Vegard de Viking danst op het dak van de wereld Noorwegen schaamt zich niet meer voor winnaars E Olympische Winterspelen De cijfers WOENSDAG 9 FEBRUAR11994 De pioniersgeest van de grote poolreizigers beheerst Vegard Ulvang. Hij is geboren 'on top of the world', in het Noorse dorpje Kirkeness, waar vier maanden per jaar de duisternis heerst. Zijn strijdlust en overwinningen bij het skilopen of cross country, de zwaarste aller sporten, maakten hem be roemd. Zijn avontuurlijke tochten naar het onbekende achter de horizon promoveerden hem tot held. Het verlies van zijn broer - 'mijn grootste sup porter en mijn beste vriend' - aan de onherbergzame ijsvlakte kroonde hem tot martelaar. Vegar Ulvang, het idool van de Noorse jeugd, is een uitzonder lijk mens. En favoriet voor olympisch goud. LILLEHAMMER PAUL BERKHOUT Vegard Ulvang. In Groenland beleefde hij een uitputtende ski-tocht door een bevroren woestenij. „Ik geniet van eenzaamheid.'' Hij verkende Si berië per kano en werd door muggen opge geten. „Niets is opwindender dan de na tuur." Als eerste mens beklom hij de koud ste berg ter wereld, de Mount McKinley in Alaska. „Ik ben op zoek naar extremen." In Mongolië leidde een expeditie langs de hoogste toppen van Azië hem rechtstreeks naar de gevangenis. „Ik kan niet zonder avonturen." Vegard Ulvang is een modern ontdek kingsreiziger. Geboren op 10 oktober 1963 aan het denkbeeldig einde van de aardbol, de Noordkaap. Opgegroeid in de traditie van Amundsen en Nansen. Zijn eerste avonturen beleefde hij als jong knaapje in Kirkeness, een plaats waar slechts mensen wonen omdat er kopermijnen zijn. „Ik ben gewend aan urenlange trips op ski's door een leeg landschap", zo diept hij op uit zijn herinneringen. „Het ontdekken van onbe kende delen van de wereld intrigeert me. Hoe gevaarlijk het soms ook kan zijn, dan ken ik geen angst. Maar geniet van elke mi nuut. De natuur is een deel van mijn le- Oerinstinct De natuur neemt en de natuur geeft, zo ge looft Ulvang. De talloze ervaringen, de uit putting, maakten van hem een gewelde naar. Met gesprongen lippen, kapotte huid en wezenloze blik keerde hij steeds weer te rug in de bewoonde wereld. Het ontwikkel de zijn oerinstinct om te overleven, in de eenzaamheid en in de competitie. Zijn ploeggenoten, die trainend op gletsjers de zomer doorbrachten, konden zich niet voorstellen dat dit gezond is. „Maar het geeft me nieuwe geesteskracht", zegt de Vi king over zijn reizen. „Ik kan relaxen, verlies hooguit een paar kilo's lichaamsgewicht. Het maakt me hongerig naar de winter, Maar de natuur ontnam hem ook zijn broer Ketil, een eeuwig schrijnend verlies. Op de dag in oktober dat de oudste Ulvang voor altijd verdween, zat Vegard in trai ningskamp in Italië. Hij haastte zich terug naar Kirkeness, om daar, in de spaarzame uren van daglicht, de oneindige sneeuw massa's te doorploegen. Samen met enkele honderden vrijwilligers. Van het lichaam, vermoedelijk gegrepen door een sneeuw storm, geen spoor. De dagenlange speur tocht was de zwaarste wedstrijd uit zijn le ven. Het verwerken van het verdriet een on mogelijke opgave. Als nu, enkele maanden later, wordt ge vraagd naar het leven zonder Ketil, breekt zijn stem. Toch praat hij er over, in korte zinnen. „Ik ben er aan gewend dat zijn dood mij altijd achtervolgt..." Hij wil niet geloven dat de tragedie een oorzaak kan zijn voor zijn magere resultaten tot nu toe. Al kan de krachtmens niet al zijn energie kwijt. „Mijn broer was mijn grootste sup porter, mijn beste vriend, mijn vaste trai ningsmaat. Maar zijn dood mag nu geen in vloed meer