Nederland-Noorwegen is Holland-België van het schaatsen
Lillehammer in één klap de modernste stad
Olympische Winterspelen
OL-byen
Carl Lewis 33km/u
Schaatser 65km/u
Rodelen 112km/u
Skiër 136km/i
Bobslee 136km/i
IJshockeypuck 160km/i
"T.-.T-T
Olympische Winterspelen in cijfers
Sneller, hoger, sterker...
MAANDAG 7 FEBRUAR11994
De deelnemers aan de Olym
pische Winterspelen voeren hun
gewaagde kunststukjes uit met
een snelheid die voor gewone
stervelingen onbereikbaar is.
Een skiër suist 4 keer sneller naar
beneden dan de snelste sprinter
ter wereld kan rennen. De aller
snelste wintersport - speedskiing
rbij de deelnemers snelheden van
bijna 225 km per uur halen, is wegens
fataal ongeluk tijdens de spelen van
Albertville in 1992 van het
programma geschrapt.
Ijshockeyer 56km/u
Schansspringer 88km/u
1952 Oslo,
1956 Cortina d'Ampezzo,
1960 Squaw Valley,
1964 Innsbruck,
1968 Grenoble,
1972 Sapporo,
de tv gekluisterd, kijkend naar
Oranje-Norge. Nederland-
Noorwegen op de schaats, dat
was ook Kleine-Stensen tijdens
de Winterspelen in 1976 en het
vogelpoep-EK van Van der
Duim in 1981, toen Sjöbrend in
Deventer kampioen werd. Half
februari is het Zandstra, Ritsma
en Veldkamp contra Koss. Ne
derland-Noorwegen: een klas
siek schaatsduel, met haast net
zo'n historische lading als Hol
land-België op het voetbalveld.
Kees Verkerk reed in 1964 voor
het eerst Hamar binnen. Het
was liefde op het eerste gezicht.
Vanuit de trein zag hij de glooi
ende heuvels, de besneeuwde
dennewouden, het Mjösa-meer,
witte schoorsteen-rook, kringe
lend boven elk houten huisje.
Het maakte diepe indruk op
hem. Bovendien ontroerden de
gastvrijheid en vriendelijke
mensen het toen 22-jarige
schaatstalent. De kou deed de
Puttershoeker niks. Hij draaide
zijn hand niet om voor een trai
ning bij 15 graden onder nul.
„Nee, we gingen er juist naar
toe orp daaraan te wennen."
Verkerk had Noorwegen van
af het allereerste moment in
zijn hart gesloten. De Noren op
hun beurt hadden een zwak
voor de kleine schaatskam
pioen, die ter nagedachtenis
aan zijn moeder op het erepodi
um de bontmuts droeg, die zij
hem vlak voor haar overlijden
cadeau had gedaan. Er groeide
een band voor het leven. Ver
kerk trouwde later een Noorse
en verruilde het café in Putters-
hoek voor een camping in Kris-
tiansand. Daar verdient hij al
twintig jaar zijn brood.
Aan de andere kant zal de
tweevoudig wereldkampioen
zijn afkomst nooit verlooche
nen. Dat zal binnenkort wel blij
ken als hij toeschouwer is in het
Vikingschip. Gedecideerd: „Ik
ben Nederlander, voel me nog
Nederlander en ben op de
Olympische Spelen voor de Ne
derlanders." 'Kleine Kees' was
de Noren in '66 en '67 allemaal
staat daar even bij in de scha
duw. Het moet een inspiratie
zijn voor onze toekomst."
De toekomst van de olympi
sche regio staat op het spel. De
streek rond het uitgestrekte
Mjösa-meer wordt nieuw leven
ingeblazen. „We hebben in
Noorwegen vis, olie, kleine in
dustrie en toerisme", zegt Burk-
halter. „De mensen hier hadden
niks van dat alles. Liepen weg.
