'Chiapas' past in Latijnsamerikaanse traditie Officier van justitie geeft vreemde wending aan Epe-zaak Wie is er nog bang voor de Bundeswehr? Feiten &Meningen VRIJDAG 21 JANUAR11994 -4rud DEN HAAG GUS SCHREUERS JURIDISCH MEDEWERKER De Eper incestzaak is door de officier van justitie De Weert gistermiddag gepresenteerd als een unieke zaak omdat hierbij voor het eerst ook het delict babymoord aan de orde is. Op het moment dat zij dit in haar requi sitoir zei, was de babymoord echter helemaal niet meer aan de orde. De officier van justitie had juist dit punt van de aanklacht al bij het begin van de rechtzitting zelf laten vallen. Duidelijker dan met deze tegenstrij digheid had de vertegenwoordigster van het Openbaar Ministerie de ver warring in de behandeling van de zaak niet kunnen illustreren. De wij ze van opereren van de officier van justitie heeft voornamelijk vragen opgeroepen in plaats van helderheid in de zaak te brengen. Het is een wereld van verschil of ie mand terecht moet staan wegens moord of wegens mishandeling die abortus tot gevolg heeft. Het laten vallen van de voornaamste beschul digingen veranderde dan ook het he le karakter van de zaak. De advoca ten van de slachtoffers vreesden dat de officier van justitie hiermee ook het resterende deel van de aanklacht op losse schroeven zette. Want als het Openbaar Ministerie al zo twijfelt aan de zwaarste beschuldigingen in de tenlastelegging, zou dat wel eens de betrouwbaarheid van het hele on derzoek kunnen ontkrachten. Deze vrees werd nog aangewakkerd doordat de verdachten al hun eerde re, soms gedeeltelijke bekentenissen tijdens de zitting introkken. Overi gens betekent dit niet dat die eerdere verklaringen niet meer als bewijs kunnen worden gebruikt. Zij zijn vastgelegd in processen-verbaal die als schriftelijke bewijsstukken blijven dienen. Door de intrekking van de tenlaste- gelegde moord of doodslag is de kans een veroordeling wegens de reste rende beschuldigingen niet kleiner geworden. Maar intussen heeft de handelwijze van de officier van justi tie wel verwarring teweeggebracht. Normaal stelt het Openbaar Ministe rie immers geen vervolging in we gens feiten die het bij voorbaat onbe wijsbaar acht. Toch viel aan de hand van het in de dossiers verzamelde materiaal kennelijk al van tevoren vast te stellen dat de tenlastelegging van babymoord en doodslag kans loos was. De officier had bij het op stellen van de tenlastelegging al dat materiaal voor haar neus. Zij is nauw bij het hele onderzoek betrokken ge weest en moest in staat zijn al in eer der stadium de haalbaarheid van de aanklacht te beoordelen. Ondanks maandenlange, nauwgezet te voorbereiding van het proces is zij echter pas op de zitting zelf tot de conclusie gekomen dat er voor de ernstigste beschuldigingen tegen de verdachten in de incestzaak geen toereikend bewijs was. Dat is een merkwaardige gang van zaken, om dat het ook mogelijk moet zijn ge weest voor het uitbrengen van de dagvaarding tot deze conclusie te ko men, of anders een gewijzigde dag vaarding uit te brengen. Het bewijsprobleem zit erin dat een babymoord alleen kan worden ge pleegd op een levende vrucht (an ders is er vanzelfsprekend geen spra ke van levensberoving). Het viel ech ter niet aan te tonen dat er levensvat bare vruchten zijn voortgekomen uit de zwangerschappen die volgens de aanklacht door de verdachten ge welddadig zijn onderbroken. Had men niet de vraag of er voldoen de bewijs was niet aan de rechtbank kunnen overlaten, die uiteindelijk de waarde van al het aangedragen ma teriaal moet beoordelen? De reden om daar niet op te wachten is, dat de officier van justitie dan ook veel zwaardere straffen