hebben op mijn prestaties. Ik probeer uit het verdriet juist nieuwe inspi ratie te putten." De geest laat zich niet dwingen, weet Ul vang echter. „Een mens is geen compu ter..." Het litteken op zijn ziel, de beschadi ging van zijn geest, kunnen hem straks stui ten in zijn goldrush. Of schenkt het hem de bezetenheid die noodzakelijk is in deze uit puttingsslag? „Ik heb veel ervaring, ik ken mijn lichaam", zegt hij. „Maar ik weet ook dat er limieten zijn..." Limieten die hij tracht te doorbreken met extreme trainingsprogramma's. Gemiddeld is hij 900 uur per jaar in training om in de cross country de beste te zijn. „Deze sport eist een immens uithoudingsvermogen. Dus de motor moet goed zijn", lacht hij. „Maar mijn lichaam luistert niet altijd naar wat ik van hem vraag." Tot nu toe liet de motor het niet afweten. Vegard Ulvang, bij de vorige Olympische Spelen goed voor drie keer goud en een maal zilver, is een idool in Noorwegen. Er werd een vliegtuig, Vegard Viking, naar hem vernoemd. Hij verdient miljoenen kronen in een sport die nog niet met het grote geld bekend is. „De populariteit heeft mooie kanten en minder mooie kanten", zegt hij in zijn appartement in de stad Oslo, waar hij zelden te vinden is. „Het ontneemt me de anonimiteit waar ik zo'n behoefte aan heb. Het biedt me de mogelijkheid geld te verdienen met mijn sport." Hij is beroem der dan de koning. Het volk verlangt naar zijn successen, tieners lezen het boek over zijn avontuurlijk leven als de nieuwe bijbel. „Ik vrees die verwachtingen niet", zegt hij. „Zo lang ik mijzelf maar niet teleurstel. De wereld zal niet stoppen met draaien als Vegard geen goud wint." Maar Noorwegen zal wel even ophouden met ademhalen. „Ik zal er alles aan doen om dat te voorko men", belooft hij zachtmoedig. „Op de vijf tig kilometer (een helse marathon - red.) moet ik kunnen zegevieren. En met één medaille zal ik heel gelukkig zijn." Jeugd En dan keert hij weer even terug naar Kirke ness, naar zijn ouders, naar de vertrouwd heid van zijn jeugd. In Oslo wordt hij op straat aangeklampt, komt hij bijna dagelijks op televisie. Aan de poolzee vindt hij rust. Zo'n veertig dagen per jaar brengt hij daar nu nog door, 's zomers als het magnetische noorderlicht de poolzee laat schitteren. Voor de donkere ski-tochten in de winter, met alleen een hoofdlamp als gezelschap, heeft hij tegenwoordig geen tijd meer. Om dat de sport hem opslokt. „Maar ik denk niet dat ik mij ooit voorgoed in mijn ge boortedorp aan de Russische grens zal ves tigen." Want deze Vegard Viking zal nooit defini tief landen. Hij wil dansen op het dak van de wereld. Kan nooit de aantrekkingskracht van de in de stille wildernis verborgen rivier Kotoi in Siberië weerstaan. Laat zich er zelfs met een helicopter afzetten. Vegard Ulvang is altijd op reis. Op zoek naar de ultieme er varing, naar een onzichtbare limiet. Een vredelievend mens, bezeten van avontuur. Een gedreven man die in zijn dagboek schreef: „Elke thuiskomst is het einde van een droom en het begin van een nieuwe droom." Voor Vegard Ulvang, avonturier, is er geen eindstreep. Topsport was eens in Noorwegen volksvijand nummer één. Helden vloekten met het streven naar gelijk heid onder mensen. Voor winnaars was het uitgestrekte land te klein. Tot een creatieve bankdirecteur zijn eerste schreden zette in de wondere wereld van de topsport. En nu? Nu is alles an ders. In de straten van Oslo, in kroegen en kantoren, langs de duizenden fjor den, tot ver voorbij de poolcirkel, heeft zich een fluwelen revolutie voltrokken. Het Noorse volk drukt elke kampioen als een