Fado-muziek in de herkansing Objectieve ongevoeligheid ZATERDAG 22 JANUARI 1994 Jl I I Na Madrid'92 en Antwerpen'93 is het nu de beurt aan de Portugese hoofdstad Lissabon om zich een jaar lang als culturele hoofdstad van Europa te manifesteren. Meteen budget van 8.000 miljoen escudos - 80 ^miljoen gulden - is het organisatiecomité, onder leiding van de socalist Vitor Constancio, er na een moeizame aanloop in geslaagd een interessant programma te presenteren. Op26februari wordt 'Lisboa'94' officieel geopend. fe.jf ér U 8 Sjfc ft «daan».. JüMIMIili BvJtk* P8 Al'-: "ifó- 8 Denkwijzer -- r"""" De kathedraal van Lissabon ruiy.'nw^ Een van de vele fraaie gebouwen in Lissabon, het klooster van Hieronymus. Wie Lissabon kent van de laatste jaren van het Salazar- regime en van de bewogen en vaak geromantiseerde Anjer-revolutie - pakweg 20-jaar geleden - hoeft niet lang rond te stappen om te constateren dat de stad enorm veranderd is. De contouren van het winkelcentrum Amoreiras (een door velen verfoeide creatie van de omstreden architect Tomas Taveira, ook wel de paus van het Portugese postmo dernisme genoemd) zijn daarvan een bewijs. Net zoals het 'gat' in de oude centrumwijk Chiado, dat als een gapende wond de herin nering levend houdt aan de enorme brand van augustus 1988. Onder de bezielende lei ding van Portugals beroemdste architect, Al- varo Siza - in 1992 winnaar van de Pritzker- prijs, in de architectuurwereld zoiets als de Nobelprijs - zijn de gevolgen van deze ramp zalige brand voor een deel uitgewist. Maar al lerlei procedures rond de eigendomsrechten hebben verhinderd dat dit monumentale res tauratieproject voor het begin van 1994 vol tooid kon worden. Verder kent Lissabon in middels ook voetgangersgebieden, vallen de moderne winkels op en bruist er een onver wacht nachtleven met restaurants en disco's als Alcantara of een prachtig café als het Pa- vilhao Chines. Maar het vertrouwde Lissabon van weleer is niet helemaal verdwenen. Het Lisboa dus met café's en koffiezaken, als Cafe Nicola en A Brasileira het Praga de Comércio, de lift van Santa Justa, de fado-huizere het Coloseu dos Recreios of de trammetjes, die moeizaam maar gestaag de zeven heuvels - waarop Lis sabon is gebouwd - beklimmen. Dit oude stadscentrum moet een van de belangrijkste trekpleisters worden van Lissa bon, de culturele hoofdstad van Europa '94. Het gedeelte tussen het Largo do Rato en de Cais do Sodré werd al in een vroeg stadium aangewezen voor een door de EG zwaar ge subsidieerd restauratieproject. De 19de eeuwse gevels zijn hersteld en hebben frisse kleuren gekregen, of zijn voorzien van mo derne azulejos, tegeltableaus. Hier kan men ook ontspannen winkelen, de antiekzaken binnenlopen aan de Dom Pedro Vof een be zoekje wagen aan de eethuisjes, bordelen en bars van de Rua de Sao Paolu. Vooral de musea en concertruimten heb ben geprofiteerd van het restauratieproject. Zoals het Coliseo dos Recreios, het Museu Na tional de Arte Conternporanea en de Tivoli- bioscoop. Moeizaam De voorbereidingen voor Lisboa'94 kwamen slechts moeizaam op gang. Dat had alles te maken met de voortdurende spanningen in de Portugese politiek, waarvan de belangrijk ste tegenpolen premier Cavaco Silva en de socialistische president Maria Soares zijn. Twee jaar duürden deze problemen. Op een gegeven moment waren er zelfs twee com missies bezig met 'Lissabon culturele hoofd stad'. De oplossing viel in oktober 1992 met de benoeming van de voormalige s generaal van de Socialistische Partij, e nister van financiën en ex-gouvemeur Lissabon: Europa's culturele hoofdstad '94 Het 'Monument Bank van Portugal, Vitor Constancio tot voor zitter van het organisatiecomité. De vertragingen waren er tevens de oor zaak van dat pas onlangs het definitieve pro gramma kon worden vrijgegeven. Als uit gangspunt was een gedachte van Pessoa ge nomen, dat Lissabon een ontmoetingsplaats voor alle culturen is. Niet alleen die van Eu ropa, maar ook de culturen waarmee de ge schiedenis van Portugal zo nauw verboden is. Dus Latijns-Amerika, Afrika en het Verre Oosten; culturen, die