had moeten ei sen. Daarmee zouden echter valse verwachtingen zijn gewekt bij de slachtoffers en in de publieke opinie. Om de verwachtingen over de uit komst van het proces te temperen, heeft men niet tot het einde van de behandeling willen wachten. Het was echter wel mogelijk geweest de wijziging voorafgaande aan de zit ting bekend te maken en er valt al leen maar naar te gissen waarom dit niet is gebeurd. Misschien heeft de officier van justitie wel gehoopt dat er tijdens de zitting alsnog onver wacht bewijs te voorschijn zou ko men. Bijvoorbeeld doordat een van de verdachten zich zou verspreken. Het is ook mogelijk dat zij erop heeft gehoopt dat het slachtoffer Jolanda alsnog met haar dagboeken tevoor schijn zou komen en dat daarin het benodigde aanvullende bewijs zou zitten. iUrl Volg' Deo door Ivoor Tit 'Bi Et Volgens de Mexicaanse re gering zijn de opstandige indianen in Chiapas van plan opnieuw in de aanval te gaan. Het ministerie van defensie zei woensdag in een verklaring dat de rebel len hun slag willen slaan in Yajalon, Sabanillas en Ve- nustiano Carranza. Geen van deze plaatsen was be trokken bij het offensief dat de indianen op de eerste dag van dit jaar inzetten. Behoudens enkele schiet partijen en bomaanslagen hebben zich in Chiapas geen grote botsingen meer voorgedaan sinds 14.000 regeringsstrijdkrachten de rebellen enkele dagen na het uitbreken van de op stand het oerwoud injoe gen. De Amerikaanse afge vaardigde Joe Kennedy en zijn zuster Kerry Kennedy Cuomo, kinderen van wij len senator Robert Kenne dy, reizen momenteel in zuid-Mexico rond om aan tijgingen te onderzoeken over wreedheden die het leger zou hebben begaan in de strijd tegen de india nen. NANCY BENAC Tijdens feesten op het familie landgoed in de jaren '50 ston den de Quichua-indianen als honden te schooien tot de grootgrondbezitter zo goed was om hen een bordje met restjes toe te schuiven, herinnert Luis Lumbreras zich. „Je kon een in diaan schoppen, je kon hem slaan. Je kon hem belachelijk maken", zegt Lumbreras, een 57-jarige archeoloog van de universiteit van San Marcos in Lima. „Dat was normaal gedrag. Hij accepteerde het. Hij had geen enkel recht." Hoewel de positie van de india nen in Latijns-Amerika sinds de jaren '50 iets is verbeterd, ko men zulke taferelen in heel het gebied nog regelmatig voor. Ruim 500 jaar na de Spaanse en Portugese kolonisatie is rassen discriminatie in heel Latijns- Amerika nog steeds aan de orde van de dag. Hoewel de indianen zich de vernedering en mishandeling vaak laten welgevallen, hebben die ook een diepe haal jegens de blanken veroorzaakt. Die De Tzotzil-indiaanse Carmela Hernandez heeft met haar twee kinderen haar toevlucht gezocht in een opvangkamp dat is opgezet door het Mexicaanse leger. De indiaanse acties in Chiapas hebben honderden mensen van huis en haard verdreven. foto afp matias recart Tanks in de straten i San Cristobal de las Casas. haat is de aanleiding geweest voor een lange reeks geweldda dige protesten in het continent. Chiapas, de Zuidmexicaanse deelstaat waar de indiaanse be volking op nieuwjaarsdag zes steden innam, kent bijvoor beeld een lange historie van in heems verzet tegen de koloniale overheerser. Beter leven De leiders van de laatste op stand zeggen dat ze strijden voor socialisme en voor de ver betering van de leefomstandig heden van de indianen. „Men sen kunnen niet langer tegen de honger, het feit dat ze geen land bezitten en de slechte levens omstandigheden", zegt Andres frernandez Nunez, een bewo ner van een krotje in de heuvels buiten San Cristobal de las Casas. „De regering bekommert zich niet om ons. Ze respecte ren de boeren niet. Ze