verloren zoon aan het hart. Vijf tig miljoen dollar is de afgelopen vijf jaar geïnvesteerd in de sport en zijn at leten. En bij de Olympische Winterspe len heeft het gastland slechts één doel: de beste zijn. OSLO PAUL BERKHOUT NPA-VERSLAGGEVER De bankdirecteur die al lang geen bankdirec teur meer is, beseft dat beurskoersen stabieler zijn dan sportprestaties. Maar hij twijfelt niet. „Met deze organisatie is het onmogelijk dat op alle fronten wordt gefaald." Zie daar: de opmars van een zich onderschattend doe- volkje tot zelfbewust sportvolk. Een reportage over zakelijkheid en idealisme, over fanatisme tot in het koningshuis, over het verlangen naar klatergoud. Het daglicht krijgt Oslo even niet te pakken. Tussen de heuvels hangt een grijs laken van nevel: de droeve hemel stort hagel uit over het Topidrettsenter. Het Topsport-centrum, een onopvallend gebouw, verzonken in omge ploegde aarde en smeltende sneeuw. Het ligt aan de laatste halte van de metro-lijn, waar geen einde aan leek te komen. Hier eindigt de stad, de werkelijkheid. En begint het dromen? „Ik bouw geen luchtkastelen", zegt Björge Stensböl. voormalig bankdirecteur in Kongs- vinger. „Ik bouw een team dat misschien wel het beste ter wereld is." 'Olympia Toppen', zo is het ambitieuze project gedoopt volgens een oord bij de ingang. Het kleurrijke logo, dat op licht in het grauw, verraadt de opzet. Een au toweg in het rood blauw van de nationale vlag leidt naar de vijf olympische ringen. Dat is de Noorse Snelweg naar het Succes. En Stensböl (46) geeft vanuit een eenvoudig kantoor de route aan. Geen luxe hier; elke halve kroon die wordt bespaard, kan immers elders worden geïnvesteerd. Wel chaos. Maar onder de tallo ze losse papieren op zijn bureau, achter de stapels dossiers, gaat een kleine, strakke orga nisatie schuil. „Die organisatie is de sleutel tot het suc ces", bevestigt Stensböl zonder schroom. „Be langrijker nog dan het voorradige talent. De atleten hebben na de Olympische Spelen van Albertville (waar de Noren ongekend succes vol waren - red.) deze veronderstelling ge steund. De ORGANISATIE", en de chef spreekt het uit met hoofdletters, „heeft hen immers de beste coaches, de beste faciliteiten en de beste leiders gegeven." De Organisatie begon in 1985 met Project '88, op een moment dat Noorwegen in de in ternationale sportatlas onvindbaar was ge worden. En kreeg in 1989 een vervolg met Olympia Toppen. Toen ook trad Stensböl, tot dan een bestuurder op de achtergrond, aan als leidsman. Als topsport-manager. Citius, Al dus, Fortius - sneller, hoger, sterker - is sinds dien de leus die de muur van het Topsport centrum in Oslo tekent. Geen Noor schaamt zich meer voor deze zucht naar verbetering. Op het prikbord hangt een medaille-tussen stand van voorbije jaren. Het staafdiagram - metje van 1987 oogt breekbaar, dat van 1993 dreigt uit zijn voegen te barsten. De grafieken kenmerken het denken van Björge Stensböl. Hij regeert met cijfers, schema's, statistieken. Gelooft in voortdurende analyses van sterkte en zwakte, in scholing en cursussen, maar ook in teamverband en .psychologie. Binnen die Organisatie beschouwt Stensböl zichzelf als de strateeg. Stensböl eiste bij zijn aantreden volm achten en gebruikte die om koppen te snellen. Hij ontsloeg zonder par- don alle bobo's, de klerken die achter de sportbureaus hun pensioen trachtten te ha len. „Ik wilde pure pro- m fessionals om mij heen verzamelen. De beste specialisten", zo ont- vouwt hij zijn visie. Björge Stansbol: „Ik kijk „Voordien mochten js achterliggende bobo's als beloning voor trouwe dienst