Cultuur Kunst 'Toestand Lakenhal is onduldbaar' '"ewondering 99 Theatrale navelstaarderij in Strijards' 'Comedie' 'Zelfstandige musea komen doelmatigheid niet ten goede' Antiekbeurs Breda stelt cultuurprijs in DONDERDAG 3 FEBRUAR11994 9 Directeur Bolten hekelt ruimtegebrek en schrale middelen: De acteurs in 'Comedie' strijden met de theaterconventies. eduard coblijn van het Oosten. Regie: Moniek Spel: Marleen Stoltz, Saskia Rinsma, Peter Sonneveld, Roef Ragas, Michel Dunant en Remco Melles. Gezien: 2/2, LAKtheater Leiden. Aldaar nog te zien: vanavond. Aan bijna alle voorwaarden voor een toneelvoorstelling is voldaan: er is een speelvloer, er is een regisseur, er is publiek en er zijn acteurs. Wat ontbreekt, is een toneelstuk. Aan die voor waarde probeert schrijver Frans Strijards in zijn 'Comedie' (uit 1979) te ontkomen: een toneel stuk over een toneelstuk zonder toneelstuk. Dat betekent dus proberen om over je eigen scha duw heen te springen. Deze tot mislukken gedoemde onderne ming leidt hier tot het stoeien met theaterconventies. Een verhaal vertellen bete kent nu eenmaal het terugbren gen van de werkelijkheid tot een constructie met een logisch ver loop. Dat wordt hier als een on aanvaardbare beperking gezien. Hoedaaraan te ontsnappen? Strijards zet spelers en een re gisseur op het podium die al pratend, zoekend, improvise rend, kritiserend, herhalend en zovoort hun aanwezigheid op dat podium trachten te recht vaardigen. Eigenlijk levert zoiets geen stuk op en neigt in zekere zin naar theatrale navelstaarderij. Ondertussen zitten we toch maar mooi vijf kwartier naar een voorstelling te kijken die zorgvuldig is geënscèneerd. Dank zij de kwaliteit van het stuk en het niveau van het spel levert dat een aantrekkelijke paradox op. Ook al is dit werk in de versie van het Theater van het Oosten luchtig van toon, 'Comedie' is zeker geen onbeduidend thea terexperimentje.-Uit zijn latere werk is immers genoegzaam bekend, dat Strijards veelal diepzinnig over het functione ren van theater heeft nage dacht. In 'Comedie' overheerst een speels element dat de twee actrices en de vier acteurs op een prettige manier accentu- eren doqr soepel tussen de wer- Këlijkheiasniveaus heen en weer te switchen. Nog niet zo lang geleden verklaarde museumdirecteur Jetteke Bolten-Rempt dat „dankzij de hoge kwaliteit en de veelzijdigheid van de steeds groeiende collectie De Lakenhal een van de belangrijke musea van Nederland en een parel aan de kroon van de stad Leiden is." De vraag is hoe lang dat nog zo blijft nu het ruimtegebrek het museum steeds meer parten speelt. In een interne notitie over de toekomst van het stedelijk museum schrijft Bolten dat ,,de toestand onduldbaar is gewor den." leiden «jan ruspamheeft vernietigd. Door de acute noodsituatie is een aantal col lectie-onderdelen hals over kop overgebracht naar een depot aan de Lammermarkt dat, door de slechte temperatuur- en vochtigheidsgraad, eigenlijk al leen maar geschikt is voor het opslaan van tentoonstellings materiaal. Alleen het kelderdepot voor de oude kunst voldoet aan de normale klimatologische eisen. Maar ook dit depot is zo vol dat bij het uitschuiven van de rek ken de lijsten beschadigen. Die moeten dan weer voor veel geld gerestaureerd worden. Vochtigheid Een aantal keren per jaar pre senteert het museum, niet zon der trots, haar nieuwe aan winsten, zoals onlangs nog een bijzondere fles met zilverwerk. Maar de afgelopen tijd hebben ook zo'ri 150 schilderijen het museum verlaten omdat er geen plaats voor is in de schil derijenzalen of depots. „Dat waren echt niet de eerste de beste kunstwerken", verzekert de conservator oude kunst, Christiaan Vogelaar, desge vraagd. „Het gaat om meester werken uit de 17de eeuw en om werken uit de vorige eeuw van Jozef Israëls en Thérèse Schwartze." In het museum zelf zijn de klimatologische omstandighe den niet veel beter dan in het depot. Van de huidige tentoon stellingszalen zijn er slechts drie redelijk geklimatiseerd. In de overige ruimtes zijn, vooral 's In 1970 werd al een noodzake lijk geacht verbouwings- en uit breidingsplan ontwikkeld voor het museum aan de Oude Sin gel. De architect van dat plan is inmiddels overleden, zijn teke ningen zijn verouderd en