'Je gaat voor goud en krijgt gladiolen' Senegalees achterhoedegevecht Gouden afdaling bezorgt Moe kick Olympische Winterspelen Ski gaat er zonder Franz Heinzer vandoor I MAANDAG 14 FEBRUAR11994 Ritsma blijft geloven in schaatshoezen hamar Rintje Ritsma blijft de aërodynamische schaatshoezen trouw. De mislukte poging goud te bemachtigen op de 5000 me ter, heeft zijn vertrouwen in de nieuwe vinding niet geschaad. „Theoretisch gesproken heb je er toch voordeel van", beweerde de Europese kampioen. Ritsma start in Hamar nog op de olym pische 1500 en 10.000 meter. De 'condoomschaats' oogt logger dan het klassieke model. Het was de eerste keer dat Ritsma de deltaschaats in een wedstrijd aan de voeten had. Hij was de eni ge Nederlander die zich aan het experiment waagde. Bonds coach Ab Krook ontkende dat hij het waagstuk had afgeraden, „ledereen heeft zijn eigen keuze gemaakt." Ouders Zandstra vliegen af en aan hamar De ouders van Falko Zandstra en diens vriendin Ellen Linnnenbank maken aanstaande week bijna 10.000 vliegkilome- ters om de wereldkampioen in het Vikingskipet van Hamar tij dens de Olympische Winterspelen aan het werk te zien. Gisteren legden ze voor het eerst met een speciale chartervlucht een re tourtje Amsterdam-Oslo af voor de 5.000 meter, woensdag vlie gen ze weer van Nederland naar Noorwegen voor de 1.500 me ter en volgende week zondag maken ze de laatste pendelvlucht voor de 10 kilometer. De moeder van Falko heeft bovendien nog een functie als koerier. Ze neemt telkens fotorolletjes mee voor de Heerenveense Courant. Geen muziek bij schaatswedstrijden hamar» De organisatie van de schaatswedstrijden van de Olym pische Winterspelen ziet af van het voornemen tijdens de ritten muziek te laten spelen. Het besluit werd genomen na protest van Nederlandse kant. Ard Schenk, chef de mission van de Ne derlandse ploeg, was bang dat muziek de schaatsers uit hun concentratie zou kunnen halen. Bovendien vreesde de oud kampioen manipulatie. De één wordt sterker van muziek, de an der wordt er door afgeleid. Hollands bier voor een prikkie hamar Het Holland House is het goedkoopste café van Hamar en een groot deel van de rest van de wereld. Voor vijf kronen (vijf kwartjes) krijg je er al een pilsje. Een oase in het peperdure Noorwegen. NOC*NSF-voorlichter Van der Plas is door Noorse en andere persvertegenwordigers al meermalen gevraagd naar die belachelijk lage prijzen. Er gaat geen dag voorbij of hij staat wel in een Noorse krant. Eén keer zei Van der Plas dat die pilsjes vijf gulden deden. Ook geen probleem, zegt de modale Noor. Want voor een gemiddeld pilsje wordt in Scandinavië een tientje betaald. Buitenlanders hebben overigens - officieel - geen toe gang tot de voormalige voetbalkantine, waar Nederlandse deel nemers, bobo's, supporters en verslaggevers zich met elkaar on derhouden. Zwarte markt gedijt in Lillehammer lillehammer» Kaartjes voor de openingsceremonie brachten za terdag één uur voor het officiële begin van de zeventiende Olympische Winterspelen op de zwarte markt bijna vierhonderd gulden op. Officieel varieerde de prijs van 12,50 voor kinderen tot 175 gulden voor een plaats op de zittribune. Zwarthandelaren hebben in Lillehammer vrij spel omdat de Noorse politie onvoldoende mensen heeft om te controleren of toegangsbewijzen illegaal worden verkocht. Volgëns de LOOC, de plaatselijke organisatie, gaat het hoofdzakelijk om een groep van honderd Britten die massaal de entreebiljetten hebben op gekocht en met woekerwinsten verkopen. Rintje Ritsma moet bliksemstart bekopen met brons Op het gezicht van Ab Krook tekenden zich diepe rimpels af, Veldkamp kon een woede-aanval met moeite binnen smonds houden en Ritsma sprak zijn vrees uit voor de komende dagen. De eerste