Dijken rampzalig voor Bangladesh Affaire Dreyfus zorgt weer voor opschudding Feiten &Meningen NS stellen reizigers al op de proef SPLA ondermijnd door eigen verdeeldheid VRIJDAG 11 FEBRUAR11994 2 Wie het aandurft om in de spits met de trein te rijden, wordt al jaren op de proef gesteld. Hangend op de balkons van treinen met zuchtende, rokende, hijgende, snotte rende en kuchende mede-passagiers is elke rit een ware overlevingstocht. Tussen kwart over zeven en negen uur 's morgens en tus sen vijf uur en ongeveer zes uur 's avonds serveren de Nederlandse Spoorwegen dan ook alles behalve service. De aankondiging van NS om bij wijze van proef staanplaatsen-treinen te gaan inzet ten, doet dan ook uiterst vreemd aan. Wat al lang praktijk is wordt nu officieel. Het nieuwe plan is bedoeld om meer klanten te trekken. Op het proeftraject Vlaardingen-Rotterdam CS gaan in de spits meer treinen rijden, zodat in korte veel meer mensen kunnen worden vervoerd. Het grote voordeel voor de treinreizigers is volgens NS dat zij sneller op de plaats van bestemming kunnen komen en dat zij door de hogere frequentie wat langer in bed kun nen blijven liggen. In werkelijkheid lijkt het echter een nieu we serieuze poging van de Spoorwegen om nog meer liefhebbers van het openbaar ver voer van zich te vervreemden. De afgelopen maanden haakten al veel mensen af, omdat zij te weinig waar voor hun dure geld krij gen. Hoewel de prijs in de staantrein gelijk blijft, wordt de luxe, voor zover daar nog sprake van is, alleen maar minder. De Spoorwegen hebben eerder zelf toege geven dat zij het in deze tijd ook eigenlijk niet meer kunnen maken om passagiers te laten staan. Het ligt dan ook meer voor de hand dat de NS in veel hoger tempo gaan werken aan het verbeteren van het materi aal. Dat is volgens president-directeur Den Besten echter onmogelijk. In juni vorig jaar kondigde hij aan dat het nog zeker twee jaar zal duren voordat iedereen in de trein kan zitten. Dat het tot die tijd behelpen zou zijn, was dus bekend, maar dat de NS een slechte si tuatie in de spits tot regel verheffen, staat haaks op de goede voornemens van de Spoorwegen. Gedwongen door kabinet en Kamer die de NS vóór het jaar 2000 volledig willen laten privatiseren, doen Den Besten en zijn organisatie steeds vreemdere spron gen en lijken zij het spoor volledig bijster. Als de proef slaagt, dan willen de Spoor wegen de staantreinen ook op andere lijnen inzetten. Bovendien wordt er aan gedacht om op deze manier ook voetbalsupporters te gaan vervoeren. Terwijl de KNVB er juist naar streeft om in alle voetbalstadions de staanplaatsen te vervangen door zitplaatsen om onder meer de agressie terug te drin gen, gaan de NS in de tijd terug door de fans dicht tegen elkaar te zetten. Met de 'nieuwe' aanpak werken de NS de irritatie nog meer in de hand, waardoor de kans erg groot is dat het aantal gevallen van agressie nog meer zal stijgen. En dat terwijl het afgelopen jaar al sprake was van een toename van bijna dertig procent. Boven dien lopen passagiers die staan veel meer risico wanneer zich ongelukken voordoen. Het beste is dan ook dat de NS eindelijk inzien wat het begrip klantenservice werke lijk inhoudt, voordat zij straks nog een stap verder gaan en ook post- en composttrei- nen voor passagiers inzetten. LEIDEN. JAN PREENEN Nederlands project gaat hoe dan ook door In Den Haag kwam gisteren de Vaste Ka mercommissie voor Ontwikkelingssamen werking bijeen om samen met minister Pronk de Nederlandse deelname aan het Flood Action Plan te bespreken (FAP). Het Nederlandse (en Duitse) deel van het pro ject staat bekend als FAP-20. Het gaat hierbij om een dijkenplan voor de provin ciestad Tangail: FAP-20 is van groot be lang omdat het model staat voor het gro tere plan dat de omdijking van de drie grote rivieren in Bangladesh behelst. Het Bangladesh People Solidarity Centre (BPSC) overhandigde Pronk een door 25 organisaties waaronder zo'n beetje de gehele milieubeweging van Nederland ondertekende petitie waarin wordt aange drongen op het