Scholtes aast op revanche
Breinburg staat
voor lastige klus
Sport
Topsporters lopen meer kans op slijtage
De mens achter oud-bondscoach Graham Taylor
CHTERLIJN
ZATERDAG 22 JANUARI 1994
ROB ONDERWATER, 071 -3
Drukke dagen voor Voorschotense kunststoter
Het zijn drukke dagen voor Rob Scholtes. De Voorscho
tense kunststoter vertoeft momenteel in Parijs om zich
daar tijdens het Grand Prix-toernooi definitief te plaat
sen voor het afsluitende, als Europees kampioenschap
geldende evenement. Geen eenvoudige klus, want Schol
tes bezet op dit moment de 23ste plaats, terwijl de eerste
24 zich plaatsen voor het slottoernooi dat in april in Bel-
gie wordt gehouden.
VOORSCHOTEN GERT-JAN ONVLEE
Tijd om van de in Frankrijk ge
leverde inspanningen te beko
men, is er voor de 30-jarige
Scholtes vervolgens echter nau-
welijks. Volgend weekeinde
staat de officiële Nederlandse ti
telstrijd, het 'Masters Biljart Ar
tistiek', al weer op de rol. Een
toernooi dat voor het derde op
eenvolgende jaar wordt afge
werkt in het Voorschotense
Snooker Palace, toevallig het
etablissement waar Scholtes in
het dagelijks leven de kost ver
dient.
Speciaal
Dat dat een speciale gebeurte
nis wordt, moge duidelijk zijn.
Al was het alleen maar vanwege
de voorgeschiedenis. Iets langer
dan een jaar geleden immers,
toen de de acht beste kunststo
ters van Nederland zich in
Voorschoten verzamelden, was
Rob Scholtes er niet bij. Ten
minste, niet als speler. Wel als
bier tappende werknemer van
dat biljartpaleis.
Die bittere ervaring staat
Scholtes nog helder voor de
geest. Vandaar dat het evene
ment volgende week in het te
ken van de revanche zal staan.
De Voorschotense baltovenaar
mocht zich in 1990 al de beste
van Nederland noemen en ei
genlijk voelt hij er wel voor die
titel nog eens naar zich toe te
trekken.
Scholtes, in 1991 nog vijfde in
het wereldkampioenschap, be
gint ook bepaald niet kansloos
aan dat evenement. De Voor
schotenaar deed in de drie
Grand Prix-toernooien vooraf
gaand aan de Masters nauwe
lijks onder voor de nummers
één en twee, Ruud de Vos en re
gerend kampioen Jan Brun-
nekreef. Dit tweetal maakte res
pectievelijk 72,1 en 71,2 procent
van de figuren die werden voor
geschoteld. Scholtes kwam tot
een percentage van 70,5. - Des
ondanks gaat de thuisspeler
volgende week wijdag als pa
pieren nummer vijf van acquit.
Want ondanks die hoge score
miste hij tot drie keer toe de
halve finales en dus de benodig
de wedstrijdpunten net.
Twijfel
„Aan een kant gaat het goed,
aan de andere kant nog niet",
laat Scholtes dan ook weten.
„Op de beslissende momenten
maak ik de punten nog niet. En
dat komt je zelfvertrouwen niet
ten goede."
Vertrouwen in eigen kunnen,
dat vorig jaar' een enorme klap
kreeg. De Masters niet halen,
naar de eerste klasse degrade
ren. Het is de in 1993 ook nog
eens vader geworden Scholtes
allemaal niet in de koude kleren
gaan zitten. „Je kunt wel zeggen
dat ik die tik nog niet helemaal
te boven ben", zegt Scholtes,
die zijn hoop heeft gevestigd op
dit weekeinde. „Ik heb in Parijs
niet ongunstig geloot. Mis
schien kan ik daar net die stap
zetten waardoor ik er in Voor
schoten weer helemaal sta." En
nog even doorfilosoferend: „Als
ik die halve finale maar eens
haal. Dan ben ik misschien wel
ineens van dat syndroom af."
