De strijd van Eli Asser
Allesvreters
Tekstschrijver Eli Asser
is terug van
weggeweest. Vanuit het
dal der teleurstellingen
klom hij terug naar de
spotlights van de
theaterwereld. ,,Een
fantastische wereld.
Eli Asser: „Ze hebben
mijn teksten vergald
en verknald zonder
dat ik het wist."
FOTO LEX VAN ROSSEN
ZATERDAG 5 FEBRUAR11994
'Het was ziekmakend wat er gebeurde'
HOMME SIEBENGA
Als radio- en TV-archeologen in de
komende eeuw in de Ejilversumse
archieven spitten, dan zal blijken
dat het in de allervroegste lagen al wemelt
van de Eli Asser-sporen. Hij was vanaf de
pionierstijd, begin jaren vijfig, al ongekend
produktief. Voor de radio schreef hij legenda
rische Willem Parel-teksten voor Wim Son-
neveld en zodra de eerste beeldbuis begon te
flikkeren vloeide een stroom van komische
series uit zijn pen. De absolute hoogtepunten
waren de Amsterdamse kroeg-komedies' Het
schaep met de vijf poten en Citroentje met
suiker.
Maar dan plotseling begin jaren tachtig
verdwijnt de naam Asser volledig uit de
Hilversumse grondlagen. Alsof de mammoet
is verdrongen door het gekrioel van kleinere
diersoorten. De hardnekkige onderzoeker zal
echter tot zijn verbazing een decennium later
opnieuw op bewijzen van Asser-aanwezig
heid stuiten.
De gigant van de vaderlandse TV-komedie
en de Amsterdamse gein leek uitgeschakeld,
maar is weer overeind gekrabbeld.
Eli Asser: ,,Ik ben nogal gefrustreerd ge
raakt, geloof ik. Een jaartje of tien geleden. Ik
had een leuk idee voor een serie die speelde
in een luxe hotel. Ik vond daarvoor een
mooie locatie in het Kurhaus in Schevenin-
gen. Een heel ambitieus project. Toen ik al
een aantal afleveringen had geschreven
kwam de nieuwe ziekte, het virus waar Hil
versum toen al mee besmet was: de deskun
digen-kwaal." Met de nodige ironie moppert
Asser - de man die de Nederlandse dramase
rie zo ongeveer uitvond - op de nieuwlich
ters. De des- kundigen, commissies, experts,
onderzoekers, marketing-mensen en consul
tants, maar voor al ook op de dramaturgen
die hem eens even gingen uitleggen hoe hij
zijn metier moest uitoefenen. Hij vertelt het
verhaal grinnikend alsof het om een goeie
bak gaat, maar je merkt dat het aan hem
heeft gevreten.
„Ten gevolge van die frustraties ben ik ern
stig ziek geworden. Misschien was het niet
rechtstreeks de oorzaak, maar het was wel
ziekmakend wat er gebeurde. Ze hebben
mijn teksten vergald en verknald zonder dat
ik het wist. Op een gegeven ogenblik had ik
Sylvia de Leur aan de lijn én die zegt: 'Ik heb
je stuk gelezen. Viel me niet zo mee.' Ik las
het en het was inderdaad verschrikkelijk. Als
klap op de vuurpijl keurde Wibo van der Lin
de die verknoeide tekst af en was de serie van
de baan."
Reclame-werk
Asser had van Hilversum zijn buik voorlopig
vol, ook na zijn herstel, maar wist als door de
wol geverfde broodschrijver zijn boterham in
andere sectoren bij elkaar te scharrelen, on
der andere in de reclamesector. Maar de
treurbuis bleef lonken. Want juist in die pe
riode van rust keek hij veel TV en zag dat het
niet goed was. Zodoende...
Sinds twee weken is er weer een serie van
authentieke Asser-makelij op de buis te zien:
Alle kinderen de deur uit. Wie een indruk wil
krijgen hoe het in huize Asser in Bussum toe
gaat, mag deze KRO-serie niet missen. Wim
van den Heuvel speelt namelijk een tekst
schrijver die verdacht veel van Asser weg
heeft en Jasperina de Jong vertoont opval
lend veel trekken van zijn echtgenote.