afzien van Nederlandse deelname aan FAP. De ondertekenaars vinden FAP-20 moet worden opgeschort omdat het volgens hen grote schade toe brengt aan mens en milieu. Zij menen dat onderzoeken het falen van het FAP al vol doende hebben aangetoond. Wel pleiten zij voor studie naar alternatieven voor het FAP. Pronk zei tijdens de bijeenkomst bereid te zijn om alternatieven te onderzoeken en daarvoor ook middelen beschikbaar te willen stellen. Het Nederlandse project FAP-20 gaat echter wat hem betreft hoe dan ook door, ondanks het feit dat de be volking van de plaats waar het project wordt uitgevoerd daar massaal en falikant tegen zijn. Volgens Pronk spelen 'andere belangen' mee die uitstijgen boven de me ning van de bevolking. Het BPSC toonde zich geschokt en teleurgesteld over de houding van de minister. De organisatie verwacht grote Onrust onder de bevolking van Tangail wanneer daadwerkelijk wordt begonnen met het dijkenprpject. Marokkaan slachtoffer justitie Frankrijk heeft een tweede Dreyfus-affaire. Slachtoffer is dit keer de Marokkaanse tuinman Omar Raddad, die vorige week achttien jaar gevangenisstraf kreeg toegemeten wegens de moord in 1991 op zijn gefortuneerde werkgeefster. De vrouw, Chislaine Marchal, werd in de kelder van haar villa aan de Cöte d' Azur gevonden. Ze had veertien messteken in haar lichaam. Op de kelderdeur waren met bloed van het slachtofferde beschuldigende woorden Omar m 'a tuer (Omar heeft me gedood) geschreven. De politie was er al snel achter dat de tuinman de dader moest zijn. Tijdens de rechtszaak bleek echter dat de bewijzen tegen hem uiterst mager waren. Zo is het uur van overlijden van het slachtoffer nooit achterhaald, is het moordwapen nog steeds niet gevonden en is in de kelder niet naar vingerafdrukken gezocht. Handschriftdeskundigen meenden in de beschuldigende tekst het handschrift van het slachtoffer te herkennen maar konden de taalfout tuer in plaats van tué niet verklaren. Marchal was een onderlegde vrouw. De verdediging voerde aan dat Omar wegens zijn alibi geen tijd heeft gehad voor de moord. Bovendien werd er op zijn kleding geen spoortje bloed aangetroffen. Toch is Omar veroordeeld. Zijn raadsman sprak na afloop van een nieuwe 'Dreyfus-affaire'. Volgens hem is Omar uitsluitend veroordeeld omdat hij een Marokkaan is. De dit jaar precies honderd jaar oude 'affaire Dreyfus' houdt de gemoederen in Frankrijk op nieuw bezig. Een woedende mi nister Léotard (defensie) heeft deze week een vooraanstaand legerhistoricus op staande voet ontslagen na de publicatie van een zeer dubieus artikel over de vermeende spionage-affaire. In het artikel trekt de historicus, kolonel Paul Gaujac, de on schuld van de joodse officier, Alfred Dreyfus, opnieuw in twij fel. Geen enkele affaire heeft Frank rijk de afgelopen eeuw zo bezig gehouden en zo grondig ver deeld als de zaak van kapitein Dreyfus. Dreyfus werd in 1894 door een militair tribunaal op grond van dubieuze bewijzen schuldig bevonden aan spiona ge voor de Duitsers en hoogver raad, en tot jarenlange dwang arbeid veroordeeld. De affaire leidde rond de eeuw wisseling tot een golf van anti semitisme in Frankrijk en felle botsingen tussen voor- en te genstanders van Dreyfus. Frankrijk was jarenlang ver deeld in twee onverzoenlijke kampen: men was vóór of tégen Dreyfus. Een tussenweg was er niet. Tot diep in de 20ste eeuw speelde de zaak een rol in de Franse politiek. En telkens als er weer een nieuwe studie ver schijnt naast de meer dan duizend die er al over de zaak zijn geschreven laait de pole miek weer op. De schrijver Emile Zola nam het in 1899 voor de naar Frans Guyana gedeporteerde kapitein op via zijn wereldberoemd ge worden kranteartikel J'accuse ('Ik beschuldig'). In dat artikel beschuldigde Zola de legertop, waarin antisemitisme diep ge worteld was, ervan de hele spio nage-affaire in scène te hebben gezet om politieke redenen. Alfred Dreyfus. illustratie archief De Dreyfusards wonnen de strijd uiteindelijk in 1906, toen een civiele rechtbank twee eer dere vonnissen van militaire