het museumgebouw is nu al 70 jaar praktisch onveranderd. In de notitie spreekt museumdirec teur Bolten, behalve van een nijpend ruimtegebrek, ook haar ongenoegen uit over de „mini male personele bezetting en schrale financiële middelen die resulteren in een inmiddels ar- chaïische en statische toestand van de historische afdeling." Het museum zou met gemak twee maal zoveel ruimte met kwalitatief hoogwaardige kunst voorwerpen kunnen vullen dan nu het geval is. Ook het tekort aan geschikte depotruimte heeft schrijnende vormen aangenomen. Het de pot op de zolder is zo stoffig, door rommel die vrijkomt uit het dakbeschot, dat er uitslui tend minder kostbare voorwer pen kunnen worden bewaard. De temperatuur van een depot ruimte in de kelder is veel te hoog. De ruimtes zijn zo overvol dat schoonmaak en controle onmogelijk is geworden omdat men er niet bij kan. Een gevolg daarvan is dat ongedierte niet tijdig wordt ontdekt. In de afgelopen maanden had het museum te kampen met een enorme mottenplaag die een deel van de textielcollectie Het depot op de zolder van De Lakenhal is zo stoffig dat er uitsluitend minder kostbare voorwerpen kunnen worden bewaard. Het klimaat is er zo slecht dat de 'werkplekken' in strijd zijn met de Arbo-wet. foto loek zuyderduin hebben bevinden zich er vijf Goyen. Die zouden 3, de vochtigheid en tem peratuur niet te regelen. Een ge volg daarvan is dat de schilderij en, lijsten en het houtwerk van meubels scheluw of krom trek ken, zodat de verf en fineer los laten en er barsten ontstaan. Daardoor zijn weer, vaker dan wenselijk is, kostbare herstel werkzaamheden nodig. Momenteel worden zes, voor Leiden belangrijke, panelen van Swanenburg onder handen ge nomen, nog geen 10 jaar na de vorige restauratie. Kosten: 120.000 gulden. Het is dweilen met de kraan open, want zon der goede klimatisering zal het paneel ook de komende jaren blijven werken en de verf blij ven bladderen. Aanwinst Om een deel van de problemen op te lossen is de bouw van een In deze rubriek komen al of niet bekende streekgenoten aan het woord die, hetzij direct, hetzij zijdelings met kunst en cultuur te maken hebben. Ze praten over een kunstvoorwerp, een kunstuiting waaraan ze bijzondere waarde hechten. Van de snuifdoos van oma tot het grijsgedraaide muziekstuk en alles wat daar tussen zit. Vandaag spreekt Cees Goekoop, burgemeester van Leiden en Homerus adept, zijn bewondering uit. Als ervaren zeezeiler ondernam hij ooit een speurtocht naar Ithaka, het land waar het paleis stond van Odysseus, de held uit Homerus' 'Odyssee'. Goekoop schreef er een boek over met als verrassende conclusie dat Ithaka geen afzonderlijk eiland is geweest. Een andere bevinding: „Paarden speelden in het Homerische Ithaka een belangrijke rol. Dat paardje op mijn kamer is ook heel belangrijk voor mij." „Ik wijd veel van mijn vrije tijd aan alles wat met Homerus te maken heeft. Niet alleen aan het zoeken naar Ithaka, maar ook aan het ontrafelen van zijn geografische kennis, wat die met de geografie van zijn tijd gedaan heeft, en door inhoudelijk te kijken naar wat stellen de 'Ilias' en de 'Odyssee' nou eigenlijk voor. Op het eerste oog is het een oorlogsverhaal, over de Trojaanse oorlog. Maar als je goed leest is het een anti oorlogsverhaal, de ellende de oorlog wordt er in feite de doeken gedaan. Maar er komt ook heel veel andere tragiek in naar voren, de onontkoombaarheid van het menselijk lot. Een heleboel wijsheid zit er in die voor gigantisch veel mensen, kunstenaars, een bron van inspiratie is geweest. Dat is eei van de boeienste dingen als je Homerus beschouwt. uit Ik heb een beetje een tegen de algemene theorie ingaande opvatting over Homerus. Namelijk dat het echt wel een man van vlees en bloed was, een geniaal dichter, een taalvernieuwer. Een heleboel mensen zeggen dat hij nooit geleefd heeft, of dat hij twee mensen geweest is. Ik denk dat het een figuur is, die echt bestaan heeft. Er zijn twee dingen, gezien tegen die achtergrond, die ik ?eer bewonder. Allereerst dit boek van Homerus: de 'Ilias'. Ik heb er wel dertig vertalingen van, maar ik vind dit een heel mooie vertaling van Roy van Zuyderwijn. Hij heeft Homerus' verzen op een knappe in Nederlandse dichtvorm overgezet. Die