vinden ons primitief." Het zouden de woorden kun nen zijn van iedere willekeurige indiaan uit Peru, Ecuador, Boli via, Colombia, Venezuela, Gua temala, Mexico of Brazilië. Ro- berto Quenallata Cocarico is een 37-jarige Aymara-indiaan uit de kale winderige hoogvlakte bij het Titicacameer. Hij trok zeven jaar geleden naar de Boli viaanse hoofdstad La Paz. Daar werkt hij nog steeds als metse laar om zijn vrouw en kinderen te onderhouden. „Als ik met mijn vrouw in de bus Aymara spreek, bekijken de mensen ons met minachting", zegt hij. „Ze kijken ook op ons neer omdat mijn vrouw een pollera (traditionele Aymara-rok) draagt." Hoewel apartheid in Latijns- Amerika nooit wettelijk is vast gelegd, beheerst de blanke elite sinds de verovering in de 15de eeuw het openbare leven. In de ze situatie is in de laatste jaren weinig of geen verandering ge komen. Zelfs in het Portugees sprekende Brazilië, een land met een grote zwarte bevolking dat zich er op laat voorstaan een harmonieuze multiculturele samenleving te zijn, worden de indianen ernstig gediscrimi neerd. Zoals in de meeste La tijnsamerikaanse landen wer ken indianen die naar de Brazi liaanse steden trekken als dienstmeisjes, parkeerwachters, tuiniers of in andere onderge schikte, slecht betaalde baan tjes. Economische groei In Chili gaat de snelle f sche groei die het land door maakt voorbij aan de 700.000 inheemse bewoners. Zij zijn niet vertegenwoordigd in de ho gere legeiftincties. in hogere kerkelijke ambten of in het di plomatieke corps. In Peru, waar meer dan 80 pro cent van de bevolking afstamt van de oorspronkelijke bewo ners van het continent, worden de blanken in de volksmond 'fatsoenlijke mensen' genoemd. In personeelsadvertenties in de kranten van Lima wordt vaak vermeld dat alleen sollicitanten 'met een zeer goed voorkomen', worden verzocht te reageren. „Een mestiza (vrouw van ge mengd bloed) of een indiaanse kan een goede typiste zijn en zelfs het Engels beheersen, maar ze zal niet reageren op een advertentie waarin dat staat", zegt de historicus Juan Jose Vega. „Ze zullen haar zeg gen, "We hebben al iemand ge vonden', of 'Je komt te laat'. Het gaat om zeer subtiel onderhuids Discriminatie en mishandeling heeft in de afgelopen eeuwen in heel Latijns-Amerika géleid tot gewelddadige protesten. Peru alleen al kende in de 18de eeuw 140 indianenopstanden. De meest gevreesde vijand van de blanken was Tupac Amaru II, een regionale leider uit Cuzco die zei dat hij afstamde van de laatste Inca-keizer. Tupac Amaru werd in 1781 gevangen genomen en de Peruaanse machthebbers dwongen hem toe te kijken toen zijn vrouw en kinderen levend werden gevie rendeeld op het centrale plein van Cuzco. Daarna werd hij op dezelfde manier gedood. Ook andere delen van de Andes waren in die tijd in de ban van de revolutie. In 1780 bezetten 40.000 inheemse strijders onder leiding van Tupac Katari 109 dagen lang de Boliviaanse hoofdstad La Paz waardoor meer dan 10.000 Spanjaarden of hun nazaten stierven tijdens ge vechten of door honger en ziek tes. Tupac Katari werd uiteinde lijk verslagen en gevangen ge nomen. Ook hij werd gemarteld en tenslotte gevierendeeld. In Ecuador waren eind vorige eeuw en begin deze eeuw tallo ze indianenopstanden. In 1990 vond in de Ecuadoraanse hoofdstad Quito het grootste in heemse protest van de laatste vijftig jaar plaats. Een groep van zo'n twee miljoen indianen leg de gedurende drie dagen het le ven in de stad stil. Ze blokkeer den de wegen rond de stad en plunderden markten om te pro testeren tegen de manier waar op ze worden behandeld door de overheid. In Colombia nam begin jaren '80 de indiaanse rebellenbewe ging Quintin Lame de