olympische schaatsdag bracht Nederland brons. Dat leek echter nauwelijks reden tot vreugde voor de schaatsers. hamar wybren de boer npa-verslaggever ^Alleen Zandstra, al vele malen eerder opzien barend met zijn ongecompli- Schaatsen ceerde benadering van topsport, hield de moed erin. Natuurlijk, ze hadden verloren, maar dat overkomt ons allemaal toch wel eens. De dapperste poging om de Noorse coup te verijdelen, kwam op naam van Rintje Rits ma. „Je moet wat, hè. We ko men hier voor de eerste plaats, dus moest ik wel hard weggaan. Het zijn de gladiolen geworden, dat is het risico dat erbij hoort", zei hij. Nog nooit was hij naar eigen zeggen zo uitgeput ge weest na een race. „Ik moest een kwartier op een bankje lig gen, kon niets meer. Nu heb ik vreselijke hoofdpijn. Dit was een ramp, een complete ramp." Des te meer bewondering oogstte Ritsma's aanvalsdrift. In zijn diepste reserves vond hij nog net genoeg energie om het brons veilig te stellen. „Daar moet ik tevreden mee zijn. Ach teraf zegje: als ik rustiger begin, pak ik misschien zilver. Maar zo werkt het niet. Je gaat voor goud, alles of niets." Aan zijn aërodynamische Delta-schaatsen had het zeker niet gelegen. „Houd ik lekker warme voeten." Een schrale troost voor hem was voorts dal hij door Koss niet verdrongen werd van de leidende positie op de Adelskalenderen (wereldranglijst aller tijden). Ritsma: „Leuk, maar ik koop er verder weinig voor." Het begon allemaal zo goed voor hem. „Ik schrok wel van dat eerste rondje 29,9, maar het ging zo gemakkelijk, dat ik dacht: 'dit houd ik wel vol, lang zaam laten oplopen naar de 31'ers en daar dan blijven han gen'. Dat lukte een paar ronden, maar ineens was het over. Mijn benen liepen vol, zat ik ineens in de 33'ers." Coach Krook had enkel lovende woorden over voor de hari-kiri-actie van de 23-jarige beer uit Lemmer. „Het tekent de absolute topsporter. Je doet niet mee voor zilver, hoe mooi dat ook is. je wilt goud." Als van één Nederlandse rij der een goldrush werd ver wacht, was het van Falko Zand stra. De regerend wereldkam pioen mocht het bal openen, koos een lichttijd van onder de 6.40, maar raakte niet eenmaal in zijn vertrouwde ritme. „Aan mijn vorm kan het niet liggen, want die is er wel", was niette min Zandstra's overtuiging. Misschien, zo dacht hij, had hij vooraf beter even met zijn vader, vertrouwensman en pri- vé-coach, kunnen overleggen. „Had beter wel gekund. De 1500 meter hebben we trou wens al wel doorgesproken, daar hebben we samen mijn richttijd al op bepaald. Nee, die zeg ik niet." Volgens Krook had zijn pupil in de achterliggende weken de topvorm gevonden. Gisteren sloeg de coach echter aan het twijfelen. „Ik had toch iets meer van hem verwacht." Maar Zandstra, die enkele minuten na zijn race alweer gezellig zat te keuvelen met zijn moeder, maakt zichzelf nergens druk om. „Als ik me nou helemaal gefixeerd had op deze race, dan was het anders geweest. Maar er komen nog twee afstanden. Ik moet mijn verstand er bij houden. Ik kijk nu al uit naar de 1500 meter." Zo veel optimisme wist Bart Veldkamp niet in zijn stem te leggen. Met het hem inmiddels bekende idioom kwalificeerde hij zijn optreden als een 'shit- race', waarin hij na vier ronden al de nekslag voelde. „Daar ligt een kritiek punt. een pijnpunt als het ware. Als je goed bent, rijd je daar zo doorheen, zoniet, dan ben je gezien." Het gekke was, zo zei Veld kamp, dat hij zich in de dagen vooraf wel topfit voelde. „Het is puur een mentale kwestie. Li chamelijk zit er geen verschil tussen mij, Koss, Ritsma. Zand stra of Storelid. het zit 'em al leen in het koppie." Een beetje houvast vindt de Hagenaar in het verleden. „Twee jaar terug in Albertville was het ook bag ger op de vijfduizend, maar een paar dagen