele den werd Jeroen Zoeterwouds kampioen door op de Noord Aa een rechtstreeks duel van Pa trick den Eisen te winnen. Toen al zag je zijn talent. Maar het is natuurlijk wel een wonder dat hij nu op de Spelen staat. Dan is het toch geen wonder dat je daarbij wil zijn?" Dakloze Arie vindt aandacht overdreven '11f e journaallezer repte er al 11 /er: de gevoelstemperatuur is °*|r beneden de min-twintig :aden. Nou, dat bleek. Zodra je neus buiten de deur had ge- an oken, begon deze te lopen, et snot vroor meteen vast op bovenlip, vingers en tenen !ten het afweten en voor het elzijn van de oren moest wor- :n gevreesd. |n*|ok op deze koude maandag- rond gaat kapitein Kroon van t Leger des Heils bij het Leid- station kijken of er dak- of mislozen zijn. Het hele jaar jor maakt hij drie keer in de eek deze ronde, „Maar als het koud is, ga ik elke dag even. weet niet of er mensen zijn hulp nodig hebben." okslag half elf wordt de Leger s Heils-thermoskan met kof- in de auto gezet, vergezeld n drie pakjes met elk twee bo- hammetjes. Achterin de auto it dekens want 'niet iedereen at mee. Dan kun je altijd een 'ken achterlaten'. •oon verwacht eigenlijk geen rs aan te treffen. Leiden aar schatting zo'n 30 Bensen zonder vast huis. /laar daklozen wachten niet de kou hen overvalt. Ze we- k n bijna allemaal wel onderdak vinden. Veel gaan er naar de Hote steden." T oon zet zijn auto op het 1 :huttersveld. De wind giert om gebouwen en snijdt dwars tor je heen. Fietsers zwalken ep in de jas en met de muts over de oren tegen de orm in. Kapitein Kroon snuf- lt eerst achter De Leidse )ort. Er ligt een oud kussen, it lappen en er staat een pias bakje met water. andhopen )it kan in de zi rver duiden, in dit weer gaat niemand liggen". Dat lijkt inderdaad eel onverstandig. Naar het sta on dan maar. Een blik achter container die voor de oude isenstalling staat opgesteld, vert ook niets op. Zandhopen, alles. De tunnel door en de nieuwe fietsenstalling et station in. r geloof Kapitein Kroon ontmoet op het station Arie: „Nu opeens zijn we zielig. Belachelijk." Daar weet Kroon wel een paar 'fijne' plekjes voor daklozen. De ruimte onder de perrons zeven en vier willen nog wel eens be schutting bieden. Nu niet. Het is niet alleen stervenskoud daar, maar bovendien staat er een laag water. Ijs dus. Dan opeens duikt uit het niets een man op. „Hé, daar ben je. Ik zag je al lopen. Ben je ons aan het zoeken?", zegt hij. Het is duidelijk een bekende, de ka pitein krijgt een flinke schou derklop. Het is Arie, 36 jaar en keurig gekleed. „Die spijker broek heb ik van het Leger ge had. Deze man", hij wijst op Kroon, „moeten ze veel meer geld geven". Arie vindt de plotselinge aan dacht van journalisten voor daklozen nogal overdreven. „Kijk, elke dag opnieuw maak ik me zorgen waar ik die avond slapen moet. Maar nu opeens zijn we zielig, omdat het zo koud is. Belachelijk." Kroon maak zich zorgen om Ab. een andere dakloze die geregeld in het Leidse station rondhangt. Arie vermoedt dat Ab ook op het station is, maar weet niet waar. Een dakloze die een goe de plek heeft gevonden vertelt die niet door. „Ik ga jou niet vertellen waar ik ga liggen, want dan ga jij daar morgen liggen", zegt hij. Arie krijgt een bak kof fie en een boterhammetje. Kroon drukt hem op het hart te gen Ab te zeggen dat die een bak koffie bij de kapitein thuis kan komen halen. Niet zielig Na een paar minuten met Kroon te hebben gekletst staat Arie op en loopt naar het perron waar de trein naar Den Haag vertrekt. Daar kan hij nog wel een plek vinden, denkt hij. „Kijk, ik ben niet zielig. Ik heb dertig gulden in mijn zak en zou dus een hotel kunnen nemen. Ik doe het niet want ik moet nog de hele week ervan eten. Maar de psychiatrische patiën ten, die hebben het