wapens op tegen de grootgrondbezitters die hen van hun traditionele gronden wilden verjagen. De groep sloot in 1991 een vredes akkoord met de regering. In Peru wordt de maoïstische guerrillabeweging Sendero Lu- minoso (Lichtend Pad) geleid door intellectuelen maar de aanhang van de beweging be vindt zich vooral onder de Quechua-sprekendeboerenbe- volking uit de Andes en uit Li ma. „De sector die zich het meest voelt aangetrokken tot de beweging is de armste, en de armsten zijn vaak mesties of in diaans", aldus de historicus Ve ga- In Venezuela gaf de mishande ling van indianen in december nog aanleiding tot de bloedigste gevangenisopstand in de ge schiedenis van het land. Guaji- ro-indianen kwamen in op stand omdat één van hen werd onthoofd en omdat de Guajiro- vrouwen werden beledigd door andere gevangenen. Ze braken uit en vielen hun belagers aan. Bij de gevechten en de brand die daarna ontstonden werden 109 gevangenen gedood. Ondanks de grote onderdruk king blijven de Latijnsameri kaanse indianen toch nog hoop koesteren dat ook zonder ge weld hun positie kan worden verbeterd. Een van hen is de Guatemalteekse winnares van de Nobelprijs voor de vrede Ri- goberta Menchu, die meent dat haar onderdrukte volk niet de wapens op hoeft te nemen om te strijden voor autonomie, maar democratische wegen moet bewandelen. Ook in Boli foto afp matias recart via, waar bijna 90 procent van vei de bevolking afstamt van de ;a£ oorspronkelijke bewoners van het continent, leeft de hoop dat yj-. de indianen via de democrati- zy sche weg een betere positie in va de maatschappij kunnen ver- „e Vorig jaar werd daar de 42-jari ge Aymara-indiaan Victor Hugo! Cardenas gekozen tot vice-pre- sident. „Bolivia geeft een voor- beeld hoe de inheemse bevol- i king in het nationale leven op genomen kan worden en hoe een multiculturele democratie kan worden opgebouwd", zegt I Cardenas. Cardenas en zijn vrouw, getooid met pollera en het typisch Boli- i viaanse bolhoedje, worden ge waagd voor veel maatschappe- lijke en diplomatieke functies. Hoewel Cardenas zich laat voorstaan op de voortrekkersrol j van zijn land veroorzaakt de aanwezigheid van hem en zijn vrouw op officiële bijeenkom- sten en recepties vaak nog een schok onder de blanke elite die er aan gewend is om de india nen af te snauwen als dienst- j meisjes en loopjongens. TOM JANSSEN BONN HANS HOOGENDUK CORRESPONDENT Veel liever was hij minister van buiten landse zaken geworden, maar toen kan selier Helmut Kohl hem in april 1992 riep, kon de partijsoldaat Volker Rühe niet weigeren. De toen 49-jarige Ham- burgse ex-leraar volgde de mislukte Ger hard Sioltenberg op als minister van de fensie. Rühe had echter drie nadelen. In de eerste plaats had hij zelf niet gediend, in de tweede plaats had hij nog nooit een ministerie geleid en in de derde plaats is defensie traditioneel een schopstoel. Militairen zijn alleen maar zoet te hou den als ze genoeg geld krijgen voor de aankoop van wapens. 'Give the boys their toys' geldt in Duitsland net als in alle an dere landen. Maar Rühe had pech. Hij kön zijn 'jongens' het dure, dodelijke speelgoed niet geven, omdat de recessie ook in Duitsland hard toesloeg. Verder moesten de Duitsers in het zoge naamde vier-plus-twee overleg met de geallieerden uit de Tweede Wereldoorlog als prijs voor de eenwording een reduc tie van de strijdkrachten aanvaarden. Meer dan 370.000 militairen mocht het herenigde Duitsland niet onder de wa pens hebben. De Oostduitse Volksarmee telde eens 150.000 man. Daarvan werden er 60.000 overgenomen. De Bundeswehr werd gereduceerd van 495.000 tot 310.000 man. Net als in de andere Westeuropese lan den met lege schatkisten