later won ik wel de tien kilometer." Komende zondag moet hij zijn olympische titel verdedi gen. Genoeg tijd om de teleur stelling te verwerken, zo lijkt het. Maar Veldkamp is een pie- keraar. „Nu zei ik voor de race ook tegen mezelf: 'niet aan die andere tijden denken, je eigen race rijden'. Maar onderweg was ik alleen maar aan het reke nen en tellen. Het word geen goud, het wordt geen zilver, geen brons, wat een martel gang. Laten we hopen dat het zondag anders is." kvitfjell npa Als een keizer zonder kleren, zo spoot Franz Heinzer uit het starthok. Amper drie meter onderweg wankelde hij, stopte, keek, keek nog eens en zag zijn rechterski langs hem heen de gevreesde berg afglijden. Het was vrij ongebruikelijk, een tikje bizar, zoals' de voormalig wereldkampioen uit Zwitserland zijn laatste kans op een olympische medail le verspeelde in Kvitfjell. Een 'verrückt' gevoel was het, sprak Hein zer (31) beteuterd, toen hij ruim een uur la ter de moed had om de wereld weer onder ogen te komen. 'Ganz verrückt'. Heel gek. Hij wilde zich als een brok dynamiet in de diepte storten en stond opeens met een blote schoen in de sneeuw. Heinzer voelde zich belachelijk in zijn kaas-pakje, daar bovenop de heuvel waar de afdaling begon. Maar hij kon zichzelf niet verwijten dat de binding waarmee de lat aan de schoen was bevestigd, pardoes afbrak. Zo, zonder enige genade, dwars doormidden. „In vijftien jaar is mij zoiets niet overkomen. Dit gebeurt nooit. Hoe kan uitgerekend nu." Opeens begreep hij wat hem achtervolgde. „Het noodlot", riep hij uit. Heinzer heeft een grote reputatie als af daler. Wereldkampioen in 1991, veelvoudig winnaar van World Cup-wedstrijden. Lek ker glijdt hij echter niet meer door het sportleven. Dit jaar kwam hij lelijk ten val in Kitzbuhl, de topwedstrijd die hij al driemaal won. Zelfs zijn onafscheidelijke hypnotiseur en magnetiseur, die alle zorgen uit zijn li chaam wrijft, kreeg hem voor deze Olympi sche Spelen niet meer in vorm. „Maar ik was liever vijftiende geworden door te lang zaam de finish te bereiken, dan op deze manier te worden uitgeschakeld", sprak Heinzer, totaal uit het veld geslagen. Voor zijn volgende race gaat hij zeker nog even onder hypnose om deze boze droom te ver geten. Lamine Gueye: 'Wij zijn niet meer welkom op Spelen Amerikaanse skiër breekt met verleden kvitfjell paul berkhout Afdaling npa-verslaggever Op zijn zwerftocht door het leven brandmerkte Tom my Moe zijn jeugd. Experimenteerde met marihuana, spotte met zijn coaches, dreef zijn ouders tot wanhoop. Giste ren verschroeiden de ski's van Tommy Moe de verse sneeuw in zijn zucht naar roem. En brak hij op de berg Kvitfjell de harten van duizenden uitzinnige No- hij zich gisterochtend naar de top van de olympische berg be gaf. Hooguit een man om reke ning mee te houden. Als donke re stippen op een helwitte berg wand vielen de waaghalzen naar beneden, in een razende jacht. De vlokken hinderden de snelheid, de vorst maakte de piste glad als een ijsbaan. De 38.000 fans, de meesten sinds de vroege ochtend aanwezig, joelden als de vlek in de verte snel groter werd. Toen Kjetil Andre Aamodt, de heldenzoon van Noorwegen, naderde, barst te een oorverdovend gehuil los. Na een enorme laatste sprong kwam hij in een tintelend kou- de wolk tot stilstand. Eerste! Aamodt, al dagen nerveus, werd overvallen door een onbe schrijflijke vreugde. Een bevrij ding, zo zei hij tijdens de pers conferentie. „Zelden genoot ik zo van het leven." Maar, vulde hij aan, „dat duurde precies twéé minuten." Want in de ver te dook op dat moment Moe op, om juist een knipoog (4/100ste seconde) voor de thuisfavoriet te eindigen. „Zilver is ook een succes", troostte Aamodt zich. „Ik heb verloren van een uitstekende tegenstan der. Al