Door de Winterspelen zijn kan
sen geschapen. De streek maakt
een sprong in de tijd van twintig
jaar. Lillehammer is in één klap
de modernste stad van het
land."
Juweeltjes
Voor een half miljard gulden
zijn nieuwe centra gecreëerd.
Architectonische juweeltjes
zoals de overdekte ijsbaan in
Hamar en een high-tech com
municatie-centrum als prijzig-
ste creatie. De infra-structuur is
aanzienlijk verbeterd. „Na de
Spelen is alles voor deze regio",
aldus Burkhalter. „Gratis. In
zestien olympische dagen zijn
deze bouwwerken afbetaald."
Er is nu al een firma bezig om
de nieuwe mogelijkheden te ex
ploiteren. Evenementen staan
al gepland.Als straks de Spelen
historie zijn, hoop ik dat de
olympische geest hier kan blij
ven leven. Lillehammer kan
door hard te werken aan haar
toekomst bouwen. Er was een
groep mensen die protesteerde
tegen de Spelen. Zij wilden lie
ver dat de overheid ziekenhui
zen bouwde, of scholen. Maar
wat heb je aan ziekenhuizen als
de mensen verhuizen...?"
De kracht van Lillehammer
'94 schuilt voor Burkhalter niet
in het feit dat het dit jaar de eni
ge Olympische Spelen is. „Al is
dat in alle opzichten goed voor
het evenement." Nee, de olym
pische. missionarissen putten
hun motivatie uit de natuur, de
traditie en de mensen. De Groe
ne Spelen werd het evenement
al gedoopt. Feit is dat de enor
me olympische industrie slechts
mondjesmaat in de omgeving
ingrijpt. Voorbeeldje: Wie bij de
aanleg van de bobslee-piste een
verkeerde boom rooide, moest
17.000 gulden boete betalen.
Ander voorbeeldje: Uit voor
zorg voor de nationale gezond
heid is roken op vele plaatsen
verboden en zal binnen olympi
sche accommodaties geen siga
ret te koop zijn. Auto-verkeer is
overdag volledig aan banden
gelegd.
Treinen
Een laatste voorbeeldje dan: Lil
lehammer heeft nauwelijks ho
telruimte te bieden. De bezoe
ker moet onderdak zoeken in
Oslo en drie uur treinend het
olympisch dorp bereiken. „Het
getuigt niet van gevoel voor de
omgeving van Lillehammer vol
te bouwen met 45 eersteklas
hotels die later leeg zullen
staan", zegt Burkhalter. „De
treinen rijden op piek-uren ech
ter om de tien minuten en in de
wagons worden de mensen met
muziek en informatie onder
houden." Die muziek en vele
andere culturele uitingen zullen
overigens niet tot de coupé's
beperkt blijven. Duizenden ar
tiesten treden tijdens de Spelen
in de olympische regio op.
De sterke band met de histo
rie blijkt uit de keuze voor de
officiële emblemen en de mas
cotte. De sportfiguurtjes zijn af
geleid van de 'Rödöy-man', die
geleefd heeft in het puntje van
Noorwegen. Meer dan 4000 jaar
oude rotstekeningen van een
skiër. Zo wordt het ultra-moder
ne sport evenement uitgebeeld
door een-paar pre-historische
rots-inkepingen. De keus voor
de mascotte was ook welover
wogen. „Vooral geen abstracte
figuren of dieren", zegt Burk
halter, „maar kinderen!"
Het is geen toeval dat daarbij
het oog viel op het middeleeuw
se prinsje Hakon en zijn oudere
nichtje Kristin. De overlevering
wil dat Hakon uit de handen
van de kerk en de adel werd ge
red tijdens een burger-oorlog in
de huidige olympische regio.
Zijn redders waren arme boeren
op ski's, Birkebeiner genoemd
en extreem arm. Als een late
ode aan het volk is een van de
stadions in Lillehammer het
Birkebeiner stadion genoemd.