tri bunalen nietig verklaarde. Dreyfus werd gerehabiliteerd en diende tijdens de Eerste We reldoorlog in het Franse leger. Vanwege zijn heldhaftige ge drag werd hij zelfs gepromo veerd tot luitenant-kolonel. Hoewel vrijwel alle serieuze he dendaagse historici van mening zijn dat Alfred Dreyfus het slachtoffer was van een troebel machtsspel binnen de legertop, heeft de Franse militaire recht spraak de vonnissen uit 1894 en 1899 nooit formeel herroepen. Binnen de huidige legertop zijn er nog altijd aanhangers van de theorie dat Dreyfus wel degelijk schuldig was. InTiet gewraakte artikel in het legertijdschrift Actualité sugge reert de nu ontslagen reserve kolonel Paul Gaujac, hoofd van de geschiedkundige dienst van de landmacht, niet alleen dat Dreyfus een spion en landverra der was. Hij geeft bovendien een zeer dubieuze interpretatie van de motieven van de verde digers van de joodse kapitein. Het kamp van de Dreyfusards bestond volgens Gaujac uit een linkse coalitie van socialisten, vrijmetselaars, republikeinen en mensenrechten-activisten, die de zaak gebruikten om het le ger, dat zich aan het voorberei den was op een oorlog met Duitsland, te destabiliseren. Met andere woorden: niet al leen Dreyfus was een landverra der, maar ook degenen die het voor hem opnamen. Minister Leotard heeft de po ging van de legerhistoricus om de pijnlijke affaire opnieuw op te rakelen in de kiem willen smoren. Gaujac kreeg afgelopen dinsdag te horen dat hij zijn bu reau en dienstwoning onmid dellijk moest verlaten. Volgens serieuze historici, zoals Jean- Denis Brédin, de auteur van een biografie over Dreyfus, is het ar tikel van de kolonel 'een regel rechte karikatuur'. „Helaas be wijst dit dat de oude anti-Drey- fus-mentaliteit in legerkringen na een eeuw nog steeds leeft", zo zei hij in een interview. Dat blijkt ook uit het feit dat di verse hooggeplaatste officieren de afgelopen maanden .vergeefs hebben geprobeerd een ten toonstelling over de oude affaire te saboteren. Leotard heeft ech ter ronduit lak aan de gevoelige tenen van een deel van de le gertop. Hij heeft de filmer Yves Boisset, die een film over de af faire aan het voorbereiden is, zijn volledige steun toegezegd. Dat wordt door een deel van de legertop als een regelrechte ver nedering ervaren. Honderd jaar na het begin van de affaire Dreyfus zijn de wonden in Frankrijk nog steeds niet hele maal geheeld. Bij de watersnoodramp die Zeeland in 1953 teisterde, verloren 1.835 mensen het leven. Hoge dijken en stormvloedkering (Deltawerken) maken het zo goed als on mogelijk dat een dergelijke ramp zich nogmaals voltrekt. In Bangladesh vonden in 1991 ongeveer 150.000 mensen de dood bij een door een cycloon veroorzaakte vloedgolf. Enkele jaren daarvoor maakten enorme overstromingen duizenden slachtoffers. Westerse donorlanden en VN-organisaties zien ook voor Bangladesh de oplossing in dijken en waterbeheersing. Zij lieten een plan maken dat in 1991 werd gepresenteerd als het Flood Action Plan (FAP). Tegenstander van het FAP waaraan ook Nederland bijdraagt vrezen echter \)eel grotere rampen als het water in Bangladesh wordt ingetoomd. Peter Custers is lid van het in Amsterdam gevestigde Bangla desh People Solidarity Centre (BPSC). Hij vertoefde jaren in Bangladesh en kent de proble men van het land. Zo'n 80 pro cent van het Bengaalse grond gebied loopt op gezette tijden onder water doordat de drie grote rivieren (Brahmaputra, Ganges en Meghna) buiten hun oevers treden. Zeker driekwart van de bevolking van Bangla desh leeft in overstromingsge bieden. De grootste fout die volgens Custers en andere tegenstan ders van het FAP wordt ge maakt, is dat westerse (Neder landse) waterbeheersingsme- thoden zonder meer worden overgeplant naar Bangladesh, zonder rekening te houden met de natuurlijke situatie in dat land. Custers: „Voor de Britse tijd (vanaf de helft van de 18de eeuw tot 1947, red.) bestond er een uitgebreid irrigatiesysteem waarbij juist gebruik werd ge maakt van het oprukkende en Boten vol vis. Voor Bengalen is visserij