belangstelling voor Homerus zit mij een beetje in het bloed. Ook mijn in 1914 overleden grootvader had als grootste liefde het Griekenland van de Klassieke Oudheid. Hij was bezeten van het idee het paleis en de woonplaats van Odysseus te vinden. Van hem heb ik dit bronzen paardje gekregen dat ik ook heel mooi vind. Mijn grootvader heeft het zelf opgegraven in Griekenland, zo rond 1900. Uit welke tijd het precies komt weet ik niet. Maar het is wel een heel oud en authentiek beeldje dat prachtig past bij mijn verhaal over Homerus. Paarden waren in de tijd van Homerus namelijk heel belangrijk. Paarden en vrouwen, daar werd het meest in gehandeld, daar was de rijkdom van Troje op gebaseerd. Dat zegt Homerus ook. Ik vind het in de eerste plaats een heel leuk paardje. Het is heel lief. Maar, het is in feite ook een symbool van die hele Trojaanse oorlog waarin paarden ook een heel grote rol hebben gespeeld. Ik heb het van mijn grootvader gekregen toen ik zelfstandig ging wonen in Amsterdam. Sinds die tijd is het steeds mee verhuisd, naar al mijn woon- of werkplekken. Het staat nu hier in Leiden, op een tafeltje in mijn zithoek. Het heeft meestal op mijn bureau gestaan. Bij mijn grootvader stond het ook al op zijn werktafel. Ik moet nog eens laten uitzoeken hoe oud het precies is. Dat is er nooit van gekomen. Veel meer weet ik er dus niet van. Maar ik vind het j een lief beestje. Ik be™ er wel aan gehecht. tekst «jan ruspam foto loek zuyderduin vleugel, grenzend aan de huidige gebouwen, noodza kelijk. Maar uit het programma van eisen, dat directeur Bolten cultuurwethouder Koek dezer dagen heeft doen toekomen, blijkt dat de gewenste nieuwe vleugel bestemd is voor de pre sentatie van de historische col lectie, voor wisselende tentoon stellingen, publieksruimte, kan toorruimte, depotruimte, werk plaatsen en technische installa ties (klimatisering). Een en ander betekent dat ook op langere termijn geen plaats is voor uitbreiding van de verzameling Hollandse land schapsschilderkunst die De La kenhal van de Rijksdienst Beel dende Kunst in bruikleen kan krijgen. Slechts 12 schilderijen hebben een plek gekregen in de museumzalen. Vogelaar: „On der de schilderijen die we niet zijn voor het stedelijk museum om dat ze goed aansluiten bij de huidige presentatie oude kunst. Ter vergelijking: Delft heeft de stillevens van de Rijksdienst in bruikleen gekregen en die heb ben inmiddels al wel 80 schilde rijen hangen." „De Lakenhal zou, verrijkt met de collectie landschaps schilderkunst van de Rijks dienst, een onder de Neder landse musea uniek accent krij gen, namelijk dat van 'Land schapsmuseum van Nederland'. „Het zou een gemiste kans zijn voor Leiden als de gemeente De Lakenhal niet in staat stelt om dit waar te maken", aldus Voge laar. Werkruimtes in strijd met Arbowet si ruspam De slecht geklimatiseerde ruimtes in De Lakenhal heb ben niet alleen een slechte invloed op de kunstcollectie, maar ook het personeel werkt onder omstandighe den die niet goed is voor hun gezondheid. Een aantal werkruimtes voldoet zelfs niet aan de eisen die de Ar beidsomstandighedenwet (Arbowet) stelt. De fotostudio van het mu seum bevindt zich op een zolder waar veel stof vrij komt uit het dakbeschot. Het voortdurend ronddwarrelen de stof van de houtwol/ce- menttegels in het dak is slecht voor de foto-appara- tuur. De temperatuur en ventilatie op de zolder is niet of nauwelijks te regelen het geen voor de fotograaf, die werkt met chemicaliën, ook niet gezond is. De zolder ruimte is bovendien slecht bereikbaar via de trap. Het is zeer de vraag of deze werk omstandigheden wel de toets van de Arbowet kunnen doorstaan, heeft museumdi recteur Bolten het gemeente bestuur laten weten. Een werkplaats en kantoo van de installateur/gebou wenbeheerder voldoet even min aan de eisen. De kan toorruimte, waarin zich ook de beveiligingsapparatuu bevindt, is veel te klein. De werkplaats is op zich wel groot genoeg, maar de tem peratuur is hier constant tus sen de 35 en 40 graden, zo dat er sprake is van een on werkbare situatie. Het is de vraag of de verzelf standiging van de rijksmuea po sitief voor deze instellingen uit pakt. Zij krijgen weliswaar gro tere vrijheid op het terrein van personeel, beheer