Sportfestival
Burkhalter gelooft dat de Noren
met dergelijke keuzes tegen
wicht bieden aan het commer
ciële circus dat hen straks over
spoelt. „Zonder commercie en
technologie is een dergelijk me-
ga-spektakel onmogelijk. Maar
wij hebben een goede balans
gevonden." Wat hem betreft
staat niets de verwerkelijking
van^ijn droom, en die van dui
zenden andere Noren, in de
weg. Een sportfestival, dat de
ware olympische geest uit
draagt... Of liever nog: eenmaal
het centrum van de wereld zijn!
En daarna? „Dan hoop ik dat
deze Spelen in delen van de we
reld herinnerd zullen worden.
Maar voor iedereen die aan dit
project heeft gewerkt zal het
dan heel leeg zijn, dat is zeker."
En na die roes kan hij zelfs niet
ontwaken in een van die unieke
T-shirts, waarop de komst van
de Spelen dag na dag, geduren
de duizend dagen, werd aange
kondigd. Waanzinnige bedra
gen werden bij de veiling van
het stuk katoen geboden. „Zelfs
op een regenachtige zondag
kon ik het me niet veroorloven
de hoogste bieder te zijn", zegt
Burkhalter. Hem rest straks
niets dan de herinnering.
Noren en Nederlanders hebben al honderd jaar iets met
elkaar. Noem het een winter-relatie. In de zomer geven
ze weinig om elkaar. Maar wanneer het kwik daalt, bloeit
de haat-liefde verhouding vanzelf weer op. Concurrenten
op het ijs, vrienden daarbuiten. Dat was al zo aan het
eind van de vorige eeuw, toen Jaap Eden de Noorse
schaatskampioen Einar Halvorsen het leven zuur maak
te. De excentrieke Haarlemmer kon desondanks geen
kwaad doen bij de Vikingen. Net als Kees Broekman.
covert wisse
Het zijn de Spelen van de Toekomst. Met Lillehammer
'94 wordt het stiefkind van de olympische familie einde
lijk volwassen. De Winterspelen, in alle opzichten klein
schaliger dan het zomerse mega-spektakel, begint op zijn
zeventiende verjaardag aan een eigen olympiade, een
nieuw olympisch tijdperk. Voor de Noorse provincies
Oppland en Hedmark vormt Lillehammer '94 in het bit
tere alledaagse leven werkelijk de Spelen van een Nieuwe
Toekomst. De agrarische regio behoort tot de armste van
Noorwegen. De mensen verhuizen naar de zee of naar de
grote steden. „Eindelijk heeft de bevolking hier ook iets
om voor te leven", zegt Martin Burkhalter, de directeur
sportief. Lillehammer '94: de Spelen van de Hoop, met
kinderen als mascotte.
paul berkhout kinderen die de wereld betove-
In de beginjaren vijftig leverde
hij titanengevechten tegen Hjal-
mar Andersen. Broekman
woonde, werkte en trainde met
tal van generatiegenoten op en
om de Fjetre-boerderij even
buiten Hamar. De Noren be
schouwden hem als landge
noot. Vijftien jaar later waren
het Schenk, Verkerk en Bols, die
het opnamen tegen Fred Anton
Maier, Per Willy Guttormsen en
Dag Fornaess. Van Winschoten
tot Zierikzee zat Nederland aan
Fred Anton Maier: kind aan huis bij Kees Verkerk. foto npa
de baas. Het jaar erop lagen de.
zaken anders. Verkerks gedach
ten gaan terug naar Grenoble,
15 februari 1968. De olympische
vijf kilometer zal hij nooit meer
vergeten. „In 1967 was ik we
reldkampioen geworden. Fred
Anton Maier wilde stoppen. Hij
zag er geen gat meer in om te
gen Schenk en mij te moeten
rijden. Ik heb toen tegen hem
gezegd: 'Fred Anton, daar krijg
je later spijt van. Plak er nog een
jaar aan vast. Als je zomers min
der hard traint, kom je een heel
eind.' Dat had ik nooit moeten
zeggen. Maier pakte me in ja
nuari '68 tijdens de interland in
Deventer m'n wereldrecord op
de 5000 meter af. Een maand
later nam ik dat op de Olympi
sche Spelen weer van hem over.
