Lloyd's of London:
fenomeen onder vuur
Abraham
Laatste 5 jaar ruim 20 miljard gidden verlies
Een supertankerde
borsten van een
filmster, de Concorde,
zo'n beetje alles en
iedereen valt er te
verzekeren. Bij Lloyd's
in Londen.
Maar de laatste jaren
gaat het 's werelds
meestfameuze
verzekeringsmarkt niet
voorde wind. Sinds
1988 werd al ruim 20
miljard gulden verlies
geleden.
Verzekeringsmarkt
Lloyd's verzet derhalve
de bakens.
Het door architect Richard Rogers ontworpen pand bestaat voor een groot deel uit glas en is rond
een aantal enorme pilaren gebouwd. Zowel vanaf de begane grond als vanaf de hoogste etages
is het uitzicht overdonderend. foto's jaap sluis
De City van Londen. Het domein
van banken, beleggers, ontwik
kelaars en het verzekeringswe
zen. Het geurt er nog net niet naar geld. Een
keurig stadsdeel zonder grillen. Braafheid
troef. Maar dan opeens: het gebouw van
Lloyd's. Gek en groot. Het is goed, zeggen
liefhebbers van moderne architectuur. Het is
gruwelijk, vinden de meer behoudende gees
ten. Hij is dus omstreden, de door architect
Richard Rogers geschapen reus. Rogers was
mede-ontwerper van het Centre Pompidou in
Parijs en verwierf daarmee wereldwijd faam
als brutaal vernieuwer.
Het Uoyd's-bastion opende op 27 mei
1986 en biedt Londen tot op de dag van van
daag stof tot discussie. Een enorm, wat on
overzichtelijk gebouw. Met aan de buiten
kant veel zaken die je eigenlijk -binnen - en
dan het liefst netjes weggewerkt - zou ver
wachten. Buizen en leidingen, en allerlei uit
stulpingen. Waarin onder meer de toiletten
blijken te zijn ondergebracht. Omdat Rogers
de ruimte binnen er niet aan wenste te spen
deren, hangt het er nu letterlijk een beetje bij.
Buiten. Een modern gebouw met een smoel
van deze tijd. En met ramen waarvan er -
welk een voorrecht! - veel gewoon open kun
nen.
Jaarlijkse komen er ruim tweehon-
derddduizend bezoekers over de vloer. Die
kunnen zich onder meer verbazen over de
transparante liften die - uiteraard aan de bui
tenkant- naar boven flitsen. De top van
Lloyd's zetelt op niveau. Met een adembene
mend uitzicht over Londen. En met een wel
heel bijzonder werkvertrek binnen handbe
reik. Slechts een klein deel van die vele be
zoekers krijgt het te zien. Uit een van de vele
monumentale Lloyd's-panden efders in Lon
den is een ruim tweehonderd jaar oude zaal
stukje bij beetje overgebracht naar de nieuw
bouw. Het contrast is wonderlijk. Aan de ene
kant van de deur een overdaad aan glas,
marmer en aluminium. Aan de andere kant
enorme kroonluchters, indrukwekkende
schilderijen, antiek meubilair, reusachtige
spiegels en een door wijlen de sjah van Perzië
geschonken tapijt. Edoch: wie door de ruitjes
naarbuiten kijkt, ontwaart geen kasteeltui
nen, maar de hoogbouw van hartje Londen.
Start
Al in de zestiende eeuw kenden de Engelsen
allerlei vormen van verzekering voor schepen
plus lading. De sterke positie van Engeland
als maritieme natie was daar niet vreemd
aan..Terwijl in de zeventiende eeuw de vraag
naar (scheeps)verzekeringen sterk toenam,
diende zich op een heel ander terrein ook
een flinke groei aan. De populariteit van het
koffie drinken steeg snel. In 1652 opende in
Londen het eerste koffiehuis. Later zouden er
nog vele honderden volgen. Die koffiehuizen
waren ontmoetingsplaatsen vóór met name
zakenmannen, vergaderaars, reders en kapi
teins. Vooral die laatste groep was interes
sant. Per slot van rekening wisten zeevaren
den wat er elders in de wereld gebeurde. Hun
nieuwtjes vonden gretig aftrek.
De heren deden vooral zaken. Degene die
In schril contrast met het moderne uiterlijk van het kantoor staat de vergaderzaal op een van de bovenste verdiepingen. Het interieur is ruim twee
honderd jaar oud en komt uit een voormalig Lloyd's-gebouw elders in Londen.
een schip wilde laten verzekereren, meldde
dat onder het genot van een kopje koffie.