op de Portugese hoofd stad nadrukkelijk een stempel hebben ge drukt. Volgens Theda van Royen, al vele jaren als cultureel attaché verbonden aan de Neder landse ambassade van Lissabon, heeft het or ganisatiecomité bewust gekozen voor de in schatting dat 'Lisboa'94' geen massa's cultu rele toeristen uit de rest van Europa zal trek ken. „Gezien de ervaringen van Madrid en Antwerpen is dat reëel. Lissabon heeft geko zen voor het uitgangspunt dat de stad de ge wone toeristen iets meer wil bieden dan nor maal. Maar misschien nog belangrijker is, dat 'Lisboa'94' de Portugezen erop wil wijzen dat ook zij deel uitmaken van een groter geheel: de EG, de Europese cultuur, die tot nu toe slechts bij mondjesmaat hier vertegenwoor- digdwas". Een van de beste bewijzen van die con frontatie met het Europese culturele erfgoed is de grote aandacht die de klassieke muziek gaat krijgen; iets wat de organisatoren het verwijt heeft opgeleverd, dat het programma elitair zou zijn. Twaalf beroemde orkesten en opera's zullen er in het Coliseo en het Sao Carlos Theater te zien en te horen zijn. Uitdaging Daar tegenover staat de bijzondere plaats die de fado in het programma in neemt. Fado is typisch Portugese muziekToïïtstaan uit de lundumde zang en dans van de Angolese negerslaven die door de Portugezen naar Brazilië werden gebracht. Het zijn liederen, begeleid door een guitarra met twaalf snaren en een violao, zoals de Spaanse gitaar ge noemd wordt. Maar de fado is vooral de mu zikale vertolking van de saudade. een gevoel van heimwee, de hang naar iets wat is ge weest en nooit zal terugkomen. Romantiek in de meest oorspronkelijke vorm, die zich in dat opzicht laat vergelijken met de Ameri kaanse blues oï de Spaanse flamenco. Fado was vooral in de achttiende en ne gentiende eeuw zeer populair. In de Salazar- tijd bracht de 'koningin van de fado', Amalia Rodrigues het tot wereldfaam. Na de Anjer revolutie verdween de fado - en dus ook Rodrigues - naar de achtergrond. Waar schijnlijk omdat 'de stem van Portugal' of de 'Portugese Edith Piaf, zoals Rodrigues ook werd genoemd, nadrukkelijk in verband werd gebracht met de persoon van dictator Sala- zar. Veel Fado-huizen moesten de afgelopen jaren wegens gebrek aan belangstelling slui- Maar juist 'Lisboa'94' moet de 'opstanding' van de fado worden. Fado-huizen - er zijn er nog een twintigtal in Lissabon - hebben van de overheid financiële steun gekregen om te investeren. Een uitdaging voor een nieuwe generatie fado-artiesten, zoals de Portugees- Catalaanse zangeres Misia. Exposities Aan tentoonstellingen zal Lissabon dit jaar geen gebrek hebben. Een van de hoogtepun ten moet Lisboa Subterranea (in het Archeo logisch Museum) worden. Deze tenstoonstel- ling beslaat de geschiedenis van de Portugese hoofdstad van de prehistorie tot en met de brand van 1755, die grote delen van de toen malige stad verwoestte. In de Jardin de Ta- baco staat voor april de tentoonstelling 'De Kleur van de Revolutie' geprogrammeerd, met beeldmateriaal over de Anjer-revolutie van 25 april 1974. En het Etnologisch Muse um toont een overzicht van Angolese en Mo- cambiquaanse beeldende kunst. De topattractie moet echter de tenstoon- stelling 'De Verzoeking van de Heilige Anto- nius' worden,- naar het beroemde drieluik van Jeroen (Hieronymus) Bosch; eeh exposi tie van mei tot en met september in het Mu seu Nacional de Arte Antiga. Het is een ten toonstelling gewijd aan de surrealistische kunst met werken van Arcimboldo, Dali, Goya, Rousseau, Picabia en Magritte. Het Nederlandse element in 'Lisboa'94' is beperkt, maar noemenswaardig. Theda van Royen: „Vergeleken met landen als Duits land, Frankrijk en Groot Brittannië - die veel meer overheidsgelden in hun buitenlandse cultuurprojecten kunnen steken - is het voor ons een beetje behelpen. Maar het Concert gebouw Orkest komt op 8 april naar Lissabon en het Nationale Ballet op 3, 4 en 5 novem ber. Daarnaast zal de overzichtstentoonstel ling van World Press Photo te zien zijn, de rei zende tentoonstelling over Anne Frank, en een expositie gewijd aan Nederlandse gra