als of ficial naar internationale kampioenschap pen. Zij waren furieus, het was een ge vecht van verandering versus star heid." Hij lacht. „Het was span nend. Maar zij waren kansloos. De sportbonden hadden op verzoek van het Noors Olympisch Comité al hun macht uit handen gege- Na de revolutie aan de top, bewerkte Stensböl sport na sport. Onlangs gaf, als laatste, de atle- tiekbond zich over. Zijn kruistocht begon met de voetballers, inmiddels succesvoller dan ons Oranje. „Dat was heel moeilijk, een zeer tradi tionele groep met weinig discipline. Wij zijn er met een koevoet binnen gedron gen." Omdat Olympia Top pen inmiddels geld en aan zien bezat in Noorwegen, ging de voetbalbond overstag. Pro fessor Egil Olsen, afkomstig van de sportuniversiteit, werd bonds coach. Een succesvol roeicoach zijn assistent. Sportmysteries Dergelijke vreemde constructies vormen een van de bijzondere krachten achter het Noorse succes. Stens böl: „Ik doorzie de top. Ik kijk naar het voet balteam en zie dat het iets mist. Net wat de roeiers wel hebben. Dus pas ik de coach in bij de voetballers... Elkaar sterker maken, dat is de achterliggende gedachte." Met die gedachte bundelden wijze Noorse mannen laachten die lang voor elkaar verbor gen bleven. Bonden werden bondgenoten, wetenschappers ingewijden in sportmysteries, bedrijven sponsors. Koning Harald werd ondertussen het sym bool van de liefde van het Noorse volk voor topsport. Het land telt naar verhouding veel actieve sporters: 1,7 miljoen van de 4,2 miljoen inwoners zijn aangesloten bij een sportvereniging. De koning ging nog een stap verder en toonde zijn trouw aan de top-atleten. „Onze koning deed zelfs voorstellen hoe wij fcommige dingen zou den kunnen verbeteren", zegt Stensböl, bewonderend over zo veel betrokken heid. De koning en zijn vlag, het is een drijfveer voor Olympia Toppen om Noorwegen tot super-natie te laten kronen op de eigen Olympische Winterspelen. De bankdirecteur en zijn vazallen hebben echter redenen te over wat hen tot dit kostbare, energie-verslin dende, over-ambitieuze project beweegt. Stensböl: „Steeds als in Lillehammer onze vlag wordt gehesen, krijgt elke Noor een goed gevoel! Als klein land willen wij iets groots la ten zien. Want onze sportprestaties geven de Noorse economie internationale ingangen... Maar de werkelijke reden is dat ieder mens zich doelen stelt en deze doelen wil verwezen lijken! Ons doel was in 1985 dat Noorwegen sportief weer moest meetellen. Dat doel groei de uit tot de gedachte dat Noorwegen het beste land op zijn eigen Spelen moest worden. Op de wijze die bij onze volksaard past..." naar het voetbalteam en zie dat het iets mist. Net datgene wat de r< gedachte." i F in® 7.395.000.000 NOORSE KRO NEN vormen het budget van de 17e Winterspelen. Ofwel 2 mil jard Hollandse guldens. De overheid heeft zich voor het vol ledige bedrag garant gesteld. Een kwart, 500 miljoen, is uitge C geven aan het bouwen van lo v caties. Duurste locatie is het ul c tra-moderne televisie-centrum, d IBC, in Storhave. Kosten: 125 t< miljoen. d DE INKOMSTEN BEDRAGEN s ruim 600 miljoen gulden. Het c meeste, 350 miljoen, brengt de verkoop van tv-rechten op. Het Amerikaanse televisiestation A CBS betaalde 295.000.000 US e dollars, waarvan Lillehammer E 200 miljoen gulden opstrijkt, s: CBS brengt 120 uur op de Ame- v rikaanse beeldbuis van Lille- v hammer. De omroep rekent op s meer dan 182 miljoen kijkers. d DRIE GROEPEN SPONSO- g REN brengen zo'n 158 miljoen gulden in het laatje. Ruim 38 n miljoen (is 15 procent) is af- k komstig uit de TOP III - de elite groep