Waarna de anderen in staat werden gesteld
voor een deel van het te nemen risico in te
schrijven. Het gebeurde allemaal kleinscha
lig. Grote verzekeraars die het hele pakket
voor hun rekening namen bestonden nog
niet. Edward Lloyd zag wel brood in de busi
ness en opende in 1688 zijn Edward Lloyd's
Cojfee House. De plek bij uitstek, zo bleek al
snel, voor iedereen die een graantje mee wil
den pikken van de snel groeiende verzeke
ringsmarkt. Edward bood onderdak (plus
koffie) en werd daar door zijn gasten voor be
taald. Zelf meedoen was er niet bij. Hij hield
het liever bij de horeca. Toen Lloyd in 1713
stierf, was zijn bedrijf in Londen een begrip
geworden.
In de achttiende eeuw werden de zaak
steeds grootser aangepakt. Er viel niet meer
aan enige ordening en het aanbrengen van
samenhang te ontkomen. De financiële be
langen werden dermate groot, dat men het
verzekeringswerk niet meer even tussen de
koffie door afkon handelen. Een aantal deel
nemers koos voor een zakelijker aanpak en
begon het New Lloyd's Coffee House. De ge
zelligheid verdween wat meer naar de ach
tergrond. Ten faveure van het geld. In de ne
gentiende eeuw werden nieuwe markten
aangeboord. Zo stapte ene Cuthbert Heath in
1880 als eerste in de brandverzekering. Het
'maritieme' verzekeringswerk bleef bij
Lloyd's domineren, maar daarnaast kwamen
er steeds meer varianten. De leus van Lloyd's
liet niets aan duidelijkheid te wensen over:
bij ons kunt u alles laten verzekeren. Overi
gens levert het niet-maritieme werk jaarlijks
voor circa 18 miljard gulden aan premies op.
Anno 1994 wijkt de formule van Lloyd's wel
beschouwd maar weinig af van die van
Edward Lloyd's Coffee House uit 1688. Zoals
de oprichter tegen betaling onderdak en kof
fie bood, zo stelt het hedendaagse Lloyd's het
gebouw in hartje Londen inclusief alle mo
derne faciliteiten ter beschikking aan de han
del. Daarmee zijn, zo beaamt woordvoerder
David Burling van Lloyd's, stevige bedragen
gemoeid. Er moet een vaste vergoeding wor
den betaald. Plus een bepaald percentage
over elke afgesloten transactie. Met andere
woorden: gaat het de verzekeraars goed, dan
gaat het Lloyd's goed.
Een bezoek aan de grote zaal waar de ver
zekeringszaken worden gedaan valt pas na
tussenkomst van een Engelse verzekeraar te
regelen. Rondkijken, zegt Burling, mag. Maar
fotograferen met flitslicht niet, want daar
raakt het alarmsysteem lelijk van in de war.
Zoals de heren in 1688 aan tafeltjes en deels
achter schotjes hun zaken deden, zo gebeurt
dat nu nog steeds. Zij het stukken moderner
en grootschaliger dan vroeger. Een deel van
de grote zaal is opgesplitst in kleine eenhe
den. Achter scheidingswandjes zijn de man
nen - en hier en daar ook vrouwen - druk in
onderhandeling.
Burding schetst aan de hand van een fictief
voorbeeld de gang van zaken: „Stel een reder
wil een supertanker laten verzekeren. Hij kan
dat melden bij een makelaqr in verzekerin
gen, een zogenoemde broker. Die heeft alle
informatie over dat schip en gaat op zoek
naar wat wij hier de underwriters noemen.
Dat zijn degenen die in ruil voor een vaak
aantrekkelijke premie een deel van het risico
voor hun rekening nemen. Op die manier
wordt het risico over een groot aantal deelne
mers gespreid. Het kan dus gebeuren dat
zo'n supertanker uiteindelijk bij een kleine
honderd partijen is verzekerd. Alles in één
hand houden lukt je bij zulke grote objecten
niet. Want stel dat er al een verzekerings
maatschappij is die zo'n schip plus lading
volledig verzekert. En stel dat dat schip in een
storm verloren gaat. Dan moet er gigantisch
worden uitgekeerd en heb je het toch al gauw
over vele honderden miljoenen guldens. Dat
is zelfs de grote jongens te riskant. Vandaar
dat spreiden."