echt moei- FOTO LOEK ZUYDERDUIN lijk", roept hij nog na. En weg is hij. De kapitein pakt de thermosfles in en we vervolgen de tocht. Er wordt nog even bij de bushaltes gekeken en goed zichtbaar voor iedereen loopt Kroon langs de winkels terug naar de auto. „Mocht iemand me nodig heb ben, dan kunnen ze me vin den". De koude klus zit erop. Kroon is blij met de hulp die hij heeft kunnen bieden. „Zo zie je maar, ik verwachtte niemand aan te treffen en heb nu toch Arie even kunnen helpen." MONICA WESSELING Telefoon 071-356444 of Postbus 54,2300 A8 te Leiden Bruikbare tips worden beloond met een cadeaubon van 25 gulden. Martijn heeft 'meisje van het Leukermeer' nog niet gevonden Het meisje van het Leukermeer is nog steeds niet gevonden. De vader van Martijn Sjoerds uit Leusden moet tot zijn grote spijt melden dat tot nu toe nie mand heeft gereageerd op de oproep die zijn zeventienjarige zoon vorige week in het Leidsch dagblad deed. Martijn is wan hopig op zoek naar een meisje uit Alphen van ongeveer vijf tien jaar dat hij vorige zomer op een camping aan het Leu kermeer ontmoette. Hij vergat haar toen weliswaar haar naam en adres te vragen, maar kan haar toch niet uit zijn hoofd zet- Dat de Alphense nog steeds niet heeft gereageerd is toch wat las tig. Martijn zit namelijk net in zijn tentamenperiode. En op zo'n moment leidt de vraag, of de ongeveer vijftienjarige dame nu wel of niet contact zal opne men, toch wel wat af. „Hij leert voor banketbakker", zegt pa Sjoerds. Dus als het meisje we kunnen haar nog steeds geen naam geven van gebak jes houdt, zit het wel goed als ze toch uiteindelijk reageert. En misschien helpt het als bur gemeester Paats uiteindelijk toch besluit om voor Martijn op zoek te gaan. De Leusdenaar schreef hem een brief met het verzoek te helpen. Dat verzoek werd geweigerd. De burgemees ter beantwoordt alleen brieven die over gemeentelijke zaken gaan. aldus een woordvoerster. Wij proberen het zelf ook nog een keer, in de hoop dat Martijn deze week meer succes heeft met zijn zoektocht dan vorige week. Of het ongeveer vijftienja rige meisje, dat vorig jaar in de zomer aan het Leukermeer met Martijn heeft getafeltennist, hem wil bellen. Het telefoon- 033-940456. stad waar de dichter Piet laltjens studeerde zouden we :h zuinig moeten zijn op zijn en rubberen broeders, ïee, hoor. Telkens wor- door onverlaten weer irkeerspaaltjes omver gereden. gaan om de ver- laledijde 'Amsterdammertjes' de smalle trottoirs in Leiden, ire paaltjes die het verliefden fletten om innig gearmd naast te lopen, zou het nog te egrijpen zijn. Maar de ver- ;0 eerspaaltjes, de paaltjes die orgen voor onze veiligheid, die ouden toch moeten worden ?ji ntzien. z( r is in Leiden een Top Drie van sl mver gereden paaltjes. De heer V( epelaar van de afdeling wegbe- jo akening weet er alles van. „Het lil aaltje op de verkeersdruppel in ij de Vreewijkbrug is het meest ai mver gereden paaltje. Soms dl gt het twee keer in de week aj lat. We hebben het hier over 1 en rubberen paaltje, een paal- n e dat dus meeveert. Maar die a utomobilisten rijden zo hard i at het hele paaltje eruit gere- li en wordt." h a, dan sta je als paal dus echt 1 oor paal. Er is dan ook gekozen 1 oor een goedkoop paaltje. Nou w i. goedkoop, het kost altijd nog 1125 gulden. Maar dat is precies il 25 gulden goedkoper dan de ele paaltjes die even verderop taan en die 250 gulden kosten. >p nummer 2 van de Paaltjes op drie staat het paaltje op het ort Rapenburg, langs de bus- 11 trook naar de Breestraat. En als oede derde op de Top Drie taan de paaltjes langs de Haar- 'mmermeerweg. epelaar heeft wel een verkla- ng voor de paalslag. „Hoe lan- 'j er automobilisten ergens heb- en moeten wachten, hoe har- a er ze hun weg vervolgen. En lat* letten