en inkom sten, maar daar staan ook nade len tegenover. Een onderzoek verricht aan de Erasmus universiteit in Rot terdam heeft dit uitgewezen. Onlangs besloot het kabinet de verzelfstandiging van de musea, die op 1 januari in moest gaan, uit te stellen. Dit na een experi ment dat twee jaar had ge duurd. Volgens de onderzoekers zal het rijk straks veel meer op de prestaties van de musea gaan letten bij het toekennen van subsidie. De doelmatigheid bij de musea komt dat niet ten goede. Bovendien zullen de musea financieel gestraft wor den door het rijk als zij verplich- De Stichting Nederlandse Kunst- en Antiekbeurs Breda heeft een jaarlijkse Cultuurprijs Breda in het leven geroepen. Doelstelling van deze prijs van 25.000 gulden is de stimulering van onderzoek dat jonge kunst historici anders niet kunnen verrichten door gebrek aan fi nanciële middelen. Volgens een bekendmaking van het beurs- bestuur is de prijs ook bestemd voor niet-wetenschappelijke auteurs die zich willen verdie pen in een onderbelichte stro ming uit de kunstgeschiedenis of kunstnijverheid. Een onafhankelijke jury van museumdirecteuren en hoogle raren zal elk jaar op 1 februari de genomineerden bekendma ken. De eerste uitreiking heeft in 1995 plaats tijdens de 29ste editie van de beurs. Het bestuur heeft zich verplicht de prijs voor vijf jaar uit te reiken met een optie van nog eens vijf jaar. De 28ste Nederlandse Kunst en Antiekbeurs wordt ook dit keer gehouden in Het Turfschip en duurt van 26 maart tot en met 4 april. Na de integratie in 1993 van de Oude Kunst- en Antiekbeurs Delft in PAN Am sterdam is 'Breda' met 15.000 jaarlijkse bezoekers de grootste nationale beurs geworden. De 56 deelnemende anti quairs en kunsthandelaren ko men uit heel Nederland en ne men volgens voorzitter H.R. van Wezel zoals gebruikelijk ook veel objecten mee die betaal baar zijn voor verzamelaars met een bescheiden budget. Het aanbod loopt uiteen van een muntje van 150 gulden tot een kabinet van drie ton. Een van de topstukken is een terracotta plaquette van de dronken god Sylenes met twee satyrs van de Franse beeldhouwer Clodion (1738-1814). De tentoonstelling bij de beurs staat dit jaar in het teken van de landelijke manifestatie „Beelden in Nederland" en is gewijd aan terracotta sculptuur. De objecten van gebakken klei komen uit collecties van Neder landse musea. De Nederlandse Kunst-en Antiekbeurs in Congrescen trum „Het Turfschip" (Chass'eveld 15 Breda) is van 26 maart tot en met 4 april da gelijks geopend van 14.00 tot 22.00 uur. Op zaterdag, zon dag, Goede Vrijdag en de Paas dagen zijn de openingstijden van 11.00 tot 18.00 uur. tingen niet nakomen. Het onderzoek wees uit dat de musea bang zijn financiële tegenvallers niet meer bij het rijk in rekening te kunnen bren gen. Als zij die trachten op te vangen door hogere toegangs prijzen of sponsoring, vrezen de musea een verlaging van de rijkssubsidie. Bij door het rijk opgelegde bezuinigingen treedt dat effect mogelijk nog extra op. Popfestival in Droomfabriek Art Centre De Droomfabriek or ganiseert dit jaar voor het eerst het Droompopfestival. Ama teurbands krijgen zo de gele genheid om podium-ervaring op te doen. Deelnemende bands zijn onder andere The Muesli Brothers, Behind the So fa, Freaks and Hairys en Geniet Ervan. Na drie voorrondes be paalt een deskundige jury welke drie bands er doorgaan naar de finale. De voorrondes zijn op 6, 10 en 20 februari en de finale is op zondag 27 februari. Alle op tredens worden gehouden in De Droomfabriek aan de Oude Sin gel en beginnen om 21.00 uur. De toegang is gratis. Supertrio in LVC In het Leidse Vrijetijds Centrum wordt zaterdag 5 februari voor de negende keer een Supertrio gehouden. Deze keer zullen drie akoestische bands optreden. Rikkert Meilof Friends, die het concert openen, spelen folkmu ziek. Het kwartet bestaat uit een zanger, violist en ritmesectie. Daarna speelt Hey Tony, een damestrio uit Noordwijkerhout. Zij brengen charmante pop songs met gitaar bas en drums. De Rotterdamse gitaarrockband Ursa Minor zal het concert af sluiten. De aanvang is om 22.00 uur en toegang kost vijf gulden. De zaal aan de Breestraat 66 is om 21.00 open.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 9