Het kapitaal dat bij uitbetaling op tafel
dient te komen, wordt opgebracht door de
circa 20.000 leden die Lloyd's telt. Een groot
deel daarvan is zeer vermogend, voelt blijk
baar wel voor een stevige financiële gok en
behoort tot de invloedrijke bovenlaag. Het
zijn prominenten van naam. In de volks
mond aangeduid als de names. Ze opereren
verdeeld over ongeveer 350 syndicaten. Per
deelterrein zijn, of worden, de krachten ge
bundeld en worden de underwriters in de
grote zaal op pad gestuurd. Zij fungeren als
frontsoldaten die al onderhandelend een zo
gunstig mogelijk resultaat voor hun achter
ban moeten zien te bevechten. In tijden van
rust - geen explosies, scheepsrampen en an
dere ellende - stromen de premies rijkelijk
binnen. Daarbij gaat het al gauw om 70 mil
joen gulden per dag. In tijden van tegen
spoed moet daarentegen fors en vaak zelfs
zeer fors worden uitbetaald. En gaat er een
siddering door de welgestelde kringen.
En gesidderd hébben ze de laatste jaren.
Want het gaat beroerd met de verzekerings
markt. Lloyd's zit diep in de verliezen en zag
zich voor het eerst in ruim driehonderd jaar
genoodzaakt met een heus business plan te
komen. De kosten moeten omlaag en dus
zullen er de komende jaren enkele duizen
den banen verdwijnen. Bovendien gaan de
tarieven voor het gebruik van het gebouw
plus faciliteiten stijgen. Gevraagd naar de
oorzaak van de misère noemt David Burling
Het omstreden uiterlijk van het gebouw van
Lloyd's, een ontwerp van Richard Rogers.
één hoofdoorzaak: een overdaad aan ram
pen. De tankeroorlog tussen Iran en Irak
(1981-1988), de ondergang van het olieplat
form Piper Alpha (1988), een groot aantal
vliegrampen, de najaarsstorm van 1987 in
Groot-Brittannië, het zijn slechts enkele van
de peperdure uitschieters. Overigens ver
zuimt Burding een tweede, niet onbelangrij
ke oorzaak te noemen en dat is het matige
tot slechte management bij Lloyd's. De top
onderging de laatste jaren heel wat wijzigin
gen en lijkt nu pas doordrongen van de
noodzaak om orde op zaken te stellen.
Daarbij deinst men er niet voor terug
enigszins afbreuk te doen aan het oude
Lloyd's-imago. Want de tijd dat men op de
Londense verzekeringsmarkt alles en ieder
een kan laten verzekeren is voorbij. Burding:
„Ik denk dat we in het verleden te vaak men
sen en zaken hebben verzekerd die hier ei
genlijk niet thuis hoorden. Waarom niet?
Omdat het risico veel te groot was en de op
brengst te klein. Dat gebeurt nu niet meer.
Zeker voor mogelijke probleemgevallen gaan
de premies fors omhoog."
Alarmbel
Centraal in de grote zaal staat een antiek
ogend bouwsel met daarin de scheepsklok
van de in 1799 bij Terschelling vergane Luti-
ne. Dit ooit Franse fregat ging, nadat het door
de Engelsen was buitgemaakt, als vrachtvaar
der de zee weer op. Toen het bij Terschelling
het loodje legde, had het een zeer waardevol
le lading - veel goud en zilver - aan boord. De
waarde wordt geschat op 250.000 tot 1,4 mil
joen pond.
Het eindeloze geduik naar die rijkdom
leidde er al in 1859 toe dat de scheepsbel kon
worden geborgen. De rest, zo hoopt een
groep zeer vasthoudende bergers, moet over
niet al te lange tijd boven water komen. De
bel kreeg een ere-plaatsje bij Lloyd's en
wordt alleen nog geluid als er ergens een via
het Londense fenomeen verzekerd schip ver
loren is gegaan dat als volledig opgegeven
kan worden beschouwd. Het spreekt voor
zich dat Burding en de zijnen de bel liever
niet horen. Want als men over moet gaan tot
het luiden, wordt er financieel door velen
zwaar geleden. Lloyd's gedijt niet bij
scheepsrampen, Lloyd's gedijt bij de angst
voor (scheeps)rampen. Een angst die velen
de gang naar de verzekeraars doet maken.
Burding: „Lloyd's komt wel weer uit de ver
liezen. We overleven. We komen terug. Want
er zullen altijd schepen en andere objecten in
de problemen raken. En dat brengt velen er
toe premies te betalen."
ZATERDAG 15 JANUAR11994
Rijp zijn is maar heel betrekkelijk.