„Neej ze zijn voor deze produktie niet bij
me aan de deur komen bellen. {Schatert).
Nee dat kan helemaal niet zeg! Ik heb het
idee voor de serie zelf aan de KRO aangebo
den. Of ik nu voor elkaar heb dat ze met hun
fikken van mijn teksten afblijven? {Schiet op
nieuw in de lach) Nee, ben je gek! Het is nog
steeds vechten. Het blijft voor een schrijver
vervelend om te zien dat een ledemaat wordt
afgehakt waar weer een kleine prothese voor
in de plaats komt. Maar ik ga nu ook een
boek schrijven op basis van 'Me kinderen de
deur uit' en de uitgever heeft toegezegd daar
niets in te veranderen."
Voordat een bataljon omroep-deskundigen
een concept voor een drama-serie heeft
doorgelicht, is er zó een jaar verstreken weet
Asser uit ervaring. Die periode benutte hij
door rondgang te maken langs de andere
omroepen, op zoek naar een klus. Asser:
„Moest er nog iets wezen vandaag? Nee, van
daag niet melkboer, zeiden de meesten.
Maar toen kwam ik bij de IKON, toevallig.
Daar waren ze met regisseur Eric Oosthoek
op zoek naar schrijvers om te werken aan die
serie eenakters getiteld Oog in Oog. Ik liep al
jaren met een verhaal rond, waar ik iets mee
wilde een ware gebeurtenis. Dat is toen
De Brizmilahgeworden.
Afwijkend
De IKON zond het stuk inmiddels tweemaal
uit, en binnenkort wordt het ook op de plan
ken gebracht. Bernhard Droog, de acteur die
ook de TV-versie voor zijn rekening nam,
speelt de eenakter onder de vlag van Haar
lems Toneel in Haarlem, Amsterdam en nog
een aantal plaat§en in het land. 'De Brizmi
lah' (de besnijdenis) wijkt totaal af van wat
Asser tot nu toe schreef. De scenario's vol
Amsterdamse gein hebben plaats gemaakt
voor een aangrijpend en met hartebloed ge
schreven monoloog. Het stuk zit vol lang ver
drongen, persoonlijke oorlogsherinneringen
van een joodse man die de holocaust over
leefde.
Asser: „Ik heb er twee maanden aan ge
werkt. Ik schreef niet meer dan een half
blaadje per dag. Ik was zeer bezield. Het is
een bijzonder doordringend verhaal. Mensen
die het zien, zitten te rillen op hun stoel. En
het wordt verteerbaar doordat er ook wat hu
mor in zit, al is het zeker geen revue-lach.
Dat vind ik dus het probleem met oorlogsli
teratuur. Dat is bijna alleen maar treurnis, eri
ik heb er heel erg veel moeite mee om dat uit
te zitten. Omdat het maar doorgaat. Dat
klopt niet met de vijf jaar die we hebben
doorgemaakt. Die had je niet overleefd zon
der humor."
Met de lach als wapen heeft Asser zich zelf
overeind weten te houden, maar ook hij heeft
ondervonden dat eelt op de ziel niet ondopr-
dingbaar is. Asser: „Ik heb mijn oorlogsherin
neringen jaren verstopt en het kwam pas
naar boven in de periode dat ik was ingestort.
Eindelijk kon het er uit en dat was een bevrij
ding. Ik heb er nog nooit zo betrekkelijk re
laxed althans ogenschijnlijk over kun
nen praten. Vroeger zei ik: 'Nou nee laten we
daar maar over stoppen'. Nog altijd zijn er
bepaalde dingen die ik vermijd zonder dat
mijn gesprekspartner merkt dat ik dat doe. Ik
werk nu aan een boek waarin ik alles hoop
kwijt te kunnen."
„Ik hoop van harte dat er meer dingen
naar boven komen. Wat bijvoorbeeld profes
sor Bastiaanse heeft gedaan met LSD ik
heb me daar nooit voor willen lenen doe
ik nu tijdens het schrijven."