Het zou op zich niet zo gek
zijn als Scholtes zich volgende
week weer in de absolute top
van Nederland meldt. De nu
twintig jaar biljartende Voor
schotenaar hoort daar op basis
van zijn prestaties thuis. Hij be
gon in 1984 op aanraden van
oud-Europees kampioen Hans
de Jager met kunststoten. Al
snel bleek dat hij een goede af
stoot had („Je moet een goede
klap in je handen hebben, an
ders hoefje er niet aan te begin-
nep.") en een jaar later mocht
hij zich reeds Nederlands kam
pioen bij de eersteklassers noe-
rqen.
Scholtes dacht even dat hij
het spelletje had uitgevonden,
maar dat bleek niet zo te zijn.
De op de titel volgende terugval
was echter van tijdelijke aard. In
1988 was hij opnieuw de sterk
ste onder de eersteklassers,
waarop twee derde plaatsen in
het Nederlands kampioenschap
volgden. De voorlopige kroon
werd, zoals gezegd, in 1990 op
het werk gezet met een Neder
landse titel. Een jaar later werd
hij nog tweede, waarna het
'rampjaar' zich meldde.
Bij zijn poging het sinds 1990
verloren gegane terrein volledig
Rob Scholtes: „Op de beslissende momenten maak ik de punten nog niet."
te heroveren, kent Scholtes vol
gende week een duidelijk thuis
voordeel. „Er zullen heel wat
speciaal voor mij naar
de wedstrijden komen. Dat legt
een zekere druk op je, maar het
stimuleert me ook. Daarbij heb
ik in Voorschoten nog nooit
slecht gespeeld. Als nu de oude
ARCHIEFFOTO LOEK ZUYDERDUIN
rm ook nog eens op tijd terug
kunnen er misschien nog
Doie dingen gebeuren."
'Je kunt alleen maar op je bek gaan
LEIDEN PETER KLEIN
RUGBYMEDEWERKER
Julius Breinburg heeft veel te.
verliezen. De in september als
coach van de Leidse rugbyclub
DIOK aangetrokken sportoffi-
cier kreeg een formatie onder
zijn hoede, die vijf maal op rij
de landstitel binnensleepte.
Uniek in Nederland, zoals vier
maal sportploeg van Leiden een
record is. Een nieuw kampioen
schap van Nederland lijkt de
lastige missie voor Breinburg.
De nieuwe leider ziet wel dege
lijk perspectieven.
„Eigenlijk kun je alleen maar
op je bek gaan", klonk het al tij
dens de eindstrijd van DIOK's
Euro Rugby Trophy eind augus
tus van het vorig jaar uit de
mond van Breinburg, „Maar ik
heb niet het gevoel, dat ik me
moet bewijzen. De zesde lands
titel is wel degelijk een uitda
ging. Ik vind, dat DIOK die zou
moeten veroveren met het spel
letje, dat het eigenlijk zou moe
ten spelen. Van DIOK is altijd
gezegd, dat het een voorwaart-
sen-ploeg was en dat het niet
over driekwarten beschikte.
Marc Michelsen, Gottfried Bos,
Justin Verhoogh en Marcel
Chaudron bezetten echter vier
van de zeven driekwart-plaat
sen in het Nederlands team.
Dan kun je toch niet volhouden,
dat DIOK geen driekwarten
heeft. Dat is ook meteen wat ik
in het spel wil veranderen. Er
moet meer inbreng van de
mensen in de driekwartlijn ko
men. Als dat lukt, dan biedt dat
een ander perspectief voor de
toekomst. Maar ja, de spelers
moeten het wel uitvoeren."