Appels, peren en bananen doen er
maanden over, de camembert kan
in een dag rijp zijn, terwijl het bij
mensen meestal wat langer duurt.
Wanneer is iemand rijp, en hoe
moet je zoiets vaststellen?
Bij bananen kunnen we makkelijk vast
stellen of ze rijp zijn: niet groen meer en
aangenaam zacht om in te knijpen. Bij
vrouwen is het iets moeilijker. De rijpere
vrouw is ook niet groen meer, en bij voor
keur ook aangenaam zacht, maar er komt
meer aan te pas. Genoemde eigenschappen
kunnen namelijk met 20 jaar aardig bereikt
zijn, maar dan spreken we nog niet van een
rijpe vrouw. Hoe oud moet de rijpe vrouw
zijn om rijp genoemd te worden?
Ik heb 'ns in mijn omgeving navraag ge
daan, en de meningen kwamen aardig
overeen. Behalve een student die de grens
bij 17 legde, vond men in het algemeen dat
de rijpe vrouw'toch zeker 35 40 moest
zijn. Waarbij de 'rijpere' vrouw door bijna
iedereen circa 5 jaar ouder werd geacht dan
de 'rijpe' vrouw. Verrassend was dat men de
rijpe man meestal een jaar of tien ouder
noemde. Mannen van 35 of 40 kwamen nog
nauwelijks in aanmerking; de rijpe of rijpere
man moest volgens mijn zegslieden min
stens 45 of 50 zijn. Blijkbaar zijn mannen
later rijp dan vrouwen. Ze rijpen dus lang
zamer. Echt goed rijp, door en door. zijn ze
pas met 50. Dus als ze Abraham gezien
hebben.
Die gekke uitdrukking van Abraham ge
zien hebben, is ontleend aan de bijbel
(Joh. 8:57) maar helemaal niet oud. Hon
derd jaar geleden gebruikte nog niemand
het zo. In woordenboeken uit het begin van
deze eeuw, als er al iets over in staat, lezen
we meestal dat het betekent: Vijftig zijn en
nog steeds niet getrouwd'. Abraham gezien
hebben als gewoon alleen maar 50 worden,
is een tamelijk jonge uitdrukking. Gezien de
gewoonte om de 50-jarige op zijn verjaar
dag een 'Abraham' van speculaas aan te
bieden, zal het ongetrouwd-zijn inderdaad
wel oorspronkelijk zijn geweest. Denk maar
aan de speculaas-'vrijers' die met Sinter
klaas gegeven worden.
Nu wil het toeval dat ik een broer heb van
50. Hij heet Kees en is nog niet getrouwd. Al
worden er wel stappen ondernomen, geloof
ik, want hij is er nu rijp genoeg voor. Als ik
vertel dat hij al 24 jaar verloofd is, gelooft
niemand me, maar zo is onze familie nu
eenmaal. We zijn geen snelle beslissers. We
wachten tot we er rijp voor zijn.
Ondertussen heeft hij tijd genoeg gehad
omAbrammetje te spelen. Dat is een
andere uitdrukking, ook ontleend aan de
bijbel (Gen. 12:13) maar veel ouder en te
genwoordig bijna vergeten. Abrammetje
spelen betekent: zich ergens uit redden
door halve waarheden te vertellen. Dat gaat
terug naar het bijbelverhaal waarin
Abraham deed voorkomen alsof zijn vrouw
Sarai niet zijn vrouw was maar zijn zuster.
Kees nu speelt al zo'n kwart eeuw lang
Abrammetje door te doen alsof mijn aan
staande schoonzuster zijn echtgenote is.
Misschien moet ik hem dat eens ernstig on
der de aandacht brengen. In feite ben ik dat
al heel lang van plan
Iedere leeftijd is natuurlijk een gezegende
leeftijd. Maar in het spraakgebruik bewaren
we 'een gezegende leeftijd' voor heel oude
mensen, die behalve Abraham al minstens
ook Isaak en lacob gezien hebben. Een ge
zegende leeftijd wordt zodoende soms
nogal ironisch, alsof het altijd veel heerlijker
is om 86 te zijn dan bijvoorbeeld 50. Onzin.
En 20 lijkt me trouwens ook geen lolletje.
Hoe langer ik erover nadenk, hoe meer ik
begin te geloven dat 50 de meest gezegende
leeftijd is: lekker rijp en je hoeft niet onge
trouwd te zijn om Abraham te zien.
JOOP VAN DER HORST
universitair docent Nederlands