fiek. Daarnaast is er een tentoonstelling rond de 17de eeuwse Amsterdammer Van der Kloet. Cultureel attaché Theda van Royen: „Van dei- Kloet maakte ooit een tegeltableau dat in Portugal belandde en pas eind vorige eeuw weer naar Nederland - het Amsterdams His torisch Museum - terecht kwam. Het bijzon dere is, dat Van der Kloet werkte op de Por tugese manier. Dat wil zeggen: niet met één afbeelding per tegel, maar met verschillende tegels die samen een motief vormen." Woensdagavond 22 december, het 8 uur-journaal. Pia Dijkstra brengt onbewogen het bericht dat er bij Fokker nog eens 1000 arbeidsplaatsen weg moeten, voor een deel via gedwongen ontslagen. Mijn eerste reactie is: 'Wat is dat voor een stelletje sadisten daar bij Fokker?! Om vlak voor Kerstmis je werknemers met zo'n bericht op te zadelen!" Vrijdag 14 januari. In de trein op weg naar Utrecht kom ik een collega tegen. Als ik haar vraag hoe het met haar en haar man is, vertelt ze me bezorgd dat hij op de woensdag voor Kerst mis - hij werkt niet bij Fokker! - van zijn chef wegens bezuinigin gen zijn ontslag heeft aangezegd gekregen. Mijn eerste reactie: „Mijn God, moet het nou precies op zó'n moment worden meege deeld. Zijn ze er nou echt op uit om de kerstdagen van zo'n man en zijn gezin te verpesten?" Maar het kan nog erger. Bij een groot uitgeversconcern vond een paar jaar geleden een grote reor ganisatie plaats. Op een gegeven moment laegen de werknemers het bericht dat degenen wier functie opgeheven zou worden, op de avond van 5 december voor half acht een koerier met een schrijven aan de deur zou den krijgen. Degenen die voor half acht geen bericht zouden hebben gehad, konden er vanuit gaan dat het bedrijf ook in de toekomst graag van hun diensten gebruik zou maken. Even voor stellen wat dat betekent: je weet dat je je in de gevarenzone be vindt, het is 5 december, een uur of half zeven s'avonds en je zit gezellig samen met je gezin vol angstige verwachting en een bonkend hart te luisteren of je soms iemand op de deur hoort kloppen. Wat is hier aan de hand? Zijn dit uitzonderingen? Gewoon die paar zeldzame bedrijven waar het beschikbare emotionele inle vingsvermogen van directie en personeelszaken niet significant verschilt van nul? Of zijn het symptomen van een veel wijd- verbreider verschijnsel van emo tionele hardheid of ongevoelig heid? In 1987 schreef ik op deze plaats over het feit dat in de Verenig de Staten bijna 25 jaar lang op grote schaal door collega-weten schappers in opdracht van de overheid experimenten zijn uit gevoerd waarin mensen stiekem met radioactiviteit werden be smet. Dat gebeurde onder meer door hun voedsel, melk of drink water daarmee te besmetten. Het doel was na te gaan wat voor ef fect dat op hun gezondheid zou hebben. Nota bene, de onder zoekers wisten op het moment dat ze met de experimenten be gonnen heel goed - Hiroshima en Nagasaki hadden dat maar al te duidelijk gemaakt - dat ze hun ongevraagde 'proefkonijnen' aan grote risico's blootstelden. Er is voor dit gedrag natuurlijk maar één kwalificatie: volstrekt misda dig en getuigend van een extre me respectloosheid voor, en schandelijke schending van, de rechten van de (mede)mens. Het zijn praktijken die niet verschil len van de verschrikkelijke medi sche experimenten die de nazi's op weerloze burgers uitvoerden. Een paar weken geleden hebben ook de media in ons land deze Amerikaanse verschrikking ont dekt. En wat doen ze ermee? Vrij wel allemaal berichtten ze er op een volstrekt emotieloze manier over, zonder een spoor van mo rele verontwaardiging. Zonder een schallende aanklacht te ver heffen tegen de natie die zich op werpt als verdediger bij uitstek van vrijheid en mensenrecht. Objectieve berichtgeving heet zo iets. Objectieve ongevoeligheid noem ik het. Vrijwel iedere dag verschijnt er op de voorpagina van een of meer kranten wel een foto van Bosnische beproevingen: de lij ken van een gezin uit Sarajevo dat met een granaat-inslag in zijn geheel is vermoord, een hui lende vluchtelinge, een verbijste rend kijkend jochie dat zijn ge sneuvelde moeder begraaft. Waarvoor