De voorliefde van Breinburg
voor de driekwarten is niet
vreemd. De in november 1945
in Paramaribo geboren rugby-
coach speelde zijn hele leven op
de wing. Via Curasao en een
jaartje Amerika kwam hij naar
Nederland om aan de HTS te
gaan studeren. Breinburg moest
na twee jaar de militaire dienst
in en is daar ook nooit meer uit
gekomen. „Ik ging voor het
avontuur en meldde mij aan bij
de commando's, de groene ba
retten. In 1970 werd- ik daar
sportleraar en maakte ik kennis
met de rugbysport. Kort daarna
ben ik overgestapt naar RCC in
Roosendaal, waar ik ook nu nog
zo "af en toe een partijtje mee
speel."
„Bij dezelfde club ben ik in
1974 als trainer begonnen", ver
volgt Breinburg. „Dat heb ik
vijftien jaar volgehouden. Vier
jaar geleden ben ik overgestapt
naar HRC in Den Haag.'Eigen
lijk wilde ik een jaartje rust,
maar toen het aanbod van
DIOK kwam, hoefde ik niet lang
na te denken. Mijn eerste erva
ringen zijn goed. Kijk, met twee
keer trainen op de club wordt je
geen, eerste van Nederland. Als
ik bij DIOK tegen iemand zeg,
dat hij voor zichzelf moet trai
nen, heb ik het idee dat dat ook
gebeurt. In tegenstelling tot bij
Den Haag. Daarom zie ik per
spectieven voorde toekomst."
Morgen bij AAC in Amster
dam start voor Breinburg de
wedstrijdenreeks van de waar
heid. RCH uit Hilversum blijft
op papier de grootste bedrei
ging voor de zesde landstitel op
rij van de Leidse topclub. DSRC
beschouwt Breinburg als de
ploeg, die als scherprechter
voor de eerste plaats in de play
offs kan optreden. Het team van
de vroegere DIOK-trainer en
bondscoach Theo Snijders zorg-'
de in het eerste deel van de
competitie al voor verrassende
uitslagen. „Delft kan het ons
heel moeilijk maken. Hun trai
ner kent de spelers van DIOK
goed. Daarbij is de eerste uit
wedstrijd bij ons in Leiden ge
speeld, zodat zij nu onze eerste
thuiswedstrijd als hun thuis
wedstrijd mogen claimen. Ik
verwacht niet, dat ze het doen,
maar anders hebben wij zelfs
vier uitwedstrijden op rij."
„Het wordt trouwens sowieso
niet gemakkelijk, want we heb
ben een verre van fitte ploeg.
Chris Hogg, Thomas Suring en
Robert van der Vlist hebben
lichte blessures, Bert Wisse
wacht op een operatie, Jacob
Bonnet speelt op halve kracht
en Justin Verhoogh is volledig in
de ban van zijn schoolonder
zoeken. Robert Broers is twee
weken geleden uit het veld ge
stuurd en is voor de standaard
periode van 22 dagen geschorst.
DIOK^zit best goed qua spelers
materiaal, maar we hebben dit
LONDEN. SID
Sportblessures van de gewrich
ten leiden tot een grotere kans
op artritis op latere leeftijd. Met
name de beoefenaren van
kracht- en duursporten lopen
meer risico later (chronische)
gewrichtsontstekingen te krij
gen.
Finse sportmedische weten
schappers, verbonden aan de
universiteit van Helsinki, heb
ben dat vastgesteld. Zij hebben
van hun onderzoek verslag ge
daan in het jongste nummer
van het Britse blad Medical
Journal.
Aan het statistisch onderzoek
hebben meer dan 2000 manne
lijke atleten meegewerkt. De
onderzoekers hebben vastge
steld dat slijtage vooral optreedt
in heup-, knie- en sprongge-
wrichten. Over de eventuele
medische oorzaken van de ver
anderingen in de gewrichten
doen zij in hun verslag geen uit
spraak.
De wetenschappers raden
topsporters nadrukkelijk aan
blessures de tijd te geven te her
stellen en de revalidatie niet te
overhaasten. Alleen daardoor
zou de kans op artritis of arthro-
se al aanzienlijk kunnen worden
beperkt.