sponsors van het IOC. Bijna 100 miljoen van eigen b sponsors, het Team Birkebei- d ner. Officiële leveranciers beta- s len 22 miljoen. ZEER SUCCESVOL IS de ver b koop van olympische souvenirs. r' Olympische munten leveren k naar verwachting 30 miljoen z gulden winst op. Met de 12 zil- 0 veren en 4 gouden munten is v inmiddels een omzet van 55 e miljoen gehaald. Aan de fraaie a kleding en de verzamelpins is b inmiddels 450 miljoen gulden v omgezet in de enige olympische d winkel. d HET T-SHIRT WAAROP de 1000 dagen voor de Winterspe len worden afgeteld levert tij- e dens openbare verkopen ge- P middeld 550 gulden op. Hoog- b ste bod kwam op het T-shiri 8 'Een Jaar voor de Spelen': 8500 0 gulden. Het T-shirt op de ope- a ningsdag op 12 februari wordt geschat op een waarde van 40.000 gulden! Totale opbrengst a wordt op een a miljoen geschat, d 250 MILJOEN IS geïïnvesteerd n in de infrastructuur. De Noorse Spoorwegen maakt zich op voor v 1 miljoen trips. Op piekuren n verlaat elke 10 minuten een olympische trein Oslo. Elke dag worden tussen de hoofdstad en— Lillehammer zo'n 20.000 passa| giers vervoerd. NOORWEGEN BEZIT 7000 I autobussen, 1700 van deze zijn® ingehuurd voor de Spelen. 2.2 miljoen reizigers maken naar verwachting van de bussen ge bruik. Er zijn 500 express-bus sen die langs alle grote steden rijden, shuttle-bussen frared naar verwachting 460.000 be zoekers op bij parkeerplaatsen. 300 sneeuwschuivers houden de wegen sneeuwvrij. DE SPELEN KUNNEN reke nen op de grootste deelname ooit: ongeveer 80 landen leve ren meer dan 2000 atleten. 115 gouden, zilveren en bronzen medailles worden uitgereikt in 12 verschillende takken van sport. TOT EN MET 1992 deden bij I 16 Winterspelen 12.751 atleten I mee. Onder hen 146 Nederlan- I ders, van wie de meesten in 1984 in Lake Placid: 29. Zij won nen 46 medailles, de succesvol ste Spelen hadden voor Neder land plaats in 1972 in Saporro (9 medailles, waarvan 4 gouden). IN TOTAAL 32.000 GASTEN maken dèel uit van de olympi sche familie: 3000 sporters en begeleiders, 7000 media-verte genwoordigers, 7700 mensen van bedrijven en sponsoren, 6000 vrijwilligers, 2000 agenten, 1300 chauffeurs, 700 man- /vrouw technisch personeel, 1900 caterers en 1500 artiesten voor culturele programma's. 9700 VRIJWILLIGERS, onbe taald, komen in actie, gesteund door 2100 soldaten. 6400 recru- ten hebben cursussen gekregen. 6000 komen uit de regio, voor 2600 vrijwilligers worden in scholen slaapplaatsen gemaakt. 39 procent'is vrouw. Gemiddel de leeftijd is 31 jaar bij de vrou wen en 37 jaar bij de mannen. 2270 POLITIEAGENTEN Wor den ingezet om de veiligheid te bewaken, geholpen door 500 soldaten en 1500 vrijwilligers. DE GEMIDDELDE TEMPE RATUUR in Lillehammer is naar verwachting min 6 graden Celsius, met weinig wind en enige bewolking. Volgens statis- tieken is dat het gemiddelde C weertype van de afgelopen 100 n jaar. Het koudst was het in ft - l\ bruari 1947: -17 graden. Hét E aangenaamst in 1990: +1.5 gra- den. Er is 10 procent kans dat de temperatuur boven 0 graden g zal liggen. Slechts 2 procent kans bestaat er op -20 graden. 8 1 meteorologen en 5 assistenten houden tijdens de Spelen het K weer in de gaten. Het weerbe- e richt is 24 uur per dag actueel v beschikbaar voor skiërs en hun begeleiders. L NOORWEGEN TELT 4,2 MIL- J JOEN inwoners, en heeft daar mee de kleinste bevolkings dichtheid van Europa. De olym pische regio (3 stadjes, 2 kleine gemeenten) telt in totaal 83.000 bewoners. Lillehammer (23.000 inwoners) is het olympisch hart.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 24