zal het geringe verschil tussen ons mij nog lang dwars zitten". Hij had geen excuses. „Dat ik moest wachten door een val van de man voor mij, beschouwde ik eerder als een voordeel." Het wordt een olympische traditie dat de skiër die nog zonder grote victorie is, triom feert. Patrick Ortlieb (nu vierde achter de verrassende Canadees Podivinsky die daarmee het trio jeugdige sterren completeerde) en Aamodt deden het in 1992. Tommy Moe, de verrassende winnaar van de gouden medaille van de olympische afdaling van Kvitfjell: „De grootste uitdaging is een legende worden." foto epa Moe past perfect in dat rijtje. „Met dank aan mijn ouders, die mij altijd op het rechte pad heb ben proberen te houden. Al ging dat soms gepaard met woede en verdriet." Hij was dit seizoen één van de meest con stante deelnemers in de World Cup en kneep er alleen even tussen uit na de kerstdagen. „Ik wilde droogtrainen in Afrika, even uit de sleur, zonder sneeuw, met mijn voeten in het warme zand." Want van sleur heeft Moe nog altijd een afkeer, zoals het een goed afdaler betaamt. Hij speurt altijd naar een nieuwe uitdaging tussen de vele trainingen door. „De grootste uitdaging is een le gende worden", zei hij vlak voor aankomst in Noorwegen. „Nu ben ik een heel normaal mens, ik wil wel wat bijzonderder zijn." Donderdag, na de eerste trai ning, sjokte hij moederziel al leen terug naar zijn hotel hal verwege de berg Kvitfjell. De ski's op de rug, eenzaam tussen de besneeuwde dennen. Giste ren ging hij diezelfde weg, met in zijn kielzog TV-camera's en bobo's van zijn bond. Moe, voorheen veroordeeld omdat hij als scholier wel eens een joint rookte, heeft weer een hoop vrienden. Na een veel te snelle start moest Rintje Ritsma rondenlang op zijn tanden bijten om in elk geval nog de bron zen medaille op de olympische 5000 meter in de wacht te slepen. foto rtr kvitfjell paul berkhout npa-verslaggever De zwarte man in ^deze stralend witte tempel rekt zich en strekt zich. Geeuwt Afdaling als een leeuw met honger. Dat is de nervositeit. Het ontzag voor de afdaling van Kvitfjell, konings nummer van de Olympische Spelen. De zwarte man heeft een barre tocht doorstaan vanuit Senegal, op zoek naar de broederschap van culturen, kleuren en landen. Maar hij voelt zich een onge wenste vreemdeling. Op zijn ski-helm staat met plakletters: 'OLYMPIC SPIRIT' gevolgd door een groot vraagteken. Het is zijn strijdkreet. „De olympische geest is verloren gegaan tussen de dollars", zegt de zwarte man. Lamine Gueye (33) komt uit tropisch Afrika. Dakar is een bi zarre geboorteplaats voor een skiër. Drie maanden per jaar brengt hij er nu nog door, als visser tussen vrienden. „Wij eten wat we vangen. Het is slecht voor het skiën, maar goed voor mijn hoofd. In Afrika is de kwaliteit van het leven beter, zijn de mensen nog geen slaaf van hun video." De andere maanden werkt hij op de pleis terplaats van stress, de aande- lenbeurs in Parijs. Zo betaalt hij zijn hobby. Lamine Gueye is een ama teur, de ware olympiër. „Maar wij zijn niet meer welkom", zegt hij. „Alleen de besten worden uitgenodigd, de Olympische Spelen worden een elite-evene ment." Zijn téamgenoot kwalifi ceerde zich niet, en Marokko, Cyprus en andere mini-landjes verkregen evenmin toegang tot de poort van het sportwalhalla. „Alleen mensen die van jongs- af aan hebben getraind, en dat hebben kunnen betalen, zijn nog in staat hier mee te doen", zegt hij bitter. „De sport zou hier vereerd moeten worden, niet de supermens. De Spelen zijn van oorsprong een tijd voor vriendschap, een tijd zonder oorlog. Wat wint het IOC door ons te weren? Het zou moeten vechten om ons te behouden." Op vorige Spelen kwamen at leten uit kleine landen potsier lijk de helling af. De ene Puerto- ricaan die