Nebiolo
Primo Nebioli, de voorzitter van
de internationale atletiekfedera-
tie (1AAF), sluit niet uit dat er in
de toekomst mildere sancties
worden getroffen tegen doping-
zondaars. Een atleet, die mo
menteel wordt betrapt op het
gebruik van een verboden pres-
tatiebevorderend middel, wordt
bijna zonder uitzondering voor
vier jaar geschorst.
„Vier jaar te lang? Ik zou zeg
gen van ja. Ik denk dat tijdens
ons congres volgend jaar in Gö-
teborg deze zaak zeker aan de
orde komt. We zullen dan dis
cussiëren over minder strenge
straffen", zei Nebiolo tegen een
verslaggever van de Corriere
della Sera.
Het IAAF-congres van 1995
valt samen met de wereldkam
pioenschappen atletiek in Zwe
den. Een aantal internationale
sportbonden was het vorige
week, tijdens een bijeenkomst
met het Internationaal Olym
pisch Comité (IOC), eens met
het algemene beleid ter bestrij-
ding van doping, in de sport, in
clusief de minimum-straf van i
twee jaar uitsluiting bij overtre
ding van de regels.
Julius Breinburg: „Als ik bij DIOK tegen iemand zeg, dat hij v
ook gebeurt."
wel ontzettend veel
De gestage reeks van wijzigin
gen in zijn opstelling maakt dat
Breinburg nog niet geheel tevre
den is over de strijdwijze van
zijn team. Zijn visie op het drie-
kwartenspel is nog niet altijd op
het veld terug te vinden. „De
ploeg is zeker een eenheid. Het
contact tussen de spelers en mij
is goed. Maar de uitvoering is
nog niet perfect. In de training
begrijpen ze wat ik bedoel,
maar onder druk vergeten ze
dat soms weer. Tijdens onze oe
fentrip naar Viry-Chan tillon zei
den de Fransen al, dat het talent
en de bereidheid er waren. De
rugby-intelligentie, juist hande
len op het juiste moment, daar
mankeerde' nog wel eens wat
aan. In de training schotel je ze
steeds die situaties voor. Ie
hoopt, dat ze die in het veld
herkennen en er op anticiperen.
Er is nog niets gespeeld, dus
hebben we zeker een goede
kans op de titel. Maar het zal
niet van een leien dakje gaan."
'Ik ben niet trots op het vloeken, maar vind het goed dat het eens wordt getoond'
Graham Taylor mag dan vertrokken zijn
als bondscoach van het Engelse voetbal
team, de Britse televisiekijkers kunnen
maandag een prachtig inzicht krijgen
hoe de trainer zich gedroeg tijdens de
mislukte kwalificatiereeks voor het WK
in de Verenigde Staten. De uitzending
zal het imago van de opgestapte bonds
coach niet verbeteren. In de documen
taire 'Graham Taylor, de onmogelijke
baan' komt 36 keerhet scheldwoord
'fuck' uit de mond van de als een gentle
man bekend staande coach.
Channel 4 kreeg alle vrijheid een pro
fiel van de coach te maken. Cameralie-
den waren aanwezig op voor hen door
gaans niet toegankelijke plaatsen. Ze
volgden de met een microfoon uitgerus
te .Taylor van nabij, in de dug-out en tij
dens teambesprekingen in de kleedka-
De documentaire begint met de op
merking van Taylor, dat hij veel moeite
heeft met zijn door de buitenwacht ge
forceerde vertrek bij de bond. „Voor het
eerst in mijn loopbaan ben ik er niet in
geslaagd mijn doelstelling te bereiken en
dat doet pijn. Ik wist dat deze baan veel
herrie zou opleveren, maar ik had deze
job graag in Amerika gedaan. Met alle
herrie en ruzie erbij."
