Medisch tekenaar in het verdomhoekje
FA
ZATERDAG 29 JANUAR11994
Een operatie in de lies. Het blauwe gekleurde gedeelte is een implantaat.
'Een goede illustratie is door nog geen duizend woorden te vervangen'
ren van Nederland, die over enige tijd door
het museum wordt uitgegeven.
„Wat de gebruikte technieken betreft, is
het werk in essentie hetzelfde als dat op de
universiteit.'' Toch vindt Blankevoort het we
tenschappelijk tekenen anders dan het medi
sche werk. „Over het algemeen moet je bij
wetenschappelijk werk meer natekenen.
Soms moet je wat bijwerken, bijvoorbeeld
een uitgedroogd dier weergeven in zijn oor
spronkelijke vorm." Dat betekent niet dat
aan de wetenschappelijk tekenaar geen hoge
eisen worden gesteld: „Alles moet kloppen.
Bij vogels moet ieder veertje op zijn plaats
zitten en bij vissen moet je zelfs de schubben
tellen. Elke schub moet er op staan.
„Bij medisch tekenwerk krijg ik steeds
complete verrassingen voor mijn neus. We
tenschappers willen onderzoek waar ze jaren
aan hebben gewerkt gevisualiseerd zien. ter
wijl het voor mij compleet nieuw is. Ik ben
tenslotte geen medicus, maar ik moet wel
snel de essentie van een probleem op papier
kunnen krijgen. Laatst klopte een onderzoe
ker bij me aan die proeven had gedaan op
een foetus van een rat. Dat ding is kleiner dat
een kootje van je pink, dus je kunt wel na
gaan wat een priegelwerk het is om de hech
tingen die daarin zitten goed weer te geven."
nieuw onderzoek
Anatomische tekeningen worden al honder
den jaren gemaakt. Alles in, op, en aan het
menselijk lichaam lijkt wel een keer gete
kend. Je zou verwachten dat de hedendaagse
tekenaar is gedoemd tot werkeloosheid.
Maar het tegendeel is waar. Blankevoort:
„Bijvoorbeeld zijn de bekende Sobotta-atlas-
sen van rond de eeuwwisseling recentelijk
opnieuw ingekleurd, bijgewerkt en in een he
dendaags jasje gestoken. Maar de weten
schap staat niet stil. De kennis van het men
selijk lichaam wordt steeds groter en inzich
ten veranderen. Op het gebied van de embry-
ologie bijvoorbeeld zijn veel ontdekkingen
gedaan en die moeten allemaal in tekenin
gen zichtbaar worden gemaakt.
Ik denk niet dat er snel een einde komt aan
de vraag naar nieuwe tekeningen. Recentelijk
verscheen een boek over plastische chirurgie
aan de neus. Alleen al in dat boek zijn 100
verschillende tekeningen van details van de
neus opgenomen, waarbij steeds een fase
van de gebruikte operatietechniek in beeld
komt. Zo'n boek komt mooi uitgevoerd in
een bescheiden oplage uit, maar ligt wel in
alle bibliotheken die de literatuur op dit ge
bied bijhouden. Daar staan mijn tekeningen
ook in en daar ben ik best trots op. Ik werk in
dienst van de wetenschap en het resultaat
daarvan wordt over de hele wereld gezien."
Ondanks de 'dreiging' van steeds nieuwe
audio-visuele technieken, verwacht Blanke
voort voorlopig nog niet brodeloos te wor
den. „Binnenkort komt een zogenaamd in
teractief anatomieprogramma beschikbaar.
Daarmee kun je via de computer driedimen
sionaal het menselijk lichaam door. Ik vind
dat geen bedreiging, eerder het tegendeel. Je
moet als illustrator die nieuwe technieken le
ren gebruiken om aan de wensen van de tijd
te blijven voldoen. Alleen wordt het gevaarlijk
als je alles op de computer zet, want dan heb
je in de 21ste eeuw geen prentjes meer aan
muur. Tot nu toe is het nog steeds de teke
naar die uiteindelijk de hoogste kwaliteit le-
Contacten met vakgenoten heeft de Haar
lemse illustrator nauwelijks. „Ik ben lid van
de Europese vereniging van medisch- en we
tenschappelijk illustratoren. Dat is een orga
nisatie met ongeveer 180 leden en ik ben een
van de twee mensen uit Nederland die er bij
zijn aangesloten. Mijn Nederlandse collega
spreek ik wel eens, maar om recente gege
vens over het vak uit te wisselen ben ik vaak
aangewezen op internationale congressen.