'De Brizmilah' vertelt het wonderbaarlijke
verhaal van een joodse vrouw die tijdens de
oorlog haar eerste kind verloor doordat het
jongetje een infectie opliep bij de besnijde
nis. Asser hoorde het van een Amsterdamse
huisarts. Als die vrouw alle hoop al opgege
ven heeft, raakt ze op veertigjarige leeftijd
toch nog zwanger. Bij de bevalling blijkt zich
een 'wonder' te hebben voltrokken. Het zou
zonde zijn om dat hier te' onthullen, omdat
dan de verrassing voor de toeschouwer ver
dwijnt. In ieder geval is de teneur van het
stuk die van de onverwoestbare hoop, de ge
richtheid op de toekomst.
Asser: „Mijn vrouw heeft de oorlog s
met mij doorgemaakt. We zijn e
nig monogaam stel, voorzover dat met alle
mannelijke roofdierachtige instincten nog vol
te houden is. Ik ben in de Nederlandse show
business een van de weinige heren die nog
altijd met zijn eerste vrouw is."
„Die toekomstgerichtheid was onze kracht.
Als het aan de nazi's had gelegen, dan had
het joodse volk totaal geen toekomst meer.
Wij moesten de toekomst zijn. We waren erg
jong. Niemand was er meer. De toekomst
mócht ons ook niet teleurstellen, die kón niet
negatief worden. Wat er ook in de wereld ge
beurde."
'Family-man'
Asser is een echte family-man. Dat blijkt uit
'De Brizmilah', maar net zo goed uit zijn TV-
serie Alle kinderen de deur uit', waarin het
nageslacht een sleutelrol speelt. Ook tijdens
het gesprek duiken voortdurend zijn ge
zinsleden op: zijn vrouw, zijn kinderen, en
vooral ook zijn kleinkinderen, zes in getal. Hij
noemt ze nadrukkelijk en met graagte.
„Ik zal tot mijn laatste snik een grote toe
komstverwachting houden. Nu ben ik niet
meer de toekomst, maar degene die de toe
komst heeft veroorzaakt. Vandaar dat er hier
een jongetje rondloopt. (Hij doelt op een van
zijn kleinzoons, die met de theepot zijn werk
kamer binnenwandelt). Dat is die toekomst
waar wij in 1945 van zeiden, dat wij daar voor
moesten zorgen.
Het door 'De Brizmilah' hernieuwde con
tact met de theaterwereld is Asser overigens
zo goed bevallen, dat het naar meer smaakt.
„Ik heb in het verleden al vaak de lucht van
de stalles opgesnoven, de koffie van de foyer
gedronken. Ik vind het applaus fijn. Het is
een fantastische wereld, een volledig andere
wereld dan die waarin we leven. Als ik {bul
derende lach) naar een andere wereld wil
worden geholpen, dan graag naar de theater
wereld."
(De KRO-serie 'Alle kinderen de deur uit'
wordt elke woensdagavond uitgezonden op
Nederland 1.
Speelprogramma van 'De Brizmilah' (ge
speeld door Bernhard Droog): 9 (try-out), 10
(première), 15,16,17,18 februari Haarlem
(Concertgebouw), 8 t.m. 18 maart en 20
'maart, Amsterdam (Amstelkerk).
'De Brizmilah' wordt als avondvullend pro
gramma gebracht samen met de monoloog
'Tubutsch' van Albert 'Ehrenstein, gespeeld
door Jules Croiset).
Denkwijzer
De meeste mensen beseffen niet hoeveel ze eten. Ze rea
liseren zich bijvoorbeeld niet dat ze tijdens hun leven al
les bij elkaar genomen zo'n 80.000 maaltijden nuttigen.
Dat er per jaar ongeveer een ton aan voedsel door hun
maag gaat. Dat ze bij een gemiddelde levensverwachting
van 76 jaar aan het einde van de rit een kleine 80.000 kilo
aan voedsel hebben weggewerkt! En dat dit bijna 25.000
kilo meer is dan nodig of gezond voor hen is.
Li pasta van garnalen en met
krab gevulde paddestoelen en
een koud voorgerecht met carp
accio, kaas- en vleessoorten en
gemarineerde vis. Vervolgens
nog een Toscaanse soep met bo
nen, tomaten en spinazie. Daar
na volgde het hoofdgerecht met
ravioli, gevuld met kalfsvlees,
spinazie en kaas, Als dessert na
men ze gemengde bessen en een
cappucino. Tenslotte kregen ze
beide grote chocolade taarten
mee naar huis."