Bij de start van het kwalificatietoer
nooi is Taylor te zien als hij op Wembley
met toeschouwers op de tribune in dis
cussie gaat. In de door hem ingesproken
begeleidende tekst zegt hij: „In deze
functie moet je mentaal hard zijn en ik
weet hoe gemakkelijk bondscoaches
worden ontslagen. Ik ben niet van plan
d; i met me te laten gebeuren."
Taylor redde het niet. Tijdens de moei
zaam verlopen uitwedstrijd tegen Polen
komen de schuttingwoorden met grote
regelmaat uit zijn mond. Als de Polen
scoren, vloekt hij Des Walker en John
Barnes stijf. „Jë kunt tegen ze praten tot
ze blauw zien, maar ze doen alles, wat ze
eerder is gezegd juist niet te doen."
Het cruciale duel tegen Nederland in
Rotterdam vormt de uitsmijter van de
uitzending. Taylor ontploft op het mo
ment dat Ronald Koeman, die kort tevo
ren voor een overtreding op Platt van de
Duitse arbiter Assenmacher rood had
moeten krijgen, met een vrije trap Oran
je op de beslissende voorsprong van 2-0
zet. „Scheidsrechter, hij had al van het
veld verdwenen moeten zijn. Dit is een
schande", schreeuwt hij uit. Vervolgens
laten de beelden zien hoe Taylor zich
richting grensrechter beweegt. „De arbi
ter is verantwoordelijk voor mijn ontslag.
Wil jij hem daarvoor mijn hartelijke dank
overbrengen", bijt hij de man toe.
Taylor had een vooruitziende blik. In
november stapte hij zelf op, in de weten
schap dat hij anders zou zijn ontslagen.
Donderdag gaf hij tekst en uitleg over de
.documentaire. „Ik ben niet trots op het
vloeken, maar dat ik heb tijdens mijn
loopbaan als trainer altijd gedaan. Ik
vind het goed dat het een keer op deze
wordt getoond."
Michael Grade, de baas van Channel 4,
heeft niet overwogen de scheldwoorden
uit te wissen of er een pieptoon over
heen te zetten. „Dat zou belachelijk zijn.
Zonder het vloeken zou de reportage
geen beeld van de mens Taylor hebben
gegeven."
door: Gert-Jan Onvlee
Het heeft even ge
duurd. Iets minder
dan twintig jaar,
om precies te zijn. Maar de
waarheid is dan eindelijk bo
ven water gekomen. Letterlijk
en figuurlijk, in dit geval, want
we praten over een zwembad.
Gesitueerd bij het Waldhotel
in Hiltrup.
Het Nederlands voetbalelftal
was in 1974 bezig de wereld en
de bijbehorende bokaal te ver
overen, op het moment dat
Bild-'journalist' Klaus Schlüt-
ter roet in het eten gooide. De
Duitser deed verslag van een
bij dat uiterst luxueuze hotel
van eigenaar Krautkramer uit
de hand gelopen zwempartij,
bezorgde met name sterspeler
Johan Cruijff op die manier zo
veel privé-sores dat de num
mer veertien in de eindstrijd
met het thuisland zichzelf niet
was. Waardoor Müller en con
sorten de zo begeerde eerste
plek voor zich konden opeisen
- nog altijd de grootste mis
stand in de geschiedenis van
de strijd om het wereldkam
pioenschap voetbal.
Tot vorige week konden we
met zijn allen nog denken dat
Bild die rel zelf had geregis
seerd. Maar de goede toehoor
der onder de aanwezigen bij
het derde sportcafé van De
Bollenstreek dat vorige week
vrijdag in de Noordwijkse
Brasserie Bon-Bon werd ge
houden, weet nu beter. In zijn
ludieke speech belandde spre
ker en oud-international Wim
Rijsbergen immers ook nog
even bij dat Waldhotel. Zijn
opmerking over 'jong zijn' en
'wat willen' duidde al in een
bepaalde richting. Maar zijn
mededeling dat er bij dat
zwembad geen bordje stond
dat een 'zwembroek verplicht
was' maakte nog veel meer
duidelijk. Danny was terecht
boos geweest, hoorde je veel
van de tweehonderd aanwezi
gen denken.