Nuttig zijn die congressen altijd, het is voor
mij steeds een enorme stimulans om het
werk van collega's te bekijken en om anderen
mijn werk te tonen."
Het werkterrein van een medisch
tekenaar is groot: van operatie
techniek, onderzoek tot me
disch onderwijs. Een medisch tekenaar geeft
delen van het menselijk lichaam zo natuur
getrouw mogelijk weer. Veelal gebeurt dat
voor onderwijsdoeleinden, of om de vrucht
van recent wetenschappelijk onderzoek dui
delijk te maken. Voorzover Blankevoort weet
zijn er in Nederland nog maar drie medisch
illustratoren. Het aantal wetenschappelijk te
kenaars ligt rond de tien. Deze groep geeft zo
waarheidsgetrouw mogelijk dieren, planten,
gesteenten en bodemprofielen weer die voor
wetenschappers voorwerp van onderzoek
zijn. Veel objecten zijn op foto's en video te
vatten, maar die technieken hebben hun be
perkingen.
„Dat soort beelden laat alles zien, terwijl
een illustratie selecteert", zegt Blankevoort.
„Op een foto van een operatie bijvoorbeeld
zijn veel bloederige details en oneffenheden
te zien, zoals vetklontjes, bloedpropjes of an
dere zaken die het beeld verstoren. Op een
tekening kun je de dingen die van belang zijn
accentueren en wat niet ter zake doet, laat je
weg. Je toont een voorwerp aan de voorkant,
de achterkant, de binnenkant, kortom je kunt
drie-dimensionaal werken. Daarvoor moet je
uiterst precies kunnen waarnemen en wer
ken, dus technisch moet je als medisch teke
naar veel in huis hebben. Ik voel me af en toe
een miniaturist, zo priegelig zijn de details
die ik moet weergeven. Maar als het goed is,
is de illustratie een toevoeging, een verbete
ring, of geeft hij een heel nieuw inzicht. Een
collega van mij heeft gezegd dat een goede il
lustratie niet is te vervangen door duizend
woorden en zo is het."
Met pensioen
Door de steeds grotere audio-visuele moge
lijkheden lijken medisch-illustratoren wat
onder gesneeuwd te zijn. „Op de Nederland
se universiteiten zijn de meeste medisch te
kenaars wegbezuinigd of met pensioen en
dat zijn de instituten waar de meeste van
mijn vakgenoten emplooi vonden. Het is vrij
arbeidsintensief werk, dus duur. Veel weten
schappers willen hun beeldmateriaal zo
goedkoop mogelijk vervaardigen, dus als al
leen foto's niet voldoende zijn gaan ze zelf te
kenen. Dat ziet er vaak niet uit."
Het gebrek aan waardering voor het vak
blijkt ook uit het gebrek aan opleidingsmoge
lijkheden. Bij de medische faculteit van de
Universiteit van Maastricht zijn wel plannen
in die richting gemaakt, maar ze bleken fi
nancieel niet haalbaar. Momenteel wordt het
vak in Nederland nergens onderwezen. „Dat
vind ik een groot geniis. En ik vind het des te
merkwaardiger als je de situatie vergelijkt
met ons omringende landen, waar het een
(post)academische opleiding is. In Frankrijk
is recentelijk zelfs een tweede academie voor
medisch tekenaars opgericht."
Zelf volgde hij de Rietveldacademie, waar
na hij zich verder in de praktijk bekwaamde.
„Al op de academie ontwikkelde ik een rea
listische stijl. Gecombineerd met mijn be
langstelling voor de wetenschap kwam ik al
snel in de educatieve hoek terecht. Aanvan
kelijk werkte ik veel freelance, van het illu
streren van schoolboeken voor biologie tot
de plantenrubriek in NRC Handelsblad. Met
die achtergrond ben je overigens nog lang
geen medisch tekenaar, dat is echt een vak
apart. Vooral van mijn voorganger op de uni
versiteit heb ik veel geleerd. Daarnaast heb ik
yeel zelfstudie moeten doen. Als je bedenkt
dat ik hier maar één dag per week ben, dan
lijkt deze manier van opleiden niet langer
haalbaar."
Niet iedereen binnen de Leidse universiteit
is het ermee eens dat het onderdeel medisch
tekenen in het budget de laatste jaren zo
«stiefmoederlijk is bedeeld. Blankevoort: „Me-
-Vrouw Gittenberger-de Groot bijvoorbeeld,
de hoogleraar anatomie, is een van de men
sen die zich sterk heeft gemaakt voor het vak.
tegen woordig mogelijk driedimensionaal door het
menselijk lichaam te reizen. Maar daarmee is de
medisch- en wetenschappelijk tekenaar nog niet
overbodig, meent Blankevoort. Hoewelzijn werk door
een kleine groep fijnproevers in de medische- en
wetenschappelijke wereld wordt gewaardeerd, is hij
ontevreden over het beeld dat de meeste mensen er van
hebben: „Mijn vak wordt in Nederland
ondergewaardeerd. Er bestaat niet eens een goede
opleiding voor."