een belangrijke bron van inkom sten, die volgens de tegenstanders van het FAP wreed zou worden ver weer wegtrekkende water. De ri- stoord door het omvangrijke dijkenplan. de Ganges bijvoorbeeld had talloze ondiepe zijkanalen, die in de natte tijd zorgden voor bevloeiïng van de tussen liggende landbouwgronden. Er waren wel dijken, maar die waren laag. Ze hielden slechts voor een deel van het jaar het water tegen. Het water dat binnenvloeide, bracht proteïnerijke vis met zich mee en liet wan neer het zich weer terugtrok vruchtbaar slib achter. Als de kanalen door dijken worden afgesloten zoals in het FAP kan de vruchtbare sliblaag niet worden afgezet omdat het water het gebied niet in kan. En het water van de moessonregens kan door de dijken juist niet wegvloeien." Volgens Custers moet duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen 'reguliere' overstro mingen die nuttig zijn en ernstige waters noodrampen die meestal worden veroor- Zagkt.dopr cyclonen. D.e eerste spelen een belangrijke rol bij de landbouw en visserij; de tweede zijn vaak desastreus en daarte gen moet de bevolking worden beschermd. Volgens Custers biedt het FAP de bedoelde bescherming niet, omdat het ook de ande re, 'mildere' overstromingen tegenhoudt. Daardoor is de boerenbevolking gedwon gen haar toevlucht te nemen tot de ver bouw van rijstzaden die een extra grote oogst oplevert. Die rijst moet worden geïm porteerd en bewerkt met kunstmest en be strijdingsmiddelen. De afhankelijkheid van het buitenland wordt daardoor groter. Bo vendien wordt de kloof tussen arm en rijk groter, omdat kleine boeren het materiaal niet kunnen betalen. Vanuit Bangladesh en het buitenland kwam al snel kritiek op de negatieve kanten van het FAP. Uit proefprojecten die al her en der in het land worden gehouden, is geble ken dat de grootschalige bouw van dijken een gevaar vormt voor de gezondheid van de boeren. Het Europese Parlement heeft zich dat aangetrokken en bepleit terughou dendheid bij de voortgang van het FAP. Custers: „Uit studies naar de effecten van FAP-projecten die al lopen, blijkt onder meer dat de dodelijke ziekte kala-azar, die de lever en het beenmerg aantast, veel voorkomt in droge gebieden waar dijken- bouw is gepleegd. Die ziekte wordt ver- Spreid door de zandvlieg die juist in droge gebieden goed gedijd." Voorstanders van het FAP hechten weinig waarde aan dergelijke studies. Volgens hen is het FAP niet meer dan een versterking en uitbreiding van een al jarenlang bestaand dijkensysteem. Zij houden bovendien vol dat ze de zo nu en dan voorkomende extre me waterhoeveelheden onder controle kun nen houden door middel van een systeem dat controlledfloddingwordt genoemd. Volgens Custers zien de voorstanders een aantal dingen over het hoofd. „Het argu ment dat er al dijken lagen en dat die slechts worden versterkt, is oneigenlijk. Je kunt je afvragen of die dijken er sowieso wel hadden moeten liggen. Verder is het maar de vraag of je extreme overstromingen kunt reguleren. Water is onvoorspel baar en de dijken zijn waar schijnlijk niet bestand tegen de druk van te grote hoeveelhe den." Volgens Custers spelen bij de volhardende houding van de FAP-medewerkers hele andere belangen een rol dan hulp aan de boerenbevolking. Veel daar van heeft te maken met de vol gens hem hardnekkige keus voor de buitenlandse rijstzaden. „Daar hebben zoveel bedrijven belang bij. Ten eerste de produ centen van die rijstzaden en daar direct mee verbonden de producenten van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Daar zijn miljoenen dollars mee ge moeid." Custers noemt het ronduit 'krankjorum' dat er in een land als Bangladesh koste wat kost moet worden gekozen voor ge ïmporteerde rijst. „Boeren heb ben juist door hun ervaring met hoog en laag water rijstvariëtei- ten ontwikkeld voor droge en voor natte tijden." Custers en andere tegenstan- foto archief ders van het FAP zien hele an dere oplossingen voor het ver beteren van de voedsel- en leefsituatie van Bangladesh. Zij willen het liefst terug naar de oude