ze niet op. Maar ja, je r gereden paaltje op de Witte Singel. FOTO LOEK ZUIJDERDUIN kunt die dingen ook niet weg halen want mét paaltjes is het nog altijd veiliger dan zonder." Sommige automobilisten dien den na het aanrijden van een paaltje een schadeclaim in bij de gemeente. Rare zaak. Alsof een moordenaar zijn slachtoffer van doodgaan beschuldigt. Die claims zijn dan ook niet inge willigd. Nee, daar stellen ze bij de gemeente wel paal en perk CEES VAN HOQaE Een Van Dale woordenboek voor jonge kinde ren. Is daar behoefte aan? De meningen zijn verdeeld, de uitgever vindt in elk geval van wel. Eind april verschijnt het eerste woordenboek dat is bestemd voor kinderen van zes tot tien jaar oud. Het idee voor het woordenboek komt dan ook niet uit de lucht vallen, vertelt Tanja Nijhuis. Onderzoek onder scholen zou duidelijk hebben gemaakt dat er vraag is naar het Van Dale Junior Woordenboek, zoals het officieel gaat heten. Er bestaat overigens al een Van Dale voor kinderen vanaf een jaar of tien. Een aparte redactie, een andere dus dan die van de 'Dikke' Van Dale, werd aan de 'Kleine' Van Dale gezet. Het eindprodukt, waarin de beteke nis van woorden waar nodig wordt verduidelijkt met tekeningen, is in de praktijk beproefd bij een aantal scholen in de regio Utrecht. Toch laten enkele Leidse onderwijzers en direc teuren van basisscholen blijken twijfel te heb ben over het nut van de jongste loot aan de Van Dale-stam. Gert-Jan de Zwart, directeur van de Merenwijkschool: „Om een woordenboek te ge bruiken moetje het alfabet beheersen, kinderen doen dat als ze zeven of acht zijn. Dan zitten ze in groep vijf of zes en dat is ook het moment waarop we met andere woordenboeken begin nen en de boeken die er zijn voldoen aan de ei sen. Ik denk dan ook niet dat we een afnemer zullen zijn." De Zwart merkt op dat hij jongere kinderen niet zo een-twee-drie- iets ziet opzoeken in boeken. „Maar het kan natuurlijk ook een soort instruc tieboek zijn om dat te leren, hoewel ik geen idee heb wat ik me daarbij moet voorstellen." Geen heil Zijn collega J. Los van de protestants-christelijke Beatrixschool kan sluit zich daarbij aan. „De uitgever zal er wel van uitgaan dat er een gat in de markt ligt. Maar of dat ertoe leidt dat wij het aanschaffen? Het moet ook binnen het budget passen, dat ook al steeds minder wordt. Ik denk niet dat ik een gaatje ga zoeken om het te kun nen kopen. Er zijn in het onderwijs heel wat be langrijker dingen dan de aanschaf van een dan een woordenboek voor jonge kinderen." Han- nie van Dijk van de Leidse vrije school Mare- land laat blijken helemaal geen heil te zien in het boek. Het past niet bij de werkwijze van de Vrije School. „Wij gaan uit van het woord beeld", vat ze die samen. Tanja Nijhuis van Van Dale's woordenboeken ziet dat toch anders. Niet alleen scholen zullen het boek kopen dat 30 gulden gaat kosten (ƒ.37,50 in gebonden versie), maar ook ouders, grootouders en ooms en tantes die een 'ander', verantwoord verjaarscadeau zoeken. Ze laat in het midden of daarbij wordt gedacht aan het kind dat alles al heeft en na de spelcomputer toe is aan een eerlijk ouderwets boek. Of aan de steeds kleiner wordende groep die geïsoleerd van video en computer opgroeit en een boek nog steeds heel gewoon is. RUDOLF KLEUN» Astronauten doen een dagje Noordwijk aan Hij beantwoordt totaaal niet aan het beeld dat je hebt van een echte astronaut. Zo eentje dus van het type Armstrong, Al- drin of Collins, de eerste men sen die bijna dertig jaar geleden in 1966 voet zetten op de maan. Nou ja, mensen. Met ruimte helm op leken ze meer op we zens van een andere planeet en zonder helm oogden ze als Griekse goden die zojuist waren afgedaald van de berg Olympus. Goden dan weliswaar met een