Ik had het goud in handen tot
Fred Anton een half uur na mij
nog sneller ging en weer een
wereldrecord reed. Goh, wat
baalde ik toen."
Groenteteler
Het mooie was, dat Verkerk en
Schenk op het ijs menig robber
tje uitvochten met de Noren,
maar buiten de baan zeer goed
met elkaar omgingen. Fred An
ton Maier (55), tegenwoordig
groenteteler op èen eilandje bij
Tonsberg: „Ik kwam zomers
vaak bij Schenk in Anna Pau-
lowna en bij de Verkerken in
Puttershoek. Ja, het café van
Kees' vader kende ik goed. Ik
heb nu nog goed contact met
ze. Ik zie Kees een paar keer per
jaar."
Waarom juist Noren en Neder
landers? Waarom was dat con
tact er niet met Russen, Finnen
of Zweden? Verkerk: „Dat stam
de al van voor onze tijd. Broek
man, Van der Voort en al die
andere topschaatsers uit Neder
land zaten in de jaren vijftig el
ke winter in Noorwegen. In de
eerste plaats, omdat ze daar ze
ker waren van ijs. Bij ons moest
je dat altijd maar weer afwach
ten. Maar ook, omdat de Noren
veel beter waren dan de rest. Ze
goed. Helaas had de Drent hal
verwege zijn race op de kruising
vergeten van baan te wisselen,
waardoor hij twee extra buiten
bochten nam. Hoewel dat zijn
tijd nadelig had beïnvloed, werd
Bols door scheidsrechter Henny
Roos gediskwalificeerd. Dag
Fornaess. die een dag later
kampioen werd, terugblikkend:
„Toen Bols bezig was, lag ik op
de massagetafel. Ik had al gere
den. Maar om onbegrijpelijke
redenen kreeg ik de schuld van
Bols' diskwalificatie. Toen ik de
volgende dag buiten het stadion
voor de 1500 meter aan het in
lopen was, kwamen oude da
metjes op me af. Die wilde me
slaan met hun paraplu. Heel
agressief allemaal.
Schenk kan zich dat incident
ook nog goed herinneren. „De
sfeer was heel vijandig. Omdat
men vreesde, dat het publiek
Fornaess wat aan zou doen, zijn
Verkerk en ik als nummers twee
en drie tijdens de ereronde
maar naast hem gaan rijden.
Nee, dat was niet prettig. Het
lag ook een beetje aan hemzelf.
Het was Fred Anton Maier nooit
overkomen. Fornaess gedroeg
zich nogal arrogant. Hij was van
een ander slag dan we altijd ge
wend waren. Harder, een beetje
achter de ellebogen
Het Fornaess-verhaal past ei
genlijk niet in de Noors-Neder
landse schaatsgeschiedenis. De
banden werden daarna weer
aangehaald. Sten Stensen en
Piet Kleine, die in '76 het voor
de Noor gereserveerde goud op
de tien kilometer inpikte, zien
elkaar bij voorbeeld nu nog re
gelmatig. Bart Veldkamp op zijn
beurt zoekt Johann Olav Koss
wel eens op tijdens de zomerva
kantie. En de Noor doet Den
Haag wel eens aan.