landbouwmethoden, waarbij ge bruik wordt gemaakt van het water in com binatie met lage dijken. Verder zouden waarschuwingssystemen tegen naderende cyclonen moeten worden verbeterd, zodat de kustbewoners zich op tijd in veiligheid kunnen brengen. Maar minstens za belang rijk is verbetering van de gezondheidszorg en hygiëne in Bangladesh. „Want", zo zegt Custers, „dat er bij grote overstromingen zoveel doden vallen komt niet omdat zoveel mensen verdrinken, maar vooral omdat ze sterven aan epidemieën die uitbreken." CusterS erkent dat in Bangladesh de land- bouwproduktie omhoog moet omdat er nog steeds veel honger en ondervoeding heerst. Maar oqk daarvoor biedt het FAP^ volgens hem geen oplossing. In plaats van een combinatie van groenten en verschil lende rijstsoorten, zoals de boeren normaal gesproken verbouwen, vormt de 'hoge op brengst rijst' een monocultuur. Hierdoor is de voeding van de mensen niet gevarieerd genoeg. Custers: „Als wordt gekozen voor het oude systeem van landbouw en visserij in combinatie met voldoende beveiliging tegen cyclonen, kunnen de boeren voor zichzelf zorgen. Dan kan ontwikkelingshulp worden besteed aan zaken als verbetering van de gezondheidszorg en scholing." [HAARLEM WILLEKE HEIJKOOP CORRESPONDENT THE INDEPENDENT Onder de schroeiende zon ligt het Ame vluchtelingenkamp in het zuiden van Sudan er verla ten bij. Zover het oog kan zien, staan in alle richtingen duizen den kleine ronde hutjes van modder of riet met puntdaken van gras. Vorige week woonden hier nog 41.000 mensen. Nu is het verstilde kamp leeg. Grote hagedissen schieten weg en hoog in de lucht cirkelen roof vogels. Buiten de hutten staan kook potten met eten en maalstenen waar nog graan op ligt. De zie kenhuishut ruikt naar desinfec terend middel. De apotheek is geplunderd en de vloer ligt be zaaid met injectienaalden, chi rurgische handschoenen en le ge dozen met de opdruk 'Uni cef. Een aantal hutten is tijdens een recente aanval platgebrand. In een hoek ligt het lichaam van een lange man. Zijn gezicht is half opgegeten. In de buurt lig gen lege hulzen van AK-47 ge- De vrouwen, kinderen en oude mannen die hier leefden, beho ren tot de Dinka-stam uit het 320 kilometer verder gelegen Bor. In 1992 ontvluchtten ze de gevechten van de stam menstrijd binnen het Sudanese Volksbevrijdingsleger (SPLA) De mannen van de gezinnen in het Ame kamp vormen de rug- gegraat van de SPLA-factie die trouw is gebleven aan de Dinka- leider John Garang. Nu zijn de vrouwen en kinderen weer op de vlucht naar het op vijf dagen loopafstand gelegen Laboni, acht kilometer ten noorden van de Ugandese grens. Het naburige Atepi vluchtelingenkamp, dat ook In het zuiden van Sudan is de strijd,yveer opgelaaid. Veel zijn op de vlucht geslagen. werd aangevallen, is verlaten. De 23.000 bewoners zijn even eens op weg naar het veiliger Laboni, waar water en voedsel hulp is. Hoewel de SPLA beweert dat de aanvallen deel uitmaken van een nieuw offensief van de re gering in Khartum, weet nie mand wie de aanvallers echt waren. In dit gebied hebben re geringstroepen nog nooit derge lijke aanvallen uitgevoerd en betrouwbare bronnen zeggen dat splintergroeperingen van de SPLA uit zijn op wraak tegen de Dinka-factie van het rebellenle ger. De vluchtelingenkampen zijn van levensbelang voor de SPLA. Ze vormen de belangrijkste bron van voedsel voor de rebel len en helpen het moraal hoog te houden. De Verenigde Naties en het SPLA doen net alsof er geen wapens in de kampen zijn, maar gewapende SPLA-strijders lopen vrijelijk in en uit om hun familie te bezoeken en voedsel te halen. Het is tekenend voor de mach teloosheid van de SPLA dat een aanval door een kleine gewa pende groep ongeacht of het nu rivaliserende rebellen of re geringstroepen waren 63.000 mensen op de vlucht kan dwin gen. De oude SPLA-leuze 'Toge ther westand, divided wefali (Eendracht maakt macht, twee dracht breekt kracht) lijkt te worden bewaardheid. SUDAN RICHARD DOWDEN VERTALING: MARGREET HESLINGA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2