„Ik gebruik niet steeds dezelfde kleur voor
lichaamsdelen, dat hangt een beetje van de
opdracht af. Zo gebruik ik vaker kleuren om
details te accentueren, maar verschillende
onderdelen van het lichaam worden conse
quent in dezelfde tinten afgebeeld. Zo zijn
aders altijd rood en venen blauw. Verder is er
veel vleeskleurig, want de tekening moet zo
realistisch mogelijk zijn. Daarom zijn bij
voorbeeld de botten altijd een beetje crème-
of zandkleurig getekend.
Binnen de universiteit wordt weinig met
kleur gewerkt, want daar is geen geld voor.
Tenzij een uitgave wordt gesponsord, dan
kan het weer wel. Voor farmaceuten daaren
tegen is kleur juist een voorwaarde: alles
moet zo mooi mogelijk en met veel kleuren
worden gedrukt, ter bevordering van de ver
koop van hun produkten. Hier heb ik een te
kening van een operatie van een liesbreuk,
waarbij een implantaat is aangebracht om de
wond sneller te laten genezen. De hechtdra-
den en het implantaat worden door de op
drachtgever geproduceerd, dus die heb ik na
drukkelijk in beeld gebracht. Het is niet zo
dat de werkelijkheid uit commerciële over
wegingen geweld wordt aangedaan: alles is
wetenschappelijk verantwoord weergege-
Wespen
Sinds een half jaar werkt Blankevoort drie da
gen per week als wetenschappelijk illustrator
bij het Nationaal Natuurhistorisch Museum
in leiden. Daar tekent hij diersoorten uit de
collectie, zoals kikkers, vogels en insecten.
Momenteel werkt hij met een paar collega's
aan een atlas over de bijen, wespen en mie
Blankevoort aan het werk in zijn kamer op de medische faculteit.
Medisch-tekenaar en wetenschappelijk-illustrator. Twee
vakken die nog maar weinig mensen beheersen.
Haarlemmer Bas Blankevoort is een van die schaarse
specialisten. Naast zijn werk als freelancer verdient hij
zijn brood in Leiden bij twee werkgevers: een dag per
week werkt hij als medisch illustrator bij de vakgroep
anatomie van de universiteit en drie dagen is hij actief
als wetenschappelijk tekenaar bij het Nationaal
Natuurhistorisch Museum. De razendsnelle technische
ontwikkeling van audio- en video-materiaal maakt het
je daar wel even aan wennen, maar als ik met
de tekening bezig ben let ik alleen op de de
tails en vergeet ik de rest."
Blankevoort gebruikt verschillende tech
nieken. „De methode is ondergeschikt aan
de opdracht, ik bekijk per keer hoe ik een te
kening zo goed mogelijk uit kan voeren. Een
pentekening bijvoorbeeld, kan duidelijke in
formatie geven en is goedkoop te reproduce
ren. Met potlood, airbrush en aquarel kun je
diepte suggereren die eigenlijk niet in de af
beelding zit. Airbrush is heel geschikt om
zachte, vliesachtige oppervlaktes te tekenen
en de meerwaarde van een aquarel is dat je
met het gebruik van kleur direct onderscheid
kunt maken tussen spieren en botten, en tus
sen aders en venen."(Aders stuwen het bloed
van het hart af en venen sturen het weer te
rug)
Zij noemde het een onherstelbaar verlies dat
alle kennis die hier in de loop van tientallen
jaren is opgebouwd zomaar wordt uitgevlakt.
Zo zijn er meer mensen geweest die gepro
beerd hebben bezuinigingen tegen te hou
den, maar hun inspanningen hebben onvol
doende effect gehad
Kleur
Het werk van Blankevoort begint meestal
met het bespreken van een schets of foto van
het te tekenen onderwerp. Daarna overlegt
hij met de medicus die de opdracht verstrekt,
maakt een eerste schets en bespreekt die
weer met zijn opdrachtgever. Een enkele keer
is hij aanwezig bij een operatie of bekijkt hij
een anatomisch preparaat. „De anatomisch
preparateur van de universiteit heeft alle li
chaamsdelen in voorraad. In het begin moet
Een 'opengewerkte' torso,
waarbij de plaats van de slokdarm in beeld is gebracht.