Concurrenten op het ijs,
vrienden daarbuiten. Ex-stayer
Sten Stensen, nu radioreporter:
„Dat is mooi. Waarom zou je als
topschaatsers niet goed met el
kaar kunnen omgaan?"
ren. Met dat imago willen de
Winterspelen van 1994 de ge
schiedenis ingaan. Martin Burk
halter, geboren als Zwitser, ge
looft in die missie, zoals heel
Noorwegen gelooft dat het
evenment een voorbeeld kan
zijn. Een land dat' zich vast
klampt aan het randje van Eu
ropa om niet van de aardbol af
te vallen. „Noren voelen zich
kleiner dan zij zijn", zo verklaart
Burkhalter die plotselinge zen
dingsdrift. „Dat is kenmerkend
voor kleine volkeren die ver van
het centrum afstaan. Nu kun
nen wij onszelf en de wereld la
ten zien hoe capabel wij zijn. En
met die gedachte werken wij zo
hard aan iets bijzonders. Voor
Noorwegen, voor ons land. Alles
Dag Fornaes: Een kampioen die niet erg geliefd was bij het publiek. foto archief
Lillehammer'94
gingen ernaar toe om te leren,
om dingen over te nemen. In
die tijd is die band ontstaan."
Kou
„Nadat in Nederland in 1962 de
Jaap Eden-baan werd geopend,
was het voor ons minder nood
zakelijk om maanden lang in
Noorwegen te zitten. Toch gin
gen we voor belangrijke toer
nooien die kant uit, zij het niet
zo lang als Broekman en al die
andere mannen. We deden dat
om ons te harden in de kou,
maar ook, omdat het ijs van de
Jaap Eden-baan vol zat met
scheuren en gaten. Dat was
niks. Schenk en ik leerden vloei
end Noors praten. Dat verge
makkelijkte natuurlijk de con
tacten. Daar lag het probleem
met bij voorbeeld de Russen. Je
kon er niet mee praten, als dat
al überhaupt mocht."
Ard Schenk: „We deden na
het seizoen met de Noren mee
aan de carrousel. Dan reden we
in Noord-Noorwegen een stuk
of tien wedstrijdjes. We zagen
elkaar dus vaak."
De vergelijking met Holland-
België vindt Schenk wel opgaan.
„Tegenwoordig heb je al die
World Cups. In onze tijd was
dat niet. Toen had je de
interland tegen de
Noren. Dat was een
klassieker." Verkerk is
een andere mening toe
gedaan. „Nee, geen Hol
land-België.
Dat is mekaar bijna dood
schoppen. Bij ons hing een
veel vriendschappelijker
sfeer. Ik was kind aan huis
bij Maier. Daar bracht ik
geregeld de kerst door. Ik
was haast familielid van
Fred Anton."
Uitzonde- n
ring op die ge
moedelijke sfeer vormde het
weekeinde van 23 en 24 januari
1971. Toen werden de Noors-
Nederlandse staatsbetrekkin
gen ernstig ondermijnd tijdens
het Europees kampioenschap in
Heerenveen.
Ard Schenk, die twee weken
eerder in Davos een fenome
naal wereldrecord op de 1500
meter had gereden, arriveer
de als de grote favoriet in
Heerenveen. Er leek na zijn
winnende 500 meter, waarop
hij een halve seconde pakte op
Dag Fornaess, geen vuiltje aan
de lucht. Op de vijf kilometer
werden de rollen echter volledig
omgedraaid. In de storm ver
loor Schenk zestien seconden
op zijn grote Noorse
rivaal.
Jan Bols
daarentegen
Cl reed wel uit-
~Er zonderlijk
Olympic city.
Ville olvmniaue
De Olympische Spelen zijn ver
worden tot een commerciële
draak, die sport en saamhorig
heid heeft verslonden. „Dit eve
nement eet je op", zegt Martin
Burkhalter. aan het eind van
weer een te lange werkdag. „De
wereld om mij heen ben ik al
lang vergeten, zo gefocust is ie
dereen op die vijf ringen." Maar
in die weinige uren dat hij kan
dromen, ziet de directeur spor
tief een festival van dansende
en zingende mensen. „Wij zul
len die draak weer een mense
lijk gezicht geven", zegt hij vast
beraden. „De sfeer zal het ver
schil maken."
Een lach die het hart warmt,