de andere inhaalde, een Mexicaan die vijf maal viel. „Het publiek lachte hen niet uit, maar toe", aldus Gueye. Hij tast in zijn herinnering. „Het beeld Lamine Gueye: „De olympische geest is verloren gegaan tussen de dollars." foto npa harry tielman van Albertville blijft me eeuwig bij. De kampioenen Tomba en Jagge die de nummer laatst uit Cyprus op de schouders nemen. Dat is de boodschap die de Olympische Spelen moet uit dragen. Maar president Sama ranch roeit deze uit." Lamine Gueye vormt nu in zijn eentje de delegatie van Se negal in het olympisch dorp in Lillehammer. Hij is atleet, trai ner, materiaalman, chef d'équi- pe, volgt de loting en neemt als het even kan de telefoon op. Hij is voorzitter van de Ski-federatie Senegal, door hemzelf opgericht en twee leden sterk, is tevens secretaris/penningmeester. Hij zeult eenzaam met zijn ski's door de sneeuw van Kvitfjell, al steekt zijn rug. „Deze zomer ben ik voor de tweede keer ge opereerd. Een wervel was ver schoven, mijn linkerbeen ver lamd. Dat is de slijtage van de afdaling, vermoedelijk", zegt hij licht spottend. „In november stond ik voor het eerst weer op de ski's. Maar getraind heb ik niet." Weer spot hij: „Er bestaat een betere voorbereiding." Hij kelderde daarom op de wereld ranglijst, maar bleek nog net goed genoeg om na 1984 en 1992 opnieuw aan de Olympi sche Spelen deel te nemen. Rond zijn kuiten schittert de Senegalese vlag. Weet de bevol king in Dakar dat Lamine Gueye hier is voor de olympische afda ling, de meest gevreesde winter sport? „Natuurlijk weten ze dat. Wat ik nu doe is proberen de wereld te laten weten dat de kleine, arme landen, het recht wordt ontnomen om hier te zijn. Het publiek denkt dat de Spelen puur zijn, maar dat is niet de werkelijkheid." „Miljoenen worden verspild door steden om zich kandidaat te kunnen stellen voor dit eve nement. 45 Miljoen dollar voor een olympisch museum. Tradi ties die het verliezen van Coca Cola. Atleten wordeh gebruikt ter meerdere eer en glorie van de happy-few. En toen ik met al mijn koffers en tassen naar een bus zeulde op het vliegveld van Oslo, zag ik een grote IOC-bons in een limousine stappen. Zijn koffer liet hij dragen door een meisje. Bah. Ze laten zich als koningen behandelen, maar zij zijn zelfs geen gentlemen." De zwarte man maakte voor het eerst met het witte tover- goed kennis op zijn elfde, toen zijn grootouders hem naar een kostschool in Zwitserland stuur den. Daar stond hij voor het eerst op ski's. Later ging hij bij zijn moeder in Frankrijk wonen. Hij wuift ongeduldig de gedach te weg dat Afrikanen vreemde verschijningen zijn in deze om geving. „Vroeger was dat zo, maar dit is het eind van de twintigste eeuw. Wij eten aard beien in de winter. Binnen vijf uur is elke Afrikaan per vliegtuig in een ski-gebied. Het is bekend dat zwarte atleten goede atleten zijn. Natuurlijk kunnen zij dan ook skiën. Alleen is er geen geld om zich jarenlang te trainen in de sneeuw, zoals de toppers. Dat zijn supermensen, ik be wonder hen. Misschien respec teren zij mij omdat ik met mijn niveau toch naar beneden durf." De olympische afdaling van Lamine Gueye, startnummer 54 (voorlaatste) duurt ruim een minuut. Hij mist een poortje en moet stoppen. „Omdat ik een slechte skiër ben. Wellicht wilde ik te graag bewijzen dal ik hier ook thuis hoor." Zijn optreden was met die woorden voorbij, meer disciplines gunde meneer Samaranch hem niet. Maar de zwarte man met Olympic Spirit op zijn gehelmde voorhoofd zal niet snel worden vergeten. Wie weet waart straks zijn geest nog over de witte pistes. Als hij zelf aan de stranden van Se negal al lang weer visser is. „Want dat leven is mijn toe komst". zegt hij. hardop dro mend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 19