Ameriaanse Gl-kapsel, maar in elk geval met dezelfde superieu re blik van onoverwinnelijkheid in de ogen. Nee, neem dan Story Musgrave, de moderne ruimtevaarder an no '94. Die ziet er - op de party die de European Space Agency (ESA) gisteren in Noordwijk gaf ter gelegenheid van de geslaag de ruimte-reparatie in decem ber '93 aan de Hubble Telesco pe - bepaald niet uit als de su perman op de zwart-wit beel den van weleer. De Amerikaan uit Kentucky is klein van stuk, van onbestemde leeftijd en heeft zijn kop geheel kaalge schoren. In tegenstelling tot zijn zes companen, onder wie één vrouw, is hij op de presentatie bij Estec informeel gekleed. De kleur van de coltrui is paars. Hij heeft twinkelingen in zijn ogen, ligt opvallend goed bij de dames in het gezelschap en zou, met zijn gevoel voor humor en soft- spoken als hij is, misschien een prima figuur slaan voor een vol le collegezaal. Welke laatste in druk de juiste blijkt te zijn. Hij is, naast doctor in de medicij nen, namelijk doctor in de lite- Dat uiterlijke schijn vaak be driegt, gaat ook in zijn geval op. NASA-man S*oi^Musgrave mag De bemanning van Mission 61 die kans zag om de Hubble Space Telescope te repareren. Linksboven de Amerikaan Story Musgrave. er dan wel uitzien als de jongere uitgave van Kojak, hij is wel de gelijk één van de meest gerouti neerde ruimtevaarders die op deze aardbol rondloopt, dan wel soms daar ver boven hangt. De beelden van de succesvolle laatste missie STS 61 naar de te lescoop - die op 600 kilometer afstand van de aarde zijn baan tjes draait en foto's van het heelal terugseint - bewijzen dat eens te meer. In geval van ge compliceerde klussen aan de buitenkant van het 11.000 kilo gram wegende object, komt steeds de liefhebber van schrij vers als Proust, Borges en Joyce in beeld. Wat de link is tussen literatuur en zijn werk als astronaut? Daar hoeft de veteraan van NASA en kenner van de klassieken dus niet over na te denken. „Ruim te", zegt de Amerikaanse gast zonder dralen. En staart, over het hoofd van de onvermijdelij ke Wubbo Ockels, de expositie ruimte in die bij Estec deels is gewijd aan dit speciale Hubble- project waaraan ook de ESA deelnemer is. Een mystieke glimlach speelt om zijn lippen. Of ik dat gevoel ook ken. is ver volgens zijn wedervraag. Niet echt. Het professionele advies luidt om Proust er dan nog maar eens op na te slaan. Wat het is om op 600 kilometer van de aarde al zwevend en slechts verbonden met een kunstmatige navelstrenge soort contactlens op de Hubble- telescoop aan te brengen - zoals de bemanning dat in de cember '93 deed - daarover kan hij concreter zijn, ja zelfs lyrisch worden. „Het was gelijk een ballet in de ruimte. Een onge looflijke ervaring. Zo rustig is het daar, zo ontzettend traag gaat alles en zo mooi is het, dat je je daar geen voorstelling van kunt maken. Maar echt veel tijd om je te verbazen, heb je na tuurlijk niet. Het was vooral werken die vijf dagen." Stilstaan bij het eventuele ge vaar dat zo'n missie - zijn vier de al en wat hem betreft volgen er nog vijf - met zich meebrengt doet hij niet. „Kan ook niet. AngsM^en emotie. En a. FOTO NASA/ESA emoties heb je bij zo'n klus niets, dus die moet je uitschake len. Ja, dat zou je enigszins kun nen vergelijken met een auto coureur in de Indy 500. Ga je nadenken over alle risico's, dan zit je al fout. Natuurlijk, bij de start en landing kan er van alles misgaan. Als er tijdens een ruimtewandeling door een con structiefoutje een scheur in het pak ontstaat en de druk weg valt. gaat je bloed koken. Weg vliegen als je eventueel zou los raken? Geen punt. Dan pikken ze je met het ruimteveer Endea vour later wel weer op. Nee. dat is geen grapje. Dat kan echt".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 21