De 'ze' waar het in dit krante-
bericht over gaat, zijn Bill Clin
ton (hij was het die ook nog soep
nam) en Helmut Kohl, die er tij
dens hun gezamenlijke lunch
van afgelopen maandag 31 janu
ari behoorlijk tegenaan gingen.
Niet voor de eerste en bepaald
ook niet voor de laatste keer ver
orberden ze aanzienlijk meer
dan voor hun energiebehoefte
Maar behalve de hoeveelheid
is wat aan hun menu vooral op
valt, de gevarieerdheid ervan. De
mens is duidelijk een alleseter:
vleeseter, planteneter en, ook al
stonden er deze keer toevallig
geen insekten op het menu, in-
sekteneter. Kohl is een grote lief
hebber van gebakken sprinkha
nen zoals hij op een reis in Afrika
een jaar of wat geleden duidelijk
heeft laten blijken.
We hebben in de loop van de
evolutie geleerd om alles te
eten en dat heeft ons er ook
doorheen geholpen. Diersoorten
met een zeer gespecialiseerd di
eet, mieren of eucalyptusbladen
bijvoorbeeld, bevinden zich evo
lutionair in een doodlopende
straat waaruit vroeger of later
geen ontsnappen meer mogelijk
is als hun voedsel eenmaal op is.
Voor een echte alleseter is het
gebrek aan een bepaald soort
voedsel niets anders dan een tij
delijk ongemak.'Hij gaaf eenvou
digweg iets anders uitproberen.
De mens is de meest allesweten
de of omnivorevan alle diersoor
ten en heeft dit soort dieetaan-
passingen al tal van keren door
gemaald.
Het grappige is dat ons dage
lijks eetpatroon nog altijd de
sporen in zich draagt van onze
eet-historie. Toen we nog, net als
de apen, hoog in de bomen hin
gen en fruitplukkers en bladeren-
rukkers waren, kauwden we zo
wat de hele dag door. Maar als
jagers leefden we, net als alle
grote vleesetende zoogdieren, op
een ritme van vasten en feesten.
Nu we alleseters zijn geworden,
zouden we weer terug kunnen
gaan naar de hele dag door snac-
ken, maar die keuze hebben we -
of althans de meesten van ons -
niet gemaakt. We eten twee of
meer keren op min of meer vaste
tijdstippen van de dag. Dat is va
ker dan de echte vleeseters, die
soms maar een keer in een dag
of wat eten, en minder vaak dan
planteneters die zo'n beetje de
hele dag door eten. Ook de tijden
waarop we eten zijn veelzeg
gend. Het is typisch voor de ja
ger-vleeseter om te jagen en te
eten op de schemermomenten,
's morgens heel vroeg voor de
zon op is of in de avondscheme
ring. De rest van de dag brengt
hij vooral rustend of slapend
door. Vandaar ons ontbijt en
avondmaaltijd. Maar omdat we
ook planteneters zijn (geweest),
hebben we nog een derde maal
tijd midden op de dag en soms
zelfs nog een later in de middag,
zoals de Britten met hun high tea
Maar er is een aspect aan ons
alleseterschap dat geen parallel
of precedent heeft in de dieren
wereld. Dat is het 'supermarkt
syndroom'. Het wordt veroor
zaakt door het professionele
team dat we ervoor betalen om
het spel te spelen, en door het
feit dat hel management van het
team in de handen van een
steeds kleinere en selectere
groep komt te liggen. Nog hooit
in de evolutie van de mens wer
den zovelen door zo weinigen
gevoed. De produkten van die
weinigen worden op steeds grote
schaal gedistribueerd en vegen
locale verschillen en indivduele
voorkeuren gewoon van de kaart.
Mensen hebben meer verschil
lende soorten Voedsel ter be
schikking dan ooit te voren, maar
het zijn dezelfde soorten die ook
overal elders te krijgen zijn. We
eten steeds vaker wat anderen
voor ons uit hebben gedacht,
met de smaken die zij voor ons
uit hebben gezocht en in de hoe
veelheden die zij voorschrijven.