liet minister van financiën Theo Waigel zijn begerig oog op defensie vallen. Hij sloeg hard toe en Rühe weerde zich tot grote ergernis van zijn generaals, luchtmaarschalken en admiraals maar matig. Hij riep wel steeds dat nu de pijngrens was over schreden, maar Waigel, gesteund door Kohl, vond dat het leger best nog een beetje extra pijn mocht lijden. Het resul taat is dat de begroting voor defensie dit jaar 47,5 miljard Mark (meer dan 50 mil jard gulden) bedraagt en dat is bijna evenveel als in 1984. Maar terwijl toen de uitgaven voor de strijdkrachten 20 pro cent van de totale begroting uitmaakten, is dat percentage nu gezakt tot een ma gere tien procent. In de laatste bezuinigingsronde, die deze week wordt afgesloten, had Waigel nog eens 2,5 miljard Mark bij defensie willen schrappen. Maar dat werd Rühe te gortig en hij greep naar een probaat middel in dit superverkiezingsjaar. Als hij nog meer zou moeten inleveren, zouden hele legerplaatsen gesloten moeten worden, liet Rühe weten. Het zal niemand verba zen dat bovenaardde lijst kazernes in Waigels CSU-bolwerk Beieren stonden en daar vinden in het najaar ook deel staatsverkiezingen plaats. De truc werk te: in plaats van 2,5 miljard hoeft Rühe maar 1,25 miljard extra in te leveren. In ruil voor dit verlate kerstgeschenk be loofde Rühe de sterkte van de troepen niet met nog eens 20.000 man te reduce ren. Weliswaar zou dat bijna een half miljard opbrengen, de politieke risico's zouden enorm zijn. Mochten de strijd krachten onder de 350.000 man zakken, dan is de kritische grens bereikt en is de dienstplicht niet meer te .verdedigen. Die wordt door de samenleving alleen geac cepteerd indien in principe elke jongere als dienstplichtige of als dienstweigeraar in de civiele sector dienen moet. Maar vorig jaar hoefde slechts 40 procent van de potentiële dienstplichtigen op te ko men. Nu al vormen kort-verband vrijwil ligers en beroepsmilitairen 60 procent van de strijdkrachten. De roep om een beroepsleger wordt steeds luider, ook bij Rühes christen-de mocraten. Maar samen met Kohl pro beert de minister van defensie dit lastige debat uit de verkiezingscampagne te houden, want daarbij zou het ook gaan over de toekomst van de Bundeswehr. En dus moet Rühe zo onopvallend mo gelijk bezuinigen: minder oefenen, uit stel van investeringen, korting van toela ges en nog minder dienstplichtigen op roepen. De oppositionele SPD stelt terecht dat ei opnieuw zonder enig concept wordt ge handeld. Blijft de Bundesvyehr bij de ei genlijke opdracht, namelijk de landsver-l dediging, dan kan niemand beweren dal daarvoor onder de huidige omstandig heden 370.000 man nodig zijn. Zouden de strijdkrachten echter in de toekomst onder VN-vlag dan wel het vaandel van 1 de Westeuropese Unie, WEU, buiten het eigen grondgebied gaan opereren, dan is! het militair gezien veel zinvoller een be-1 roepsleger in te voeren. Deze hele discussie willen Kohl en Rühe vermijden en daarmee vergroten ze de grootste identiteitscrisis waarin de Bun- deswehr sinds de oprichting bijna 40 jaai geleden verkeert. Het leger zonder vijand zoekt een nieuwe oriëntatie en dat in een tijd waarin steeds minder mensen bereid zijn geld voor een sluimerende defensie uit te geven. Rühes strategen willen buiten de eigen grenzen nieuwe opgaven zoeken. Nog blokkeert de oppo sitionele SPD een grondwetswijziging j die gewapende acties anders dan voor de verdediging van de eigen grenzen of die van NAVO-partners, maar ook de so ciaal-democraten weten dat het herenig de Duitsland er niet omheen kan uitein delijk een grotere rol op het internatio nale vlak te spelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2