Overigens: de Leidse voetbal
ler van wie terecht wordt ge
zegd dat hij het maximale uit
zijn mogelijkheden heeft ge
haald, was op dreef, daar in
Noordwijk. Zo toonde hij zich
op zijn minst verbaasd over
het feit dat hij nu al weer een
tijdje als werldoos voetbaltrai
ner aan de kant zit. Rijsbergen,
in het bezit van het diploma
coach betaald voetbal en in
het verleden als hoofdtrainer
werkzaam bij Roodenburg en
DWS, wijzend op de zaterdag-
toppers uit de Leidse regio:
„Het lijkt wel alsof je over een
accent moet beschikken om
daar aan de slag te kunnen.
Terwijl ik stukken goedkoper
ben, ik kan het op de fiets af."
Dat de Leidenaar daarbij de
fikse trainers-inbreng uit de
Amsterdamse regio op het oog
had, was helder. Maar, zo
vroeg de zaal zich hardop af,
of Rijsbergen zelf wel eens aan
de betreffende clubs had laten
weten 'in' te zijn voor een trai
nersfunctie?
Nee dus. En dat was hij niet
van plan ook. De naam Rijs
bergen in combinatie met dat
hoogste diploma moest maar
voldoende zijn. En als dat niet
voldoende was, dan maar
geen trainerscarrière.
Een standpunt waarin ik me
helemaal kan vinden. Goede
wijn behoeft geen krans. Al
leen met dat optreden in het
sportcafé zijn de zaken er niet
zuiverder op geworden. Het is
dat de Leidenaar inmiddels is
benaderd door eerste divisie
club Eindhoven: anders zou
zijn toespraak toch wel iets
van een open sollicitatie heb
ben gehad.
De voetbalclubs aan
de Boshuizerkade
leunen weer rustig
achterover. Na een even hefti
ge als hectische periode aan
het eind van 1993, is de rust
teruggekeerd. Het is niet aan
ons, zo hebben LFC, UDWS,
VNA en Leidsche Boys be
dacht, om actie te onderne
men. Het is de gemeente die
woningen wil neerzetten op de
plaats waar nu voetbalvelden
liggen. Het is ook de gemeente
die het woord fusie steeds
.maar in de mond neemt. Dan
moet de gemeente in deze
kwestie ook maar het initiatief
De clubs wijzen daarbij met
enige graagte op eerdere voet
balfusies in Leiden. FC Rijn
land (ZLC en Oranje Groen)
en UDWS (Unitas Leiden en
LDWS) zijn - zo zegt men dan
- toch ook niet van die grote
succesnummers geworden.
Zelfs heb ik begrepen dat ook
de naam van VCL (VNL en
VTL) in dat verband wel eens
door betrokkenen wordt ge
noemd. Maar dat lijkt me niet
juist. De mannen (en vrou-
wen) van John ter Beek heb
ben hun zaakjes wel degelijk
aardig voor elkaar, daar aan de
Vliet.
Er is op zich niets geks aan dat
clubs niet op fusies zitten te
wachten. Daarvoor is de histo
rie in sommige gevallen te rijk,
zijn de clubkleuren te ver
trouwd, is de buurvereniging
te lang niet als een goede
buur, maar als een tegenstan
der gezien. Desondanks is het
maar zeer de vraag of de clubs
op de Boshuizerkade er ver
standig aan doen de zaken op
hun beloop te laten. De kop in
het zand steken heeft tot nu
toe alleen struisvogels nog wel
eens wat opgeleverd.
Nu nog ogen drie van de vier
verenigingen op de Ix?(dse
voetbalkade tamelijk gezond.
Dat kan een basis zijn voor
een samenwerkingsverband
dat ergens toe leidt - 't lijkt het
proberen waard.
Het kan er bij mij in elk geval
niet in dat dal fundament er in
de loop der tijd breder of ge
zonder op wordt.