Er vindt over de hele wereld een
Mac Do na ld isa tie van ons voe
dingsgedrag plaats. Het vlees van
De symptomen van het syn
droom zijn duidelijk: een toe
nemende onwilligheid om de ei
gen maaltijd te koken, een toene
mende onwetendheid over voed
selbereidingstechnieken, een
steeds sterkere neiging om af te
gaan op wat anderen, producen
ten dus, in plaats van wijzelf aan
variaties bedenken, een soort
van achteloze houding ten aan
zien van eten en eetgedrag in het
algemeen en een verlies van
nieuwsgierigheid ten aanzien
van voedsel.
Maar het syndroom heeft nog
een ander, minstens zo riskant,
symptoom. Dieren, althans die
ren in hun natuurlijke leefomge
ving, overeten zich nooit. Ze ver
orberen wat ze nodig hebben en
niet meer. Maar de omnivore
mens in dit tijdperk van het su
permarkt-syndroom doet bijna
niks anders. Door de grote en
snelle beschikbaarheid van voed
sel eten we ook vrijwel allemaal
te snel, te veel en te slecht. De
energiebehoefte voor iemand die
geen zware lichamelijke arbeid
hoeft te verrichten, ligt tegen
woordig tussen de 2200 tot 2500
calorieën. Maar we verteren er
dagelijks gemiddeld zeker zo'n
3400. Bovendien is wat we verte
ren, bepaald niet om over naar
huis te schrijven. Sedert anno
1800 zijn onze eetgewoonten to
taal veranderd. We zijn veel min
der granen, volkorenprodukten
en koolhydraten gaan eten. Het
gebruik van zogenaamde ballast-
stoffen, zeg maar ruwe vezelstof
fen, is met ongeveer 70% terug
gelopen. Daarentegen is het ge
bruik van vet, dierlijke eiwitten
en vooral van suiker gestegen.
We gebruiken nu tweemaal zo
veel suiker dan onze voorouders
anderhalve eeuw geleden deden.
Ook in wat we vloeibaar tot
ons nemen zijn er opmerkelijke
veranderingen. Vergeleken met
twèe ëeüvven geleden drinken we
nu werkelijk als bezetenen koffie
en thee. Trouwens we hoeven
overigens niet eens zover in het
verleden terug te gaan om op dit
punt grote verschuivingen waar
te nemen. In 1990 dronken we
bijvoorbeeld tweemaal zoveel
koffie als in 1935.
Opvallend is verder dat bijna
12% van onze voedingsenergie
uit alcohol komt. Anders gezegd,
1 op de 8 dagen lopen we puur
op alcohol.
Niet zo verrassend dus dat in
de landen van de Europese
gemeenschap tussen de 30 en
50% van de mensen met overge
wicht kampt en met allerlei ge-
zondheidsproblèmen als (mede)
gevolg daarvan, zoals verstop
ping, te hoge bloeddruk, lever
problemen en dergelijke. Maar
het meest veelbetekenend vind
ik het feit dat de halve wereld
een emotioneel voedingspro
bleem heeft, namelijk voortdu
rend over het eigen figuur tob
ben. In een rapport van de Aca-
demia Europea wordt beschre
ven dat over de periode 1970-
1990 in veel westerse landen dc
zogenaamde body mass-index
(gewicht in kilo's gedeeld door
het kwadraat van de lengte, een
betere indicatie voor al dan niet
overgewicht dan gewoon het
aantal kilo's schoon aan de haak)
van jaar tot jaar is gestegen. In
dezelfde periode, zo staat in het
rapport, is het ideale lichaamsge
wicht - gemeten aan schoon
heidskoninginnen, Playboy-cen
terfolds en star-mannequins - af
genomen. Met andere woorden,
de spanning of kloof tussen ide
aal en werkelijkheid is groter ge
worden.
Op die spanning parasiteren fa
brikanten van afslankproduk-
ten, dieet-instifuten, tijdschrijfen
met hun wekelijkse onnutte dië
ten en body shape en callanetics'
scholen. Aan die spanning lijden
jongens en vooral meisjes met
eetstoornissen, zoals anorexia en
bulimia nervosa.
Als het waar is dat de mens isl
was er isst (is wat hij eet) dan
'isst' hij naar mijn mening niet
goed bij zijn hoofd.
RENE DIEKSTRA
hoogleraar klinische en
gezondheidspsychologie