staan die foto's daar? Om ons te blijven herinneren aan de gruwelen daarginds? Om ons te ontroeren? Maar hoe lang duurt die ontroering? En zijn mensen nog wel te ontroeren als ze keer op keer met de ellende van een ander worden gecon fronteerd zonder dat ze daar iets aan doen of kunnen doen? Of is het effect op den duur afstom ping, ongevoeligheid? De socio loog Herbert Marcuse publiceer de in 1955 een boek getiteld Eros en Beschaving, waarin de volgen de opmerking - van Marcuse - voorkomt: „Het lijkt erop, dat wij bijna gedwongen zijn deze af schuwelijke veronderstelling te accepteren, namelijk dat in alle constructieve sociale pogingen van de mens een principe van de dood is ingebouwd, dat er geen impuls tot verbetering is die niet vermoeid raakt en dat het rede lijke verstand geen blijvende weerstand tegen barbarij kan bieden". Eenvoudiger gezegd: als de me dia ons nou maar lang genoeg met allerlei beelden en verhalen van ellende bestoken, dan raakt ons vermogen om ontroering te voelen vanzelf wel uitgeput. En dan gaan we op den duur een barbaarse toestand als min of meer 'ja, zo is het nou eenmaal, kan er ook niet veel aan doen', dus als normaal zien. De berichtgeving door de media en de wijze waarop wij als con sumenten die berichtgeving tot ons nemen, leidt volgens Marcu se tot morele erosie, morele af stomping. In die zin zijn de zoge naamde objectieve berichtgeving en emotionele ongevoeligheid twee kanten van dezelfde me daille. Op 28 augustus van het vorig jaar zei onze vroegere mi nister van buitenlandse zaken in een interview met een krant over Bosnië: „We hebben, zacht uit gedrukt, moreel zwak gehan deld." Wat van den Broek niet zei, vermoedelijk omdat hij er zich niet van bewust is - zoals zo- velen zich daar niet bewust van zijn - is dat we ondertussen wel een gigantische morele schuld aan het opbouwen zijn. Een schuld waarvan we de druk alle maal tot op zekere hoogte diep in ons binnenste ook wel voelen, aangenomen dat we daar voor openstaan. Wijlen de Amster damse psychiater Herman Musaph heeft in zijn boek Doden met Verlof uit 1972 het proces dat hieraan ten grondslag ligt, treffend beschreven: „Niet dege nen die sterven, maar diegenen die sterven voordat ze moeten en willen sterven, zij die sterven in doodsstrijd en pijn, zijn de groot ste aanklacht tegen de bescha ving. Zij getuigen van een niet te vergeven schuld van de mens heid. Hun dood roept het pijnlij ke bewustzijn op, dat dit niet no dig was, dat het anders had ge kund." Als we het woord 'sterven' in dit citaat door het woord 'lij den' vervangen, dan wordt dui delijk dat de zogenaamde objec tieve berichtgeving door de me dia over de ellende in deze we reld in belangrijke mate, zowel bij de journalisten zelf als bij de consumenten, de functie vervult van het tot zwijgen brengen van een slecht geweten. Door het op het journaal erover te hebben, of er op de voorpagina een beeld van af te drukken, koesteren we ons in de illusie dat we niet zon der aandacht zijn voor het lijden van anderen. Het is een afkoop som van ons collectief schuldge voel, dat voor het lijden in de we reld meestal weinig oplevert maar voor ons in ieder geval het voordeel heeft dat we rustig tot de orde van de dag of avond kunnen overgaan. „Ja", is vaak het alledaagse verweer, „maar je kan toch niet de ellende van de hele wereld op je schouders ne men?" Maar als je wel alles wil 1 de gebeurt en tegelijkertijd besluit niets met die wetenschap te doen, wat ben je dan? Een infor matie-koe? Met ongeveer even veel morele oprispingen? Ik volsta met Herman Musaph nog een keer aan het woord te la ten: „Ik herinner me nog goed hoe ik eind mei 1945 in stralend zomerweer in een van de Am- stellanen van Amsterdam liep, bewust van de ellende die de af gelopen jaren over het hoofd van de mensheid was gegaan. Ik werd ontroerd door het prachtige weer en de ontluikende bomen en ik weet nog, dat ik tegen me zelf zei: „Je zult nooit meer in je leven kunnen lachen en als je een keer gaat lachen, ben je een schurk." RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 39